Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen ιn schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Twilight » The Fortress Of Tears » Verwarring

The Fortress Of Tears

6 jan 2010 - 12:10

4607

0

266



Verwarring

Maci

Ik reed op mijn fiets door de straten, mijn haar danste om me heen door de wind. Ik reed naar mijn favoriete huis. Het huis van de Clearwaters. Seth gaf een verjaardagsfeest, hij zou vandaag vijftien worden. Te gek vond ik het, ik fietste wat harder. Ik glimlachte breed, ondanks mijn ruzie met Embry vanmiddag was ik zeker goed gehumeurd. Ik had het gevoel dat er iets goeds ging gebeuren. Daar was ik van overtuigd. Ik parkeerde mijn fiets tegen het hekje van hun tuin. Huppelend ging ik naar de voordeur. Seth deed open. Het was alsof de tijd stil stond, ik keek naar hem. Seth hield zijn adem in en keek me verwonderd aan, een paar minuten bleef hij stok stijf staan. Wat deed hij nou dom dan? Ik grinnikte en Seth schudde verward zijn hoofd. ‘’Hé.’’ Zei hij. ‘’Gefeliciteerd!’’ zei ik en ik omhelsde hem. Zijn warme lichaam voelde goed, beter dan normaal. Hij hield mij vast en ik wou dat hij me niet meer los liet. Dit was echt raar. ‘’Ik heb een cadeautje voor je.’’ Zei ik. Hij glunderde. ‘’Waar?’’ ‘’Wil je het nu hebben?’’ Seth knikte opgewonden. Ik pakte uit mijn broekzak een klein ingepakt zakje. Ik legde het in zijn hand. Hij maakte het gretig open en haalde een klein houten polsbandje uit het papier. Seth bekeek het eens goed. Seth & Maci stond erin gegraveerd. ‘’Dit is zo gaaf.’’ Zei hij en hij sloeg zijn armen opnieuw om me heen. Zijn warmte overweldigde me. Ik snoof zijn heerlijke geur op. Hij bleef me vast houden alsof hij ook niet meer wou los laten. ‘’Nou tortelduifjes ga eens snel naar binnen voordat Embry binnen komt.’’ Zei Leah tegen ons toen ze door de hal heen liep. Embry… dacht ik. Was hij er ook? Ja tuurlijk, maar ik wou dat hij niet kwam. Seth stak zijn hand met het polsbandje uit. ‘’Omdoen?’’ vroeg hij. Ik glimlachte en pakte knoopte het om zijn pols. ‘’Zo vergeet je me nooit.’’ Zei ik. ‘’Dat doe ik toch nooit.’’ Seth pakte mijn hand en trok me mee naar de woonkamer. Op de tafel stonden allemaal flessen met drinken en schalen met hapjes. Sam, Paul, Jared, Jacob, Quil, Emily en Embry zaten op de drie banken. ‘’Ha Maci.’’ Sam knikte naar mij. Ik hoorde de groep ademen en ze snoven de geur van mij op. Embry glimlachte naar me. Normaal zou ik dan smelten maar het deed me niks. Alsof mijn liefde voor hem was stukgeslagen, was gestolen. ‘’Hé.’’ Zei ik. ‘’Hoe was je pokeravond?’’ vroeg Embry. ‘’Oh, goed. Ik heb een paar shots gewonnen.’’ Zei ik trots en ik plofte op een nog lege bank, Seth ging naast me zitten. ‘’Poker avond?’’ vroeg Sam nieuwsgierig. ‘’Ja. Je kent poker toch wel?’’ ‘’Ja, tuurlijk. Ik ben er erg goed in. Mag ik een keer mee?’’ vroeg Sam. Ik moest lachen. ‘’Oh dat lijkt me niet handig. Vampiers only snap je. We zetten geen geld maar bloed in. Het is best interessant met al de gaven die we hebben.’’ Ik glimlachte. ‘’Wow, creepy.’’ Zei Sam. ‘’Moet je zien wat ik van Maci heb gekregen.’’ Zei Seth en hij stak zijn arm uit naar Jacob. ‘’Gaaf.’’ Zei hij en hij glimlachte. Ik zag uit een ooghoek Embry jaloers kijken. De avond vloog voorbij. Embry vroeg me of hij me naar huis moest brengen maar ik bedankte. Op een of andere manier keek ik heel anders tegen Embry aan. Hij verliet het huis van de Clearwaters net als de rest. Seth stond in de deur Emily en Sam uit te zwaaien. ‘’Maci?’’ riep hij. ‘’Seth?’’ zei ik en ik liep naar de hal toe. ‘’Ik vond het erg leuk dat je vanavond kwam.’’ Zei hij, hij werd rood. ‘’Dat is toch logisch, je bent de allerbeste.’’ Zei ik. Hij glimlachte breed. ‘’Moet ik je naar huis brengen?’’ vroeg Seth. ‘’Ben je gek? Blijf lekker binnen, het is ijskoud buiten.’’ ‘’Zullen we morgen wat doen?’’ vroeg hij een beetje onzeker. ‘’Ja, leuk wat?’’ ik voelde een warmte me vanbinnen vullen. ‘’Geen idee, maakt niks uit. Kom je hier naartoe?’’ ‘’Ja, tegen uur of twee?’’ ‘’Is goed.’’ Zei hij en hij zwaaide mij ook uit. Buiten was het gaan sneeuwen. Ik liet de sneeuw op mijn huid liggen en pakte mijn fiets. Ik was veel sneller als ik zou gaan rennen, maar fietsen was beter. De straten waren stil en afgelegen. Natuurlijk, wie fietste er nou nog om half een ’s avonds. Maar het maakte niets uit, niemand kon mij wat maken. Ik verheugde me op morgen, op Seth. Ik zette mijn fiets in de garage en liep ons huis binnen. ‘’Hé Maci.’’ Zei Alice. Ze liep op me af in haar huppelend loopje. ‘’Hoe was je avond?’’ vroeg ze.

