Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Twilight » The Fortress Of Tears » Vechten

The Fortress Of Tears

6 jan 2010 - 12:24

11577

1

256



Vechten

Maci

Het sneeuwde, ik ging onder de hemel staan en liet de sneeuw op mijn huid liggen, het ontdooide niet. Waar zou ik vannacht heen gaan? Seattle? Ik rende terug naar huis en pakte mijn auto. Het was redelijk rustig op de weg. In de stad was het nog levendig. Ik parkeerde mijn auto en liep rustig over straat op zoek naar het Café waar ik naar zocht. Ik kwam langs een groepje jongens. Een jongen stapte op me af. ''Hey chick.'' zei hij. ''Back off.'' zei ik en ik liep door. Drie andere jongens liepen naar de jongen toe en ze volgde me. De eerste jongen greep mijn handen vast. ''Als ik jou was liet ik me los.'' zei ik terwijl ik glimlachte. ''Kom op schatje. Zin in een spelletje.'' Wat een lef. In een beweging ontsnapte ik uit zijn greep en duwde hem op de grond. Ik ging met mijn hak in zijn rug staan. ''Back off.'' snauwde ik door mijn tanden. De andere jongens deden een stap achter uit. Ik glimlachte en liet de kneus gaan. Huppelend liep ik verder, geweldige avond. Toen stuitte ik op een Café met verduisterde glazen. Ik stapte het café binnen en mijn oog viel op het meisje achter in de zaak, Mélannie. Ik liep naar haar en een onbekend meisje naast haar toe. "Maci!'' zei ze opgewekt en ze kwam overeind, ze omhelsde me en ging weer zitten. ''Van waar dit bezoek? Het is geen poker avond hoor.'' zei ze met haar fluwelen stem. ''Maci dit is Kiley.'' het meisje naast haar glimlachte een witte glimlach. ''Ze is een nieuweling, ik vond haar en besloot haar onder mijn hoede te nemen, enig idee wie ze nu nog creëert?'' ''Hallo Kiley.'' ik stak mijn hand uit om die van haar te schudden ze beefde van angst, arm kind, amper 18 en doodsbenauwd. Ik ging zitten en keek om me heen, het was redelijk druk, het café zat vol met lijkbleke vampiers en mensen, drie dronken mannen aan de bar zongen een vreemd lied over zeerovers. ''Nee, ik heb geen idee, heb je er nog meer gevonden?'' Mélannie schudde haar hoofd en haar blonde krullen danste, de Volturi hadden haar hier neer gezet als oppas, zoals ik het noemde, ze moest nieuwelingen opvangen en het liefste natuurlijk hun makers vinden. Aangezien de Volturi niet echt blij was met nieuwelingen. ''zijn ze nog bij je langs geweest?'' ''Ja,'' ze begreep meteen wie ik bedoelde. ''Wat een zooitje hè in Europa, als het overslaat krijg ik het nog druk man!'' ik glimlachte ''kaarten?'' ze knikte. Na een paar potjes kaarten verliet ik het Café en reed terug naar La Push.

De zon stond boven aan de hemel. Ondanks de heldere lucht was het buiten koud en er lag een redelijk dik pak sneeuw. Ik liep rustig door het bos, het waren rustige dagen. Een grote wolf kwam op me af stormen, Sam. Maci. Kom mee. zei hij en hij draaide zich om en rende weer weg, ik volgde hem maar, zoals hij dat had gevraagd. Hij stopte pas weer bij de openplek waar we een paar dagen geleden ook nog hadden gestaan. Maar de bladeren waren ingeruild voor een dikke laag sneeuw. Ik liep rustig over de sneeuw zonder er door heen te zakken, luchtig liep ik over de sneeuw naar de groep wolven die ergens om heen stonden. ''Wat is er aan de hand?'' vroeg ik. De groep wolven openden de kring en ik zag dat Quil en Jacob allebei een arm van een mens die op zijn knieën op de grond zat geknield. Ik keek naar het scharminkel, zag er niet echt gezond uit, lang haar verborg haar gezicht. We vonden haar. vertelde Sam mij. ze wou iemand aanvallen, dus we hebben haar gestopt. Aah vampier dus. Het meisje krijst en probeerde zich agressief los te krijgen, wat mislukte. Ik bukte om haar gezicht te kunnen zien, ze keek door haar haar heen en blies door haar tanden. Haar ogen waren knalrood, duidelijk een nieuweling, maar wie had haar gecreëerd? Wie liet er nou een nieuweling los in een dorp? ''Hoe heet je?'' vroeg ik rustig aan het meisje. Ze blies opnieuw en keek me nogal krankzinnig aan. Ze krijste opnieuw en probeerde zich weer los te maken. ''Hoe heet je?'' vroeg ik opnieuw. Ze knarste met haar tanden maar zei uiteindelijk. ''Cha... weet ik niet.'' ''Kun je je nog iets herinneren van de afgelopen dagen?'' vroeg ik aan haar. ''Nee, ja, pijn...'' ''Daar kunnen we ook niet veel mee, ik wil dat je rustig blijft zitten.'' ze knikte bang. Ik legde mijn hand op haar voorhoofd en concentreerde me. Voordat ik het wist reisde ik door herinneringen. Het meisje wandelde door het bos, toen werd de herinnering zwart. Toen het weer wat scherper werd zag ik haar krijsend op de grond liggen. Ze wist dus echt niet meer wie haar had veranderd. Ik besloot terug te gaan naar het heden. Ik liet haar los en verward schudde ze haar hoofd. Wat denk je? vroeg Sam serieus. ''Dit is een nieuweling, amper een week oud.'' Weet je wie haar heeft gemaakt? ''Nee, blijkbaar is ze verdwaald. Ik moet dit met Carlisle overleggen.'' Is het ernstig? vroeg Seth toen hij een beetje ongemakkelijk naar het meisje keek. ''Misschien, misschien niet. Het kan zijn dat ze gewoon verdwaald is, maar als diegene meer wil maken, krijgen we een probleem denk ik.'' Is het tijd om ons zorgen te maken? vroeg Jacob. ''Misschien, we moeten oplettend zijn, dat is zeker. Als jullie er nog een vinden moeten jullie dat meteen vertellen en laten zien, misschien kan ik bij een ander wel zien wie zijn maker is.'' Sam knikte met zijn grote wolvenkop. Denk je dat dit te maken heeft met die Viltorru? vroeg Leah. ''Volturi? Ik denk wel dat het kan dat het temaken heeft met de ruzie, maar dat weet ik niet zeker.'' AU! gilde Leah. Het meisje had een paar haren van Leah in haar handen. ''ik denk dat we haar moeten vernietigen... ik ga haar niet opvangen, en Mélannie kan ook niks met haar, ze is al te wild...'' ''NEE! VERMOORD ME NIET!'' gilde het meisje. Het deed me pijn om het te zien. Maar konden we haar laten leven? Was er nog een andere optie?

