Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Wens {af} » hoofdstuk 17

De Wens {af}

7 nov 2009 - 14:11

1556

0

166



hoofdstuk 17

Hoofdstuk 17

‘Larissa! Larissa!’
Marit rende als een gek heen en weer.
‘Larissa? Waar ben je?’
Larissa verscheen. Ze had een tas bij zich.
‘Ik ga Sophie zoeken’, zei ze. ‘En dan de Dims verslaan!’
‘Dat is veel te gevaarlijk!’, riep Marit.
‘Nee hoor, ik ga. Doei!’

Voorzichtig deed ik mijn ogen open. Verbaasd ging ik overeind zitten. Het was Donker, heel Donker. Het leek net of de bomen me wilden vastgrijpen.
‘Sophie! Help me!’
Ik sprong overeind. Dat was Thomas! Ik rende zo snel als ik kon op het geluid af en met een schok stond ik weer stil. Lucas. Thomas.
‘Thomas!’, riep ik.
Hij lag op de grond, doodstil.
‘Thomas!!!’
Ik rende naar hem toe, maar Lucas hield me tegen.
‘Doe geen moeite’, zei hij met een kille stem.
‘Hij is dood. Dit is mijn wraak op hem…’
Hij boog zich naar me toe…
‘Nee!’, gilde ik.
Lucas zoende me vol op mijn mond…

