Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » De Wens {af} » hoofdstuk 18

De Wens {af}

7 nov 2009 - 14:12

1623

0

158



hoofdstuk 18

‘Jasmijn!’, riepen Thomas, Lars en ik tegelijk.
Ze antwoordde niet. Er rolde een traan over mijn wang.
‘Ga weg!’, riep ik boos.
Maar de elfen luisterden niet.
‘Dan hebben jullie erom gevraagd!’, gilde ik.
Ik vloog omhoog en keek met een vastberaden blik naar beneden. Branden… Bij elkaar rapen… Ik sloot mijn ogen. Uitbarsten! Ik deed mijn ogen weer open en ik zag hoe alle elfen één voor één verdwenen. Het was goed gegaan en ik was niet zo uitgeput zoals de vorige keren, maar het leek opeens niet belangrijk meer. Langzaam daalde ik en ik kwam op mijn knieën terecht. Ik sloot mijn ogen opnieuw. Jasmijn… Oh, als ze maar oké is… Toen ik mijn ogen weer opendeed zaten ze vol met tranen.
‘Jasmijn!’
Ik rende naar haar toe en zakte op mijn knieën neer. Lars en Thomas zaten al naast haar. Ik zag dat Lars tranen in zijn ogen had. Hij had nog nooit gehuild.
‘Jasmijn!’, riep hij. ‘Geef antwoord, alsjeblieft!’
‘Jasmijn… Hou vol’, zei ik. ‘Dit gaat pijn doen, het spijt me.’
Met een moeilijk gezicht trok ik de pijl uit Jasmijns schouder en gooide hem ver weg. Lars trok zijn vest uit en bedekte Jasmijns wond.
‘Probeer haar te genezen, Sophie. Alsjeblieft’, zei Lars zwakjes.
Ik knikte. Lars pakte Jasmijns hand en streelde hem.
‘Hou vol, Jasmijn. Het gaat goed komen.’
Tranen stroomden over zijn wangen.
‘Het is mijn schuld!’, riep hij.
Thomas legde zijn hand op Lars’ schouder.
‘Nee, het is Lucas’ schuld. Hij heeft de Duistere elfen hierheen gestuurd.’
‘Lucas!’
Lars sprong op.
‘Ik ga hem vermoorden!’
Hij wilde zijn snelheidskracht gebruiken, maar Thomas hield hem tegen.
‘Ben je gek geworden! Lucas is bij zijn broers! Ze zullen jou vermoorden!’
Ik sloot mijn ogen en legde mijn hand op Jasmijns wond. Ik probeerde alle kracht te vinden die ik had. Jasmijn verdient het niet om dood te gaan. Ze redde Lars. Alsjeblieft, het moet me lukken. Anders gaat Jasmijn dood… Toen voelde ik de kracht. Ik opende mijn ogen en zag de kracht om me heen stromen. Voorzichtig duwde ik Lars’ vest weg en ik voedde Jasmijns wond met alle kracht die ik had. Daarna pakte ik een verbandje uit mijn schoudertas en verbond de wond zorgvuldig. Word wakker, Jasmijn, word wakker! Langzaam gingen Jasmijns ogen open.
‘Lars…’, zei ze zwak.
Lars, die ondertussen naast mij zat, omhelsde Jasmijn.
‘Ik dacht dat je dood was’, zei hij verward.
Jasmijn glimlachte flauwtjes.
‘Ik ook.’
Lars veegde een haarlok uit Jasmijns gezicht en zoende haar.
‘Denk voortaan eerst aan jezelf’, zei Lars lief.
‘Ik zal het proberen’, zei Jasmijn.
‘Gaat ’t een beetje?’, vroeg Thomas.
Jasmijn knikte.
‘Zijn alle elfen weg?’, vroeg ze vol ongeloof.
‘Daarvoor moet je bij Sophie zijn’, zei Thomas.
Jasmijn keek me aan en glimlachte.
‘En je hebt ook mijn wond genezen, of niet?’
Ik glimlachte en omhelsde Jasmijn.
‘Blij om je terug te hebben, Gedachtelezer!’, zei ik.
‘Tot uw dienst!’, zei Jasmijn met een glimlach.
Mijn gezicht betrok.
‘Sarah… Ze hebben Sarah…’, zei ik verslagen.
‘Het enige wat we kunnen doen is opschieten en de schuilplaats van de Dims zoeken’, zei Thomas. ‘Daar is Sarah waarschijnlijk ook.’
Ik knikte. Lars hielp Jasmijn overeind.
‘Denk je dat je gewoon kunt lopen?’, vroeg hij bezorgd.
Jasmijn glimlachte.
‘Die pijl kwam in mijn schouder, hoor, niet in mijn voet!’
