Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Wens {af} » hoofdstuk 11

De Wens {af}

7 nov 2009 - 14:08

1889

0

213



hoofdstuk 11

De avond die volgde was een stille en verwarrende avond. We aten het fruit dat Lars en Thomas gevonden hadden en zaten stilletjes om het kampvuur. Niemand van ons zei een woord. Ik was bang dat Thomas en Lars ons gehoord hadden toen we Luana 10 keer hadden uitgescholden. Volgens mij was het waar, van Luana's verleidingsacties.
'Sophie?', zei Thomas ineens.
'Ja?'
'Kan ik even met je praten? Alleen met jou. Onder 4 ogen.'
Ik knikte en toen we alleen waren keek hij me heel bezorgd aan.
'Sophie? Wat is er met je, je bent zo stil. En Luana? Wat, wat is daar mee. En Jasmijn…'
Ik schudde mijn hoofd.
'Er is niks, alles oké.'
Ik probeerde te glimlachen, maar ik wist dat ik niet kon liegen en al helemaal niet tegen hem. Hij keek me dan ook ongelovig aan.
'Echt niet?'
'Oké, oké. Er is wel wat…'
Ik wilde het hem niet zeggen, dat was iets tussen Jasmijn en mij. Maar er kwam geen reddende smoes op in mijn hoofd, dus besloot ik het hem maar te vertellen.
'Het is Luana. Dat van dat verleiden. Ik geloof het. Ze rotzooit met mijn kracht. Ze denkt dat ze verstand heeft van mijn kracht!'
'Dat heb ik ook, uitverkorene.'
Het duizelde in mijn hoofd. Alweer klonk er Luana's mierzoete, zangerige stemmetje en het wilde maar niet weggaan.
'S-sophie… Gaat 't wel. J-je ziet opeens helemaal wit!'
Ik schudde mijn hoofd.
'Het is Luana, ze… haar stem…'
Ik sloot mijn ogen.
'Je bent laat, uitverkorene. Je moet me redden. Vergeet het niet. Als je me niet redt zal ik er persoonlijk voor zorgen dat het afgelopen is voor jou!'
'Sophie…'
Thomas pakte mijn hand.
'Wat zegt ze…'
'Dat ik haar moet redden', zei ik met trillende stem. 'Dat ik moet opschieten of anders…'
Ik duwde zijn hand weg. Even had ik hetzelfde gevoel als Jasmijn. Thomas kan veel beter krijgen dan ik. Luana. Thomas wordt verliefd op Luana. Ik kon er even niet meer tegen en rende weg. Weg van Thomas, weg van mijn verdriet… Ten minste, dat hoopte ik.
'Sophie!'
'Nee! Laat me met rust!'
Tranen vormden zich in mijn ogen en stroomden naar beneden. Steeds opnieuw. Telkens weer. Ik liet mezelf neerploffen op een omgevallen boomstam en ik verborg mijn ogen onder mijn handen. Ik wilde niks meer. Helemaal niks. Het kwam alleen maar door die Luana!
'Ik red je! Als je nu maar ophoudt!', gilde ik verdrietig en boos tegelijk. 'Je hakt me kapot, telkens opnieuw! Zo meteen is er niks meer van me over! Dan kan niemand je meer redden!' Het voelde goed om dat te schreeuwen, maar ik besefte dat het nogal dramatisch klonk en dat Luana het alleen maar grappig zou vinden. En dat vond ze ook, ze lachte schel.
'Ja lach maar, prinsesje! Je denkt zeker dat je zo geweldig bent hè? Nou ik beloof je één ding: Zo maak je geen vrienden!'
Ik aarzelde even en voegde er aan toe:
'Stomme trut!'
Waarschijnlijk was Luana beledigd, want haar stem was verdwenen en ik voelde me weer iets beter.
'Sophie!'
Jasmijn verscheen.
'Gaat het wel?'
'Laat me maar, Jasmijn, ik wil even alleen zijn.'
Ze knikte begrijpend.
'Weet je het zeker?'
'Ja.'
'Oké, je weet me te vinden hè?'
Ik knikte en Jasmijn verdween weer. Ik stond op en liep naar een perzikboom toe, om wat perzikken te plukken. Plotseling hoorde ik voetstappen en vliegensvlug draaide ik me om, waar een jongen stond. Zwart haar en felblauwe ogen. Je zou je bijna afvragen hoe dat kon. Hij was net wat groter dan ik, er schoot een naam door mijn hoofd: Lucas Dim. Hij grijnsde. 'Sophie was het toch?', zei hij met een akelig koude stem.
