Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijd » one

Schrijfwedstrijd

25 okt 2010 - 17:34

1397

0

381



one

Het is oorlog, al jaren lang. Waarom we vechten? Ik heb geen idee. Waarvoor? Onze vrijheid, voor zover we daar voor kunnen vechten.
Ik heb mijn familie achter me gelaten, mijn vrij jonge zusjes. Mijn ouders die misschien hun enige zoon kwijt raken.
En dan heb je nog mijn vriendin. Ik had nooit gedacht dat ik een seconde zonder haar zou kunnen. Ik denk ook niet dat ik het zonder haar ooit zolang zou hebben volgehouden hier in het leger. Ik houd van mijn familie iets waar niemand aan kan twijfelen, maar met haar lijkt mijn wereld pas echt compleet.
Mijn wereld stortte in, toen ik te horen kreeg dat ik mee moest met het leger de oorlog in. Nooit had ik gedacht iedereen achter te laten. Ik weet alleen dat ik ze nooit in de steek zou laten.

I can't remember anything
Can't tell if this is true or dream
Deep down inside I feel to scream
This terrible silence stops me


Voor me is het stil. Het is zo stil, dat ik een speld zou kunnen horen vallen, bij wijze van spreken.
Het donker is een paar uur geleden ingevallen. Het is beangstigend om niets meer te kunnen zien, om afhankelijk te zijn van alleen je gehoor.
Voor me zie ik een lamp branden. Ik loop erop af. Om me heen zie ik verschillende mensen. De groep is al flink uitgedund. Al de mensen die mee zijn gegaan, herinner ik me nog. De rest waaronder de gebeurtenissen heb ik uitgeband. Ik heb alles om me heen uitgeband, niets wil ik meer herinneren. Dit alles moet wel een droom zijn, het kan niet waar zijn.

Now that the war is through with me
I'm waking up, I cannot see
That there is not much left of me
Nothing is real but pain now


Ik pak ook een lamp aan, zo komt er steeds meer licht om ons heen. Beneden de berg ligt ons dorp. We komen vannacht eindelijk thuis, eindelijk kunnen we ontwaken uit deze nachtmerrie. De vreugde begint zich al te nestelen in mijn buik. Het terugzien van mijn familie en vriendin geeft me al bijna warmte. Jammer genoeg, is het niet genoeg om me ook echt warm te houden. De hoop op echte warmte is dan ook groot en dan een heerlijke maaltijd vanavond. Door de oorlog misschien niet groots, maar wel iets redelijks. De vreugde die de kinderen hebben, als hun broers of vaders weer terugkeren. Het hele dorp zou in euforie zijn.
Met iedere stap die ik zet voel ik mijn voeten meer pijn doen. Met iedere stap gaat mijn hart harder bonzen. We zijn er bijna. Bijna mag ik weer in mijn eigen bed liggen. Bijna kan ik mijn eigen familie weer in mijn armen sluiten. Ik sta op het punt mijn oude leventje weer op te pakken.
De poorten van de stad zijn al zichtbaar. Ze staan open, iets wat ik niet had verwacht. Misschien hadden ze ons aan zien komen en ze al open gezet. Misschien staan ze op het dorpsplein wel met zijn allen om ons te ontvangen en hebben ze daarom de deuren opengezet. Maar dat is wel heel gevaarlijk in oorlogstijd. Je weet nooit of we de vijand zijn.
Als we nog dichterbij komen, zie ik dat de poortdeuren opengebroken zijn. Met iedere stap die ik zet, zakt de moed me verder in de schoenen. Wat is er hier in godsnaam gebeurd. Er is geen mens meer te bekennen en dat is vrij vreemd voor ons dorp, er zijn altijd wel mensen bezig.
De eerste huizen die we tegenkomen zijn nog intact. De drang om de rest te weten wordt steeds groter, maar wil ik het wel weten. Met iedere stap wordt de vraag dringender en de angst groter.
We slaan het pad richting het dorpsplein in. De geur van verbrand hout komt me tegemoet. Ieder huis dat we tegenkomen is bijna volledig ingestort. Met een beetje geluk staat er nog een geraamte. Om het dorpsplein heen is alles platgebrand. Geen boom staat meer overeind.
Mijn ogen worden voor het eerste keer in de oorlog echt geopend. Een koude overvalt me. Alles wat me lief is, is me afgenomen. Hoe heeft het ooit zover kunnen komen.

