Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Wens {af} » hoofdstuk 6

De Wens {af}

7 nov 2009 - 14:05

1341

0

237



hoofdstuk 6

´Er zijn er 2', zei Lars stellig. '2 Dims, het zijn broers.'
'Wí¡t!', riepen Jasmijn en Thomas tegelijk.
'Die ene die Sophie ontvoerde was de jongste broer, samen worden ze de broers Dim genoemd.'
'Dim? Dat is toch iets met Donker?', vroeg ik.
'Duister', zei Lars.
'Dan moeten we er voor zorgen dat ze samen zijn als we aanvallen', zei Thomas. 'We moeten ze bespioneren en als we het weten slaan we toe!'
'Is er eigenlijk iemand anders aan de macht hier?', vroeg ik.
Jasmijn knikte.
'Er is een meisje, Luana, heet ze, haar ouders zijn overleden en zij is prinses, ze is net zo oud als wij, maar... Niemand weet waar ze is, iedereen vermoedt dat de Dim broers haar gevangen houden.'
'We moeten er ook voor zorgen dat zij vrijkomt', zei Lars. 'Maar met dat bespioneren hè, nemen we dan niet teveel risico?'
'Wij 2 kunnen het doen, voor Sophie is het wel te veel risico', zei Thomas en hij keek me aan. 'Je weet wat ze bijna gelukt is.' Ik knikte en schaamde me een beetje. Ik was vrijwillig meegegaan, maar ik kon er niks aan doen, toch? Als ze Thomas ontvoerd zouden hebben, zou ik er ook heen zijn gegaan.
'Dan beschermen wij het dorp', zei Jasmijn tegen mij.
'En Luana dan?', vroeg ik.
'Daar kunnen we niet zoveel mee, niemand weet waar ze is.´
Lars sprong op.
'Iedereen zegt dat ze een verwend nest is en ongelofelijk verwaand!'
'Je moet niet alles geloven wat ze zeggen', zei Thomas. 'Trouwens, het is 10 uur, we kunnen beter gaan slapen en morgen een plan bedenken.'