Ik kon van schrik geen woord uitbrengen dus knikte ik stijf. Met een onverwachtse beweging drukte hij me tegen de boom aan. Hij zette zijn zwaard op mijn keel. Ik was zo bang dat ik niks meer kon voelen, behalve de angst. De grote angst om dood te gaan. Het vulde mijn hele lichaam. Opnieuw grijnsde hij.
'Weet je, als ik geen Dim zou zijn zou ik zo verliefd op je zijn geworden, maar helaas voor jou, ik ben nou eenmaal een Dim. De jongste.'
Hij sprak het woord "jongste" uit alsof het vies was.
'Ze vinden dat ik laf ben en te jong. Maar ze vinden ook dat ik mee moet doen. Ha! Ze zullen wel anders opkijken als ik de uitverkorene vermoord!'
Alweer die afschuwelijke angst. Nog meer angst vulde me op en het was al zo veel. Hoe kan iemand van 14 nou iemand vermoorden? Ik wilde mijn mond open doen om te gillen, maar hij legde zijn hand ruw op mijn mond.
'Als je ook maar probeert te gillen, gaan die vriendjes van je er ook aan!'
Ik keek hem aan, diep in zijn ogen en ik wist dat hij niet zo was als hij deed. Hij keek mij ook aan en zijn hand begon te trillen. Zijn zwaard viel op de grond en hij liet me los. Hij draaide zich om, met zijn rug naar me toe. Ik rende niet weg, zoals anderen zouden doen. Ik snapte ook niet waarom, ik vond mezelf echt gek.
'Wat doe je?', snauwde hij. 'Een normaal mens zou wegrennen!'
'Oké, dan ben ik dus niet normaal.'
Het was even stil. Dit was de raarste situatie ooit. Eerst wilde hij me nog vermoorden en zei hij de meest kwetsende woorden die maar te verzinnen zijn en nu sta ik naast hem en durft hij niks te zeggen. Ik was ook gek dat ik bleef staan, trouwens.
'Dank je', zei hij heel plotseling.
'Dank je? Dank je waarvóór? Dat ik je slachtoffer mocht zijn?', zei ik sarcastisch, maar dat was niet het perfecte om te zeggen op dit moment.
Ik voelde me meteen schuldig.
'Sorry', zei ik zacht.
Hij schudde zijn hoofd.
'Ik meen het. Door jou durf ik mezelf weer te zijn.'
Huh? Dacht ik verbaasd.
'Mijn broers… Ik moest met ze meedoen. Ik moest op de meest gruwelijke manieren mensen vermoorden. Je wilt niet weten hoe erg ik me gevoeld heb. Maar ik moest. Anders vonden ze me laf en zouden ze mij ook vermoorden. Langzaam aan begon de Duistere kracht mij te vullen, totdat het me overheerste. Jij hebt het gestopt.'
Door hem aan te kijken? Ik was zo verbaasd dat ik geen woord kon uitbrengen en ik voelde een golf van medelijden. 'Ik… ik… ik heb je bijna vermoord', zei hij schor. 'Ooo.. Ik ben zo stom! Het spijt me… Het spijt me zo…'
Ik knikte dom, wat moest ik anders doen? Hij boog zich naar me toe en gaf me een zoen op mijn wang. Daarna verdween hij. Met een hand op mijn wang en een gezicht dat zó verbaasd was dat het bijna uit elkaar klapte, bleef ik achter.
Het was enorm verwarrend en ik kon in mijn hoofd niet bedenken wat er net gebeurd was. Ik wilde alles op een rijtje zetten voor mezelf, maar het lukte niet. Vastbesloten begon ik naar het kampvuur te rennen en toen ik er aankwam keek iedereen me opgelucht en bezorgd tegelijk aan.
‘Sophie, wat was er nou?’, vroeg Thomas.
‘Geen tijd! Ik ben net bijna vermoord!’
‘Wí¡t?’
‘H-het was Lucas, Lucas Dim! Maar hij wilde het niet, de Duistere kracht e-en zijn broers!’, zei ik overstuur.
‘Rustig Soof! Ik snap er niks van! Rustig gaan zitten en vertel het dan vanaf het begin, oké?’, zei Jasmijn geruststellend.
‘Oké…’
Ik ging naast Jasmijn en Lars zitten en er ging zoveel adrenaline door mijn lichaam dat ik gek werd van mezelf. Ik haalde diep adem en begon te vertellen.