Ik zat op de bank bij Seth, hij was vijftien geworden een paar weken geleden en dat hadden we gevierd met een feest. Ook al leek hij veel ouder dan vijftien. Bij Seth was alles makkelijker. Mijn relatie met Embry was een beetje gaan wankelen door een lange ruzie en door zijn afkeer voor vampiers. Seth was bevriend met de Cullens en met mij, waardoor ik bijzonder gefascineerd door hem was, Seth was alles behalve standaard, hij was geweldig. ‘’Hoe is het met Embry en jou?’’ vroeg Seth na een tijdje te hebben gekletst. ‘’Geen idee, niet zo best denk ik.’’ ‘’Weetje wat hij denkt?’’ ‘’Nee…’’ ‘’Hij denkt dat je wat wilt met Jacob, ik zei hem dat het onzin was maar hij wou het niet geloven.’’ ‘’Denkt hij dat echt?’’ Seth knikte. Ik slaakte een zucht. ‘’Hij is altijd zo jaloers als ik bij andere jongens ben, dan gaat hij schreeuwen. Als hij nou gewoon zegt wat hij denkt…’’ ‘’Kijk gewoon in zijn hoofd dan…’’ ‘’ Seth, je weet dat ik dat niet doe!’’ ‘’niet wilt.’’ Verbeterde hij me. ‘’Je had hem moeten horen schreeuwen vanochtend joh, toen ik vertelde dat wij samen naar de bruiloft van Ed en Bells gaan…’’ Seth haalde zijn schouders op. ‘’Geef hem wat tijd… Heb je hem ook meegevraagd.’’ ‘’Ja… hij zei hij nog liever zijn benen er afhakt…’’ ‘’Hij is gewoon overstuur, hij denkt dat jij hem niet meer wilt.’’ ‘’De aansteller.’’ zuchtte ik en ik liet mijn hoofd op Seth zijn schoot rusten. Seth aaide mijn haar. ‘’Ik kom binnen dus als jullie zogenaamd niet zitten te kleffen moeten jullie het zeggen want dan blijf ik weg.’’ Schreeuwde Leah, die altijd dacht dat ik met Seth vreemd ging, wat niet zo was, ook al zou ik dat soms, heel vaak, wel willen. ‘’Blijf dan maar weg!’’ Schreeuwde Seth en de voetstappen van Leah gingen de andere kant op. Seth glimlachte breed en bloosde. ‘’Zussen…’’ zei hij en hij lachte, ik ook. Bij Seth was het altijd goed, geen gezeur geen drama. Ik voelde mijn mobiel in mijn zak trillen. ‘’Gadver, telefoon.’’ Zei ik en ik pakte mijn mobiel. ‘’Sms?’’ vroeg Seth . Ik knikte. 1 nieuw bericht. Ik klikte op openen. ‘’We moeten praten, het is belangrijk. Waar ben je? Van Embry…’’ citeerde ik. Seth keek me aan. Bij Seth, wat is er aan de hand? Stuurde ik terug. ‘’Het is vast niet heel erg.’’ Zei Seth en hij aaide mijn haar weer. ‘’Misschien niet…’’ Toen ging mijn ringtone af. Inkomende oproep: Embry Ik nam op. ‘’Hé!’’ . ‘’Hai’’ zei Embry kortaf. ‘’Wat is er aan de hand?’’ ‘’Ik ga weg, voor een tijdje, naar… doet er niet toe.’’ ‘’Wat ga je doen?’’ ‘’Ik heb tijd nodig, wat dingen uitzoeken…’’ Zei hij. Seth moest niezen. ‘’Wie is bij je?’’ ‘’Seth…’’ ‘’Oh… nou je weet dat ik weg ben dus… over een week… ofzo’’ Embry had opgehangen. ‘’Hij gaat weg.’’ ‘’Waar gaat hij heen?’’ ‘’Geen idee, hij zei dat hij wat dingen moest uitzoeken.’’ Seth knikte begrijpelijk. ‘’Zal ik je bij school afzetten?’’ vroeg ik toen ik op de klok keek en zag dat het al bijna tien uur was. ‘’Ja, mijn les begint om half elf, de jouwe?’’ ‘’om acht uur.’’ ‘’Dan heb je al twee gemist!’’ ‘’Nou en.’’ Zei ik en ik stond op. ‘’Kom, dan rijd ik je naar school toe.’’ Na Seth af hebben gezet reed ik door naar Forks, parkeerde mijn auto voor de school en pakte mijn schooltas. Een groepje meiden zat buiten onder een afkapping te roken aangezien het regende. Toen ik langs ze liep hoorde ik mijn eigen naam een paar keer. Ik rolde met mijn ogen en liep naar binnen, kansloze trutten. De kantine was leeg dus ik was bang dat de les al begonnen was? Wat had ik? Geschiedenis? Haastig liep ik door de gangen van de school. Wegdromend bij Seth, en verward door Embry. Lokaal 45B ik opende de deur en de geschiedenis leraar keek me chagrijnig aan. ‘’Te laat haal maar een briefje.’’ Zei de lange slungelige man met baard en snor, zijn stem kraste als nagels over een schoolbord. Ik spande mijn linkerhand aan en liet de stemming van de leraar veranderen. ‘’Ga ook maar snel zitten.’’ Zei hij op een andere toon en nadat ik me weer ontspande keek hij verward om zich heen, alsof hij vergat waar hij was. De enige lege plek was naast een meisje die ik niet herkende, ze had een wat donkere huid, haar lange donkere haar hing sierlijk om haar schouders, ze had een soort indianen uiterlijk. Ze onderzocht me met haar donkere ogen en lange wimpers. Toen ik naast haar ging staan stond ze op. Waar sloeg dat nou op. Zelf schrok ze ook van wat ze deed en een beetje beschaamd ging ze weer zitten. Ze was een stuk langer dan ik, ik gokte op tien centimeter, en dan had ik ook nog hakken aan. Ze moest wel nieuw zijn, gezichten onthield ik wel. Ik plofte op mijn stoel neer en het meisje keek me nog steeds aan. Wat had zij? Ik was al niet bijzonder goed gehumeurd door Embry zijn gezeik, het was ook nooit goed met hem, dan is die boos om zus dan om zo en nu is hij nog weg. Ik zou het straks in de pauze aan Edward voorleggen, wat hij dacht. Edward had vaak een heldere blik op zaken. ‘’Maci, volgens mij is het handig als je je boeken erbij pakt.’’ Zei de krasserige stem van de leraar. ‘’Best.’’ Zei ik en ik pakte de boeken uit mijn tas. Het meisje naast me keek me met grote jam pot ogen aan, wat had dat kind? Was ze net uit het gekken huis ontsnapt ofzo? Ik vroeg me af of ze haar ogen nog verder open kon doen of dat haar ogen er dan uit zouden ploppen. Ze scheurde een stukje papier af en schreef er wat op. Ze schoof het naar mij toe. Hey. stond er in sierlijke letters op. weirdo dacht ik. nieuw? kalkte ik er op met mijn gebruikelijke hartje op de i. ik schoof het papiertje over de tafel naar de maffe indiaan toe.

