Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Wens {af} » hoofdstuk 4

De Wens {af}

7 nov 2009 - 14:03

1520

0

177



hoofdstuk 4

'Larissa?'
Ik liep haar huis binnen.
'Larissa? Waar ben je?'
Zacht gesnik. Ik liep een stukje verder en daar zat ze, ze huilde.
'Hé, wat is er?'
'Ga weg', snikte Larissa. 'Je had belooft dat ze niet terug zouden komen.'
Ik legde mijn hand op haar schouder.
'Ga weg!', riep ze.
Ik schrok. Ze had gelijk. Ik had het belooft. En toch waren ze gekomen.
'Ze komen niet meer', zei ik. 'Dit was de laatste keer.'
Toen draaide ik me om en rende het huis uit, waar Jasmijn stond te wachten.
'Ze is boos', zei Jasmijn. 'Ik zie het aan je, ze is boos omdat die elfen zijn teruggekomen.'
Ik knikte en liep door naar het Strijdershuis.
'Wat ga je doen?', vroeg Jasmijn.
Alsof ze dat niet wist!
'Oefenen', zei ik. 'Ik wil mijn kracht onder controle hebben.'
Jasmijn knikte begrijpend.
'Kom, dan gaan we naar het oefenveld.'
'Oefenveld?'
'Ja, achter het huis.'
Ik liep achter haar aan, door de kamer, door een deur en we kwamen uit in een soort tuin. 'Wauw!', zei ik, 'is dit het oefenveld?'
Jasmijn knikte.
'Ja, kijk, daar zijn de doelen waar je op kan richten.'
Ze wees naar een soort grote dartborden.
'Oké, laten we het eens proberen', zei ik en ik rende naar een dartbord.
Branden... Bij elkaar rapen… Uitbarsten! Maar.. Het werkte niet, er kwam helemaal niks! 'Moet je haar nou zien!', klonk een stem. 'Moet dat nou de uitverkorene zijn?'
Het was een jongen, blond haar en blauwe ogen. Branden... Bij elkaar rapen...... Ik probeerde me niks van hem aan te trekken. Uitbarsten! Weer niet.. De jongen moest lachen. 'Uitverkorene hè, je krijgt nog geen eens energie tevoorschijn!'
'Flikker toch op!', zei Jasmijn.
'Jij met die nieuwe, Jasmijn, nou dat valt me tegen van je!'
Jasmijn draaide haar rug naar hem toe.
'Probeer het nog eens, Sophie, je kunt het wel!'
'Sophie hè, nou Sophie, ik ben Lars', zei de jongen.
'Innerlijke kracht: sukkelheid', zei Jasmijn droog.
'Toevallig is het moed', zei Lars. 'Net als Thomas.'
'Na-aper!', zei Jasmijn. 'Ik ben hier lekker de enige die gedachten kan lezen en Soof de enige die Liefde heeft, toch Soof?'
'Liefde? Wat een flutkracht, wat heb je daar nou aan?'
'Toevallig is Liefde de sterkste kracht', zei Jasmijn. 'Vraag maar aan Thomas.
'Ik verdoe mijn tijd hier', zuchtte Lars en weg was hij.
'Sophie, help!'
Oh nee! Dat was Larissa. Ik rende meteen weg.
'Waar ga je heen?', schreeuwde Jasmijn.
'Geen tijd!', riep ik terug.
Onderweg botste ik bijna tegen Thomas op.
'Sorry!', riep ik.
'Sophie, wat ga je doen?'
'Larissa redden.
'Wacht, ik ga mee!'
Dat vond ik wel lief van hem. Toen we in Larissas huis kwamen was ze omsingeld door elfen.
'Sophie, je hoorde me!', riep Larissa blij.
'Oké, ga weg elfen!', riep Thomas.
'Mooi niet!'
'Dan heb je erom gevraagd!'
Thomas pakte zijn zwaard en rende op de elf af. Maar die deed zijn hand omhoog en Thomas werd op de grond geslingerd, op zijn hoofd nog wel!
'Thomas!'
Ik rende meteen naar de plek waar hij lag en zakte op mijn knieën.
'Thomas!'
Ik keek de elfen vijandig aan.
'Wat heb je met hem gedaan?!'
De elf moest lachen.
'Genoeg om hem te ontvoeren en jou uit te schakelen.'
'Nee!', smeekte ik. 'Laat Thomas met rust! En Larissa ook!'
'Dan is er maar één oplossing!', zei de elf.
Ik pakte Thomas hand en sloot mijn ogen.
'Ik hou van je', zei ik zacht en ik stond op.
'Ik ga mee, maar laat dit dorp verder met rust!'
De elf grijnsde en opeens veranderde de wereld voor mijn ogen, het laatste wat ik zag was Larissas bezorgde gezicht.
'Au!', riep ik.
Ik werd op de grond gesmeten.
'Waar zijn we?'
'Niet zo bijdehand meisje, dit wilde je zelf', grijnsde dezelfde elf.
Ik sloeg mijn ogen neer en voelde hoe 2 elfen me vastbonden, maar ik kon niets doen, mijn armen waren te moe. Laat maar. Dacht mijn lichaam. Ik voelde de Liefde niet meer. Ik dacht aan Thomas en meteen kreeg ik tranen in mijn ogen. Dit deed ik voor hem. De elf stond toe te kijken met een grote grijns op zijn gezicht.
'Wat lach je nou!', schreeuwde ik, maar het klonk meer dramatisch dan zelfverzekerd. Dí¡t wilde ik, zelfverzekerd over komen, maar ik dacht aan Thomas gezicht en de tranen stroomden over mijn wangen. Die stomme elf leek het alleen maar grappig te vinden.
'Het is tijd', zei de elf plechtig. 'Om onze meester en ons plan te onthullen.’
Er zijn geen woorden om te beschrijven hoe bang ik toen was. Van angst kneep ik mijn ogen dicht en liet mijn hoofd zakken. 'Zozo, dus jij bent Sophie, de drager van de kracht Liefde.' Het was de meest angstaanjagende stem die ik ooit gehoord had. Voorzichtig keek ik hem aan, de Dim, waar iedereen over sprak. Hij was eng, echt eng. Zwart haar en twee littekens op zijn gezicht. Zijn ogen waren felblauw. Wat ik toen voelde was onbeschrijfelijke pijn. Ik kromp ineen (voor zover dat kan als je vastgebonden zit).
'Stop!', huilde ik. 'Stop, alsjeblieft!'
Hij lachte me uit.
'Ja, Sophie, mijn kracht is Duister en jij, drager van de Liefde, kan daar niet tegen.'
Zijn stem klonk zo eng, zo gemeen… Hij grijnsde.
'En ik zal je even vertellen dat de kracht Liefde niet werkt als er geen mensen zijn waarvan je houdt.'
Alsof ik nou nog iets kan doen, dacht ik. Ik ben verloren, dit wordt mijn einde, hier in de andere wereld. Ik kan de mensen uit deze wereld niet redden. Thomas… het spijt me dat ik je teleur stel... En Mara, je zal nooit weten waar ik was. Jasmijn, redt deze wereld, alsjeblieft. Het was net alsof ik al dood was, zo voelde ik me nou.
'Weet je, Sophie, de enige reden dat we Larissa en Thomas wilden ontvoeren was jij! Jij! De zogenaamde uitverkorene die deze wereld zou redden! We lokten je door geLiefden in gevaar te brengen, en kijk: je liep recht in onze valkuil! Moet je jezelf nou zien, zielig, dat ben je!' 'Zeg wat je wil', zei ik kalm. 'Ik ben blij dat ik me voor Thomas heb opgeofferd.'
Hij lachte weer.
'Ware Liefde bestaat niet! Zeker niet als je 13 bent! Thomas geeft niks om jou, Sophie, helemaal niks!'
'Maar ik wel om hem!', riep ik met tranen in mijn ogen.
De woorden die hij zei deden zo verschrikkelijk pijn, het was net of elk woord dat hij zei mijn hart een klein stukje meer brak.
'Ik had wel wat meer pit verwacht van een uitverkorene', zei hij. 'Niet zo'n gevoelig watje!'
'Ik ben geen watje!', riep ik terwijl ik wist dat hij gelijk had en ik probeerde mijn energie te laten uitbarsten, wat natuurlijk niet lukte.
'Doe geen moeite', zei de Dim. 'Dat werkt niet!' Verloren, dat is het goede woord, ik voelde me verloren.
'En dan Larissa...', zei hij. 'Je zusje…'
'Zusje? Larissa is mijn zusje niet!'
'Oh nee?'
'Nee!'
'Je schijnt het niet te snappen, Sophietje, Larissa is dezelfde persoon als Lara!'
Mijn hart sloeg om. Lara! Ze... is niet dood! Ze kwam alleen ook in deze wereld! Maar wat had ik er nou nog aan... Ik was verloren, verloren, verloren, verloren.

