Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Story of a broken hearted girl [10-shot] » Part 1: Stay close, don’t go

Story of a broken hearted girl [10-shot]

26 dec 2009 - 12:40

1938

5

384



Part 1: Stay close, don’t go

http://www.youtube.com/watch?v=N-V847NZfcY

I'm staring at the glass in front of me,
Is it half empty of our wins or of all you've given me
I know I've been selfish,
I know I've been foolish,
but look through that and you will see,
I'll do better,
I know, Baby I can do better

If you leave me tonight,
I'll wake up alone
Don't tell me I will make it on my own
Don't leave me tonight,
this heart of stone will sing till it dies,
if you leave me tonight...

Sometimes I stare at you while you are sleeping,
I listen to your breathing
Amazed how I somehow managed to
sweep you off your feet girl,
Your perfect little feet girl
I took for granted what you do
But I'll do better,
I know Baby I can do better.

If you leave me tonight,
I'll wake up alone
Don't tell me I will make it on my own
Don't leave me tonight,
this heart of stone will sing till it dies,
if you leave me tonight...

And don't you know my heart is open,
Oh, it's putting up the fight
And I've got this feeling,
that everything's alright
And don't you see,
I'm not the only one for you, but you're the only one for me...

If you leave me tonight.
I'll wake up alone...

(stay) If you leave me tonight,
(close) I'll wake up alone,
(don't) Don't tell me I will
(go) Make it on my own,
(stay) Don't leave me tonight,
(close) This heart of stone
(don't) Will sing till it dies
(go) If you leave me tonight

Don't leave me tonight...



If you leave me tonight, I’ll wake up alone… don’t go.

