Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Wens {af} » hoofdstuk 12

De Wens {af}

7 nov 2009 - 14:08

1586

0

275



hoofdstuk 12

Eindeloze rijen bomen, perzikbomen, appelbomen, beukenbomen en kastanjebomen. Er leek geen einde aan te komen. Ik had nu wel een beetje genoeg van dit bos, de hele tijd hetzelfde! De elfjes waren niet bijzonder meer en de bomen al helemaal niet. Hier en daar stond een bloemetje en was wat gras, maar voor het grootste deel was alles bospad. Een eekhoorn kruiste het pad en wat vogels vlogen fluitend door de lucht.
‘Een stukje verderop is een dorpje’, zei Lars. ‘Misschien kunnen we daar even stoppen.’
‘Aan wiens kant staan ze?’, vroeg ik.
‘Neutraal, net als in het dorp van de Strijders.’
Ik vroeg me af hoe het met Larissa was. Ik hoopte maar dat ze niet te eigenwijs was en meteen fanatiek mee ging doen met de Strijders. Ik wilde niet dat haar iets overkwam.
‘Moeten we daar echt stoppen?’, vroeg Thomas, hij had een beetje angst in zijn stem.
Ik vroeg me af waarom.
‘Hoezo? Heb jij niet genoeg van al dat bos?’, vroeg Lars verbaasd.
‘Jawel…’
‘Nou dan!’
Ik keek van Lars naar Thomas en weer van Thomas naar Lars. Waarom wilde Thomas niet naar dat dorp? En waarom Lars wel? Ik keek naar Jasmijn, die waarschijnlijk hetzelfde als ik dacht. Opeens stond ze stokstijf stil. Ik keek haar vragend aan.
‘Thomas, Lars, wacht eens!’, riep ze naar voren.
Toen we alle 4 weer samen waren keek ze meteen heel serieus.
‘Wat als dit dorp toch aan de kant van Dim staat?’
‘Dit dorp is neutraal’, zei Lars kortaf en hij wilde doorlopen, maar Jasmijn hielt hem tegen.
‘Wat is er toch met jou?’
‘Waar bemoei jij je mee!’, snauwde Lars en hij liep weg.
Jasmijn zette een stap in Lars’ richting.
‘Niet doen’, zei Thomas. ‘Ik praat wel met hem.’
Jasmijn knikte en Thomas rende Lars achterna. Ik vermoedde dat Lars “betoverd”ť was door Luana. Nog steeds of alweer?
‘Denk jij wat ik denk?’, vroeg Jasmijn.
‘Ik denk het wel’, zei ik en we keken elkaar aan.
‘Luana’, zeiden we tegelijk.
Er verscheen een kleine glimlach op Jasmijns gezicht, maar hij was niet echt. Ze maakte zich zorgen om Lars, dat voelde ik en niet zo’n beetje ook!
‘Luana mag hem niet betoveren!’, zei ze schor. ‘Een vals kreng! Dat is ze!’
Ze zuchtte diep en leunde tegen een boom aan.
‘Ik wou dat ik Luana kon veranderen in een kikker’, zei ze droog.
Ik lachte.
‘Veel succes!’
Opeens schoot me iets te binnen.
‘Hé Jasmijn, kun je Luana’s gedachten niet lezen?’
‘Jawel, maar ze moet in de buurt zijn, anders werkt het niet.’
‘Oh.’
‘Waarom redden we haar ook alweer?’
Ja, dat vroeg ik me soms ook af! Dacht ik.
‘Ze is de enige troonopvolger. Degene die de plaats van de Dims in kan nemen.’
‘Ja, da’s waar ook.’
Ze zuchtte nog eens.
‘Maar… Is dat een speciaal systeem ofzo? Ik bedoel… Kan jij niet gewoon op de troon gaan zitten?’, vroeg ik.
Jasmijn lachte.
‘Nee, dat kan niet. Dat is ook weer zo’n legende, Soof, de troonopvolger moet altijd familie zijn van de vorige heerser, anders zal de wereld vernietigd worden, of zoiets.’
‘Balen.’
‘Ja, nogal.’
Jasmijn giechelde.
‘Anders had ik Luana allang vermoord!’
‘Jij? Dat zou je nooit durven, joh!’
‘Ja… Maar nu even serieus, Soof. Dat met Lucas. Je hebt niet alles verteld, of wel soms?’
