Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » 1 Litre of tears » Hoofdstuk 1

1 Litre of tears

14 dec 2009 - 14:10

3177

6

350



Hoofdstuk 1

Voor Aya Kito ~ Jou verhaal moeten wij ook in Nederland kennen.

1

Samen met mijn moeder liep door de grote deuren van het ziekenhuis heen.
Nu ik buiten stond en een fris lente briesje langs mijn lichaam woei, kon ik weer helder nadenken.
De afgelopen maand is als een waas voor bij gegaan, eerst stort ik in elkaar, kom ik in het ziekenhuis - blijkt dat ik ernstig ziek ben.
Ik kon het niet geloven tot ik het bewijs zag, er zit een groot gezwel in mijn hoofd.
Het goede nieuws was dat hij niet kwaadaardig was, helaas was dat niet echt geruststellend.
De doctor zei dat de tumor niet snel groeide, maar dat het wel degelijk dodelijk is.
Uiteindelijk zal het mijn hersenen plat drukken, en zal ik het niet overleven.

"Max," begon mijn moeder, maar ze maakte haar zin niet af, ze was al weer in haar gedachte verzonken. Dat heb ik altijd al gehaat -mensen die hun zinnen niet afmaken- , maar nu had ik er alle begrip voor. Ik had geen zin om naar mijn moeder te luisteren die zou zeggen dat het allemaal wel goed zou komen, want dat zou een leugen zijn.
We liepen naar de auto en reden zwijgend naar huis.
Tijdens de rit dacht ik aan mijn droom, iets waar ik al heel aan dacht.
Iets wat ik echter op zou moeten geven mijn moeder zou mij nooit laten gaan, nu al helemaal niet.
Die gedachte maakte mij somber, nog erger als dat ik al was.
Thuis liep ik naar mijn kamer, de gordijnen waren nog dicht dus het was erg donker, ik zocht het licht knopje en deed het licht aan. Het was warm hier binnen, een stikkend gevoel nam plaats in mij, ik moest hier weg, snel pakte ik mijn I-Pod en haastte naar buiten.
Ik zette een ruig lied op zodat ik niet instaat was om na te denken en liep stevig door naar het park.
De wind maakte mij weer rustig, ik ging in het gras zitten en keek naar een gelukkige familie.
Een jong stel met een klein kindje, zonder zorgen, zonder enge ziektes.
De wereld zal gewoon door blijven draaien, maar dan zonder mij.
Mensen zullen mij missen, maar op een gegeven moment vergeten.
Ik zakte achterover in het gras en sloot mijn ogen, de zwakke zon deed een poging mij te verwarmen, maar de wind vocht terug.
Ik lag al een tijdje in het gras tot ik een hand op de mijne voelde.
Ik opende mijn ogen en haalde de dopjes uit mijn oren.
Mijn beste vriend Max was naast mij komen zitten en keek mij zorgvuldig aan.
"Hey Max." begroette ik hem.
Er kwam een grote glimlach op zijn gezicht, "Hey Max."
We lachte allebei, we hadden de zelfde naam, alleen was mijn volledige naam niet Max en de zijne wel. Nee voor mij was Max een afkorting.
"Hoe was het in het ziekenhuis?" vroeg hij nieuwsgierig.
Ik zuchtte, "Nou, er is niks veranderd, alleen ze zijn er achter dat ie niet kwaadaardig is, maar hij is niet ongevaarlijk." een waterig glimlachje toverde ik op mijn gezicht.
Nu ik het hardop zei tegen Max voelde ik mij nog slechter, het leek nu nog echter, werkelijker.
Tranen welde op in mijn ogen, de eerste tranen die ik zou laten om mijn ziekte. Snel veegde ik ze weg maar Max had het al gezien -hij is ook altijd zo oplettend- hij kwam dichter mij me zitten en trok mij tegen hem aan. Zijn handen wreven zachtjes over mijn rug, hij zei niks en de tranen bleven maar stromen.
Na een lange tijd werd het geluid van mijn snikken verbroken, mijn telefoon ging.
Ik pakte die snel uit mijn zak en aarzelde, het was mijn huisnummer.
Max pakte de telefoon uit mijn handen en nam op.
"Hallo, met Max." zei hij met een diepe stem.
Mijn ouders mochten Max graag, dat komt omdat we samen opgegroeid zijn, maar Max moet je wel gewoon aardig vinden.
"Nee, het gaat prima, vindt u het goed als Maxi vandaag bij mij thuis eet?" vroeg hij waarschijnlijk aan mijn.. vader? Ja, ik denk het wel, hij noemt mij altijd Maxi.
"Oké, dag!"
Wat moet ik zonder hem? Ik had het niet aangekund om nu naar huis te gaan.
Hij gaf mijn telefoon terug en ik stopte die in mijn zak, "Gaat het weer een beetje?" vroeg Max bezorgt.
"Ja, bedankt."
"Zo, wat wil je eten? Mijn ouders zijn er niet dus ik dacht aan een pizza."
"Dat klinkt goed."
We stonden op en liepen richting zijn huis, onderweg kletste we wat over school.