Ashley

Ik zat in de klas, voor me uit te staren. Ik dacht aan de nieuwe stukken die ik nog moest oefenen op mijn viool, de les interesseerde me niet. Zoals gewoonlijk. Alle lessen die we hier hadden, ze zijn zó makkelijk. De leraar riep m'n naam. Ik reageerde niet. "Ashley! ASHLEY! Geef eens antwoord," zei hij geïrriteerd. "Ja, wat?" vroeg ik hem. Het was zó irritant, al die leraren die je gedachten altijd onderbraken. Jared keek me lachend aan. Het deed me niets, al een poosje niet meer. "Hoe zou je het vinden om hier van school te gaan?" vroeg de leraar aan me. Ik keek hem verward aan. Tegelijkertijd merkte ik op dat de klas leeg was, op mij en Jared na. "Hoezo?" vroeg ik hem verbaasd. Hij zou me toch niet wegsturen? Ik was de beste leerling die ze daar hadden. "Nou, je bent duidelijk te slim voor deze opleiding, en in La Push hebben we je niets beters te bieden," vervolgde hij. Ik keek hem stomverbaasd aan. Toen begon er iets bij me te dagen. Mocht ik hier weg? Mocht ik in Forks naar school? Jared lachte bij het zien van de blik in mijn ogen. Het irriteerde me. Vond ik hem nog wel zo leuk? "Morgen begin je in Forks, Ashley," zei de leraar, en hij lachte naar me. Nog steeds een beetje in de war liep ik de klas uit. Jared liep met me mee. Hij sloeg een arm om me heen. Ik schudde hem af. Dit was misschien wel het juiste moment. "Jared.." begon ik. "Misschien is het beter als we het hier bij laten. Ik bedoel, ik ga naar Forks nu, en dan zien we elkaar toch nooit meer." Jared keek me gekwetst aan. Vreemd genoeg vond ik het helemaal niet erg. Wat was er met me aan de hand? "Als jij dat beter vindt," zei hij. Ik knikte en stapte op mijn fiets.