Ashley

De volgende ochtend werd ik wakker. Zodra ik mijn ogen open deed zag ik Embry naast mijn bed zitten. Ik wreef verbaasd mijn ogen uit. "Ben je helemaal niet weg geweest?" vroeg ik hem. "Natuurlijk wel," antwoorde hij. Hij zag er net zo gelukkig uit als ik me voelde. Ik stapte uit bed en deed de gordijnen open. Het was lekker warm in Jacob's huis. In mijn huis. Toen ik uit het raam keek, viel mijn mond open van verbazing. Het sneeuwde! "Embry, het sneeuwt!" riep ik uit. Hij lachte. "Ja, en het is heel koud buiten. Zelfs ik had het bijna koud," antwoorde hij. "Hoe koud is koud?" vroeg ik aan hem, terwijl ik me ineens stukken beter voelde. Ik hield van sneeuw. De winter was mijn favoriete seizoen. "Ehm, ongeveer min 15 graden," antwoorde hij. Een grote grijns gleed over mijn gezicht. "Ben zo terug," zei ik tegen Embry. Ik huppelde naar de badkamer, en stapte vlug onder de douche. Nadat ik gedoucht had, liep ik met een handdoek om terug naar mijn kamer. Embry lachte bij het zien van mijn blije gezicht. "Die handdoek mag ook wel af hoor," zei hij plagend. Ik stak mijn tong uit, en duwde hem de kamer uit. "Jammer voor je Em, ga Jacob maar even stalken," zei ik. "Ik wacht wel voor de deur," kreeg ik als antwoord. Ik schudde mijn hoofd. Ik trok snel kleren uit de kast en kleedde me aan. Het was zó lang geleden dat het hier gesneeuwd had! In Forks lag nog wel eens sneeuw, maar in La Push bijna nooit. Ik pakte mijn handschoenen en muts alvast, en liep mijn kamer uit. Embry stond inderdaad te wachten. Terwijl we de trap afliepen, rook ik de heerlijke geur van ontbijt. Na het ontbijt pakte ik snel mijn tas, en liet ik me door Embry bij school afzetten. De schooldag vloog voorbij. Ik had het stukken meer naar mijn zin nu ik het goed kon vinden met Maci. Na schooltijd zaten Embry en ik thuis op de bank, toen Paul ineens binnen kwam stormen. "Embry, Ashley. Jullie moeten je veranderen. Quil en Jared hebben een nieuweling gevonden," zei hij een beetje buiten adem. "Sorry, een wat?" zei ik. Ik was er niet helemaal bij met mijn gedachten. "Een nieuweling!" riep Paul. "Een nieuwe vampier. Ze stond op het punt om iemand aan te vallen. We denken dat ze nauwelijks een maand oud is." Embry en ik stonden beide tegelijk op, en renden met Paul mee naar buiten. Tijdens het rennen veranderde ik. Ineens was alles helder, en had ik het helemaal niet meer koud. Ik rende met Paul en Embry mee. 'Wat nu?' vroeg ik Paul. 'We houden haar gevangen, en Sam is Maci halen,' antwoordde hij. Op dat moment kwamen we aan op de open plek. Quil en Jacob hielden allebei een arm van een ongezond uitziend, jong meisje. Toen ze ons hoorde begon ze te krijsen. Ik rook haar stank. Een vampier, dus. 'Quil en Jared vonden haar toen ze speelden in de sneeuw, ze stond op het punt om iemand aan te vallen,' liet Seth me weten. 'Als het goed is komt Maci er zo aan.' Op dat moment kwamen Maci en Sam inderdaad ook tussen de struiken uit. Sam maakte Maci duidelijk wat er aan de hand was. Het meisje krijstje, en probeerde zich agressief los te rukken. Ze zag er krankzinnig uit. Maci bukte zich, en het wezen blies door haar tanden. "Hoe heet je?" vroeg Maci haar. Ze blies opnieuw, en krijste. "Hoe heet je?" vroeg Maci opnieuw. Het ding knarste met haar tanden, maar antwoordde uiteindelijk: "Cha... Weet ik niet." "Kun je je nog iets herinneren van de afgelopen dagen?" ging Maci rustig verder. "Nee... Ja... Pijn..," antwoordde het meisje. "Daar kunnen we ook niet veel mee. Ik wil dat je rustig blijft zitten," maakte Maci het meisje rustig duidelijk. Ze knikte bang. Maci legde haar hand op het voorhoofd van de nieuweling. Wij wachtten allemaal in spanning af. 'Wat denk je?' hoorde ik Sam aan haar vragen. "Dit is een nieuweling, amper een week oud," antwoordde Maci. Ik keek Embry aan. We werden steeds beter in vampier leeftijden schatten. 'Weet je wie haar heeft gemaakt?' vroeg Sam. Maci schudde haar hoofd. "Nee, blijkbaar is ze verdwaald. Ik moet dit met Carlisle overleggen." 'Is het ernstig?' vroeg Seth, terwijl hij naar het meisje keek. "Misschien, misschien niet," zei Maci. "Het kan zijn dat ze gewoon verdwaald is, maar als haar maker er meer wil maken, krijgen we een probleem, denk ik." 'Is het tijd om ons zorgen te maken?' vroeg Jacob. "Misschien, we moeten oplettend zijn, dat is zeker," zei Maci. Het was duidelijk dat ze zich toch wel een beetje zorgen maakte. "Als jullie er nog een vinden, moeten jullie dat meteen vertellen en laten zien, misschien kan ik bij een ander wel zien wie zijn maker is." Ik zag Sam knikken. 'Denk je dat dit te maken heeft met die Viltorru?' vroeg Leah. Ik grinnikte in mezelf. 'Viltorru', hoe kwam ze erop? "De Volturi?" vroeg Maci. "Ik denk wel dat het kí¡n dat het te maken heeft met die ruzie, maar dat weet ik niet zeker." Op dat moment greep het meisje Leah bij haar haren. Ik gromde waarschuwend. "Ik denk dat we haar moeten vernietigen..," mompelde Maci. "Ik ga haar niet opvangen, en Mélannie kan ook niks met haar, ze is al te wild..." "NEE! VERMOORD ME NIET!" gilde het meisje. Ze leek echt krankzinnig. Ik werd er bang van. Embry voelde mijn angst, en kwam dichter naar me toe staan. Ik kon zien dat Maci haar liever niet zou vermoorden. Was er geen andere mogelijkheid?

Maci

Was er geen andere mogelijkheid? hoorde ik Ashley wanhopig denken. ''Nee, tenzij jij haar wil addopteren'' zei ik terwijl ik rustig heen en weer begon te lopen. Moest ik het met Carlisle overleggen? Ja. ''Blijf hier, ik ben binnen vijf minuten terug. Hou haar stevig vast. Ze is sterker doordat ze veel mensenbloed in haar lichaam heeft.'' Sam knikte en ik sprinte naar het huis van de Cullens. Carlisle zat in de woonkamer op de bank een boek te lezen. ''Goedemiddag Maci.'' zei hij en hij glimlachte vredig. ''Carlisle, we hebben een probleem.'' ik ging naast hem op de bank zitten. ''Wat is er aan de hand?'' ''het pack heeft een nieuweling gevonden, amper een week oud, geen herrinneringen, geen maker. Vernietigen?'' Carlisle zuchte diep. ''Heb je een andere optie? Als wij het niet doen zullen de Volturi het doen, ze zijn redelijk streng op dit moment als het om nieuwelingen gaat, dat weet je.'' ik knikte. ''ik wou het even zeker weten.'' ik stond weer op. ''heb je hulp nodig?'' vroeg Carlisle nog. ''Nee, ik regel het wel.'' ik glimlachte en sprinte terug naar de openplek. ''kunnen jullie een beetje een goed vuurtje stoken?'' vroeg ik aan de groep. Vuur.. dachten een paar wolven zinloos. ''Ja, vuur ja.'' ik lachte. ''VUUR! NEE NIET NEE!'' gilde het kind op de grond. ik rolde met mijn ogen. ''Het spijt me, maar als wij het neit doen doen de Volturi het wel.'' ''De wat?'' ''Geloof me honey, hun wil je niet kennen.'' ze krijste op nieuw. ''Nou sta daar niet zo maak eens wat vuur.'' ik glimlachte, maar de wolven bleven nogal dom staan. ''Jake, verander terug en maak vuur, Jeez is het zo moeilijk.'' ik lachte. Jacob veranderde en met meisje begon nog harder te krijsen. ''Kan ze haar kop houden?'' vroeg Jake geirriteerd terwijl hij wat bladeren. Ik gooide een aansteker naar hem en hij stook de bladeren in de fik. ''Laat haar dr kop houden Mees.'' vroeg hij en hij keek gepijnigd naar het meisje. Jacob! moet je je voorstellen hoe ze zich zou moeten voelen? zei Ashley fel. Toch was ik het met Jacob eens en ik deed mijn ding. Ik stak mijn hand op en drong in tot haar hoofd, ik liet haar illusies zien. Ze hield op met krijsen en glimlachte. Wat heb je gedaan? vroeg Ashley en ze keek een beetje warrig naar het meisje. ''ze denkt dat ze op het strand ligt ofzo iets. een soort hallucinatie... ze denkt dat het echt is.'' Het vuur van Jake was inmiddels groot genoeg. ''Wil iemand anders haar er nog in gooien of zijn jullie allemaal pussy?'' zei ik lachend. Wij hebben vorig jaar genoeg vampiers vermoord. snauwde Sam. ''Punt voor jou. Maar zal ik het maar doen?'' vroeg ik. De wolven keken me een beetje dankbaar aan. Ik greep het meisje vast en tilde haar naar het vuur. Moest ik haar nog aan stukken scheuren? ik keek naar het meisje haar vredige gezicht, nee dat zou hard zijn. ik zuchte en gooide het meisje in het vuur, haar zwarte sluik haar verbrande en ik en de wolven draaiden ons om. Ik hoorde het vuur achter me agressief knapperen.

