Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Wens {af} » hoofdstuk 5

De Wens {af}

7 nov 2009 - 14:04

1400

0

153



hoofdstuk 5

Ik werd wakker van het irritante gelach van een elf en meteen zat ik rechtop.
'Wat valt er te lachen?', vroeg ik Vijandig.
De elf lachte nog harder.
'Nou, Sophie, vandaag wordt een speciale dag!', hij grinnikte even. 'De meester is iedereen bij elkaar aan het roepen voor het spektakel!'
'W-welk spektakel? Wat gaan jullie met me doen!', riep ik geschrokken, ik kreeg rillingen over mijn lichaam.
De elf lachte weer.
'Hij gaat je kracht opzuigen!', riep hij vrolijk. 'En je vervolgens vermoorden!'
Voor ik iets kon zeggen kwam de Dim aangelopen.
'Dat is precies zoals het gaat gebeuren!', grijnsde hij.
'Alsjeblieft..', smeekte ik. 'Doe het niet!' ‘
'Denk je dat ik je laat gaan nu ik je heb? Echt niet! Bind haar vast!', riep hij en ik liet het gebeuren zoals het gebeurde.
Wat kon ik nu nog doen? Ze bonden me vast tegen de muur en de Dim ging recht voor me staan en richtte zijn hand op mijn hart.
'N-nee!', stamelde ik en ik voelde mijn energie langzaam minder worden.
'Stop!', gilde ik. 'Stop!!!'
'Genoeg!', klonken 2 jongensstemmen.
De Dim schrok en zijn hand schoot omlaag, ik voelde mijn energie weer terug. Eerst sprong er een jongen met blond haar tevoorschijn, Lars! Daarna één met bruin haar die ik meteen herkende, het was Thomas. Lars rende op de Dim af en ging met hem in duel. Thomas draaide zich om naar mij en maakte me los.
'Kom', zei hij en hij pakte mijn hand. 'We moeten hier weg.'
We renden naar buiten.
'Maar Lars?', vroeg ik.
'Lars kan zichzelf verplaatsen met zijn kracht, net zoals de elfen je ontvoerd hadden.' 'Thomas...'
Mijn tranen kwamen maar en kwamen maar, ook al wilde ik het niet.
'Waarom ging je nou met ze mee?', fluisterde hij zacht.
'Thomas… J-je viel en... en ik...'
'Larissa heeft het me verteld', zei hij zacht. 'Sophie.. hé, niet huilen.' ‘
Zacht veegde hij mijn tranen weg.
'Larissa... Ze is… ze is mijn zusje', zei ik.
'Echt? Oh, Sophie...'
En toen omhelsde hij me. Iets wat wel uren mocht duren van mij.
'Ik was zo bang', fluisterde ik. 'En... ik kon niks doen.'
'Het is oké', zei Thomas nog zachter dan ik. 'Het is voorbij, kom we gaan naar huis.'
'Maar hoe dan?', vroeg ik en toen verscheen Lars.
'Sophie! Gaat het?', vroeg hij. Ik knikte.
'Bedankt', zei ik. ‘Heb je hem verslagen?’
‘Nee joh!’, zei Lars. ‘Ik was snel weggeflitst! En... nog sorry van jeweetwel. Ik leg je later wel uit waarom, we moeten hier eerst weg!'
Thomas en ik knikten.
'Hoe?', vroeg ik.
'Houd allebei mijn hand vast', zei Lars. 'En niet loslaten, ik breng ons terug.'
Ik pakte Lars' hand en met een flits stonden we voor het Strijdershuis.

'Soof!', dat was Jasmijn, ze kwam heel hard aangerend en omhelsde me.
'Soof, ik was zooo ongerust!'
Ik was blij dat iedereen het fijn vond dat ik terug was.
'Sophie', ik keek naar de richting waar het geluid vandaan kwam en daar stond Larissa.
'Oh, Larissa!', ik tilde haar op en omhelsde haar.
'Ik moet je iets vertellen, Larissa', zei ik terwijl ik haar neerzette.
Ze knikte. 'Ik jou ook, kom!', ze trok me mee naar een plek die ik nog nooit had gezien, het was er prachtig…
Er was een klein riviertje met een waterval en allemaal rotsen. 'Wauw', zei ik zacht. 'Hoe heb je dit ontdekt?'
Ze glimlachte.
'Deze plek heeft mij ontdekt, hier ben ik deze wereld binnengekomen. Ik ben net als jij, Sophie, ik kom hier niet vandaan. Ik had daar familie, een zus, die heel erg op jou leek. Ik heet Lara in het echt, maar ik was bang, toen ik hier kwam. Ik noemde mezelf Larissa. Thomas weet het, en de Leider ook, meer niet.’
'Oh.. Lara, je bent het wel..', zei ik.
Ze keek me verbaasd aan.
'Die zus, waar je het over had, die zus.. dat ben ik.'
Larissa keek heel verbaasd.
'Ik weet het weer..', zei ze toen heel zacht en ik omhelsde haar.
'We dachten allemaal dat je dood was', zei ik. 'Mama, papa, en ik.'
'Dat was ik niet', zei Larissa. 'Ik werd wakker en was opeens hier.´
'Ik ook', zei ik. 'Maar.. hoe heb je nou het liefst dat ik je noem?'
'Larissa', zei ze. 'Dat ben ik nu gewend.'
Ze glimlachte.
'Kom, we gaan naar het Strijdershuis', zei ik en stond op.
'Waarom?'
'Vragen of je daar mag wonen, wat veiliger.'
Ik knipoogde. Larissa lachte en huppelde me vrolijk achterna.
'Leider?', vroeg ik, eenmaal binnen.
'Ja, Sophie', zei ze. 'Mag Larissa hier voortaan slapen, dat is veiliger voor haar.'
De Leider knikte.
'Zeker', zei ze. 'Er is nog een bed vrij, schuif het maar op jouw kamer, Sophie.'
'Ik ga spullen halen!', riep Larissa blij en ze huppelde weer weg, gevolgd door een strijder, die haar kon beschermen voor het geval er iets met haar zou gebeuren.
'Sophie', zei de Leider bezorgd en plechtig tegelijk. 'Wees om 3 uur op de 1e verdieping, daar zijn Thomas, Lars en Jasmijn dan ook, ik moet iets belangrijks vertellen.'