‘Toen ik weggerend was zag ik een stukje verderop een perzikboom staan en ik ging erheen om wat te plukken. Opeens hoorde ik voetstappen, ik draaide me snel om en zag een jongen met zwart haar en felblauwe ogen. Het was Lucas, Lucas Dim. Hij duwde me tegen de perzikboom aan en zette zijn zwaard op mijn keel. H-hij wilde me… Vermoorden. Ik was zooo bang, maar ik kon niet om hulp roepen want dan zou hij jullie ook vermoorden. Toen keek ik hem diep in zijn ogen aan en ik zag dat hij niet zo was, zoals hij deed. Hij begon te trillen en liet zijn zwaard vallen en liet me los. Mijn verstand zei dat ik weg moest rennen en mijn gevoel wilde weten wat er met hem aan de hand was. Ik luisterde naar mijn gevoel en hij vertelde me dat zijn broers hem pushten tot de meest gruwelijke moorden en langzaamaan werd hij overwonnen door Duistere kracht. Hij zei dat ik dat gestopt had en dat hij door mij weer zichzelf durfde te zijn. Hij had heel veel spijt van wat hij gedaan had en ik geloofde hem, ik zag het in zijn ogen. Toen was hij verdwenen.’
‘Je bent echt gek jij!’, zei Jasmijn. ‘Je had weg moeten rennen, stel je voor wat hij had kunnen doen!’
‘Hij is niet gevaarlijk, Jasmijn, het is de Duistere kracht die dat doet, hij kan er niks aan doen.’
‘Ja oké… Maar wat had er kunnen gebeuren?’
‘Er is niks gebeurd dus zeur niet zo!’
‘Geen ruzie!’, schreeuwde Lars erdoorheen. ‘We kunnen ons beter bezighouden met belangrijke dingen, zoals hoe we Luana gaan redden!’
‘Belangrijk?! Dus je vindt het niet belangrijk dat ik bijna vermoord wordt en dat we eindelijk de waarheid over Lucas weten!’
Eindelijk was het weer stil.
‘Het is belangrijk dat we de waarheid over Lucas weten’, zei Thomas serieus. ‘Maar wat nog belangrijker is: Wat gaat hij nu doen? Als hij zomaar naar de andere Dims gaat krijgt hij grote problemen. Weet jij waar hij heen is gegaan, Sophie?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Hij was opeens weg, ik weet niet waarheen…’
‘Dan denk ik dat we niet zoveel kunnen doen, ben ik bang. Ik denk dat Lars gelijk heeft, we moeten Luana redden.’
‘Ik wil haar niet redden’, zei Jasmijn fel en toen ze mij aankeek sloeg ze snel haar hand voor haar mond.
‘Hoezo niet? Ze is de enige troonopvolger die nog leeft!’, zei Lars.
‘Jaja, je hebt gelijk’, zuchtte ze.
Lars keek haar raar aan maar Jasmijn negeerde hem.
‘Soof, ik snap niet dat je zo rustig kan zijn hoor! Je bent net bijna vermoord!’, veranderde ze van onderwerp.
‘Geloof me, ik ben niet rustig. Echt niet. Het is niet dat ik bijna vermoord ben… Maar Lucas, waar ik mee zit. Ik bedoel… Waar is hij nu heen? En hoe kan het dat ik de overheersing van Duistere kracht bij hem heb weggehaald?’
‘Simpel’, zei Lars droog. ‘Hij is verliefd op je.’
‘Ik denk het niet’, zei ik.
‘Misschien komt het door je kracht?’, zei Thomas vragend.
‘Ik zeg: Dat mens was gewoon verliefd op je en hij was verdwenen omdat hij Liefdesverdriet had want Sophie is al bezet, hè Thomas?’, zei Lars vrolijk.
Thomas negeerde hem en ik bloosde zo’n beetje tot aan mijn nek.
‘Lars, probeer je grappig te zijn ofzo?’, zei Jasmijn geïrriteerd, maar iets in haar stem zei me dat ze het niet helemaal meende om geïrriteerd te klinken. Lars had het volgens mij ook door, want die begon haar de hele tijd raar aan te staren. De rest van de avond bleven we door praten over Lucas, maar kwamen niet tot een conclusie. Luana bleef gelukkig weg uit mijn hoofd. Langzaam viel ik in slaap en de volgende dag brak aan…


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.