Ashley

Het vuur achter ons knapperde, en de stinkende rook moest van veraf te zien zijn. Wat vréselijk. Misschien had ik haar toch moeten adopteren. 'Het was je toch niet gelukt,' reageerde Jacob op mijn gedachte. "True," voegde Maci er aan toe. "Ze was gewoon al te wild." 'Denk je dat je er meer gaat vinden?' vroeg ik haar. "I don't know," antwoordde ze. "Als het meezit niet. Ik zal het Mélannie vragen." 'Wie is die Mélannie? Een soort nieuwelingen expert?' dacht Sam geërgerd. "Soort van ja," zei Maci afwezig. We liepen met z'n allen terug naar La Push. Ik voelde nog steeds medelijden voor het meisje dat we nu verbrand hadden. Eenmaal terug in La Push veranderde iedereen terug naar normaal, en liepen we richting Sam's huis. Bij Sam op de bank voelde ik me weer rustig. Ik zat tegen Embry aan. Ondanks dat niemand veel aanhad, leek niemand het koud te hebben. Chill was dat. We hadden allemaal warmte skills. Emily was de kerstboom aan het optuigen. Het rook heerlijk in huis, naar koekjes en taart. Toen het piepje van de oven ging, stormde Paul naar de keuken. "Ik help wel met taart snijden Emily!" hoorden we hem roepen. Ik lachte. Hij was echt gestoord. Toen stond Maci op. "Wat ga je doen?" vroeg Seth haar. "Ik ga de as opruimen, en even iets met Carlisle bespreken," antwoordde ze. Na de koffie met taart klapte Sam in zijn handen. "Ik denk dat het tijd is om weer patrouilles te gaan lopen, voor het geval dat er meer verdwaalde nieuwelingen rondlopen," zei hij. Ik hoorde Jared zuchten. "Ashley en Leah," jullie bewaken de bosrand en de wandelpaden. "Jullie zijn het kleinst, en het minst afschrikkend. We willen niet weer al die jagers achter ons aan hebben. Jared, Paul en Quil, jullie blijven dichtbij Forks. Embry en Seth, jullie bewaken het strand, en Jacob en ik doen de rest van het bos." Iedereen knikte. "Vanavond beginnen we," gaf Sam aan. Ik zuchtte. Zat ik net in Forks op school, had ik geen tijd meer voor huiswerk omdat ik ineens een weerwolf was. Vreemde wereld. Terwijl ik naar huis liep, genoot ik van de sneeuw. Wat was het toch mooi, dat alles wit was. Het zag er zo sprookjesachtig uit. Als ik de sneeuw niet kon voelen in mijn sokken, zou ik denken dat het een van Maci's hallucinaties was.

Die avond klopte Leah al vroeg aan. Toen ik open deed, zag ik dat Sam er ook net aan kwam lopen. "Jacob!" riep ik naar boven. "Sam is hier." Jacob kwam de trap af. Hij had, zoals gewoonlijk, alleen een broek aan. "Jake, je gaat bevriezen!" zei ik tegen hem. "Nee hoor Ashley, en jij ook niet. Je kan niet rennen met zoveel kleren aan," antwoordde hij. Ik keek in de spiegel naar mijn 3 truien en mijn dikke jas, en merkte dat hij gelijk had. Ik zweette me kapot. Ik rende naar boven, gooide snel alles op mijn bed, en kwam weer naar beneden in mijn korte broek en een hemdje. Toen we naar buiten liepen, merkte ik dat het inderdaad niet koud was, ook al vroor het bijna 20 graden. We liepen met z'n vieren, allemaal bijna niks aan, door de sneeuw. Een moeder en een jongetje liepen ons voorbij. Het jongetje zette grote ogen op toen hij ons zag, en trok zijn moeder aan haar mouw. "Mama, ze zijn gek geworden!" zei hij tegen haar. We liepen grinnikend door. Eenmaal in het bos veranderden we. Jacob en Sam renden dieper het bos in, en wij bleven achter. 'Waar beginnen we?' vroeg Leah. 'Bij de grotere wandelpaden?' stelde ik voor. De hele avond liepen we rondjes, en rondjes, en nog meer rondjes. We waren meer lol aan het maken dan op aan het letten, door de vorst was en doodstil buiten. Net toen Leah in een hele diepe kuil vol sneeuw sprong, waardoor ik bijna niet meer op mijn poten kon staan van het lachen, hoorde ik een gil. 'Leah, hoor je dat?' vroeg ik haar. Ik stond ineens heel erg stil. Leah klom de kuil uit. Er werd nog een keer gegild. 'Het komt daar vandaan,' zei ze, en ze draaide zich naar de bomen. Ik keek haar aan, en op volle snelheid renden we af op een van de engste dingen de ik tot nu toe gezien had. Het kleine jongetje dat we eerder hadden gezien, werd omhoog getild en tegen een boom gedrukt, terwijl een lijkbleek wezen met zwart haar vol klitten op het punt stond hem te bijten. 'Leah, we moeten iets doen,' waarschuwde ik haar. Meer aanmoediging had ze niet nodig. Tot nu toe hadden we ons doodstil in het struikgewas verstopt, maar Leah stormde op het wezen af en gooide het op de grond. 'Houd haar bezig, ik breng dit jochie naar Maci,' zei ik. Toen ik merkte dat ze dat goed vond, pakte ik het kleine jongetje bij zijn capuchon in mijn bek en rende naar het huis van de Cullens. Gelukkig was dat dichtbij. Ik zette het jongetje neer, veranderde terug, pakte hem op de arm en belde aan. Jasper deed open. "Ashley," zei hij verbaasd, kijkend naar mijn gescheurde outfit. "Heb je het niet koud?" "Geen tijd," zei ik gehaast, en ik zette het kind op zijn arm. Ik veranderde weer en rende weg. Ik zag dat Jasper me verbaasd na keek. Terug op het pad schoot ik Leah te hulp. 'Je bent net op tijd,' maakte ze me dankbaar duidelijk. Op dat moment kwamen Sam, Jacob, Embry en Seth ook tussen de struiken uit. Ze namen het van ons over. Wat was dat kreng sterk! 'Jullie moeten Maci halen,' vertelde Sam ons. We renden alweer naar het huis van de Cullens, veranderden en stormden binnen. "Ashley, Leah, wat brengt jullie hier?" vroeg Alice ons. "Ik zag jullie niet aankomen. Logisch." "We hebben weer een nieuweling," zei Leah. "Alweer?" zei Maci volkomen relaxt, toen ze de kamer binnenliep. "Ja," zei ik. "We moesten je halen van Sam." Ze knikte een keer, en liep met ons mee naar buiten. Leah en ik veranderden weer in wolven, en we renden met z'n drieën naar het pad. Ik kon Maci amper bijhouden. Eenmaal aangekomen zagen we dat het chaos was. Quil had een grote wond in zijn zij, en Sam hapte naar adem toen het wezen hem in zijn buik sloeg. Maci pakte haar bij haar haren, en dwong haar om te gaan zitten. "Wie ben je?" vroeg ze een stuk of 4 keer. Het meisje weigerde antwoord te geven. Maci legde haar hand weer op het voorhoofd, en haar ogen werden groot van schrik..

