Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Wens {af} » hoofdstuk 1

De Wens {af}

7 nov 2009 - 14:01

1661

1

285



hoofdstuk 1

reactieeeeeesss! (A)

'Soof, ik heb popcorn meegenomen.’
Mara rommelde in haar tas en haalde twee bakken popcorn tevoorschijn.
'Kijk!', zei ze vrolijk.
Ik schoot in de lach.
'Waar heb je dat nou weer vandaan?', vroeg ik.
'Gewoon, uit de winkel, toen ik de film huurde zag ik die dingen staan en ik dacht: Nou da's wel gezellig!’
Mara ratelde maar door.
Ik zuchtte een keer. En nog een keer. Ik vond mijn leven maar saai, altijd maar vroeg opstaan en naar school, en dan in de vakantie niks doen. Nooit eens wat spanning! Ik keek verlangend naar de dvd die Mara gehuurd had. Final Fantasy. Ik wilde dat het leven zo spannend was als daar!
'Hé, Soof, luister je wel?', vroeg Mara.
'Sorry! Ik zat een beetje te dromen! Zullen we de film maar gaan kijken?'
'Goed idee!', zei Mara. 'Heb ik echt zin in!'
Dus we stopten de dvd in de dvd recorder en gingen kijken. Ik zuchtte weer. Saai, saai, saai. Was alles maar zoals in de film. De film was echt geweldig, fantasie, realiteit... Ik wist het even niet meer. Ik zou in mijn eigen fantasiewereld willen leven, waar het veel leuker en spannender was. Mara en ik lagen naast elkaar op mijn bedbank en zeiden niks. Mijn moeder was net binnengekomen en had geschreeuwd dat we maar eens moesten gaan slapen.. 'Soof?', fluisterde Mara.
'Ja?', zei ik zacht.
'Ik kan niet slapen', zei ze.
'Ik ook niet', zei ik.
Er was een ding waar ik met Mara niet over kon praten en dat was mijn fantasiewereld. Ik dacht dat Mara me maar raar zou vinden als ik dat zou zeggen.
'Wat is jouw grootste wens, Soof?', vroeg Mara.
'Ik wens dat mijn leven nooit meer zo suf en saai is, het hele leven school en leren, ik wens dat mijn leven wat spannender is!'
Mara giechelde en daarna zeiden we niks meer, ik geloof dat we allebei in slaap waren gevallen.
Ik opende mijn ogen en keek om mee heen of Mara al wakker was, maar…
'Mara, Mara, Mara waar ben je!’
Ik sprong meteen op en keek nog eens om me heen.
Waar in godsnaam was ik?! Een bos, ik was in een bos, herkende ik dit bos? Ik moest moeite doen om niet bijna te gaan gillen. Hoe kom ik in een bos? Was dit een droom? Ik kneep mezelf heel hard.
'Au!'
Geen droom dus.
'Help! Iemand! Waar ben ik!?', gilde ik hopeloos.
Ik besloot maar te gaan lopen, zo kwam ik toch niks verder, maar iemand zoeken ofzo…
'Kijk uit!', klonk opeens een stem.
Er sprong een jongen voor mijn neus.
'Weet je niet dat je daar niet heen moet gaan?!'
Hij keek boos.
'Zo loop je recht in de armen van de Dim!'
Ik keek hem aan alsof hij gek was.
'Dim? Welke Dim? En waar ben ik trouwens en wie ben jij?'
Hij keek me aan en opeens viel zijn mond open.
'Jij, jij, jij bent van de andere wereld!'
'Huh?'
'De andere wereld! Wacht even… Je hebt lang bruin haar, bruine ogen, niet zo groot, witte vleugels…’
Hij keek me onderzoekend aan.
'Wacht even!', zei ik. 'Stop! Vertel me eerst waar ik ben, dan wie jij bent en hoe in godsnaam heb ik vleugels!? En wie is die zogenaamde Dim?'
'Oké, sorry’, zei hij. 'Ik ben Thomas en we zijn hier in de andere wereld. De wereld naast degene waar jij vandaan komt. Deze wereld dreigt vernietigd te worden door de Dim. Niemand weet wie hij of zij is, maar zijn doel is om deze wereld te vernietigen. Hij heeft veel onderdanen en het is moeilijk te ontdekken wie goed of slecht is. Er is een legende, een hele oude legende, waarin een meisje van 13 jaar uit de andere wereld verschijnt en onze wereld red en... Jij lijkt nogal op dat meisje, lang bruin haar, bruine ogen, niet zo groot, witte vleugels, ben je toevallig 13?'
'Ja', zei ik. ‘Ik ben 13 maar hoe kom ik dan aan vleugels, ik had helemaal geen vleugels in mijn wereld!'
'Weet je het zeker?', vroeg Thomas. 'Weet je zeker dat je geen vleugels had in de andere wereld?'
Ik dacht even na. Ik had weleens gedroomd dat ik vloog… maar vleugels?
'Kom', zei Thomas. 'We zijn hier niet veilig.'
'Hoe weet jij dat?', vroeg ik.
'Geen tijd', zei hij. ‘We moeten hier snel weg.'
Ik knikte en na een tijdje kwamen we aan bij een hele hoge lange muur.
'Hoe komen we daar langs?', vroeg ik.
Thomas zei niks en legde zijn hand op de muur, toen verscheen er een gat.
'Kom, snel', fluisterde hij. 'En geen woord hierover, tegen niemand!'
Ik knikte en volgde hem door het gat. Toen we er doorheen waren was het gat opeens verdwenen.
'Hoe kan dat nou weer?', vroeg ik verbaasd.
'Geen tijd', zei Thomas. ‘We moeten snel naar het huis van de Strijders.'
'Strijders?', vroeg ik verbaasd.
Thomas zuchtte.