Ik bloosde. Ik had zo gehoopt dat ik dit niet hoefde te vertellen… Maar Jasmijn was ten slotte mijn beste vriendin.
‘Klopt. H-hij. Hij heeft me gezoend.’
‘Wí¡t! Op je mond?’
‘Neehee! Op mijn wang!’
‘Oh.’
Zo. Dat was eruit. Jasmijn keek een beetje moeilijk en ik wist meteen wat ze wilde vragen. ‘Nee, Jasmijn, ik ben niet verliefd op iemand die me bijna vermoordt. Bovendien is Thomas er nog. Daar kan niemand tegenop.’
Jasmijn keek weer wat normaler en zuchtte toen zo diep, dat ik bijna dacht dat ze leegliep.
‘Waar blijven ze nou?’, vroeg ik.
Jasmijn haalde haar schouders op en precies op dat moment kwamen Lars en Thomas aangelopen. Lars keek ongelofelijk chagrijnig en Thomas keek nogal moeilijk. Ik dacht dat Jasmijn en ik gelijk hadden. Lars’ gevoelens waren beïnvloed door Luana. Ik zag Jasmijn naar hem kijken en hij lette niet eens op haar. Ik had opeens heel veel zin om Luana iets aan te doen. Ik zuchtte eens diep en zei toen:
‘Zullen we maar naar dat dorp gaan?’
‘Prima idee, Sophie!’, zei Lars en hij rolde met zijn ogen.
Thomas gaf hem een stomp en knikte toen.
‘Wat vind jij, Jasmijn?’
‘Goed hoor’, mompelde ze.
‘Nou, laten we gaan, dan!’
Aangekomen in het dorp kreeg ik een naar voorgevoel en snapte niet waar dat in godsnaam vandaan kwam. Ik draaide me om naar de rest en keek ze vragend aan.
‘Soof, wat is er?’
Jasmijns stem klonk verbaasd.
‘I-ik weet niet.’
Ik keek naar Thomas, die vreselijk wit was. Hij zag er benauwd uit, alsof hij iets wilde zeggen, maar het er niet uitkwam. Maar voor ik iets kon zeggen, zei Lars:
‘Laten we een slaapplaats zoeken, kom op!’
Hij liep weg en Jasmijn ging hem achterna. Thomas wilde hen ook achternalopen, maar ik pakte zijn arm en het kon me niks schelen dat ik knalrood werd.
‘Er is iets met dit dorp!’, zei ik vaag.
‘Wat dan?’
‘Ik weet niet… Ik had een vaag voorgevoel e-en jij… Je ziet zo wit! En Lars. Het is Luana, of niet soms?’
‘Ja, het is Luana’, zei hij kortaf en liep Jasmijn en Lars achterna. Ik voelde een traan achter mijn oog prikken. Was Thomas ook al beïnvloed door Luana? Of was het iets anders? Lars waren we kwijt. Dat was wel duidelijk.
‘Lars moet zijn ware Liefde vinden, dan wordt hij weer normaal’, klonk een bekende stem.
Ik draaide me om.
‘Lucas! Wat doe jij hier?’
‘Jou zoeken.’
‘Mij zoeken?’
‘Ja. Sorry voor die zoen. Sorry.’
‘Wat zeg je veel sorry.’
‘Ja. Weet ik. Sorry.’
Hij glimlachte. Ik glimlachte ook.
‘Hoe weet je dat van Lars?’
‘Ik weet veel als ex-Dim. Ik kreeg veel mee van mijn broers.’
‘Ex-Dim?’
‘Ja, wat denk jij nou? Dat ik nog verder moet gaan? Echt niet!’
‘N-nee, dat niet. Maar… Wat wil je nou gaan doen?’
‘Ik wil het goedmaken. Ik wil mijn broers verslaan.’
‘Wat? Je eigen broers?’
‘Ik zie ze niet meer als mijn broers. Het zijn bedriegers, moordenaars!’
Ik hoorde enorme woede in zijn stem.
‘Sophie?’
Hoe hij mijn naam uitsprak. Zacht, voorzichtig. Alsof hij elke letter uit wilde spreken en er geen één overslaan. Ik werd er bijna verlegen van.
‘J-ja?’
Dat domme gestotter! Wat was dit nou? Kreeg ik opeens gevoelens voor de jongen die me bijna vermoord had? Nee. Dat kan bijna niet. Ik had geen één keer gebloosd. Wat dan? Was ik toch nog bang voor hem? Nee, dat is onmogelijk!
‘Ik wil me bij jullie aansluiten, Sophie. Kan dat, denk je?’
‘Bij ons?’
Hij wilde écht helpen?
‘I-ik weet niet. Dat moet ik aan de anderen vragen.’