Toen ik naar huis fietste, rende Embry voorbij. Hij zag er nogal opgefokt uit. Mijn hart sloeg over. "Embry!" riep ik. "Ééémbry!" Hij keek om, en lachte naar me. Mijn hart smolt bij het zien van zijn lach. "Hee Ash," zei hij. "Hoe is het met je?" vroeg ik. Ik vond het een wonder dat er überhaupt nog iets uit mijn mond kwam. "Gaat wel," antwoordde hij. "Alleen het gaat niet helemaal goed tussen mij en Maci.." "Maci?" vroeg ik. "Wie is Maci?" "Oh, je weet wel. Mijn vriendin," zei Embry. Het voelde alsof mijn wereld instortte. Dí¡í¡rom vond ik Jared dus niet meer leuk. Ik was helemaal gek op Embry. "Ik wist niet dat je een vriendin had," zei ik met trillende stem. Ineens keek Embry me heel vreemd aan. Ik had hem toch niet gekwetst doordat ik het niet wist? Hij kreeg een verwonderde blik in zijn ogen. Ik werd er een beetje verlegen van. "Ashley," begon hij. "Wist je wel dat je heel mooi haar hebt?" Toen liep hij weer verder, regelmatig over zijn schouder kijkend. Ik was helemaal verbaasd. Wat gedroeg hij zich nou raar! Ik fietste maar weer verder. Morgen mijn eerste dag in Forks! Eindelijk dingen leren die ik nog NIET wist. Ik had er zo'n zin in..

De volgende ochtend werd ik al heel vroeg wakker. Ik kleedde me rustig aan en pakte mijn tas. Toen stapte ik op mijn scooter en reed richting Forks. Weer kwam ik Embry tegen. Mijn hart sloeg een aantal slagen over. Hij zwaaide naar me, en maakte aanstalten om naar me toe te komen, maar bedacht zich toch, en zwaaide nog een keer. Eenmaal op school liep ik naar het gebouw waar de conciërge was. Ik haalde mijn rooster en de code voor m'n locker, en ging opzoek naar het lokaal. Het was in gebouw vier. De klas was nogal klein. Ik hing mijn jas op, en keek tegen alle witte gezichten aan. Wat waren ze bleek! Ik liep naar de leraar, en voelde allemaal ogen in m'n rug prikken. Ik gaf mijn briefje aan de leraar, en hij gaf me boeken. Ik ging zitten aan een nog lege tafel, in het midden van het lokaal. Ik keek mijn nieuwe boek eens door, het was véél interessanter dan het geschiedenisboek dat ik had gehad in La Push. Eindelijk eens niet alleen maar jaartallen leren. De oude, ietwat chagrijnige, leraar begon zijn verhaal. Ik lette goed op. Na ongeveer een kwartier kwam er een spierwit meisje de klas binnen. Ze had felblauwe ogen, met een vreemde gloed. Het viel me vanaf hier al op. Ze was nog veel witter dan alle andere mensen in deze klas. De leraar mopperde op haar, "Ga maar een briefje halen," zei hij. Ze keek hem even aan, met een ondoorgrondelijke blik. Toen veranderde zijn houding plotseling. "Ga ook maar snel zitten," zei hij ineens. Hij leek verward, alsof hij geen idee had wat er was gebeurd. Ze liep naar mijn tafel toe, en ineens voelde ik een enorme schok. Dit kon toch niet waar zijn. Ik stond op van schrik. Ze keek me vervreemd aan. Ik was bijna tien centimeter langer. Ik hoorde de rest van de klas gniffelen, en ging snel weer zitten. Dit kon toch niet? Na alles wat ik er over gelezen had, alles wat ik gehoord had, vampiers bestaan toch niet echt?

Ik móést het weten, dus ik scheurde een stukje papier af uit mijn schrift. 'Hey,' schreef ik erop, in het sierlijke handschrift dat ik had geërfd van mijn oma. Ik schoof het papiertje naar haar toe. Ze keek me even heel neerbuigend aan, waardoor ik het rood naar mijn wangen voelde stijgen. Gelukkig zag je dat nooit zo bij mij, door m'n donkere huid. Ze schoof het papiertje terug. 'Nieuw?' stond erop. 'Ja,' schreef ik terug. 'Zit jij hier al lang op school?' Ze zuchtte toen ik zag dat ik het papiertje weer naar haar toeschoof, en knikte geïrriteerd. Ik zuchtte ook. Dat ging nog wat worden. Ze vonden me vast allemaal maar een rare indiaan. Het viel me plotseling op dat het lijkbleke meisje naast me een hele mooie warme kleur bruin haar had. 'Mooi haar heb je,' schreef ik op het briefje. 'Dankje." kreeg ik als antwoord. 'Hoe heet je eigenlijk?' 'Ashley,' schreef ik terug. 'Jij?' 'Maci.' schreef ze. Maci, dacht ik bij mezelf. Ouderwetse naam. Misschien was dat hier in de mode. 'Hoe deed je dat net, met die leraar?' schreef ik op het briefje. Ze las het, en keek ineens met een ruk op. Ik dacht iets van schrik te zien in haar ogen. Ik keek haar vragend aan.

