Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Ghost of you » Hoofdstuk 9

Ghost of you

7 okt 2012 - 16:39

1255

5

345



Hoofdstuk 9

Could I? Should I?

Claudia Großer. Bill staarde naar zijn handschrift, kriebelig, op het tijdschrift dat voor zijn neus lag. Zijn handschrift leek op dat van zijn broer, zoveel dat hij bijna zou geloven dat Tom het geschreven had. Zijn broer had de pen gepakt en de letters neergekrabbeld. Het model op de voorkant glimlachte Bill zwoel toe, ze had er geen idee van dat er een naam boven haar hoofd neergeschreven was. Ze wist niet dat Bill agressief werd van haar glimlach, maar de neiging haar uit het raam te gooien weerstond omdat hij de naam nodig had. De naam, boven het hoofd van het model. Claudia Großer. Tom had het geschreven, hem de naam gegeven. Niet zijn moeder, want hij had geen zin om te bellen. Hij had wel overwogen Andreas te laten bellen, maar dat leek hem geen goed idee. Zijn moeder zou zich doodschrikken - misschien wel letterlijk. Twee zoons verliezen zou teveel voor haar zijn. Bellen was dus geen optie geweest. Tom wel. Tom was altijd een optie. Hij was teruggekomen zodra Andreas de deur uit was. Alsof hij daarop gewacht had. Bill zag Tom voor zich, zittend op het stoepje voor hun deur, wachtend op de klik van het slot en de gedaante van zijn beste vriend. Hij zag Tom gekke bekken naar Andreas trekken, wetend dat de jongen hem niet kon zien. Om te verbergen dat hij het erg vond dat hij hem achtergelaten had. Andreas zou erdoorheen gezien hebben - als hij in staat was geweest Tom te zien. Dan zou hij hem getroost hebben en verteld hebben dat hij het hem niet kwalijk nam en dat het allemaal wel goed zou komen.
Andreas kon Tom echter niet zien en dus ook niet troosten. Hij wist niet dat de jongen er nog was. Ook wist hij niet dat Bill de naam achterhaald had - via Tom. Via de koelkast. Bill had gevoeld dat hij binnenkwam en hij had hem naar de naam gevraagd. Onmiddellijk waren de magneetjes gaan bewegen, hadden de naam gevormd. En Bill had het overgenomen, met pen, voor het geval Tom de woorden weer van de koelkast zo wissen. En, realiseerde hij zich, terwijl hij aan de keukentafel zat; omdat hij het tijdschrift mee kon nemen. Omdat hij naar haar toe ging.
Hij stond op en haalde een telefoonboek tevoorschijn. Tom had het altijd grappig gevonden dat ze het ding in huis hadden. Gebruiken we toch nooit, had hij altijd beweerd. Aan de gigantische laag stof die Bill eraf moest blazen te zien, had hij gelijk gehad. Tot op zekere hoogte, want Bill stond wel degelijk op het punt om het ding te gebruiken. Großer. G. Eigenlijk wist hij al wel dat hij er een flinke kluif aan zou krijgen haar te vinden. Großer stond te vaak in het telefoonboek. Hij kon ze allemaal bellen, maar hij wilde niet bellen. Hij wilde niemand bellen, en al helemaal haar niet. Alleen haar adres wilde hij hebben, maar hij had ook weer geen zin om alle Großers af te gaan. Teveel werk. Iets hield hem tegen, iets - omdat hij heimelijk wist dat zijn bezoek een doel zou hebben, en dat hij nerveus zou worden van iedereen opzoeken. Hij moest haar hebben, alléén haar. Niemand anders. Het was haar schuld, niet die van iemand anders. Niet die van hem en niet die van Tom en al helemaal niet die van een andere, niet-verwante Großer. Die van haar, en daarom ging hij haar opzoeken.
Dan moest hij alleen wel zien te achterhalen welke van de Großers ze was, welke van de acht adressen haar toebehoorde. Het probleem was dat hij geen flauw idee had hoe hij dat voor elkaar ging krijgen.
Net toen hij opstond om een zak chips uit de kast te halen - het voelde allemaal heel onwerkelijk, als een film, als iets wat hij niet deed, maar iemand anders, ver weg op een scherm, onbereikbaar, onbestuurbaar; en bij films hoorde nu eenmaal chips - voelde hij dat hij alleen gelaten werd. ‘Doei,’ fluisterde hij zachtjes, onhoorbaar. Hij hoorde het zelf wel, maar hij wist niet of dat in zijn hoofd was of dat hij het daadwerkelijk hoorde. Het interesseerde hem ook niet, het zou Tom ook niet interesseren. Hij zou het horen als hij het wilde, en anders niet. Onafhankelijk van het volume. Niet geheel - als Bill heel hard schreeuwde zou Tom het sowieso horen, maar daar zag hij het nut niet van in. Het was geen dringend bericht. Hij zei het niet eens per se tegen Tom, maar ook tegen zichzelf. Doei. Alsof hij afscheid nam van iemand of, beter gezegd, van iets. Een fase. Een hoofdstuk van zijn leven. Hij ging aan iets nieuws beginnen - of hij was zich er zojuist bewust van geworden dat hij aan iets nieuws begonnen was. Sinds het ongeluk, of eigenlijk al wel daarvoor. Niet dat hij het wist, maar iets zei hem dat het altijd al zo geweest was. Vanaf de eerste keer, de eerste slet. Hij haatte ze toen al, allemaal, ook al had hij er pas één ontmoet. Niet zo erg als de blonde, met de blauwe ogen, die zich Claudia bleek te noemen. Zij was het toppunt. Het hoogtepunt van alles wat hij haatte en, belangrijker nog: zij was het eindpunt. Zijn eindpunt. Zij was de laatste en dat zou altijd zo blijven. Hij stond op en rende naar boven, de zak chips onaangeroerd achterlatend. De film kon op pauze, heel even. Hij had geen haast, het had allemaal geen haast. Films liepen niet weg, ze liepen hooguit vast. En ze liepen af. Films liepen af. Hij glimlachte. Ja, films liepen af.
Toen hij weer beneden kwam, was het beeld veranderd. De videoband had hem niet gehoorzaamd, was een klein stukje versprongen. Er was een bericht ontstaan in die paar seconden die de band vooruit was gesprongen. De kijker wist niet hoe het gebeurd was, want hij was de keuken uitgeweest toen het bericht geplaatst werd. Bill was één van de intelligente kijkers, iemand die meer van de film snapte dan de hoofdpersoon. Hij was het soort kijker dat de hoofdpersoon toeschreeuwde dat hij de verkeerde kant opging, dat de moordenaar recht achter hem stond. Hij was degene die begreep dat doorrennen effectiever was dan omdraaien, zeker voor degenen in een horrorfilm. Horrorfilms liepen altijd slecht af. In bloedbaden, waarin iedereen overleed. De hoofdpersonen die overleden waren er meestal beter aan toe dan degenen die overleefden. De overlevenden werden gek, werden het onderwerp van een nieuwe horrorfilm. Zij veranderden van overlevende in psychopaat, in dader.
De kijkers zaten daar nooit mee en wilden altijd dat de hoofdpersoon overleefde. Ze deden altijd hun best om de puzzelstukjes zo goed mogelijk in elkaar te passen, om het raadsel op tijd op te lossen en de personages vervolgens aanwijzingen te geven. Alsof die hen konden horen. Op de keukentafel, werd er tegen Bill geroepen. Bill wist het. Hij voelde dat Tom weer terug was, en nog voor hij een blik op het telefoonboek wierp, wist hij dat hij het antwoord daar zou vinden. Het was omcirkeld, één adres. Großer, C. Ze woonde op zichzelf.
Bill, als kijker, had het niet zien gebeuren, maar hij wist dat Tom het bericht achtergelaten had. Hij moedigde de hoofdpersoon aan. Hij wist hoe het af zou lopen en hij zou de hoofdpersoon erdoorheen helpen. De kijker die slimmer was dan de hoofdpersoon, snapte hoe het allemaal in elkaar zat. De kijker die het hoofdpersonage aanwijzingen gaf, alsof ze elkaar konden horen. Ze konden elkaar horen.
Bill was de hoofdpersoon.