'Als we er zijn leg ik het wel uit. Kijk, daar is het.’
Hij wees naar een groot gebouw in het midden van het dorp.
Ik keek er met grote ogen naar en ik had een vaag gevoel van herkenning.
'Schiet nou op', zei Thomas. 'De Dim is overal, behalve waar de Strijders zijn.'
Ik ging achter hem aan het gebouw in en woooow… Dat waren veel mensen bij elkaar… Jongens, meisjes, de meesten van mijn leeftijd en in het midden zat een oude vrouw.
'Ah, Thomas, kom binnen, wie heb je bij je, dappere strijder?', vroeg de vrouw.
'Leider, dit is Sophie, en ik denk dat zij...', Thomas was even stil, hij keek om zich heen en ging zachter praten. ‘De uitverkorene is.'
Meteen was het doodstil in de grote kamer en iedereen keek me aan, ik werd knal en knalrood.
'Sophie..', zei de vrouw. 'Ik heb wat vragen voor je.'
Ik knikte.
'Ben jij 13 jaar oud en heet je vriendin Mara?'
'Ja', zei ik zacht, dit begon echt eng te worden.
'Is het waar dat jij gewenst hebt dat je leven minder saai is?'
'Ja.'
'En heb jij er heel lang van gedroomd om te kunnen vliegen?'
'Ja.'
'Heb jij altijd geloofd in dat er een wereld zou bestaan als deze waar we nu zijn?'
'Ja', zei ik.
'Dan ben jij degene die onze wereld zal redden van de Dim.’
Nu stAarde ze me vol vertrouwen aan.
'Ik?', vroeg ik verbaasd. 'Dat kan niet! Dat is vast een vergissing!'
'Dit is de waarheid, Sophie, de waarheid, het meisje waar ik het net over had is de uitverkorene, en het meisje waar ik het over had ben jij.’
Ze stond op uit haar stoel en keek me met haar warme vriendelijke ogen aan.
'Sophie, wil je ons helpen en je aansluiten bij de Strijders?'
Ja. Wilde ik zeggen maar ik wist dat iets anders me ook nog dwars zat.
'Leider, Sophie zal willen weten hoe zij hier is terechtgekomen en wie de Dim is', zei Thomas.
Ik knikte en sloeg mijn ogen neer.
'Ja, dat, dat zou ik graag willen weten.'
De Leider ging weer zitten.
'Lieve Sophie, in jouw diepste dromen wenste jij om in een wereld als de onze te leven en ik zie in je ogen dat je de kracht en moed hebt om de Dim te stoppen.'
'Weet u zeker dat u het over mij heeft, ik bedoel...’
Ik sloot mijn ogen even en deed ze toen weer open.
’Ik kan gewoon niet geloven dat u het over mij heeft.'
'Je bent een beetje verlegen, Sophie, maar dat mag ik wel, ik weet dat je de kracht hebt om de Dim te stoppen. En over de Dim, niemand weet wie hij is. We weten alleen zijn naam. Maar het is wel duidelijk dat hij onze wereld wil vernietigen. En je vleugels, Sophie, die heb je gekregen door jouw wens om te kunnen vliegen, in deze wereld is heel veel mogelijk, als je er zelf maar in gelooft.'
Ik knikte en had meteen besloten dat ik wilde helpen.
'Ik sluit me aan bij de Strijders', zei ik. 'En ik beloof dat ik zal helpen.'
Ik voelde dat Thomas een hand op mijn schouder legde en ik bloosde. Het was een heel raar gevoel, het was net of ik… verliefd was? Wat raar, ik was nog nooit verliefd geweest en in deze wereld is het mogelijk! Ik hoor hier thuis, dacht ik, ik hoor hier echt thuis. De Leider glimlachte.
'Dank je wel, Sophie, we kunnen jouw hulp goed gebruiken', zei ze.
Ik knikte.
'Maar, ik weet niet allemaal hoe het werkt hier', zei ik onzeker.
'Ik help je wel', zei Thomas. 'Kom maar mee.'
De Leider knikte en ik liep met Thomas mee een verdieping naar boven. Hij ging op een bankje zitten en ik ging naast hem zitten.
'Het is belangrijk dat we undercover blijven', zei Thomas. 'Als iemand die bij de Dim hoort hier achter komt zijn we er geweest.'
Ik knikte.
'Er zijn hier vooral mensen van onze leeftijd', zei Thomas. 'Van 13 tot 16 jaar ongeveer, we zijn met z'n tienen, met jou erbij, andere mensen die in dit dorp wonen staan niet aan de kant van de Dim, ze blijven onpartijdig omdat ze bang zijn. Onze taak is om mensen te helpen en redden die niet aan de kant van de Dim staan en om de aanhangers van de Dim te verslaan. Toen jij dat paadje in wilde lopen, weet je nog, daar is een van de kampen van de Dim, waar veel aanhangers van hem zijn. We moeten daar goed oppassen.'
'Hoe kunnen we de aanhangers verslaan?', vroeg ik zacht.
'Ieder van ons heeft zijn eigen innerlijke kracht', zei Thomas. ‘ Die van mij is moed, andere hebben verlegenheid, of Liefde, of onschuld daarmee kunnen we de Dim verslaan.'
'Wat is die van mij?', vroeg ik net zo zacht als daarvoor.
'Dat weet ik niet', zei Thomas. ‘Ik denk dat je het maar eens aan de Leider moet vragen.'
Ik knikte.


Reacties:


MoLoveAnime
MoLoveAnime zei op 18 jan 2010 - 20:15:
Leuk! =D Ikke zou ook wel in de wereld willen zijn. Ben he helemaal met je eens meid, over school enzo betreft. Echt saai. =_=