Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijd CosmicPurple » De vrouw aan de kade

Schrijfwedstrijd CosmicPurple

29 okt 2012 - 20:51

1010

1

143



De vrouw aan de kade

Het licht van de maan schitterde op het water voor haar. Ze sloot haar ogen en genoot van haar laatste uren in het donker, met enkel de stilte om haar heen. Vroeger zou ze iedereen die hier zou zitten om dit uur, voor gek verklaard hebben. Nu niet meer. Nee, nu wist ze waarom iedereen hier zat, en ook waarom iedereen die hier ooit zat, de volgende morgen verdwenen was en nooit meer werd terug gezien. Ze zou het zelf ook snel meemaken, dat had ze zichzelf belooft.

Als de zon schijnt, maar er geen lach op mijn gelaat komt, zal ik hier zitten.
De zon liet haar niet meer lachen.
Als het regent en het water mijn zorgen niet met zich mee kan nemen, zal ik hier zitten.
De regen spoelde haar zorgen niet meer weg.
Als de wolken vechten en elkaar met bliksem en donder bestrijden en ik niet bang onder de dekens zal schuilen, zal ik hier zitten.
De bliksem en de donder maakten haar niet meer bang.
Als de geur van bloemen in de lente mij niet meer kan opvrolijken zoals het altijd deed, zal ik hier zitten.
De bloemen in de lente, deden haar niks meer.
Als de wereld me teveel wordt en ik niet zal doorzetten met gebalde vuisten, zal ik hier zitten.
De wereld was haar al lang teveel geworden, ze zette al lang niet meer door.
Als alles wat ooit belangrijk voor me was, me niks meer doet, zal ik hier zitten.
Alles wat ooit belangrijk was voor haar was zijn waarde verloren.
Dan zal ik hier zitten tot de eerste ochtendzon haar stralen op het water werpt. En daarna zal ik een van de verloren zielen zijn, dat het schitterende water meeneemt naar het paradijs.
Ze zou hier zitten tot de ochtend viel. Ze zou naar het paradijs gaan, dat had ze verdient.

Een hand tikte zacht op de schouder van de vrouw.
“Kom mee.”¯
De vrouw keek geschrokken om. Een lange man keek haar met vriendelijke ogen aan.
“Kom,”¯ zei hij nog een keer.
Ze keek hem wantrouwend aan. “Waarom?”¯ Vroeg ze. “Ik ken u niet.”¯
“Het is belangrijk,”¯ antwoordde de man.
Ze glimlachte, maar de lach bereikte haar ogen niet.
“Meneer, snapt u niet dat helemaal niks belangrijk is? Niks, en dan bedoel ik ook niks, is waardevol. Weet u dat?”¯ De man glimlachte nogmaals en stak zijn hand uit. “Dat kan zijn - maar ik moet u echt iets laten zien. Als u dit hebt gezien, en me dan nog een keer zegt dat alles zijn waarde is verloren zal ik u geloven en u met rust laten. Maar dit moet u zien. Het is echt belangrijk.”¯
De vrouw wierp een blik op de maan, het schitterende water en legde voorzichtig haar hand in de zijne. De zon zou nog een tijdje weg blijven. “Heel even dan.”¯ Fluisterde ze.
De man sloot dankbaar zijn ogen.

De straten waren verlaten en de lantaarnpalen langs de weg knipperden onophoudelijk. De lichten wierpen hun schaduwen alle kanten op. De vrouw rilde toen een gure wind in haar gezicht sloeg, en dook wat verder achter haar sjaal.
“Is het nog ver?”¯
De man draaide zijn hoofd haar richting op en schudde zijn hoofd.
“Nog een paar straten. We zijn er zo.”¯
De stilte keerde weer terug en beiden keken ze naar de donkere straat voor hun.

Een sleutel paste perfect in het slot. Krakende en piepende geluiden galmden over straat en met een laatste zucht gaf de deur zich gewonnen.
“Kom binnen.”¯
De verwarming was duidelijk blijven aanstaan toen de man naar buiten was gegaan. De warmte liet haar rillen en genietend sloot ze haar ogen. De man zag het en wees naar de verwarming tegen de muur. “Gaat u toch even zitten, u bent waarschijnlijk bevroren.”¯ Hij nam een deken van de bank en duwde het in de vrouw haar handen. “Hier,”¯ glimlachte hij. Ze knikte en sloeg het deken om zich heen, waarna ze zich met haar rug tegen de verwarming naar beneden liet zakken.

Een kleine tien minuten later, bevrijdde de vrouw zich uit het deken en stond op.
“Wat is er zo belangrijk dat ik moest zien?”¯ Vroeg ze.
De man keek haar even onbegrijpend aan, alsof ze iets zei in een taal dat hij niet sprak, waarna hij met zijn mond een 'o' maakte en recht sprong.
“Het is boven. Volg me maar.”¯
Hij liep naar de trap en keek hoe de vrouw hem volgde.

De man stopte voor de eerste deur die hij tegen kwam en opende deze.
“Kom,”¯ fluisterde hij. “Ga binnen.”¯
De vrouw keek hem even onderzoekend aan en stapte toen de kamer binnen.

Voor enkele seconden was het stil. De man keek met een grote glimlach toe hoe de vrouw voorzichtig naar zijn schildersezel stapte.
Haar ogen schitterden fel bij het zien van het doek.
In de kamer hing een sterke geur van verf die uit de tubes was geknepen. De hele ruimte leek gekleurd door de geuren - blauw en groen zweefde door de lucht en vloog een andere kant op toen het tegen de muren botste.
“Dit is prachtig,”¯ fluisterde ze. “Het weerspiegelt precies hoe ik me voel.. dit.. ik bedoel.. hoe?”¯
Ze was verbijsterd. Hoe kon deze man, die ze welgeteld één uur en twaalf minuten kende, weten hoe ze zich voelde? Het maakte haar zo bang dat ze met een bonkend hart naar buiten wilde rennen en nooit meer terug komen, en het maakte haar rustig. Het maakte haar zo rustig. Alsof ze niet alleen was - dat iemand haar begreep.
De man glimlachte, zich niet bewust van het gevecht dat ze voerde met haar emoties, en haalde zijn schouders op.
“Ik kijk naar wereld en ik kijk naar de mensen rondom mij. En toen zag ik je. Jouw emoties raakten me toen ik je zag zitten - ik weet niet hoe ik het moet zeggen, ik.. Ik kon dit gewoon niet laten schieten, snap je? Iets in me zei dat ik het moest proberen, mijn best hiervoor moest doen.”¯
Ze zuchtte en veegde met haar vinger de druppel verf van de zijkant van de schildersezel.
“Bedankt.”¯
Hij lachte nogmaals en haalde zijn hand door zijn haar.
“Het is niet alsof ik iemands leven heb gered ofzo.”¯

Hij had geen idee.


Reacties:


Laine
Laine zei op 1 nov 2009 - 19:12:
Wauw
Gewoon
Wauw...
0.0