Maci

ik drukte mijn hand op het hoofd van het meisje, met afschuw. Wat een vies haar had ze. ik werd mee gesleurd door herrineringen.. uiteindelijk vond ik degene die ik wou, het meisje rende door de straten van een stad die ik niet herkende, er verscheen iemand uit een steegje. het meisje keek angstig naar de persoon, het was een man, een bleke man. Het meisje draaide zich om en liep haastig weg. maar de man haalde haar in en greep haar vast. '''Ga weg.'' zei ze en ze probeerde zich los te maken. ''Nee.'' zei de man en hij beet in haar nek. Het meisje begon te gillen. ik liep wat dichter naar de man en het meisje toe, ik keek naar de man terwijl hij zich probeerde los te halen uit zijn bijt. Hij had een kromme neus en een drie dagen baardje. Toen hij zich had los gemaakt uit zijn bijt liet hij het meisje vallen. Hij keek voor zich uit en zijn tong gleed supersnel over zijn tanden heen. ik herkende hem niet, maar toch kwam hij bekend voor. hij had donker haar ik kon niet precies zien welke kleur doordat het donker was in de steeg. Toen werd ik terug getrokken naar het heden. ''Game over, we hebben een maker.'' zei ik treurig. Is dat slecht? vroeg Ashley. ''Nee, maar nu is het spelletje voorbij.'' ik greep het meisje vast aan haar arm. Spel? vroeg Ashley. ''Zie het als een gevecht waarin de tegenstander zich meteen overgeeft, dat is saai.'' Jake rolde met zijn ogen. Typisch maci.... mompelde hij. ik negeerde het. ''Zeg eens hoe je heet, je weet het nog wel.'' zei ik tegen het meisje. ''Gaat je niks aan.'' zei ze terwijl ze de woorden uitspuugde, haar stem was krakerig en nou niet bepaald mooi. Haar ogen vuur rood. ik keek om me heen en vond wat ik zocht. ''Hou haar vast.'' zei ik en ik liep naar het levenloze lichaam dat naast een boom lag. Ik hurkte voor het lichaam en tilde het hoofd een beetje op. het was een vrouw. ''Wie is dit?'' Sam liep op me af. Geen idee. Naast de vrouw lag een weekend tas. ik opende hem en zag dat er veel kleding in zat en een portomonee. Ik pakte hem en zag dat er alleen maar contant geld in zat. Blijkbaar was ze op door reis. Dood? vroeg Seth. ''Pieremotje.'' zei ik en ik stond op. ''Was ze alleen?'' Nee, we zagen haar lopen, met een jongetje, amper 3 denk ik. vertelde Ashley me. Ze wou hem ook aanvallen maar toen stopten we haar. zei Leah en ze keek afkeurend naar het meisje die Jacob, Quil en Embry vast hadden. ''een jongetje? Waar is hij?'' Bij jou thuis zei Ashley onzeker. ik knikte. Wat moeten we met haar? vroeg Sam. ''Geen idee, ze kan nog bruikbaar zijn, maar ik denk niet dat het handig zou zijn om een wilde vampier te gaan houden en wachten tot we haar kunnen gebruiken.'' ik keek naar haar. ''maak maar weer een vuur, ik ga terug naar huis. Ashley en Leah ik wil dat jullie mee komen. We renden terug naar het grote witte huis van de Cullens.

Op de bank lag een klein jongetje met half lang zwart haar. Hij lag helemaal te shocken. ''Is dit hem?'' vroeg ik en ik kwam dichter bij staan. Bij het zien van zijn gezicht leek het alsof er een shock door mijn lichaam schoot, hij leek zo... zo precies... op Scott, de zoon van mijn zus. maar het was onmogelijk, aangezien dat meer dan honderd jaar geleden was. ''Wat is er met hem Carlisle?'' vroeg ik terwijl ik naast het jongetje knielde. hij trilde. ''waa.. waar ben ik.'' vroeg hij met een trillende stem van een engel. ''Hij heeft het gif al in zich, we kunnen niks meer voor hem doen, maar ik denk niet dat hij genoeg gif heeft om volledig te veranderen.'' zei Carlisle terwijl hij fronsend naar het jongetje keek. ''Pijn...'' zei hij. ''Het is oké, je bent veilig.'' zei ik en ik legde mijn hand op het hoofd van het jongetje en nam de pijn weg. ''verdoof je hem?'' vroeg Carlisle, ik knikte. Het jongetje kwam overeind zitten. ''Waar ben ik?'' vroeg hij opnieuw. ''In Forks.'' vertelde ik hem. ''Hoe heet je?'' vroeg ik. ''Bentley.'' vertelde hij me. ''Weet je verder nog wat?'' hij schudde zijn hoofd en legde zijn hoofd op mijn schoot en viel in slaap. ''Wil je zijn herrineringen controleren?'' vroeg Carlisle. ik knikte en legde mijn hand op zijn haar. ik verscheen in een zwart gat, er was niks alleen duister. Het jongetje zat midden in het duister. met zijn handen om zijn knieën. Dit was een teken van geen herrineringen. ik keerde terug. ''Geen herrineringen, helemaal niemand alleen duister en hijzelf. Hij kent dus alleen zijn naam.'' ik keek naar het kleine jongetje, hij was verloren. Zjin lot was hetzelfde als die van ons allemaal, hij wou een van ons worden. Zonder een keus te hebben, zonder een verleden of familie te hebben. Alleen hij. Net zoals ik alleen werd achtergelaten....
ik keek naar het vredige gezicht van het jongetje en ik voelde hem kouder worden. Ik hield hem in mijn armen en wiegde hem, het was alsof hij stief in mijn armen. toch kon ik zijn hart nog horen kloppen, ik ging voor het raam staan en staarde de duisternis in. denkend aan het kind in mijn armen, zouden hij en zijn moeder op de vlucht zijn? Maar waarvoor? dat sloeg ook nergens op. Misschien was het zijn moeder niet eens, ze leek niet op hem. Maar misschien leek hij wel op zijn vader, dat kon net zo goed. ik zag geen enkele beweging in het bos behalve de bladeren die dansten door de wind. ik luisterde naar de wind, zoals ik dat jaren heb gedaan, zestien jaar lang... ik herrinerde de dagen dat ik door het hoge gras liep, ik liet mijn handen kietelen door de hoge sprietjes. en ik luisterde naar de wind, ik heb me zovaak afgevraagd of je de wind zou kunnen zien, het was een teleurstelling toen ik erachter kwam dat de wind onzichtbaar was. Ik herrinerde de dagen buiten, op het grote land van ons landhuis. Ik dacht aan de geur van ons huis, de frisse buitenlucht gemengd met eten, die de kokins in de keuken maakten. Aan mijn broertje, en mijn zus, aan mijn vader en mijn moeder. Mijn vader die altijd aan het werken was, en mijn moeder die me urenlang kon mooi maken. Aan de vele diners waar ik was geweest, waar ik had gezongen. mijn moeder zo trots op haar dochter. Ik was haar pareltje, dat zei ze altijd, haar diamant. Ik herrinerde me een mooie dag, mijn broertje riep mijn naam en ik volgde zijn stem, naar zijn kamer. Hij zat op zijn bed. ik vroeg wat er was en hij vertelde dat hij bang was in het donker. Hij was bang voor spoken. Hij had gehuild. ik vertelde hem dat hij maar moest gaan slapen en ik over hem zou waken, ik was als kind nooit bang geweest in het donker, omdat het voor mij altijd donker was. Ik zong mijn broertje in slaap en vredig doezelde hij weg. Ja, dat was een mooie dag. Ik herrinerde me een andere dag, waarop mijn zus naar me toe liep. Ik zat in de heide en ze kwam op me af stormen ik kon haar aan horen rennen. Maci Maci riep ze en ze ging naast me zitten. 'Moeder zou niet blij zijn als je je jurk zo vies maakt in het gras.' ik lachte. 'ik moet wat vertellen..' vervolgde ze, ze had me verteld dat ze moest trouwen, met Julian, een zoon van een graaf een paar kilometer verderop. Ze was betreurd daar door, maar er was nog iets dat ze me moest vertellen. Ze was zwanger, maar ze durfde het moeder niet te vertellen. 'Wie word de vader?' vroeg ik haar en ze antwoorde 'Bernardino...' haar geheime liefde. Ze wist niet wat ze moest doen, trouwen met Julian met een buik als een pompoen of haar kind doden. 'Je kunt je kind niet doden.' vertelde ik haar. 'Ik wil mijn kind niet doden.' antwoordde ze. 'Dan is er nog een ding te doen, ga, ga weg Elisabetta, vertrek samen met Bernardino.' 'Waarnaartoe, waar moet ik naartoe, Oh Maci. Dit is allemaal mijn fout, wat zal moeder denken?' 'Vertel haar niks, ik zal moeder vertellen dat je bent ontvoerd, verdwenen.' er viel een stilte tussen ons en ik luisterde naar de wind. Mijn zus pakte me bij mijn schouders vast en huilde ook, zoals mijn broertje dat had gedaan. 'Zou je dat doen? Zou je dat kunnen?' vroeg ze me. 'Ja, maar red je kind, en beloof dat je gelukkig zou worden met Bernardino.' 'Dat word ik! Dat word ik! Ik beloof het je Maci, ik zal mijn kind naar je vernoemen, omdat ze het leven aan jou te danken heeft.' Drie dagen na ons gesprek verdween Elisabetta, mijn moeder was wanhopig geweest, ze had zulke goede winst in handen, Graaf Julian zou haar dochter trouwen maar nu was ze weg. Mij uithuwelijken kon ze niet, ze kon haar pareltje niet weggeven. Ze wou me dichtbijhouden, omdat ik minder kon, niet kon zien. ''Maci?'' schudde Carlisle me wakker uit mijn herrineringen. ''Wat ga je met de jongen doen?'' Ik keek naar het jongetje Bentley in mijn armen. ''Het opvoeden zoals hij opgevoed zou moeten worden.'' Carlisle keek me liefdevol aan. ''Ik weet zeker dat je dat goed zult doen.'' beloofde Carlisle me en hij gaf me een schouderklopje. Ik keek naar Bentley, hij had een glimlach op zijn gezicht en ik hoopte dat zijn dromen goed waren...