'Morgen kom ik terug', zei de Dim. 'Dan zal het je bezuren!'
Hij verdween. Een vlaag van opluchting ging door mijn lichaam en mijn tranen hielden eindelijk op met stromen. Oh... Thomas... Ik miste hem zo verschrikkelijk. En dan Larissa, of moest ik Lara zeggen? Ik wilde met haar praten, haar omhelzen en praten over hoe zij hier gekomen was... Ik wenste vurig dat Thomas me kwam redden. Ik kon zelf immers niks doen. Daar lag ik dan, vastgebonden, ingedoken, alleen. Morgen kom ik terug, dan zal het je bezuren.. Klonk door mijn hoofd. Au! Hoofdpijn!
'Help!', riep ik. 'Help me dan!'
Maar ik wist dat het niet hielp. Opeens zag ik Larissa voor me, en Thomas, die net wakker werd.

'Thomas!'', riep Larissa blij.
'Larissa..', zei Thomas en hij ging zitten. 'Waar is Sophie?'
Larissa keek naar de grond en tranen rolden over haar wangen.
'Ze hebben haar', fluisterde ze. 'Ze hebben haar meegenomen.'
'Wí¡t! Hoe kan dat! Wat is er gebeurd?'
'Jij was bewusteloos en... de elfen wilden Sophie uitschakelen en daarna jou ontvoeren... Maar Sophie zei dat ze ons met rust moest laten.. Ze is met de elfen meegegaan... Om jou te beschermen...'
Thomas keek geschrokken.
'Nee! Dat is wat ze willen! Ze willen Sophie vermoorden, ze is de uitverkorene! Waarom ging ze nou mee..'
'Voor jou', zei Larissa. 'Alleen maar voor jou.'
'Oh nee! Ik ga haar zoeken! Nu meteen! Larissa, ik breng je naar de Strijders, daar ben je veilig!’

Het beeld verdween en alweer kreeg ik tranen in mijn ogen. Oh, Thomas, hij wilde me redden… Maar het zou hem niet lukken! Hij liep gevaar!
'Thomas!', schreeuwde ik. 'Blijf bij de Strijders, neem geen risico! Ze vermoorden je!'
Maar Thomas kon met niet horen… Natuurlijk niet! Wat had ik dan verwacht!? Voor jou, alleen maar voor jou. Hoorde ik Larissa zeggen. Zo kwam ik de nacht door... Denkend, en wachtend.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.