Lars grijnsde. Ik stond op maar ik voelde mijn benen trillen. Tja, ik had veel kracht gebruikt.
‘Sophie, gaat het wel?’, vroeg Jasmijn. ‘Je ziet zo wit!’
Ik knikte.
‘Houd jij je maar bezig met je zelf’, zei ik met een glimlach. ‘Laten we gaan.’
‘Oké’, zei Jasmijn.
We gingen weer op weg. Ik wist niet of het de rest ook opviel, maar ik had het idee dat het bos met elke stap Donkerder werd…
‘Hé, ik heb het idee dat het bos steeds Donkerder wordt’, zei ik.
‘Ja, ik ook’, zei Thomas, hij keek om zich heen. ‘Er zijn hier ook geen magische wezens meer. Ik denk dat we er over een dag of 2 zijn.’
‘Zullen we dan ons kamp opslaan?’, vroeg Lars. ‘We moeten onze krachten sparen, er wacht ons een gevaarlijk gevecht.’
Dus dat deden we. We maakten en kampvuur en aten wat fruit. Er was niet veel fruit meer te vinden in dit Donkere bos. Jasmijns wond zag er dankzij mijn kracht als een stuk beter uit. Ik hoopte alleen dat ik in deze wereld kon blijven, als het gevecht afgelopen was. Wat had de Leider ook al weer gezegd? Alleen ware Liefde kan de kracht van het blauwe licht weerstaan.
Ja, makkelijker gezegd dan gedaan! Ware Liefde… Ik was verliefd op Thomas, maar was hij wel mijn ware Liefde en was hij wel verliefd op mij? Ik hoopte maar dat Lucas mijn ware Liefde niet was. Ik kreeg weer een flashback en ik liet mijn appel vallen. Ik pakte hem weer op en zuchtte.
‘Wat is er, Sophie?’, vroeg Thomas.
Ik schudde mijn hoofd.
‘Niks.’
‘Echt niet?’
‘Het is Lucas…’
‘Oh. Sorry. Ik, ik snap het.’
‘Nee, geen sorry.’
Ik keek hem aan en glimlachte.
‘Dat moet Lucas maar zeggen, trouwens, als hij dat zegt geloof ik hem niet eens.’
Thomas glimlachte. Ik keek hem even heel diep in zijn diepblauwe ogen, ik werd rood en keek de andere kant op.
‘Sophie! Thomas!’, klonk opeens een stem.
Ik keek op. Er kwam een groepje van vier Strijders op ons kamp afgerend. Ik keek ze één voor één aan. Zoë, Mick, Leanne en… Marit!
‘Marit!’, riep ik verbaasd.
Marit glimlachte.
‘Ik ben nu een strijder net als Zoë!’, zei ze trots.
‘Sophie…’
Zoë deed een stapje naar voren.
‘Bedankt… Bedankt dat je Marit hebt gered.’
Ze had tranen in haar ogen, haar lange, Donkerblonde haar hing slapjes naar beneden.
‘Het spijt me dat ik je zo raar behandelde bij de Strijders, Sophie. Ik denk dat het kwam omdat je van Aarde komt. Maar ik vind je superdapper. Je bent dit leven niet gewend, op onze wereld, maar je hebt je ontzettend snel aangepast en nu wacht je een gevecht van leven op dood…’
Ze keek recht in mijn verbaasde gezicht en glimlachte.
‘Ik heb heel veel bewondering voor je’, zei ze.
‘Maar daarvoor zijn we jullie niet gevolgd’, zei Mick.
Hij rommelde in zijn rugzak en haalde er een verfrommeld briefje uit.
‘Dit is van de Leider’, zei hij en hij gaf me het briefje.
‘De Leider?’, vroeg ik verbaasd.
Mick knikte.
‘We moesten erbij zeggen dat de Leider vertrouwen in je heeft’, zei Leanne.
Ze frummelde verlegen aan een haarlok. ‘En dat hebben wij ook’, zei ze.
‘Genoeg gebabbeld’, zei Mick. ‘We moeten weg.’
‘Nu al?’, vroeg Lars verbaast.
Mick knikte.
‘We zijn nodig bij de Strijders.’
‘Lars…’, zei Leanne zenuwachtig.
‘Ja?’
‘Kun je, kun je me helpen om ons thuis te brengen?’
Lars knikte en samen met Leanne zond hij het viertal veilig maar met veel moeite (omdat we al bijna bij de Dims zijn, zei Lars) terug naar de Strijders. Ik popelde van nieuwsgierigheid, dus snel vouwde ik de brief open.
Lieve Sophie,