Wat moet die Luana het moeilijk hebben, dacht ik, ik lag in bed, in het bed links van me lag Jasmijn en rechts van me lag Larissa. "De meisjesafdeling", was het. Roos, Leanne en Zoë waren de andere meiden, maar ik sprak nooit met ze. Soms had ik het gevoel dat iedereen me na keek en dingen over me zei. Alleen Thomas, Jasmijn en Lars deden dat niet. Het voelde alsof wij vieren op een raadselachtige manier met elkaar verbonden waren. Hoe lang was ik hier nou? Een week? Misschien zelfs korter, ik hield het niet meer bij. Soms dacht ik aan Mara, Noa en Marit. Mijn vriendinnen. Zouden ze zich afvragen waar ik was? Zou het ze niks kunnen schelen? Of zouden ze denken dat ik, net als Lara, dood was? Ik wist het niet. En mijn ouders? Ze zijn nou al 2 kinderen verloren, ze hadden alleen elkaar nog. Hoe vreselijk zouden ze zich voelen? En toch wilde ik niet terug. Ik hoorde bij deze wereld. Ik vroeg me af of ik in de verkeerde wereld geboren was.
'Sophie? Ben jij ook nog wakker?', vroeg Jasmijn zacht.
Ik knikte, maar besefte toen dat Jasmijn dat niet kon zien.
'Ja', zei ik zacht.
Jasmijn zuchtte.
'Sophie?'
'Mmm.'
'Jij.. jij hebt de kracht van de Liefde... Wat, wat voel je als je verliefd bent?'
Het was even stil.
'Je krijgt het warm van binnen als je hem aankijkt. Als hij er niet is, voel je je rot. Je kunt niet zonder hem. En je twijfelt over alles aan jezelf. Maar het is fijn, een fijn gevoel.'
Ik keek naar Jasmijn en voor zover ik haar zag, keek ze nadenkend.
'Ik... ik denk dat ik verliefd ben', zei ze toen heel zacht.
'Wie?'
Jasmijn zweeg een hele tijd.
'Niemand mag het weten', zei ze. 'Belooft?'
'Jij zegt toch ook niks over Thomas? Natuurlijk vertel ik het niet door, gekkie!'
'Lars', zei Jasmijn snel en bijna onverstaanbaar. 'Het is Lars.'
'Lars?'
'Ja.'
Daarna was het stil en viel ik langzaam in slaap. Ik droomde over Luana, de Dim broers en Thomas. Thomas die verliefd werd op Luana.
De volgende ochtend zat ik met een schok rechtop in bed en vloog meteen in mijn kleren, kamde mijn haar en stormde naar beneden, waar ik bijna tegen Lars op botste. Hij lachte. 'Waarom die haast?', vroeg hij.
'Waar is Thomas?', vroeg ik bezorgd.
'Gewoon op het trainingsveld, hoezo dat?'
'Rare droom', mompelde ik.
Lars lachte weer.
'Kom, we moeten een plan bedenken, weet je nog?'
Ik knikte en liep achter Lars aan naar het trainingsveld. Daar zaten Thomas en Jasmijn op het prachtig groene grasveld, te wachten. Jasmijn kauwde op een grassprietje. Lars en ik maakten de kring compleet. Ik keek iedereen één voor één aan. Jasmijn, met haar lange lichtblonde haar, altijd in een mooie, sierlijke staart en superlichtblauwe ogen. Lars, met Donkerblond, kort en een beetje warrig haar, diepblauwe ogen. Hij had mooie ogen, waar je zo in kon verdwalen, wat Jasmijn blijkbaar al overkomen was. Lars had nog steeds niet verteld wat hij me beloofd had, na mijn ontvoering. Waarom hij zo deed, daarvoor. Toen keek ik Thomas aan, de enige die door had dat ik hem aankeek. Hij glimlachte. Oh… die lach… Ik voelde mezelf rood worden en ik begon zenuwachtig een haarlok om mijn vinger te draaien. Thomas, met zijn bruine haar en prachtige lach. Ogen, waar je ook in kon verdwalen, hemelsblauw, dezelfde kleur als ik. Zijn kleur haar was lichter dan dat van mij. Dat van mij was Donkerbruin. Dat van Thomas was meer lichtbruin, maar niet zo vreselijk licht. Precies tussen licht en Donkerbruin in, eigenlijk. Wist hij maar wat ik voor hem voelde...
'Ik heb een idee', zei Lars. ‘Nou ja.. soort van...'
Het was even stil.
'We luisteren', zei Jasmijn sarcastisch, maar toen Lars haar aan keek sloeg ze haar ogen neer en kreeg rode wangen.
Jasmijn werd niet, zoals ik, helemaal rood, maar kreeg alleen rode wangen.
'Nou, Thomas en ik zorgen gewoon dat we weten wat er te weten valt en jullie beschermen het dorp.’
‘Oké, en wat bedoel je met "weten wat er te weten valt"?', vroeg Thomas.
'Gewoon, over Luana, wanneer de broers Dim samen zijn, waar dat is, enzo...'
'En dan komen jullie met de informatie en dan zien we verder', vulde Jasmijn aan.
Lars knikte en even later waren Lars en Thomas op weg en bleven Jasmijn en ik bezorgd achter.
'Nou, daar gaan ze dan', zei Jasmijn toen Thomas en Lars uit het zicht verdwenen waren. 'Ja', zei ik. 'Ik hoop maar dat er niks ergs gebeurd...'
Toen herinnerde ik me dat ik mensen ver weg om hulp kon horen roepen, nou gelukkig maar! Dacht ik bij mezelf.
'Sophie?'
Ik draaide me om en daar stond de Leider.
'Ja?'
'Ik wil dat je dit leest', zei de Leider en ze gaf 2 pakketen van papier aan me.
'Zal ik doen', zei ik.
De Leider knikte vriendelijk en ze was weer weg. Ik keek verbaasd naar de bladen. Alles wat je wilt weten over innerlijke kracht stond op de ene. Ik legde het pakketje onderop en keek op het andere voorblad. De legende van de jonge uitverkorene heette die.
'Tjonge', zei Jasmijn. 'Wat veel!'
Ik knikte en sprak met mezelf af om de bladen 's avonds te lezen.
'Ik ga ze even boven leggen, kom je mee?', vroeg ik en Jasmijn knikte.
Onderweg naar boven kwamen we Larissa tegen.
'Sophie!', zei ze, haar ogen schitterden.
'Ja?'
'Ik ben morgen jarig! Ik word 9!', riep ze blij.
'9?', vroeg Jasmijn. 'Wauw, dan krijg je innerlijke kracht!'
'Ja!', riep Larissa vrolijk en ze huppelde naar beneden.
Ik smeet de bladen op mijn bed en met een zucht zakte ik in.
'Hé, what's up?', vroeg Jasmijn, die naast me neerplofte.
'Thomas en Lars', zei ik. 'Ik ben bezorgd'.
Jasmijn knikte begrijpend.
'Ze zijn oké, ik weet het zeker. Thomas is enorm dapper en Lars kan ze wegflitsen als het fout gaat. Bovendien kan jij ze horen als ze in gevaar zijn.'
Jasmijn stelde me niet echt gerust, maar ik wilde haar niet nog meer last bezorgen. Dus knikte ik maar.
'Wat voor innerlijke kracht zou Larissa krijgen?', veranderde ik van onderwerp.
'Geen idee', antwoordde Jasmijn. 'Misschien licht... of genezing.'
'Genezing? Bestaat dat ook?'
Jasmijn knikte.
'Misschien moet je je pakketje maar gaan lezen', zei ze met een knipoog. 'Dan weet je meer.'
Ze stond op en verdween naar beneden.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.