Ik knikte en zo gebeurde het dat we om 3 uur in een kring op de 1e verdieping zaten. Ik naast Jasmijn en Thomas, naast Thomas Lars en naast Lars en Jasmijn zat de Leider.
'Wat moest u vertellen?', vroeg Jasmijn nieuwsgierig.
'Ik wil jullie de legende vertellen', zei de Leider. 'De legende over Sophie.'
Meteen was het dood en doodstil. De Leider schraapte haar keel.
'De legende die ik nu ga vertellen is oeroud, bijna net zo oud als deze wereld, luister goed. De prachtige wereld waarin wij leven, zal niet zo prachtig blijven. Hoe meer eeuwen er verstrijken, hoe gevaarlijker deze wereld wordt. Er zal een wezen zijn die deze wereld koste wat kost wil vernietigen en er een grote Donkere wereld van maken waar hij heerst. Maar er is hoop, er zal op een prachtige morgen, een zondag, een meisje verschijnen uit de andere wereld, die wereld draagt de naam Aarde. Het meisje is 13 jaar oud en heeft lange Donkerbruine haren en hemelsblauwe ogen. Dit meisje zal onze wereld redden. Ze zal de sterkste kracht dragen die er is; Liefde. Als de Dim verslagen is verschijnt er een fel blauw licht, in de buurt van het meisje. Ze moet daar in gaan staan en dan keert ze terug naar haar eigen wereld. Is ze hier niet op tijd, zal haar geheugen van haar eigen wereld gewist worden. Ze zal dan leven op onze wereld alsof ze er geboren is. Maar, alleen ware Liefde kan de kracht van dit blauwe licht weerstaan.'
Toen de Leider klaar was met vertellen was het een tijdje stil.
'Kan Sophie hier niet blijven?', het was Jasmijn, die de stilte verbrak.
De Leider schudde langzaam haar hoofd. Abrupt stond ik op en rende weg, weg van iedereen. Naar Larissas plek, waar zij de wereld binnengekomen was. Je zou denken dat ik huilde, maar dat was niet zo. Ik was stil en tuurde naar de horizon. Ik kon hier niet blijven. Ik was hier alleen nodig voor die stomme Dim. Niemand gaf om me, ze willen alleen van die Dim af! Ik wilde hier weg, dacht ik, weg, weg, weg! Maar in een flits dacht ik aan Thomas, Larissa, Jasmijn en Lars. Ik wilde hen niet in de steek laten. Ik hoorde dat er iemand aan kwam lopen, maar ik wilde niet omkijken. Ik bleef naar de horizon staren, tot hij of zij naast me kwam zitten.
'Ik moet hier weg', zei ik. 'Weg'.
Ik keek naast me en het was Thomas.
'Nog niet', zei hij. 'Nog lang niet!'
'Het lijkt alsof ik hier al mijn hele leven woon! Ik wil niet weg! Ik voel me hier thuis!'
Thomas zei niks, maar legde zijn hand op de mijne. Dat zei genoeg. Ik kleurde rood, maar dat was ik wel gewend. Ik sloot mijn ogen en het was weg.
'Zozo, wat is hier aan de hand?'
Thomas en ik keken om en Thomas trok razendsnel zijn hand weg. Bloosde hij nou of verbeelde ik me dat? Ik geloof dat ik ook rood werd. Jasmijn kwam aan de andere kant naast me zitten. 'Hé Soof, je hoeft nog lang niet weg!', zei ze. 'Dus laten we het leuk hebben zolang je er bent, kom op!', ze trok me overeind.
'We gaan naar de Strijders, ik geloof dat Lars nog iets belangrijks moest zeggen, ofzo!'


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.