Ashley

Fijn. Nóg een nieuweling verbrand in twee dagen. Nu ging Maci ook nog een half vampier / half mens jongetje opvoeden. Dat ging nog wat worden. Ze vond het nog een leuk spel ook. Gelukkig wist ze nu dí¡t er een maker was, nu alleen nog uitvinden wí­é het was. Leah en ik waren nog steeds bij de Cullens. Maci stond dromerig bij het raam, met Bently in haar armen. Carlisle, Edward en Bella zaten aan tafel en waren druk in gesprek. Toen kwamen Renesme en Mario samen de kamer binnen schuifelen. "Mama," vroeg Renesme, terwijl ze aan Bella's hand trok. "Mogen wij buiten spelen?" Bella lachte. "Als Astrid het goed vindt, vind ik het ook goed," antwoordde ze. Bij het horen van Astrid's naam, draaide Maci zich bliksemsnel om. "Zijn ze terug?" vroeg ze, met een grote lach op haar gezicht. Het was voor iedereen duidelijk dat ze de Volturi bedoelde. Carlisle glimlachte en schudde zijn hoofd. Maci's gezicht betrok. "Alleen Astrid en Mario," zei Alice. "Hoorde ik mijn naam?" vroeg Astrid, terwijl ze de kamer binnenliep. "Astrid!" riep Maci uit. "Je bent terug!" Astrid knikte. "Ja, ik wou Mario in veiligheid brengen. Waar is hij nou veiliger dan hier? En ik kon ook niet zonder jou, natuurlijk." "Is de situatie in Europa zó erg dan?" vroeg Maci. "Ja," antwoordde Astrid. "Het loopt helemaal uit de hand. Daarom ga ik morgen ook terug - niet zo sip kijken, ik kan toch niet lang zonder Mario - om te helpen. Toen ik Aro vanochtend sprak waren er al 491 doden, waarvan 323 vampiers. Ze moorden elkaar echt uit daar." Ze glimlachte en schudde haar hoofd. "Het is een zooitje, maar we ruimen het wel weer op." "Moet ik niet komen helpen?" vroeg Maci. "Lief van je, maar jij bent hier veel te hard nodig," zei Astrid. Op dat moment deed Bentley zijn oogjes open, en begon keihard te gillen. Het was duidelijk, dat wie of wat hij ook zag, hem ondraagelijke pijn bezorgde. Maci rende bezorgd naar hem toe. Hij strekte zijn arm uit en greep haar bij haar haren. "Bentley, los!" riep Maci, waardoor het jongetje alleen nog maar harder trok...

Maci

Jezus, laat los dacht ik alleen maar. Toch was ik niet echt boos. Ik legde mijn hand op zijn hoofd en nam de pijn weer weg. Hij glimlachte meteen. hij knipperde een paar keer met zijn ogen en liet toen mijn haar los. "Sorry.'' zei hij rustig. ''Geen punt, heb je dorst?'' vroeg ik en ik zag zijn ogen pik zwart zijn. Hij knikte. Ik snelde naar de keuken en binnen een seconde was ik terug met een flesje gevuld met bloed. ''Drink maar, is goed voor je.'' Bentley pakte het flesje aan en begon te drinken. Hij zag er meteen stukken beter uit. Toen hij klaar was met drinken gaf hij het flesje rustig terug aan mij. Hij keek naar Renesmee en Mario. ''Mag ik ook spelen?'' vroeg hij aan me. Zijn oogjes hadden een soort twinkeling waar je van smolt. ''Tuurlijk.'' zei ik en Bentley liep vrolijk naar Mario en Renesmee toe. Samen liepen ze naar buiten. Ik ging bij Leah, Astrid en Ashley op de bank zitten. ''Zeker geen hulp nodig?'' vroeg ik aan Astrid, 500 moorden, dat zou echt wel een topzooitje zijn, genoeg gevechten. ''Nee, als het hier uit de hand loopt hebben ze je nodig. Dat weet je.'' zei Astrid. ''Trouwens, je moet ook op Mario letten.'' ''Ben geen Babysit..'' klaagde ik. ''Je neemt dat nieuwe jongetje toch ook aan? Mario is geen last. dat weet je.'' Astrid glimlachte. ''Ik weet het, was hier gewoon maar wat meer actie.'' zei ik en ik spreidde mijn armen uit en liet me achterovervallen op de grote bank. ''Nou er zijn hier wel twee nieuwelingen gevonden, is twee moorden in twee dagen?'' vroeg Ashley onzeker. ''Nee. die nieuwelingen waren niks, wij waren met meer dan tien en zij in dr eentje, daar is toch niks aan.'' Astrid knikte begrijpelijk. Ashley niet. ''We moeten die maker ook nog opsporen.'' zei ze fel. ''Hoe weten we nou zeker dat hij ze allebei heeft gemaakt?'' vroeg ik haar. ''Het is toch logisch?'' ''Maar we hebben geen bewijs. We zullen moeten wachten tot er weer een nieuweling komt...'' ''Hoelang moet Bentley nog?'' vroeg Astrid. ''Hij heeft al een dag gehad, dus nog twee te gaan. Dan zal het gif wel genoeg verspreid zijn, hopelijk kan hij wat gaafs.'' zei ik. ''Heeft Mario een gave?'' vroeg ik Astrid. ''Hmmm, zijn we niet zeker van, hij veranderd natuurlijk van oogkleur en hij laat zijn handjes soms van kleur switchen, maar dat zegt niet veel.'' ik schudde mijn hoofd. ''Wat kun jij?'' vroeg Ashley aan Astrid. Dat vond ze wel genoeg voor een demonstratie. Astrid veranderde in Ashley, daarna in Carlisle en daarna weer terug in zichzelf. ''Wow.'' was het enige wat Ashley uitbracht. ''ik kan de gedaante aannemen van wie of wat dan ook wat ik ooit heb gezien.'' zei Astrid met een schuine glimlach.