Maci

Wauw de indiaan het een redelijk normale naam, Ashley. Ze schoof het papiertje weer naar mij toe. ''Hoe deed met die leraar?'' Jezus, waar bemoeide ze zich mee. Ik keek haar verbaasd aan, wat moest ze nou. ''Charmes.'' zette ik op het papiertje en schoof het weer terug. Charmes.. pfff. ik grinnikte om het woord geen idee waarom. Ze keek me geschrokken aan. Ze werd rood, misschien was ze toch niet zo erg. Ze schreef weer wat op het papiertje. ''oh, hij keek even heel raar. Alsof je hem behekste ofzo.'' ze schoof het papiertje weer naar hem toe. Ik moest lachen, right. ''Ja stiekem deed ik dat ook, met mijn roze toverstokje. omg.'' ik schoof het weer terug. ''ik heb een paars toverstokje, onder m'n bed naast de krokodil die daar woont. En nu even serieus?'' schreef ze op en schoof het terug. De bel ging luid, ik raapte mijn boeken op en liep de klas uit. Zonder nog op te kijken naar de rest van de klas. Ik pakte mijn mobiel en ging buiten naast de deur van het lokaal staan. Ik toetste het nummer van Embry in. ''Ja?'' hoorde ik zijn stem door de andere kant van de lijn. Ik voelde een woede opborrelen. ''Ga je me nog vertellen wat je plan is?'' ''ik heb geen plan.'' ''Waarom wil je me niet zien? Mag ik wat niet weten, je weet dat als ik je zie het zo wie zo ontdek, dus is dat het mag ik je niet zien?'' ''Nee, ik moet wat uitzoeken, ik moet iets zoeken, vinden.'' ''Wat?'' De hal werd onrustiger, leerlingen vulden de gangen. ''... kan ik niet zeggen.'' Iemand kwam naast me staan. ''Hé Fairytale.'' hoorde ik de stem van Alice opgewonden zeggen. De lijn was dood. Ik stopte mijn mobiel in mijn broekzak. ''Hé Alice.'' zei ik tegen haar, ik woonde al een jaar of twee bij de Cullens. ''Alles oké?'' ''Ja, Embry is weg.'' ''waar heen?'' ''hmm.. dat is een goede vraag.'' Alice lachte en we liepen naar de kantine. We gingen aan onze vaste tafel zitten. We begroeten elkaar en ik ging naast Bella zitten. ''Ga je naar Spaans het volgende uur?'' vroeg ze en ze nap een grote hap uit haar appel. Had ik zo Spaans? ''Nee, ik denk het niet.'' zei ik en Bella keek een beetje teleurgesteld. ''Hoe was je pokeren?'' vroeg Emmett en hij boog een beetje over de tafel heen. Ik haalde vijf flesjes met rode vloeistof uit mijn broekzak. ''Ik won.'' Emmett, Rosalie, Edward, Jasper en Alice bogen nog verder naar mij toe. Ik grinnikte, geweldig die reacties. ''mensenbloed?'' vroeg Jasper. ''mensenbloed.'' beantwoorde ik. Jasper knakte zijn nek en keek een andere kant op. Ik stond op. ''Ik ga wat leukers doen.. denk ik.'' Ik liep de school uit en stapte in mijn auto. Waar wou ik eigenlijk naar toe gaan? Toen kwam er een goed idee in me op. Ik trapte het gas pedaal in en scheurde over de weg.