‘Neeeee!’
Met een schok zat ik overeind. Nu was ik écht wakker. Mijn hart ging als een razende tekeer. Ik keek om me heen en schrok me rot. Thomas was weg! Nee! Niet mijn droom. Ik stond op en rende weg om hem te zoeken.
‘Thomas!’
Geen reactie.
‘Thomas!’
Iemand drukt zijn hand op mijn mond en trok me mee de bosjes in.
‘Hmmmm!’, zei ik.
Maar toen zag ik dat het Thomas was. Hij liet me voorzichtig los.
‘Sorry, dat ik je zo liet schrikken’, fluisterde hij. ‘Maar anders was je waarschijnlijk ontvoerd door Duistere elfen.’
‘Huh?’, zei ik verbaasd.
‘Sst!’, zei Thomas waarschuwend. ‘Het stikt hier van de Duistere elfen!’
‘Hoe kan dat?’, vroeg ik zacht.
Thomas keek moeilijk.
‘Lucas’, zei hij. ‘Lucas heeft zich weer aangesloten bij de Dims.’
‘Wí¡t!’
‘Sst!’
Ik had beter niet zo hard “wat”ť kunnen roepen, want opeens werden Thomas en ik de bosjes uitgesleurd door 2 Duistere elfen.
‘Sorry, sorry, sorry’, zei ik.
‘Het is oké…’, zei Thomas. ‘Het is niet jouw schuld.’
‘Kijk eens wie we daar hebben!’, zei een bekende stem.
Ik keek op.
‘Lucas!’
Lucas grijnsde en hij trok me overeind.
‘Lucas! Waarom heb je je weer aangesloten bij de Dims?!’
Hij zei niks en boog zich naar met toe… En zoende me. Net als in mijn droom. Ik stond zo stijf van schrik dat ik niks durfde te doen. Ik knipperde even met mijn ogen en toen gaf ik Lucas een harde duw. Tranen stroomden over mijn wangen toen ik naar Thomas keek.
‘Nu zie je eens hoe het is als je hart breekt!’, riep Lucas naar Thomas.
‘Ga weg!’, riep ik. ‘Waarom deed je dat?! Ik ben niet verliefd op jou! Nooit van mijn leven!’
Ik draaide me om zodat ze niet zagen hoeveel tranen er over mijn wangen stroomden. Honderden, duizenden, misschien wel miljoenen…
‘Je hebt het gehoord, Lucas. Ga weg’, zei Thomas.
Ik hoorde hoe Lucas verdween en ik wilde Thomas niet zien dus zo hard als ik kon rende ik weg.
‘Sophie!’, riep Thomas. ‘Sophie! Wacht!’
Maar ik luisterde niet en rende door. Maar Thomas was sneller en hij haalde me in.
‘Sophie. Wacht. Alsjeblieft.’
Ik stond stil. Waarom deed ik dat eigenlijk? Wat zou Thomas gaan zeggen? Alweer kwamen er tranen. Ik draaide me langzaam naar Thomas toe, maar ik ontweek zijn blik.
‘Sophie, kijk me aan.’
Met moeite keek ik Thomas recht in zijn ogen.
‘Hij veegde mijn tranen uit mijn gezicht en ik bloosde zo hard dat ik heel even hoopte dat Thomas kleurenblind was. Maar dat was hij niet.
‘Niet huilen. Dat verdient hij niet’, zei Thomas.
‘Waarom…?’, fluisterde ik. ‘Waarom deed hij dat?’
Thomas schudde zijn hoofd.
‘Ik weet het niet. Maar het was ongelofelijk stom! Hij denkt echt alleen maar aan zichzelf!’
Ik voelde weer een traan stromen, snel veegde ik hem weg.
‘Thomas?’
‘Ja?’
‘Ik ben niet verliefd op Lucas. Echt niet.’
Hij keek me aan en glimlachte.
‘Weet ik.’
Zo stonden we daar, elkaar recht aan te kijken. Verlegen sloeg ik mijn ogen neer.
‘Kom, we gaan terug naar het kampvuur voor we weer gepakt worden door Duistere elfen’, zei Thomas.
Samen renden we door het bos, terug naar het kampvuur. Toen we daar waren zei ik:
‘Ik kan nu echt niet meer slapen.’
‘Ik ook niet’, zei Thomas en hij ging bij het kampvuur zitten. Ik ging naast hem zitten.
‘Ik had Lucas nooit moeten vertrouwen’, zei ik.
‘Het is Lucas niet, maar de Duistere kracht’, zei Thomas.
‘Maar waarom ging hij dan terug naar de Dims!?’
‘Weet ik niet. Ik denk dat hij boos was.’
Ik zuchtte.
‘Is hij weer overwonnen door het Duister?’
‘Ik denk het wel.’
Ik kreeg een flashback en wendde mijn gezicht af. Ik had met Lucas gezoend. En het was mijn eerste zoen.
‘Ik heb echt zin om Lucas een schuldgevoel aan te gaan praten’, zei Thomas fel.
‘Huh, watte?’
‘Ik heb niks gezegd’, zei Thomas snel.
Hij keek de andere kant op. Verbaasd keek ik naar hem. Waarom zei hij dat? Ik besloot maar over iets anders te gaan praten.
‘Weet je. Ik vraag me af of het ons wel gaat lukken’, zei ik.
Thomas keek me aan.
‘Natuurlijk lukt het ons’, zei hij vastbesloten.
‘Maar we zijn maar met z’n vijven!’
‘Sophie, je hebt geen idee hoe sterk jouw kracht is’, zei hij.
Ik bloosde. Dat irritante gebloos de hele tijd!
‘De Dims zijn ook ongelofelijk sterk’, zei ik. ‘Weet je nog, die ene keer?’
‘Vergeet niet dat je het niet alleen hoeft te doen’, zei Thomas. ‘Wij zijn er allemaal voor je.’
Hij veegde een haarlok uit mijn gezicht en ik kreeg het ineens heel heet.