‘Goed. Ik kom morgenavond terug. Op deze plek.’
Hij verdween. Net als die ene keer. Ik had me nog nooit zo verward gevoeld. Thomas. Lucas. Een steek schoot door mijn hart. Toen door mijn hoofd. En weer door mijn hart.
‘Aaaah!’, gilde ik en voelde energie om me heen stromen, nee het stroomde niet, het brandde! Het wilde eruit, uitbarsten, weg.
‘Nee! Stop!’
Ik wilde niet dat dit nog een keer gebeurde. Rustig. Adem in… Adem uit… Langzaam verdween de energie, maar mijn benen werden slap en ik zakte in. Met één oog zag ik Jasmijn die aan kwam rennen.
‘Sophie! Wat is er gebeurd?’
Ze hurkte naast me en voelde aan mijn voorhoofd.
‘Je bent bloedheet! Je hebt koorts! K-kun je staan?’
Jasmijn hielp me overeind.
‘Het gaat wel weer’, zei ik zacht.
‘Wat gebeurde er, Soof?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Ik weet het echt niet… Lucas was er en toen was hij weer weg. Ik dacht aan Thomas en Lucas en toen… Gebeurde dit. Ik voelde mijn energie. Het wilde weg, zonder dat ik het wilde.’
‘Wat heeft die Lucas nou weer geflikt!’ , zei Jasmijn boos.
‘Het kwam niet door Lucas!’
‘Je denk toch niet hè, dat je, dat je verliefd bent op Thomas én Lucas?’
‘Nee joh!’
‘Nou, het lijkt me wel de meest logische verklaring. Jouw kracht is Liefde. Jouw gevoelens voor Thomas zijn al hevig en nu, nu kwam Lucas erbij. Nou is je kracht megasterk, té veel!’
‘Nee Jasmijn! Ik ben niet verliefd op Lucas!’
Nou werd ik boos! Wat dacht ze wel niet? Lucas?
‘Sorry, Soof, maar ik denk echt dat ik gelijk heb. Je neemt het altijd voor hem op. Die keer toen hij je bijna vermoordde, nee hoor, dat kwam niet door Lucas, dat kwam door zijn kracht!’
‘Dat was ook zo!’
‘Kap me niet af! En nu: Nee het kwam niet door Lucas. Door wat dan wel?’
Opnieuw een steek.
‘Hou op! Het doet pijn!’
Ik moest moeite doen om niet te huilen.
‘Ik wil dit niet Jasmijn’, zei ik zacht. ‘Ik kan dit niet. Ik kan de verantwoordelijkheid niet aan.’
‘Dat kan je wel. Je bent niet voor niks uitgekozen als uitverkorene. Kom op, Soof, je kan het. We zijn samen. Lars, Thomas, jij en ik. Samen kunnen we het.’
‘Lars is beïnvloed door Luana.’
‘Weet ik.’
‘Ik weet hoe we Luana’s invloed weg kunnen halen.’
‘Hoe dan?’
‘Lars moet zijn ware Liefde vinden.’
‘Nou, dat is makkelijk!’
‘Jasmijn! Lars’ ware Liefde staat recht voor mijn neus!’
Jasmijn werd rood.
‘Niet. Lars heeft me al gevonden’, zei ze droog.
‘En? Misschien heeft hij zich nog niet gerealiseerd dat jij het bent.’
‘Oh. En hoe gaan we dat voor elkaar krijgen dan?’
‘Weet ik niet. Lucas wil zich bij ons aansluiten.’
‘Wat? Ik wil die gek niet bij ons!’
‘Hij is geen gek.’
‘Ik zei toch dat je verliefd op hem bent.’
‘Ben ik niet! Lucas heeft me bijna vermoord! Hij betekent niks voor me!’
Steek.
‘Au!’
‘Soof?’
‘Steek.’
‘Soof?’
‘Wat?’
‘Lucas is wel verliefd op jou. Zou het daardoor komen?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Hebben jullie een slaapplaats gevonden?’
‘Ja. Niet van onderwerp veranderen.’
‘Sorry.’
Jasmijn had ook alles door! Ze zuchtte.
‘Misschien moet Lucas zich wel bij ons aansluiten. We hebben het erover met de hele groep, oké?’
Ik knikte.
‘Nou, laten we naar onze mooie slaapplaats gaan.’
Ik vroeg me af of Jasmijn het sarcastisch bedoelde.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.