"Mam, Pap, weet je er is iets dat ik echt héél graag wil doen." zei ik onder het ontbijt.
"Wat is dat dan?" vroeg mijn vader nieuwsgierig.
"Nou, ik zou graag een uitwisseling willen maken.."
"Daar komt niks van in!" onderbrak mijn moeder mij.
"Maar mam! Ik wil het zo graag, dat kan je me niet verbieden!"
"O jawel hoor, zolang je onder mijn dak woont volg je mijn regels." wierp ze tegen.
"Tja, als je het zo bekijkt." zei ik. "Je vergeet alleen dat als ik een uitwisseling doe dat ik hier niet meer woon."
"Max, je blijft hier, zolang je er nog bent, we moeten al ..." Ik wist wat ze wilde zeggen en ik wist ook dat ze het niet kon.
"Maar wil je dan dat ik hier blijf en ongelukkig ben? Of dat ik weg ga en gelukkig ben?"
"Maar,"
"Mam, Pap, het is zo belangrijk voor mij. Ik ben oud genoeg om alleen te wonen, ik ga gewoon naar school."
"Ik vind het maar niks." zei mijn moeder.
"Ik vind het eigenlijk wel een goed idee," zei mijn vader "ze heeft gelijk, ze is oud genoeg en waarom zouden wij haar tegen houden als ze het echt wil?"
Dank je pap
Ze keek giftig weg en ik besloot dat het tijd was voor school.
Vandaag zou ik weer voor het eerst in één maand naar school gaan, ik had school best wel gemist - het huiswerk natuurlijk niet.
"Ik ga naar school! Dag." snel stond ik op en liep naar mijn fiets.
Ik fietste naar Max z'n huis en hij stond al te wachten.
"Goedemorgen Maxi! Zin in school?" grijnsde hij.
"Hehe, eigenlijk wel ja!"
"Nou, wees voorbereid niet iedereen is blij met je terugkomst."
"Dat weet ik, maar ik heb jou."
"Dat is waar, laat je niet gek maken."
Hij lachte en ik lachte mee.
Toen we op school aankwamen ging de bel, we kwamen altijd maar net optijd binnen, dus nu ook. We hadden als eerste les Aardrijkskunde, snel racete we naar de klas.
De klas viel stil toen Max en ik al pratend binnen kwamen, het was een beetje ongemakkelijk en ik zag dat mijn gebruikelijke plek -naast mijn vriendin Maureen- bezet was, daarom liep ik met Max mee naar zijn lege tafel.
Meneer de Salf liep naar de tafel waar ik net aan was gaan zitten en kwam naast mij staan.
"Max, zou je even met mij mee kunnen gaan naar de gang?" vroeg hij vriendelijk.
Ik knikte en stond op achtervolgd door nieuwsgierige, boze en bezorgde blikken en liep naar de gang.
"Hoe gaat het met je?" vroeg hij bezorgd.
"Het gaat prima met mij, nu nog wel." Ik glimlachte.
"Oké, ga maar de les in, alleen als het niet gaat moet je het zeggen."
"Meneer, er is nog niks aan de hand, oké ik ben één keer in elkaar gestort, maar het is nu alweer goed."
Hij lachte en we liepen weer de klas in, waar ik weer naar mijn plek liep.
Max keek best chagrijnig, o oh, wat is er gebeurd.
"Max?" vroeg ik voorzichtig.
Hij keek weg, dit is niet normaal, kwam dit door mij? Omdat hij het wel erg vind dat ik ziek ben?
Ik heb me nooit echt in deze klas thuis gevoeld, er zaten veel te veel jaloerse mensen in, dat soort dat een ander niks gunt. Ik ben een maand niet op school geweest en de klas had maar een klein verhaaltje gehoord over mijn afwezigheid.
De enige echte vriend die ik ooit op deze school heb gehad was Max, hij redde mij altijd uit de brand.
"Maxí­me, waar ben je geweest? Ik heb je wel gemist hoor." zei Alissia.
"Dank je Alissia, maak je geen zorgen ik had gewoon geen zin in school."
Uugh, Alissia aan haar heb ik echt een hekel, ze wil alles weten en gebruikt het tegen je.
"Maar je lag toch in het ziekenhuis? Wat had je?"
"Eh, ik was niet in staat om op school te komen" zuchtte ik.
"Maar, .."
"Alissia, hou je er buiten, als je had willen weten wat er aan de hand was had je naar het ziekenhuis moeten gaan." viel Max uit tegen haar.
Ik keek Max aan en zag nog steeds die geïrriteerde blik in zijn ogen.
Hij komt wel steeds voor mij op, maar hij wordt er absoluut niet gelukkig van.
Dit kan ik hem niet aan doen, ik zal afstand moeten doen van mijn beste vriend. Hij hoeft mijn pijn niet te voelen, hij hoort een normale jeugd te hebben.