De laatste tijd ben ik erg geheimzinnig tegen je geweest. Mijn excuses daarvoor. Maar ik zal je vertellen wat ik zo lang voor je verborgen heb gehouden. Laat ik maar snel beginnen. Ik hoop dat je deze brief op tijd krijgt. Jij vond de brief die ik aan je moeder geschreven heb, Sophie. Jouw moeder weet sinds kort over deze wereld, ik zal je vertellen waarom. De reden waarom Lara verdween, is heel simpel. Lara is een meisje met ontzettend veel fantasie. Ze had het niet naar haar zin op Aarde. Via haar dromen is ze in onze wereld gekomen. Toen jij ook verdween voelde ik ontzettend veel medelijden met je ouders, Sophie. Ze hadden 2 kinderen verloren en ik wilde ze vertellen dat Lara en jij veilig zijn. Dus ik vond een manier om contact te krijgen met je moeder, nu weet ze over deze wereld. Natuurlijk wil je nu weten hoe het met je vriendinnen op Aarde is. Ik zal het je vertellen. Je moeder heeft de school verteld dat je tijdelijk bij familie in Amerika bent, omdat je lievelingsnichtje ernstig ziek is geworden. Ik zal je geruststellen, dit is niet waar hoor. Ze heeft alleen je beste vriendinnen Mara, Noa en Sanne, verteld waar je echt bent. Ik moest je van je moeder vertellen dat Mara een vriendje heeft, Thom. Je moeder zei dat je nu waarschijnlijk gaat juichen van blijdschap.

Ik stopte even met lezen en er verscheen een brede glimlach op mijn gezicht. Het was Mara gelukt! Ze had verkering met Thom, op wie ze al jaren verliefd was! Ik las weer verder.

Het gaat erg goed met je vriendinnen, ze hebben begrip voor je situatie en Mara zegt constant dat je in een fantasie film terecht bent gekomen en dat er nu eigenlijk nog een zoenscène moet komen. Mara ratelt maar door, volgens je moeder.

Ik glimlachte weer. Die Mara met haar zoenscènes. Mara was gek op films, als er maar een zoenscène in voor kwam. Stiekem hoopte ik dat er in mijn “film”ť ook nog een zoenscène kwam… Ik bloosde en las verder.

Nu zal ik je meer vertellen over het blauwe licht, Sophie. Dat is heel belangrijk. Wanneer je de Dims hebt verslagen (en dat gebeurd, ik heb alle vertrouwen in je) verschijnt er een fel blauw licht. De kracht van dat blauwe licht zorgt ervoor dat je weer terug naar Aarde keert. Er is maar één manier om hier te kunnen blijven, dat is je ware Liefde vinden, Sophie. Aangezien je thuisplaneet Aarde is, kan dat nogal lastig worden. Maar let op: Alles is mogelijk, als je het zelf maar echt wil. Ik denk dat je wel gemerkt hebt dat het hier nogal draait om “je ware Liefde vinden”ť. Weet je hoe dat komt? Deze wereld is gemaakt met Liefde, uit Liefde en bestaat uit Liefde. Daar kan niemand iets aan veranderen. Zelfs de Dims niet. Zelfs in de Dims zit Liefde. Ze zijn alleen overwonnen door het Duister. Zoals je misschien al weet vechten we tegen de Duistere Kracht en niet tegen de Dims. Dat moet je heel goed onthouden: We vechten tegen het Duister en niet tegen de Dims. Ik geloof in je.

De Leider van de Strijders


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.