Embry moest toch nog in La Push zijn? Zo snel kon hij niet weg zijn. Ik racete over de straten en parkeerde mijn auto aan de rand van het bos, als hij er nog was, was hij vast in het bos. Met Sam, die ik niet zo erg mocht. Ik deed mijn auto op slot en liep het bos in, ik probeerde zijn geur op te snuiven maar ik wist dat ik verzwakt was. Ik haalde een flesje met de rode vloeistof uit mijn broekzak, en klokte het achterover. Het bloed verspreide zich als adrenaline door me heen, ik voelde me sterker. Maar ook dorstiger. Terwijl ik verder liep ving ik een geur op van een van de wolven, niet precies wetend van wie volgde ik de geur. Ik manoeuvreerde tussen de bomen door en er verscheen een openplek in het bos. Er stond een grote zwarte wolf, Sam Uley. Dat kon niet missen. ''Sam...'' zei ik. Ik concentreerde me op de wolf om zijn gedachtes te kunnen horen. Wat moet je hier? dacht Sam. Ik liep dichter naar hem toe om hem beter te kunnen horen. ''Niet meer dan jij, weet je waar Embry is?'' Misschien, waarom ben je hier aan het jagen? ''Dat doe ik niet.'' Je ogen kleuren half rood... bloedzuiger ''Ik jaag hier niet. Dat zeg ik toch, en ook al deed ik dat wel. Dan had jij daar niet veel over te zeggen.'' Sam gromde. Je bent in ons gebied. Daar hou je je aan onze regels. ''Oh, kom op Sam. Je weet dat ik niet jaag op mensen, en kom op net alsof jij me zou aanvallen.'' Sam gromde opnieuw. Uit het bos kwamen twee donkere wolven. Paul en Jared. Wat is er aan de hand? vroeg Jared. Maci wil zich niet aan onze regels houden. ''Jullie regels zijn niet mijn regels.'' Maci Maci Maci... wie niet horen wil moet voelen. zei Sam en hij sprong op naar mij terwijl de andere wolven ook op me af renden. Ik rees mijn hand op en spande mijn spieren aan. De honden bleven verstijfd staan. Sam viel als een blok steen op de grond. Ik glimlachte. ''Ik zei toch dat je me niet zou aanvallen."

Ashley

"Charmes" kreeg ik als antwoord. Ze antwoordde me niet echt, realiseerde ik me. "Oh, hij keek even heel raar. Alsof je hem behekste ofzo," schreef ik terug. Ze lachte. Waarschijnlijk nam ze me niet serieus. "Ja, stiekem deed ik dat ook, met mijn roze toverstokje. Omg," was haar antwoord. Ik schudde mijn hoofd. Vampier of niet, ze had wel humor. "Ik heb een paars toverstokje, onder m'n bed naast de krokodil die daar woont. En nu even serieus?" Ik schoof het papiertje terug. Op dat moment ging de bel. Ik baalde. Ik liep langzaam naar de kantine, niet goed wetend wat ik moest doen. Ik kende hier helemaal niemand! Buiten het lokaal stond Maci te bellen. Ze zag er geïrriteerd uit. Toen werd ze half besprongen door een heel knap meisje, ook al zo spierwit. Ze had paarse wallen onder haar ogen, en leek voor geen meter op Maci. Maar toch, ze waren zo hetzelfde. Zou zij ook...? Of verbeelde ik me nu dingen? Ik liep door naar de kantine, en ging alleen aan een lege tafel zitten. Aan een tafel verderop zaten nog meer lijkbleke mensen. Ik zag Maci en het andere vampier look-a-like meisje er ook. Het was onvoorstelbaar hoeveel ze op elkaar leken. Het meisje met het lange blonde haar was adembenemend mooi. Er was ook een meisje met bruin haar, en dan nog het meisje wat ik had gezien bij Maci. Zij had kort, zwart piekhaar. De jongens waren allemaal extreem gespierd, vooral degene die met zijn arm om de blonde heen zat. Maci haalde een aantal flesjes tevoorschijn. Alle mensen aan tafel bogen zich naar haar toe. Alleen één jongen wendde zijn gezicht af. Het kleine meisje met het zwarte haar legde haar hand op zijn been. Toen keek de jongen met het bronskleurige haar ineens mijn kant uit. Ik wendde snel mijn blik af. De bel ging weer, en de rest van de dag vloog voorbij.