‘Wat als er iemand doodgaat?’, vroeg ik.
‘Dat gebeurt niet. Echt niet’, zei Thomas.
‘Hé, zijn jullie nu al wakker?’, klonk opeens een stem.
Thomas en ik keken om. Sarah was wakker.
‘Ja’, zei ik en ik bloosde weer.
Thomas stond op.
‘Ik ga eten zoeken’, zei hij en hij verdween. Sarah ging naast me zitten.
‘Thomas was rood’, zei ze achterdochtig. ‘Heb je soms met hem gezoend?’
‘Nee joh!’, zei ik.
Was Thomas rood dan? Dacht ik erachteraan. Sarah zuchtte.
‘Ik ben geloof ik verliefd op Thomas’, zei ze.
Van schrik viel ik bijna van de boomstam af.
‘Echt?’
‘Ja’, zei Sarah verdrietig. ‘Maar ik ben een Dim. Een stomme Dim. Ik haat mezelf!’
‘Je moet jezelf niet haten omdat je een Dim bent. Jij ben jij en je bent goed zoals je bent.’
‘Jij hebt makkelijk praten’, zuchtte Sarah.
‘Hoezo?’
Ze sprong op.
‘Je bent de uitverkorene! Iedereen houdt van je! Je gaat een wereld redden!’
Met een schuldig gezicht ging ze weer zitten.
’S-Sorry. Ik ben gewoon jaloers op je’, zei ze.
‘Op mij?’, vroeg ik verbaasd. ‘Geloof me. Er rust een enorme last op mijn schouders omdat ik uitverkorene ben. Iedereen verwacht iets van me. Ik moet sterk en dapper zijn en dat is soms heel moeilijk. Ik ben blij dat ik vrienden heb die er voor me zijn, me helpen en me steunen als ik dat nodig heb.’
Er rolde een traan over Sarahs wang.
‘Zo heb ik het nog nooit gehoord’, zei ze zacht. ‘Victor en Paul zeiden altijd dat macht het belangrijkste is dat er bestaat, als je geen macht hebt, heb je niks. Maar nu ik bij jullie ben besef ik hoe belangrijk het is om vrienden te hebben. Weet je dat deze wereld geschapen is uit Liefde, Sophie? Daarom is Liefde de sterkste kracht. Zonder Liefde zou je dood gaan van ongeluk.’
Ik knikte.
‘Dat klopt.’
Sarah glimlachte.
‘Ik ben hier pas één dag. Maar dit is wat ik nu al geleerd heb van jullie. Bedankt.’
Jasmijn en Lars werden wakker en toen Thomas terugkwam, gingen we eten. Daarna gingen we weer op weg. Ik vertelde Jasmijn over Lucas en Jasmijn verklAarde hem voor gek. Ze vond het heel “cool”ť dat ik hem had weggeduwd.
‘Ik vond er niks cools aan’, zei ik.
Jasmijn lachte.
‘Snap ik’, zei ze.
Ik dacht even na. Waarom had Thomas gezegd dat hij Lucas een schuldgevoel aan wilde praten? En nog belangrijker: Waarom zei hij daarna “Ik heb niks gezegd”ť? Ik had geen zin om Jasmijn te raadplegen, dus begon ik maar over Lars.
‘Was het gezellig gisteravond?’, vroeg ik.
Jasmijn werd rood.
‘Wat weet jij daar nou van?’, siste ze.
Ik glimlachte.
‘Ik heb het gezien’, fluisterde ik.
Nu werd Jasmijn nog roder.
‘Sophie… Ik ben zooo verliefd…’
‘Weet ik’, zei ik lachend. ‘Nooit geweten dat Lars romantisch kan zijn!’
‘Ach, houd je kop. Maar met Lucas hè? Hoe reageerde Thomas?’
‘Hij zei dat Lucas alleen maar aan zichzelf dacht… Toen ik moest huilen zei hij dat Lucas dat niet verdient. Hij geloofde me toen ik zei dat ik niet verliefd op Lucas was…’
‘Verder nog wat?’
Jasmijn keek heel nieuwsgierig. Volgens mij had ze allang mijn gedachten gelezen, maar wilde ze dat het uit mijn eigen mond kwam.
‘Hij… Hij… Hij zei dat hij Lucas een schuldgevoel wilde aanpraten en toen, toen zei hij heel snel “ik heb niks gezegd”ť en toen keek hij de andere kant op. ‘
‘Sophie! Weet je wat dat betekent? Hij is verliefd op je!’
‘Sst! Niet zo hard schreeuwen. Geloof je het zelf?’
Geschrokken keek ik naar voren, maar Thomas, Lars en Sarah hadden niks gehoord. Jasmijn trok aan mijn arm en ze bleef stilstaan.
‘Wat?’, zei ik.
‘Thomas is verliefd op je!’, zei ze.
Haar ogen glinsterden.
‘Houd je kop, Jasmijn. Dat jij nou op een roze wolk zit! Ik zit namelijk op een zwarte donderwolk!’
‘Sorry…’, zei Jasmijn met een schuldig gezicht. ‘Ik wilde niet…’
‘Weet ik.’
Opeens klonk er een gil. Jasmijn en ik keken elkaar aan.
‘Sarah!’
We renden naar de rest toe, althans, dat probeerden we. Het zag zwart van de Duistere elfen.
‘Wat gebeurt er?’, schreeuwde Jasmijn.
‘Ze hebben Sarah meegenomen…’, zei Lars, maar verder kwam hij niet.
Hij werd tegen de grond gegooid.
‘Lars!’, gilde Jasmijn.
‘Jasmijn…’, zei Lars.
‘Laat hem met rust!’, riep Jasmijn boos.
Een Duistere elf grijnsde en richtte een pijl en boog op Lars. Vanaf dat moment zag ik alles in slow motion gebeuren. Jasmijn rende door de massa heen, ging voor Lars staan en de pijl raakte Jasmijn in haar schouder…


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.