‘Zeg het dan,’ fluisterde ik met een brok in mijn keel. Ik wist wat je ging gaan zeggen, ik wist wat er aan ging komen. Ik wist het al die tijd al. Elke keer dat ik huilde, elke keer dat de tranen weer wonnen van mijn glimlach, was ik om deze reden aan het wenen.
Het was mijn grootste angst, op nummer één van de lijst stond ‘jou verliezen’. Liefde is nu eenmaal paradoxaal. Ik hield, hou nog steeds, van je, maar ik was constant bang om je te verliezen.
Ik mag mezelf ergens wel een pessimist noemen. Wanneer een negatieve gedachte in mijn hoofd springt, blijven die maar verergeren. Zo ging het toen ook. Een kleine gebeurtenis kon ervoor zorgen dat ik zo ver afdwaalde in mijn gedachten tot ik bij de ergste rampscenario’s uitkwam, waarna ik een halfuur huilend op bed lag. Ik vond het altijd stom, je zou me niet verlaten, je zou niet zomaar op iemand anders verliefd worden. Dat bleef ik mezelf vertellen. Je had het beloofd. ‘Ik zal je nooit achterlaten, beloofd,’ had je gezegd. Ik hoor het nog steeds haarscherp. Maar die keren dat ik toen huilde, waren dus helemaal niet stom. Ik had het altijd al geweten, ik wist ergens dat op een dag dit zou gebeuren. Ik wou gewoon dat het niet gebeurd was.
Die nacht werd mijn grootste angst dus werkelijkheid. Diep vanbinnen voelde ik dat er iets mis was, maar ik negeerde mijn gevoel. Lang kon ik het niet, ik kon niet slapen met de gedachte dat er iets niet pluis was. Ik vroeg je ernaar.
‘Ik weet niet hoe ik het moet zeggen,’ zei je terwijl je je arm die om me lag wegtrok. Ik rolde wat meer van je vandaan en keek je bang aan. Zelfs in het duister kon ik zien dat ook jouw gezicht droevig stond.
‘Zeg het dan,’ fluisterde ik.
‘Je gaat het niet graag horen…’
‘Zeg het toch maar.’ Mijn hart ging tegen die tijd als een sneltrein tekeer, niet van opwinding maar van grote angst. Het was me nu al duidelijk wat je zou zeggen, maar ik wenste vurig dat het niet zou komen.
Het kwam toch.
‘Ik… voel niet meer hetzelfde als in het begin,’ zei je met een gebroken stem en draaide jouw gezicht weg van het mijne. Ik kon je ook niet meer aankijken, staarde naar het kussen dat ik tegen mijn borst drukte.
Terwijl stille tranen over mijn wangen rolde, probeerde je het uit te leggen. Ik wist dat je het haatte, je praatte niet graag over gevoelens, maar vandaag moest het. Ik moest, wou het begrijpen.
‘Ik zie je nog graag, maar..niet genoeg meer voor een relatie.’
Het licht van mijn kleine nachtlampje verlichtte mijn kamer. Ik kon zien hoe je ogen ook waterig werden, je had ook verdriet. Ik kroop schuchter en bang wat meer naar je toe. Mijn tranen bleven niet stil, huilend en snikkend sloeg ik mijn armen rond je. Mijn verdriet was enorm, het deed zo’n pijn. Je probeerde me te sussen, streelde bezorgd over mijn rug, maar de pijn verdween niet. De tranen stopte af en toe, maar kwamen steeds opnieuw terug.
Ik stelde tientallen vragen, ik wou het begrijpen. Had ik iets fout gedaan? Was het mijn schuld, had ik je verder van me afgeduwd?
‘Nee, het ligt niet aan jou.’
Ik zag dat je het meende.
‘Hoe moet ik nu gelukkig zijn?’ vroeg ik bang.
‘Je vind je geluk wel ergens anders.’
Maar ik vond het moeilijk om je te geloven. Hoe kon je weten dat alles weer goed zou komen, hoe kon je weten dat ik weer gelukkig zou zijn? Je voelde niet wat ik voelde.
Ik denk dat ik meer dan een uur in je armen lag, huilend vol met pijn en verdriet dat nooit meer leek over te gaan. Ik kon me niet voorstellen hoe het nu verder moest. Ik was in de laatste twee maanden nog nooit zo gelukkig geweest en nu zou al dat geluk verdwijnen. Ik zou nu verschrikkelijke weken, misschien zelfs maanden tegemoet gaan waarin ik je meer dan ooit zou missen.
Hoe moest ik verder zonder jou? Je was alles voor me, ik zou alles voor je doen. Ik had nog nooit zo van iemand gehouden, ik had nog nooit zoiets gevoeld. Ik wou die gevoelens niet kwijt, maar ik kon niet veranderen wat je voelde en jij evenmin.
Ik vroeg me af hoe mijn toekomst eruit zou zien. We hadden zoveel gepland, zouden samen Kerstmis vieren, met vrienden op vakantie gaan,… Ik wou nooit meer iemand anders dan jou, je was mijn eerste liefde en ik wou je voor altijd. Ik had me mijn toekomst met jou voorgesteld, een toekomst die ik wou. Ik wou geen andere toekomst, ik wou alleen jou.
Mijn geluk werd van me afgenomen, het droombeeld van mijn toekomst werd weggewist alsof het niets was. Ik wist dat het niet jouw schuld was, het was niemand zijn schuld, maar waarom? Waarom kreeg ik niet de kans om een gelukkig leven te leiden, waren twee maanden het maximum? Het leven is niet eerlijk.
Terwijl we daar rechtop zaten in mijn bed probeerde ik mijn gehuil onder controle te krijgen. Met je duim streelde je lief over mijn hand, iets waar ik altijd zo van genoot. Iets wat je de hele nacht had gedaan op onze eerste nacht die we samen doorbrachten. Die eerste nacht dat we naast elkaar lagen, hand in hand terwijl ik niet kon slapen door de adrenaline die door mijn bloed stroomde. Ja, toen streelde je ook zo over mijn hand. Ik zal het niet vergeten.
Uiteindelijk was je ook niet sterk genoeg om te blijven vechten tegen de tranen. Je huilde met me mee terwijl ik die zoute druppels van je gezicht probeerde te vegen.
‘Niet wenen,’ fluisterde ik. Het was iets wat jij tegen mij al meermaals had gezegd. ‘Waarom ween je?’
‘Omdat ik je zoveel pijn doen…’ Je had gelijk. Je deed me pijn. Pijn die ik nog nooit gevoeld had. Mijn hart was gebroken en die pijn verspreidde zich over heel mijn lichaam. Ik zei niet dat het oké was, want dat was het niet, maar op mijn beurt probeerde ik je te troosten.
‘Moet ik naar huis?’ vroeg je. Daar was de volgende vlaag angst. Je moest naar huis, je kon hier niet de nacht doorbrengen. Het kon niet, maar ik wou je niet zien vertrekken. Als je vertrok zou je niet meer terug komen, ik zou de volgende dag geen lief berichtje krijgen, ik zou niet kunnen aftellen naar de volgende keer dat ik je weer zou zien. Wanneer je hier vertrok, zou ik je zeker een paar weken niet zien. Ik miste je nu al, ik wou dat je bleef. Ik wou niet alleen wakker worden de volgende morgen wetende dat ik je niet meer zou zien.
‘Nog even.’ We wisten beiden dat je naar huis zou gaan, maar ik wou je nog even bij me, nog een paar minuutjes moest ik in jou gezelschap zijn. Nog even…
‘Wat moet ik nu doen op een vrijdagavond…?’ vroeg ik en wreef ondertussen in mijn ogen om de tranen tegen te houden.
‘We kunnen toch nog altijd afspreken,’ stelde je voor. Ja dat konden we, maar het zou nooit meer hetzelfde zijn. Nooit meer zou ik je een kusje kunnen geven als ik daar zin had, nooit meer kon ik je ‘schatie’ noemen, nooit meer zou ik je kunnen knuffelen en hopen dat de tijd stopte.
‘Als ik erover ben.’ Maar ik wist niet hoe lang dat zou duren. Nu leek het nog een ondenkbare opgave, over je heen geraken. Hoe zou het me ooit lukken om niet naar je te verlangen, hoe zou ik ooit kunnen overleven zonder jou naast me?
‘Neem je tijd maar.’ Waarom was je zo lief? Bij alles wat je deed, wees je me erop waarom ik je zo graag zag, waarom ik zoveel van je hield.
‘Ik moet gaan,’ zei je uiteindelijk. Je had gelijk. Je kon hier niet de hele nacht bij me blijven en me sussen, op een gegeven moment zou je toch moeten vertrekken.
In stilte deed je jouw kleren aan. Ik keek, huilde en probeerde elk klein detail in me op te slaan zodat ik niets zou vergeten. Ik wou dat geen enkele herinnering verloren zou gaan, ook niet van deze verschrikkelijke nacht.
‘Mag ik nog een knuffel?’ vroeg ik bang wanneer je klaar was. Ik had een knuffel nodig, een oneindige knuffel. Je knikte en nam me in je armen terwijl ik stilletjes snikte tegen je pull, een pull die ik nooit meer zou mogen dragen als ik het koud had. Ik probeerde me zo dicht mogelijk tegen je aan te drukken, ik probeerde het moment vast te houden en wenste dat iemand op de pauze knop zou drukken. Maar er werd niet gedrukt.
Ik maakte me los uit de omhelzing en in stilte slopen we de trap af. In elkaar gedoken, stond ik als een klein, bang meisje te wachten tot je je schoenen aanhad. Mijn handen om mijn buik geslagen, bevend van de koude en het verdriet. Het deed zo’n pijn.
Een laatste keer voordat de voordeur open ging trok je me tegen je aan. Ik durfde mijn armen niet rond je slaan, te bang dat ik je niet meer zou loslaten, en hield ze dus dicht tegen me aangedrukt, tussen jouw borst en die van mij.
Met een laatste blik op je weg rijdende auto sloot ik de voordeur. De nacht leek nog zo lang, ik wou dat het allemaal maar een nare droom was, dat ik zo meteen wakker zou worden en je naast me lag. Maar het was geen droom. Het was allemaal heel erg echt.
Vanaf het moment dat je de deur was doorgestapt, ontstond er een enorm leeg gat in me. Ik voelde mijn hart niet meer, alles was leeg. Ik had niets meer in me, ik wou niets meer, alleen jou. Ik had geen toekomst meer, geen geluk meer, alleen maar pijn.

