Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Bermuda Triangle » Hoofdstuk 6.1

Bermuda Triangle

3 jan 2010 - 14:15

822

1

184



Hoofdstuk 6.1

Beetje kort, beetje nutteloos, maar ach.

Alle vier waren ze op gestaan en keken ze in de richting waar het geluid vandaan kwam. De bewakers van de Amon Do hadden hun wapens gereed, maar de Amon Do die sliepen kwamen ook langzaamaan tevoorschijn uit hun tenten. Een aantal keken al vol verwachting naar hun uitverkorenen, maar die uitverkorenen deden niets anders dan verschrikt kijken naar waar het geluid vandaan kwam. Marina kwam naar hen toe gesneld. ‘Doe iets!’ riep ze hen toe.
‘En wat opper jij dat we doen?’ vroeg Kat. ‘We weten nog helemaal niet hoe we onze krachten moeten gebruiken.’
‘Als jullie niets doen, verwoest deze demon het dorp,’ zei Marina.
‘Marina heeft gelijk,’ zei Solegna. ‘We moeten iets proberen. We zijn niet voor niets de uitverkorenen.’
‘Maar,’ begon Kat.
‘Niets te maren, cowgirl,’ zei Connor. ‘We hebben een volk te redden. Kom mee.’ Connor rende in de richting waarvan het geluid vandaan kwam.
Solegna haalde haar schouders op. ‘We moeten iets doen,’ zei ze tegen Kat, waarna ze Connor volgde.
Kat keek van Ben naar Marina. ‘Oh fijn, alleen maar omdat hij geen kracht heeft mag hij blijven,’ zei ze. Toen zuchtte ze. ‘Ik ga al, ik ga al.’ In een sloom drafje volgde ook Kat Solegna en Connor. ‘Trouwens, dit is de demon die onder de grond zit!’ riep Marina hen achterna.
‘Ook dat nog,’ mompelde Kat.
Ben en Marina keken hen na. ‘Denk je dat ze het redden?’ vroeg Ben.
‘Nee,’ zei Marina. ‘Ze kennen hun krachten nog niet goed genoeg. Maar uiteindelijk zullen ze er wel in slagen en de alle demons verslaan. Zo staat het in de voorspelling.’
‘Maar niet altijd komen alle voorspellingen uit. Ik kan nu wel voorspellen dat het morgen regent, maar dat hoeft nog niet zo te zijn.’
‘We moeten hopen dat het lukt,’ was het enige wat Marina zei.
‘Hopen is voor watjes,’ bracht Ben daartegenin.

Kat liep in op Solegna en Connor. Hun maffe kleding bleek niet zo in de weg te zitten als van te voren gedacht. Het maakte het niet moeilijker om te bewegen. Toen Kat volledig bij was, vroeg ze: ‘En, wat is het plan?’ Meteen hielden Connor en Solegna halt.
‘Een plan?’ vroeg Solegna.
‘Ja, een plan,’ zei Kat. ‘Zo’n ding waarbij je van te voren bedenkt wat je gaat doen om wat je moet doen te laten slagen.’
‘Ik weet wat een plan is,’ zei Solegna bits.
‘We hebben nog niet echt een plan,’ zei Connor.
Kat zuchtte geïrriteerd. ‘Ik stel voor dat we er nu mee beginnen eentje te maken, en snel ook.’
Het gerommel van de demon kwam steeds dichterbij en de grond onder hun voeten begon te trillen.
‘Het is dus de gronddemon die niet tegen lucht kan. We moeten hem onder de grond vandaan lokken, want onder de grond kunnen we hem vast niet aan,’ zei Kat.
‘Hoe doen we dat dan?’ vroeg Solegna.
‘Al sla je me dood,’ zei Kat, ‘Maar we moeten wel opschieten want dat monster komt snel dichterbij.’
‘Ik kan de tijd stilzetten,’ zei Connor.
‘En wat dan nog?’ zei Kat. ‘Dan ben je alleen in een vacuüm waar je niets kan dan nadenken?’
‘Zo nutteloos is het nu ook weer niet,’ zei Connor. ‘Ik kan mezelf ook verplaatsen. Tijd en ruimte,’ verduidelijkte hij zijn kracht.
‘Dat is heel fijn,’ zei Kat haastig, ‘Maar dat helpt ons totaal niets met die demon!’
‘Jij doet anders ook niets dan ons bevelen te geven dat we een plan moeten verzinnen. Zelf verzin je ook niets,’ zei Solegna.
‘Dat komt omdat alle plannen die ik verzin mislukken,’ zei Kat.
‘Vast niet,’ zei Connor.
‘Toch wel,’ zei Kat terug. ‘Dus aan jullie de eer.’
De demon kwam nu dichterbij en hij ging duidelijk op het dorp van de Amon Do af. Als hij zo zou rommelen onder het dorp van de Amon Do, zou het dorp instorten en zou het vast een hele tijd duren voor alles gerepareerd was. Ze moesten nu snel een plan verzinnen, anders zou het te laat zijn.
‘Eh,’ zei Solegna.
‘Eh,’ zei ook Connor.
Kat zuchtte. ‘Goed plan. Daarmee overwinnen we hem vast,’ zei ze.
‘Hou nou eens je mond!’ gilde Solegna naar Kat.
Kat keek Solegna aan met grote ogen en deed haar mond open om iets te zeggen. Toen besloot ze om hem maar dicht te houden. Ze keek naar Solegna, haar uitdagend om iets nuttigs te zeggen.
Maar het was al te laat, en dat wisten ze alle drie. Er was geen tijd meer om een plan te bedenken en al helemaal geen tijd meer om het dan ook daadwerkelijk uit te voeren. Het monster kwam dichterbij, en het was zo goed als zeker dat hij het dorp van de Amon Do zou verwoesten. Het enige wat ze nu konden doen was hopen, ook al was hopen voor watjes. Ze konden alleen maar hopen dat de grond demon niet te veel schade aan zou richten.
Op dat moment gebeurde er iets totaal onverwachts. Iets wat noch Kat of Connor, noch Solegna, noch ook maar iemand van de Amon Do had kunnen bedenken. Het gerommel hield op.


Reacties:


Astarte
Astarte zei op 3 jan 2010 - 20:17:
Ik vind het wel een goed stukje, maar ik was wel even kwijt hoe het ook alweer met die demonen zat...