De rest van de dag verliep langzaam, leraren waren nieuwsgierig, maar niet zo nieuwsgierig als de leerlingen. Ik wilde niet te veel in detail treden dus bleef er een beetje vaag over.
Het deed pijn om ver weg te blijven bij Max, elke les hield hij een plekje vrij voor mij maar ik ging er niet zitten. Toen hij er naar vroeg zei ik dat ik even alleen wilde zijn, hij knikte enkel.
Tijdens mijn laatste uur werd ik ziek, zo misselijk ben ik nog nooit geweest.
Ik liep snel naar de docent om te vragen of ik even naar de wc mocht en rende door de gang naar het toilet. Daar spuugde ik mijn hele maag inhoud er uit.
Een kwartier lang was ik niet instaat om te bewegen, dus bleef ik zitten op de koude harde grond.
Er liepen tranen over mijn wangen, maar ik was te vermoeid om ze weg te vegen.
"Max? Max, ben je hier?" zei een bekende stem aarzelend.
"Ja" zei ik met een schorre stem, ik stond op en deed de deur open.
"Max, wat zie je er uit!" zei Maureen.
"Ik voel me niet zo goed, ik ga naar huis."
We liepen samen terug door de gang naar het lokaal -ik was me er van bewust dat ik er niet uitzag- .
Zodra we binnen kwamen viel de klas stil.
"Meneer, ik ga naar huis." zei ik.
"Maxime, gaat het wel? Moet er iemand met je mee?" vroeg hij bezorgd.
"Nee, ik red het wel hoor." Ik lachte een beetje waterig.
Max sprong op en pakte zijn spullen, "Ik breng je naar huis." zei hij.
NEE, wilde ik schreeuwen.
"Dat is niet nodig, ik wil geen excuus zijn zodat jij eerder naar huis kan." wierp ik tegen.
Er kwam een gekwetste blik op zijn gezicht.
Sorry Max, het spijt me.
Hij bleef staan en keek me aan, die blik deed zo'n pijn. Ik rende naar mijn tafel, pakte mijn spullen en rende nog harder de klas uit.

Zodra ik thuis was -oh wat ben ik blij dat mijn ouders nog aan het werk waren- besloot ik een verklaring aan Max te schrijven.