Nacht van 20 november op 21 november 2009


Reacties:


EmMiura
EmMiura zei op 3 jan 2010 - 0:21:
Wat is dit?
Ik heb helemaal traanoogjes =C
Het is zo zielig! Maar echt prachtig


bersker
bersker zei op 30 dec 2009 - 19:07:
Het is echt een heel mooi verhaal, en ik denk dat er een hele hoop mensen zich kunnen vinden in dit verhaal


Marshmallow
Marshmallow zei op 21 dec 2009 - 17:49:
Er zijn geen 'herkenbare' dingen als namen of andere dingen, en toch kan ik me erg inleven in de personages. Goed geschreven! (:


AnotherZero
AnotherZero zei op 13 dec 2009 - 17:26:
dit vind ik al echt heel mooi geschreven
& zo droevig
& meeleefbeer
ik lees straks de andere stukjes (:


Discoverxme
Discoverxme zei op 6 dec 2009 - 13:00:
Dit verhaal is echt heel zielig..
ik begon dit verhaal heel slecht, ik had namelijk een vrolijk liedje opstaan. Die had ik dus maar even op pauze gezet
Ik vind dat je heel goed schrijft, maar dat wist je al =)
Ik hoop dat er snel meer komt, ik ben wel beniewd naar wat er allemaal komen gaat ;]