Vijf dagen na de ontdekking van de andere nieuweling liepen Leah en Ashley patrouilles. Bentley was van de pijn af, en lag nu rustig een dutje te doen samen met Mario en Renesmee. Ik rende met de twee wolven mee, het was redelijk mistig. Ik rook een lucht van brand. ''Brand..'' zei ik rustig. Ik klom in een boom naast me om te zien waar de brand was. Toen ik in het topje was zag ik een vuur in het zuiden, een paar kilometer verderop. Ik sprong uit de boom naar beneden. ''Vuur in het bos paar kilometers verderop. Zullen we het gaan checken?'' vroeg ik aan de twee wolven. we moesten van Sam op deze route blijiven. zei Leah. onzeker. ''Oh Komop, we hebben deze ronde nou al 7 keer gelopen, je gaat me niet vertellen dat je nu nog niet geloofd dat er hier niks is, laten we gewoon kijken.'' Laten we gewoon gaan, we zijn er binnen tien minuten weer. Sam merkt dat nooit. stelde Ashley voor. Ze werd verstandig. ''Kom op.'' zei ik en we begonnen weer te rennen. ''Ruiken jullie het niet?'' vroeg ik aan de twee wolven. Ja, brand.. dacht Ashley. Dit is zo niet goed.. Sam gaat dit niet leuk vinden.. was het enige wat Leah dacht. ''Ga terug, je hoeft niet mee. Niemand verplicht het je.'' zei ik tegen haar. Leah keek om en knikte toen en rende terug. ''Blijf jij wel?'' vroeg ik aan Ashley. Geloof me, zeven keer dezelfde route lopen vind ik ook niet leuk. lachte ze. Ik knikte en we rende verder. De geur van het vuur werd sterker, het waren vast een stel tieners, die een vuurtje aan het stoken waren. Maar ik had het mis. Ashley en ik bleven laag op de grond, zodat wat er ook was, ze ons niet zouden opmerken. We gingen achter een bosje zitten ik keek door de bladeren heen en Ashley deed hetzelfde. Ik zag wel twintig jonge vampiers in een kring zitten. ''Wow, playtime baby.'' fluisterde ik. Zijn dat allemaal nieuwelingen? vroeg Ashley verbaasd. ik knikte. Misschien was er toch meer actie dan ik had verwacht...

Ashley

Maci en ik hielden ons schuil in het struikgewas, terwijl we naar de nieuwelingen keken. 'En nu?' vroeg ik haar. "Geen idee," fluisterde ze. "Dit moet iedereen weten. Maar we moeten weg hier, voordat ze ons horen." Langzaam slopen we terug, totdat we buiten gehoorafstand van de nieuwelingen waren. Toen zetten we het op een lopen. Tijdens het rennen hoorde ik Sam in mijn hoofd. 'Ashley, ik ben echt heel kwaad,' zei hij. Ik hoorde zijn stem trillen van woede. Maci had niks gemerkt. Ik stootte haar aan met mijn kop. Ze keek in mijn hoofd, ofzoiets, en ze snoof. "Straks is hij niet boos meer, geloof me honey. Hij zal blij zijn dat er eindelijk vampiers zijn die hij wél mag vermoorden," zei ze. Terug waar Leah was, zag ik ook Sam en Jacob. Zelfs Jacob keek boos. 'Ashley,' begon hij. 'Dit kan écht niet hoor!' "Jacob hou je bek," zei Maci geïrriteerd. Ik vond het lief dat ze voor me opkwam. "Het is mijn schuld. Ik rook vuur, en probeerde Leah en Ashley over te halen mee te gaan kijken. Leah wou niet, en bleef hier. En Ashley ging mee." 'Doet er niet toe,' zei Sam woedend. 'Ashley had ook hier moeten blijven.' 'Dat zal wel,' antwoordde ik boos. 'Maar als je nou eens hoorde wat we ontdekt hebben!' Jacob draaide zijn grote kop naar me toe, hij keek verbaasd. Normaal gesproken was ik nooit zo snel boos. "Ze heeft gelijk," zei Maci. Het koste me veel moeite om er niet 'weet ik' achter aan te denken. "We renden dus richting het vuur, en we hebben een enórme groep nieuwelingen ontdekt. Echt, het zijn er minstens twintig." Sam's ogen werden groot van verbazing. 'Zó veel?' vroeg hij. Maci knikte. "Waarschijnlijk allemaal van dezelfde maker," zei ze. "Ashley en ik gaan nu Carlisle waarschuwen, jullie zorgen dat de rest van de wolven terug komen naar La Push, bij Jacob thuis. Dan komen wij daar zo ook." Het was duidelijk dat Sam het maar niks vond dat hij bevelen kreeg van een vampier, maar desondanks deed hij wat Maci zei. Ze glimlachte toen ze dat zag, en rende toen richting het huis van de Cullens. Ik rende snel achter haar aan. 'Waarom wou je mij mee hebben?' vroeg ik haar verbaasd. "Je was erbij," was haar simpele antwoord. Toen ze mijn verbaasde blik zag, vervolgde ze: "Misschien heb je dingen gezien die ik niet heb gezien. Ik denk op dat soort momenten alleen maar aan de fun die je kan hebben met nieuwelingen, ik denk dat jij beter hebt opgelet wat ze aan het doen waren enzo." Ik lachte in mezelf. Maci was écht gestoord, of gewoon heel erg verveeld. "Laten we het houden op dat laatste," antwoordde ze op mijn gedachten. Veel sneller dan de vorige keer waren we bij de Cullens. "Ja, je rent ook veel harder," antwoordde Maci weer. Dat was zó irritant. 'Hou eens op met het antwoorden op mijn gedachten,' zei ik geïrriteerd. "Sorry," zei ze, en ze grijnsde. "Verander maar terug." Ik deed wat ze zei, en we liepen het trappetje naar de voordeur op. Die zwaaide automatisch open toen wij eraan kwamen. Maci liep het huis binnen, en ik volgde. Alice, die ons waarschijnlijk had horen of zien aankomen, verscheen in de deuropening in de hal. "Maci, Ashley," zei ze. "Vanwaar dit bezoek?" Maci gaf niet meteen antwoord. "Is iedereen thuis Alice?" vroeg ze. Alice concentreerde zich even. "Ja," antwoordde ze toen. "Alleen Mario, Renesmee en Bentley zijn buiten, alweer." "Dat maakt niet uit," zei Maci. "Zou je iedereen kunnen halen?" Alice vloog de trap op, en nog geen minuut later zat iedereen op de bank in de kamer. Edward keek Maci aan, en hij leek de situatie meteen te begrijpen. "Vertel Maci, wat is er aan de hand?" zei Carlisle rustig. "Nieuwelingen," kwam Maci meteen ter zake. "Een stuk of twintig, in een kamp, diep in het bos." Carlisle's ogen werden groot van verbazing. "Maak je een grapje?" "Nee," zei ik. Alle vampiers keken me aan. Het was best beangstigend. "Ze zaten rond een enorm kampvuur, en er lagen allemaal dode, leeggezogen mensen op de sneeuw. Het was heel luguber." "Dit moeten de Volturi weten," zei Maci. "Iemand moet naar Italië om ze te gaan waarschuwen. De rest moet meekomen naar La Push." "Ik ga wel naar Italië," bood Edward aan. "Ik ben het snelst, waarschijnlijk ben ik morgen al terug." Ik zag Bella bezorgd naar hem kijken. Edward gaf haar een zoen, en rende meteen de deur uit. "Het komt wel goed met hem," zei Alice zachtjes. De rest van de vampiers stond ook op. "Ashley, vind je het goed als je op mijn rug moet?" vroeg Emmett me met een lach. "Als wij allemaal rennen, gaan we nóg harder dan normaal en kan je ons niet bijhouden." Ik knikte met een droge keel. De vampiers begonnen te rennen. Het leek wel alsof ze allemaal de snelste wouden zijn. Mijn ogen begonnen te tranen door de ijskoude wind, dus ik kneep ze stijf dicht. In La Push zaten de wolven al te wachten. We gingen met z'n allen rond de tafel zitten.