Ik lag op bed toen mijn moeder binnen kwam, ik deed alsof ik sliep zodat ik geen gesprek met haar hoefde te hebben. Ik had sowieso niks meer te zeggen, het was te moeilijk.
Het was zeven uur toen ik weer wakker werd, er waren stemmen op de gang.
De deur van mijn kamer ging open en er liep iemand naar binnen, ik moest weten wie het was maar wilde niet kijken.
Mijn bureau stoel verschoof en er ging iemand zitten.
"Maxi, ben je wakker?" hoorde ik Max' stem zeggen.
Er schoot een shock door mijn lichaam, wat doet hij hier? Waarom maakt hij het alleen maar moeilijker? Ik kon er niks aan doen maar ik kón hem gewoon niet negeren.
"Wat is er?" vroeg ik vermoeid.
Hij ademde diep in voordat hij begon met spreken, "Max, waarom gedroeg je je vandaag zo.. afstandelijk?"
"Daar," wat moest ik zeggen? "Daar wil ik het niet over hebben."
"Maar ik wel! Max, je gedrag was kinderachtig, jij weet niet wat ik de afgelopen maand heb moeten doorstaan zonder jou."
Ik zweeg en keek weg.
"Max, ik ben altijd bij je geweest de afgelopen maand en ik heb je gesteund, Demi wilde het zelf uitmaken omdat ik nooit tijd voor haar had, wat is er gebeurd?"
Juist ja, zijn vriendin hoe kon ik die vergeten? Toen ik twee jaar geleden zei dat ik verliefd was op hem zei hij enkel dat hij mij niet zag als zijn vriendinnetje. Ik was er kapot van maar bleef verliefd, zelfs nu.
"Daarom! Je zei het zelf al! Omdat je een vriendin hebt waar je nooit tijd voor hebt. Ik wil jullie niet uitelkaar drijven, ik wil niet dat het mijn schuld is. Je zit nu hier. Waarom niet bij haar?"
Ik kon er niks aan doen maar ik begon te huilen.
"Maar op school kunnen we toch wel samen zijn?" zei hij zacht, "Want hoelang hebben we nog samen?"
"Max, als ik jou was zou ik er maar aan wennen dat ik er niet meer ben." zei ik bot.
Zijn gezicht veranderde, niet gekwetst, niet teleurgesteld, dit kon ik nooit meer recht zetten.
"Max, het spijt me."
"Nee, het kan me niks schelen, ik heb vrienden zat, ik kan je wel missen."
Dí¡t had ik niet verwacht en dat deed pijn, heel veel pijn.
Hij stond op en liep weg, Dag Max, mijn liefde en beste vriend.

De volgende dag liet ik me niet kennen en ging gewoon naar school.
Het was alleen anders, ik stond er nu alleen voor, zonder Max was ik niks. Hij is heel populair en kende iedereen, dus iedereen was ook aardig tegen mij omdat we vaak samen waren. Nu keek niemand mij aan en als ze dat al deden was het geen vriendelijke blik.
Toen ik de klas in kwam, viel mij gelijk iets op. Een nieuw gezicht, nouja hij was eigenlijk heel bekend, Demi zat naast Max.
Ik ging zitten en de leraar vertelde over Demi, fijn dit kon er ook nog wel bij.
De les ging langzaam voorbij ik had niks te doen behalve natuurlijk het opgedragen schoolwerk.
Onder de les irriteerde ik mij aan Demi en Max, zo klef had ik ze nog nooit gezien. Was dit puur om mij te irriteren? Nee, dat zou hij nooit doen.
Het uur sleepte zich voort en ik begon te dromen aan de uitwisseling die ik zo gaan maken, ver weg van huis, van bekende mensen en vooral weg bij Max.
De bel ging, wat is dagdromen toch een goede tijdverdrijving,
Rustig liep ik naar mijn volgende les, nog steeds diep in gedachte verzonken waardoor ik ook niet op de rest van de wereld lette. Er botste een jongen tegen mij op waardoor ik mijn evenwicht verloor en op de grond viel. Verbaasd keek ik op, ik stond helemaal perplex, ook was er geen helpende hand ze lieten me gewoon zitten.
In een snelle flits zag ik Max kijken, niet bezorgd hij lachte zelfs -hij lachte mij uit.
De dag kon mij niet snel genoeg gaan, maar toen ik eenmaal thuis was wist ik dat ik een gesprek moest aangaan met mijn ouders.
“Pap, ik weet dat ma het niet wilt maar ik moet die uitwisseling echt maken.”¯ Begon ik.
“Dat weet ik Max, daarom heb ik al alles voor je geregeld. Je moeder heeft het liever niet maar ze wilt je die droom niet afnemen.”¯
Wat?“Meen je dat?”¯ tranen stonden in mijn ogen, dit moment kon niemand mij meer afnemen.

In mijn kamer dacht ik terug aan het gesprek tussen mijn ouders en mij.
Over één week zal ik naar Japan verhuizen, daar zal ik in een klein appartementje zitten vlak bij school en ziekenhuis. Ik moet mij wekelijks melden bij het ziekenhuis voor controle en school is natuurlijk verplicht.
Ik keek naar mijn bureau, daar lag het schriftje wat ik ooit van Max had gehad. Het was eigenlijk geen slecht idee om er in te schrijven, gewoon om te vertellen hoe ik mij voel.
Misschien bood het wel opluchting.