Na schooltijd stapte ik op mijn scooter en reed terug naar La Push. Huiswerk had ik niet. Wat zou ik gaan doen? Het idee om Embry op te zoeken speelde door mijn hoofd. Ik pakte mijn telefoon en draaide zijn nummer. "Met Embry," klonk er door de telefoon. "Hey Em, met Ashley," zei ik. "Alles goed?" "Ashley!" riep Embry. "Wat leuk dat je belt!" Ik werd helemaal warm van binnen bij het horen van zijn stem. "Met mij gaat het goed, met jou dan?" "Met mij ook," zei ik. "Heb je vanmiddag iets te doen?" "Vanmiddag?" vroeg hij me. "Nee, dan kan ik niet. Sorry!" Toen hing hij op. Ik was helemaal verbaasd. Hij deed zó raar de laatste tijd! Waar zou hij uithangen? Ik zette mijn scooter in de schuur en trok mijn joggingbroek aan. Ik pakte mijn viool en begon te spelen, maar zelfs dat kon vandaag mijn gedachten niet afleiden. Ik besloot een stukje te gaan wandelen. Ik trok mijn gympen aan, ging naar buiten en begon richting het bos te lopen. Na een uurtje was ik weer helemaal relaxt. Ik liet mijn gedachten op de vrije loop, en had totaal geen oog meer voor mijn omgeving. En toen ineens... BOEM. Ik botste tegen iets ijskouds en keihards op. Door de klap viel ik achterover. Een koude hand trok me ineens weer omhoog. "Wat moet jij hier?" zei Maci, die me heel kwaad aankeek. "Ik was aan het wandelen, ik zag je niet aankomen!" stamelde ik. "Zal wel," zei ze. Ze zag er anders uit dan vanochtend. Op de een of andere manier zag ze er gezonder uit. Haar felblauwe ogen hadden een rode gloed. "Maci, waarom zijn je ogen zo rood?" vroeg ik haar. Ik werd bang. Mijn gedachtes konden niet waar zijn toch! "Mind your own business!" riep ze, en ze liep weg, sneller dan ik voor mogelijk hield. Ik probeerde haar te volgen, maar het lukte niet. Ze was zó snel! Ik liep maar weer de andere kant op, en ik kwam uit op een open plek. Ik keek eens goed rond, en ineens stond ik oog in oog met een reusachtige wolf. Hij was ongeveer even groot als een fors trekpaard, en hij was grijs met zwarte stippen. Ik stond helemaal stijf van schrik. De wolf keek me aan. Hij had Embry's ogen! Dat kon niet, ik verbeelde het me. Ik kreeg m'n stem terug, gilde het uit, en rende zo hard als ik kon weg. Tot mijn verbazing kwam de wolf niet achter me aan. Eenmaal thuis trok ik mijn schoenen uit en kroop rillend in bed. In wat voor nachtmerrie was ik beland?

Maci

Ik rende door het bos, Jezus, was die Ashley een stalker ofzo. Wat maakte het ook uit. Ik rende naar mijn auto en reed terug naar het huis van de Cullens. Er hing een gespannen sfeer. Nadat ik mijn auto had geparkeerd liep ik de keuken binnen. Carlisle zat tegenover Edward op een stoel. Ze leken gespannen. ''Wat is er aan de hand?'' zei ik.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.