Na een hele dag en een nacht plannen maken, kwam Edward binnen stormen. "De Volturi hebben het te druk met de zooi in Europa, ze hebben amper naar me geluisterd. Het ziet er naar uit dat we dit zelf moeten opknappen," zei hij. Maci knikte begripvol. "Zoiets dacht ik al," zei ze. "We hebben al een plan." "Ik snap het niet," zei Edward na een paar minuten. "Leg eens uit." Maci pakte pen en papier, en begon te tekenen. Ze wees de cirkel in het midden aan. "Dit is het kamp van de nieuwelingen," legde ze uit. Ze begon er kruisjes omheen te zetten. "Wij zijn in de meerderheid. Sam, Jacob, Seth, Embry, Quil, Paul, Jared, Collin, Brady, Leah, Ashley, Jasper, Alice, Carlisle, Esme, Bella, Emmett, Rosalie, jij en eventueel Renesme." Edward deed zijn mond open om te protesteren, maar Maci kapte hem af. "Nee Edward, luisteren. Ze is al lí¡ng volgroeid. Jullie beschermen haar wel, maar ze is nu al bijna 90 jaar oud. Ze gedraagt zich nog als een kind, omdat jullie haar behandelen als een kind. Emmett en ik hebben haar al het nodige geleerd, dus ze kan best meevechten." Ik zag dat Bella woedend naar Maci keek, maar ik was het met haar eens. "Maar even to the point," ging ze verder. "Wij zijn ook met 19 of 20. Bentley en Mario zijn te jong. De afgelopen dagen zijn er geen nieuwelingen bij gekomen volgens mij, ze zien er allemaal uit alsof ze ongeveer een week tot een maand oud zijn. Het zou goed kunnen dat ze hun maker al vernietigd hebben. We gaan handelen in drie kringen om het kamp. We zijn in het voordeel. We hebben 9 goed getrainde vampiers, Renesme, en 11 sterke weerwolven. De nieuwelingen zijn met 16, om precies te zijn. Ze zijn niet getraind, het is een zooitje ongeregeld." Ik zakte langzaam achterover. Dit had ik al zó vaak gehoord. Ik kroop tegen Embry aan. Edward knikte. "En, wat is het plan?" vroeg hij. "We gaan ze omsingelen," zei Alice. "In drie kringen, zoals Maci al zei. De eerste kring bestaat uit Jacob, Embry, Leah, Ashley, Maci, jou en mij. Een combinatie van weerwolven en vampiers dus. Als ze daar doorheen breken, wat me sterk lijkt, wordt het overgenomen door Sam, Seth, Quil, Paul, Jared, Collin en Brady, de rest van de wolven. Als ze die óók verslaan, vangen Carlisle, Esme, Bella, Emmett, Rosalie en Renesme het op. Dan hebben ze sowieso geen schijn van kans meer." Edward knikte. "Waar wachten we nu nog op?" vroeg hij. "Nu jij er bent, nergens meer op, so let's go," antwoordde Maci.

Maci

ik wou zeker weten of alle nieuwelingen nog in het kamp waren, dus ik Carlisle Edward en Ashley gingen vooruit, om te zien of ze er nog waren. De wind sneed langs mijn ogen toen ik door het bos rende, maar het deed geen pijn, het tintelde alleen wat. Ik hoorde een harde mannen stem, hij kwam me bekend voor maar ik kon hem niet plaatsen. ''Muslukkelingen...'' schreeuwde de man. we kwamen dichterbij en de stem werd harder. Ik kroop over de grond om me achter een stuik te verstoppen. ''Wat moet ik met jullie, jullie moeten wat leren.. niet zitten niksen.'' klaagde de man. De stem klonk warm. Ik moest weten wie het was, dus ik keek door een klein gaatje in de bosjes naar de man. Het was dezelfde man als uit de herrinering van de nieuweling. Hij gleed opnieuw met zijn tong over zijn tanden, en ik had het gevoel alsof mijn tijd stil stond, hij ging met zijn lijkbleke hand door zijn bruine wilde haar en ik dacht dat ik terug in de tijd was gegaan. Maar dat was niet zo. Ashley zat naast me en hij was hier echt, in Forks... Christopher keek woest om zich heen. De nieuwelingen zaten op de grond bevend van angst voor hem. Hij was niks veranderd.. ''We kunnen niet aanvallen.'' fluisterde ik naar Ashley. ''Waarom niet?'' ''Omdat.... geen tijd we moeten níº terug!'' Christopher keek in onze richting en ik trok Ashley op de grond. ''Ziet hij ons.'' ''Volgens mij wel.'' ''Verander zijn gedachtes dan!'' ''Kan niet, dan zou ik ons helemaal verraden.'' Ik pakte Ashley haar arm en ik rende weg. Carlisle en Edward volgde ons zonder te vragen wat er was. Edward had het vast wel begrepen. WE renden terug en ik hoopte dat Chris ons niet gezien had. maar aangezien hij niet achter ons aan kwam dacht ik van niet. Toen we bij het huis van Sam aankwamen, waar de andere wachten. Liet ik Ashley los. ''Waar sloeg dat op?'' vroeg ze. ''We kunnen niet aanvallen, onmogelijk!'' zei ik tegen iedereen. ''Wat is het probleem Maci?'' vroeg Carlisle. ''Carlisle, heb ik je ooit over Christopher verteld?'' Carlisle knikte. ''is het die gekke?'' ik knikte. ''Hij is hier...'' Carlisle keek net zo geschrokken als ik was geweest. ''Kan iemand me uitleggen wat er aan de hand is?'' vroeg Ashley. Ik liep naar binnen en de rest volgde we gingen met z'n allen aan de keukentafel zitten, die nu stamp vol was. ''Christopher is een gestoorde vampier.'' begon ik. ''Er is geen mogelijkheid dat we van hem kunnen winnen...'' ''Hoezo?'' vroeg Ashley. ''Hij doet het zelfde als ik, maar hij kan alleen in controle nemen, niet die gedachte dingen, maar hij laat mensen zichzelf vermoorden... hij kan ons allemaal in een bewegen commanderen.'' ''Waar ken je hem van?'' vroeg Ashley nieuwsgierig. Ik glimlachte schuin. ''Ik had wat met hem... 60 jaar geleden.'' Seth keek een beetje jaloers. ''Maar hij was gekker dan ik ben of was... hij was tot de meest gruwelijke dingen instaat, na tien jaar vond ik het genoeg... en ik ging weg. We hebben een nieuw plan nodig en een goeie.''