Lieve Max,
Wat een dag.
School was -mede dankzij jou- een ramp, thuis was het gelukkig beter.
Ik ga weg uit Nederland, ik wil wat zien van de wereld dus ik ga naar Japan.
Het zal moeilijk worden en ik ga het je absoluut niet vertellen, want daar heb jij nu niks mee temaken.
Onze vriendschap is voorbij, maar toch schrijf ik je dit, waarom zou je denken.
Ja, dat vraag ik mijzelf ook af.
Alleen ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om onze vriendschap zo te beïndigen.


Alle ogen waren op mij gericht, ik sloot mijn ogen wat zou ik ze vertellen? Had ik het thuis maar bedacht daar is het nu helaas te laat voor. School, dit was mijn laatste uur dus nu kon ik het ze vertellen.
“Zoals jullie wel weten, ben ik een paar weken weg geweest van school. Dit had een reden, 2 maanden geleden is er bij mij een tumor geconstateerd." Verbaasde gezichten staarde mij aan.
"In eerste instansie wilde ik gewoon naar school blijven komen, totdat ik wegens mijn tumor niet meer kon komen. Ik word hier echter niet meer geaccepteerd op school en ik word er dood ongelukkig van." Mijn stem sloeg over, dit viel een stuk zwaarder als verwacht.
"Daarom heb ik besloten om van school af te gaan, ik heb hier eigenlijk niets meer te zoeken."
Zo dat was er uit.
"Wat ga je nu doen?" vroeg Demi.
"Ik ga weg van hier, weg van jullie, begrijp me niet verkeerd hoor. Ik ren niet weg, ik ga alleen door met mijn leven." Ik haalde diep adem. "Zo lang ik die nog heb.".
"Max?" begon Kyle, "Is je tumor kwaadaardig?"
Wauw, er is zomaar iemand geïntereseerd.
Ik schudde mijn hoofd, "Hij is niet kwaadaardig."
De bel ging, ik pakte mijn tas en liep de deur uit.
"Max!" een paar mensen waren mij achter na gerend.
Ik draaide mij om, "Ja?" Het bleef een tijdje stil, ik zuchte en draaide mij om.
"Ik wil even zeggen dat het me spijt, dat ik zo onaardig was, bedoel ik." zei Maureen.
"Je hoeft niet weg te gaan, we kunnen verder gaan en nooit meer zo tegen je doen!" riep iemand die achter Maureen stond, ik herkende de stem niet.
"Ik ga weg hoe dan ook! Dit was mijn droom en ik kan het nu eindelijk waarmaken, ik wil gewoon gelukkig zijn." zei ik, kijkend naar de groep mensen in de deuropening.
Sommige knikte en sommige bleven mij aanstaren.
Opeens liep Max door de groep mensen heen recht naar mij toe.
Hij pakte mijn schouders vast en schudde mij hard door elkaar.
"Je bent een aansteller Maxime, je doet alsof je nog maar twee weken te leven hebt. Ik kan er niet meer tegen, ik haat je, ik haat je, IK HAAT JE!" schreeuwde hij.
Demi trok mij los, "Max beheers je!" schreeuwde ze tegen hem.
Hij keek mij woedend aan, zijn vuisten waren gebald en hij had een zware ademhaling.
Er welde tranen op in mijn ogen, ik bén een aansteller, hij is altijd eerlijk tegen mij geweest waarom zou hij nu opeens liegen? Ik werd woest hij haatte mij?
"Ik hoop dat ik je nooit meer zal zien!" schreeuwde ik "Sorry voor alle last die ik je heb gegeven!" De tranen begonnen te stromen.
Ik draaide me om en liep weg, ik was verdoofd het was oneerlijk, hoe kon ik hem zo teleurstellen?


I thought to myself, hmm I see. My mom is probably in more pain than I am in. My mom works thinking about people who need help and are in pain. When I think about that, I can put up with my troubles. For my parents, myself, and for the society, I decided to continue doing my best with the hope of being able to live.


Reacties:

1 2

Paperplanes
Paperplanes zei op 3 jan 2010 - 15:04:
wauw! Beautiful work


Liekerd
Liekerd zei op 29 dec 2009 - 11:15:
Wauw mooi geschreven


JolienJolien
JolienJolien zei op 23 dec 2009 - 23:42:
goh, zo lange hoofdstukken o_o


Renske zei op 13 dec 2009 - 21:11:
WAUW!! mooi verhaal..wel idd nog weinig reacties, maar ik ga snel verder lezen..


EmMiura
EmMiura zei op 12 dec 2009 - 16:56:
Dit is zeg maar een inleiding van het gehele verhaal, daarom volgt alles zich erg snel op. Een kleine samenvatting, zo zou je het ook kunnen noemen.