Hold my breath as I wish for death
Oh please God, wake me


Back in the womb it's much too real
In pumps life that I must feel
But can't look forward to reveal
Look to the time when I'll live


Het enige waar ik aan kan denken is dat dit niet waar kan zijn. Dat dit gewoon een droom moet zijn. Ik begin te rennen naar de plaats waar mijn huis ooit heeft gestaan. Ik durf bijna niet te hopen dat er nog iets van over is. Gewoon een blik van iemand die me lief is, zal wonderen voor me betekenen.
Ik houd stil voor een hek. De groene verf is er afgebladerd. Voorzichtig open ik het. De tuin is overwoekerd met onkruid. Het voelt onnatuurlijk aan, mijn vader grootste hobby was de tuin. Ik loop verder over het zandpad. De deur is uit zijn scharnieren gehaald.
De geur van de dood dringt mijn neus al binnen.

Fed through the tube that sticks in me
Just like a wartime novelty
Tied to machines that make me be
Cut this life off from me


Met de angst die zich om mijn hart heeft gesloten, duw ik de deur open. Mijn ogen moeten wennen aan het donker. Tegen de tijd dat ik iets zie, zie ik dat de stoelen verspreid door de kamer liggen. In de keuken is al het eten verdwenen. In de slaapkamers is het linnengoed verscheurd. Mijn voeten verplaatsen zich als automatisch door het hele huis heen. Nergens zie ik een teken van leven.
Ik ren terug richting het dorpsplein. Daar zie ik een paar van de soldaten nog staan. De rest is verdwenen. Waar ze heen zijn weet ik niet.
Langzaam voel ik het tikken van de regen beginnen. Eerst heel zacht, maar dan steeds harder en harder, tot een uiteindelijke storm. Een bliksemflits verlicht de lucht, de donder klinkt hard door. Het lijkt wel of het weer rekening houd, met hoe ik me voel.
'De kerk,' hoor ik vaag door de krachtige storm heen roepen.
Mijn voeten brengen zich als vanzelf al weer in beweging. De kerk komt in zicht. De deuren staan open. De geur van rottend vlees is hier het sterkst van allemaal.
Een glimp in de kerk zegt me genoeg. Alle dorpelingen liggen daar opgestapeld, alsof de vijand verwachtte dat er soldaten terug zouden komen of ze et gewoon wisten. De manier waarop ze vermoord zijn, wil ik niet eens meer weten. Het enige wat ik weet is dat ik hier niet meer wil zijn. Dat ik nooit weg had moeten gaan. Ik had hier moeten blijven en met hen moeten sterven. Waar hebben we nou immers al die tijd voor gevochten. Voor onze familieleden, voor onze vrienden, voor onze vrijheid. Wat heeft het allemaal voor zin gehad. We hebben nu geen van allen meer. Want wat is vrijheid zonder vrienden en familie.
Zonder dat ik er erg in heb, scannen mijn ogen de slachtoffers. De aanblik van mijn ouders, mijn zusjes doet me pijn. Met weinig hoop scan ik ook de rest, naar het lichaam dat ik er nooit tussen wil vinden.
Mijn vriendin ligt aan de andere kant. De tranen beginnen langzaam te stromen. Dit is meer dan ik ooit zou kunnen verdragen.

Now the world is gone, I'm just one
Oh God help me


Al deze lichamen, allemaal op een afgrijselijke manier vermoord. Ondertussen al weet ik niet hoelang aan het rotten. Kan ik hier mee leven. Kan mijn geweten hier mee leven? Het antwoord is simpel. Nee. Ik kan dat niet. Ik kan geen nieuw leven opbouwen. Het enige wat ik nu nog wil en kan doen, is ze achterna gaan.

Darkness imprisoning me
All that I see
Absolute horror
I cannot live
I cannot die
Trapped in myself
Body my holding cell


Ik begin te rennen. Mijn voeten brengen me voort. Mijn hersenen werken niet meer. De beelden van mijn vrienden en familie in de kerk blijven afspelen. De indrukken zijn gewoon te veel. Alles wordt me te veel.
De bomen komen al in zicht. Ik sla het bospad in. Het bospad waar we sinds dat we kinderen zijn al niet meer mogen komen. Het is er te gevaarlijk.

Landmine has taken my sight
Taken my speech
Taken my hearing
Taken my arms
Taken my legs
Taken my soul
Left me with life in hell.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.