Reacties:


PwoperMuser
PwoperMuser zei op 28 okt 2012 - 11:01:
omg dit is echt gewoon de laatste reactie die ik ooit heb gegeven
Ik ben ook echt belachelijk lang niet online geweest en shizzle dus sorry voor de verschrikkelijk late reactie
Maar dit is gewoon echt awesome, serieus. En dat laatste stukje gewoon, oh GOD nu wil ik echt weten hoe het verdergaat!


neversay
neversay zei op 12 okt 2012 - 18:45:
Mhiwww. Ik vind het zo cuwl. Dat stukje met met de kijker en hoofdpersoon. Like. Ohmygod. <3
Ja, ik vind dit heel cool. Echt. Ik meen het.<3
Ik ben benieuwd of hij naar d'r toegaat. En wat hij dan gaat doen. Hahaha, misschien vallen er hier ook wel doden ;D Okay. nvm


Tremotino
Tremotino zei op 8 okt 2012 - 19:47:
Dat laatste stukje. AWESOME.
Ik ben wel benieuwd naar wat Bill met Claudia gaat doen. Und. Ja.
Tell me. Of schrijf snel verder. <3


xDevilBitch
xDevilBitch zei op 7 okt 2012 - 21:16:
Kan ik het hele stuk quote om aan te geven hoe goed het is? Maar dan wordt deze reactie wel erg lang.
Ik kan nu wel uit gaan leggen hoe goed het is, en kijken of daarvoor ik net zoveel woorden ken als John, maar dat heeft geen zin. Misschien moet ik iets specifieker zijn.
Vooral de vorm was hier echt heel erg awesome, en goed uitgewerkt. Yay! ^^


xjeszell
xjeszell zei op 7 okt 2012 - 16:47:
Ik vind dit zo awesome hè. Gewoon - alles.
En
Het was omcirkeld, één adres. Großer, C. Ze woonde op zichzelf.
Bill, als kijker, had het niet zien gebeuren, maar hij wist dat Tom het bericht achtergelaten had. Hij moedigde de hoofdpersoon aan. Hij wist hoe het af zou lopen en hij zou de hoofdpersoon erdoorheen helpen. De kijker die slimmer was dan de hoofdpersoon, snapte hoe het allemaal in elkaar zat. De kijker die het hoofdpersonage aanwijzingen gaf, alsof ze elkaar konden horen. Ze konden elkaar horen.
Bill was de hoofdpersoon
vooral. En van dat stuk weer met name de laatste zin.
Also ja -- geweldig. Weer.
Ik keek hier eigenlijk naar uit, dus - whoooh!^^