Ashley

Iedereen was stil door het nieuws. "En nu?" vroeg Sam. "Zijn we verloren?" Maci was even stil. "Ik weet het niet. Ik weet niet of zijn krachten nog hetzelfde zijn als vroeger. Hoe dan ook, het wordt heel gevaarlijk om het tegen hem op te nemen." Ik kreeg plotseling een idee. "Kan hij ons allemaal tegelijk zelfmoord laten plegen?" vroeg ik. Er ging een huivering door de kring. "Ik weet het niet," zei Maci weer. "Zo'n 70 jaar geleden kon hij dat wel, bijna 50 tegelijk. Maar 50 jaar geleden was dat al afgezakt naar 40. Als we er vanuit gaan dat hij per 20 jaar 10 minder in bedwang kan nemen, kon hij er 30 jaar geleden 30, 10 jaar geleden 20. Maar dat weet ik niet zeker. Hij kan ook sterker zijn geworden. Misschien moet ik met hem gaan praten." Seth schudde verwoed zijn hoofd. "Nee, dat ga je niet," zei hij. "Veel te gevaarlijk." Ik vond het persoonlijk een goed plan. Christopher zou Maci niks aandoen, hij zou waarschijnlijk blij zijn haar weer te zien... "Ik denk dat ik naar hem toe ga," zei ze. Carlisle knikte. "Ik denk dat dat onze enige mogelijkheid is. Doen alsof je hem gewoon tegenkomt, dat je blij bent om hem te zien," zei hij. Maci knikte. "Ik vraag wel hoe het met hem is, of hij mee gaat pokeren, en ik hoor hem een beetje uit." Ik zuchte. Als dit niet ging lukken, en hij had haar door, wat dan? Zou hij vluchten? Of zou hij haar vermoorden. Ik gokte op dat laatste. Wat verschrikkelijk. Mijn leven was een stuk simpeler toen ik nog gewoon een mens was. Maci haalde diep, en onnodig, adem, en stond toen op. "Nou, ik denk dat ik wel weet waar ik hem kan vinden," zei ze. Ik stond ook op, en gaf haar een knuffel. "Succes Maci," fluisterde ik in haar oor...
Maci liep de deur uit, en wij bleven achter. De tijd verstreek. Ondertussen zaten wij allemaal te wachten. Iedereen deed heel zenuwachtig. Na een poosje zei Sam: "Zullen we maar iets gaan doen? Ze is nog maar 5 minuten weg, en we houden het nu al niet meer uit." Ik schrok. Was ze nog maar 5 minuten weg? Het leek al wel een uur! Jacob knikte. "Wie heeft er zin in een spelletje?" Ik keek hem aan. Meende hij dat nou serieus? Wou hij een spelletje gaan spelen terwijl Maci misschien wel op het punt stond om vermoord te worden? "Het komt wel goed Ashley," zei Edward zacht. "Ze staat stevig in haar schoenen." Ik zuchtte geïrriteerd. Kon iedereen gewoon eens óphouden met het beantwoorden van mijn gedachten? "Sorry," mompelde hij. Embry keek ons verward aan. Toen stond hij op en liep hij naar de kast. Hij trok hem open. "Oké, wat gaan we doen?" vroeg hij. "Mens erger je niet, monopoly, kaarten, ganzenbord..." Alice keek hem geïnteresseerd aan. "We gaan monopoly doen," zei ze beslist. Nou ja, als Alice het zegt, zal het wel zo zijn, dacht ik. Embry pakte twee spelborden uit de kast. "Ik heb een plan," zei hij. "De wolven tegen elkaar, en de vampiers tegen elkaar. Daarna de 5 beste wolven tegen de 5 beste vampiers." "Deal," zei Alice, en ze lachte. "En Alice," zei ik, terwijl ik mijn best deed om niet al te depressief te klinken. "Wie wint er?" "Dat zeg ik niet," zei ze. "Da's niet eerlijk!" Ik lachte. Ze had gelijk, zoals gewoonlijk. Alice, Carlisle, Jasper, Esme, Emmett, Rosalie, Bella, Edward, Renesme, Bentley en Mario liepen naar boven, om daar te gaan spelen. "Sloop mijn kamer niet," riep ik ze na. Ik hoorde Alice haar tinkelende lach. Beneden zetten wij het spelbord klaar. "Ik begin," zei Jacob. "Niet vals spelen hè," waarschuwde ik hem lachend. Van boven hoorden we ook gelach. Na een halfuur spelen kwamen de vampiers weer naar beneden. "Hoe dóén jullie dat zo snel?" vroeg Collin verbaasd. "We hebben skills," zei Rosalie, met een lach waardoor alle mannen even stil vielen. Leah en ik keken elkaar aan, en schoten in de lach. "Zullen wij gewoon ons geld tellen?" stelde Paul voor. "Goed plan," zei ik, en ik knikte. Een paar minuten was het stil. "Oké," zei Sam. "Volgens mij is iedereen klaar. Jacob, hoeveel heb je?" "921.200," antwoordde hij. Sam ging het rondje rustig af. Toen kwam hij bij Paul. "1.234.600," zei die met een stalen gezicht. Sam wou het net noteren toen Alice zachtjes kuchte. Ik keek op. "Hij liegt," zei ze zachtjes, terwijl ze glimlachte. Edward keek naar Paul en knikte. "Klopt," bevestigde hij. "Hoeveel geld heeft hij, Alice?" vroeg Sam rustig, ookal zag ik zijn handen trillen. "125.900," antwoordde ze. Het was duidelijk dat ze haar lachen amper kon inhouden. Paul begon te trillen van woede. Leah en ik lagen op de grond van het lachen. "Paul, ga maar even buiten afkoelen," zei Sam. Paul liep naar buiten, en daar zagen we hem veranderen. "Oké," vervolgde Sam. "Wie waren bij jullie de 5 besten?" "Carlisle, Bentley, Renesme, Mario en Bella," antwoordde Edward. "Bij ons Leah, Ashley, Emily, Embry en Collin," zei Sam. "Oké, dan gaan wij nu tegen elkaar!" riep Bella. Na een uur spelen en diverse diepe vampier zuchten was het spel afgelopen. Collin had gewonnen. Net toen we hadden opgeruimd, ging de deur open en kwam Maci weer binnen...

Maci

''I'll be okay.'' zei ik tegen haar en ik liep het huis uit. Toen ik buiten was stormde Seth achter me aan. ''Niet gaan.'' zei hij. Hij greep mijn hand vast. ''Hij doet me niks, echt niet.'' Seth keek onzeker naar de grond. ''Jij bent veel en veel leuker dan hem. Geloof me.'' zei ik. ''Straks...'' ik kuste hem om zijn mond te snoeren. ''Tot straks.'' zei ik en ik stormde weg. Hoe zijn Chris zijn nog steeds het zelfde? Mijn hoofd was een wir war van gedachten terwijl ik door het bos rende. Ik was bijna bij de open plek en dus minderde ik vaart. Ik liep rustig de open plek in. De nieuwelingen zaten nog steeds in een kring en Chris stond met zijn rug naar hun toe. ''Christopher?'' vroeg ik, alsof ik niets van zijn plotselinge verschijning wist. Hij draaide zich binnen een seconde om. ''Ben jij dat echt?'' vroeg ik met mijn engelen stem. ''Maci.. Maci?'' vroeg hij. Hij liep de kring uit naar mij toe. ''HOE?! IK KAN HET NIET GELOVEN!'' hij snelde naar me toe en greep me stevig vast. ''ik heb je zo.. gemist.'' fluisterde hij in mijn oor. ''Wat doe je hier?'' vroeg ik aan hem. ''Ik... gewoon.'' Hij rolde met zijn ogen. ''Gewoon...?'' herhaalde ik. ''Jaa jaa! gewoon!'' snauwde hij snel. ''Je was ineens weg, waar heen? Waarom?'' ''Aro had me naar Amerika gestuurd ik had geen keus.'' loog ik. Hij knikte begrijpelijk en geloofde de leugen. ''Had wat tegen me gezegd.'' zei hij en hij gleed weer met zijn tong over zijn tanden. ''Kon niet, moest meteen weg van Aro.'' Christopher knikte en keek naar de nieuwelingen achter zich. ''Dus wat doe je hier?'' vroeg hij me. ''Ik... gewoon.'' herhaalde ik hem. ''Je bent goed... nog steeds.'' zei hij. ''Even serieus, waarom ben je hier?'' zei ik terwijl ik dichter bij hem kwam staan en de woorden in zijn oor fluisterde. Ik snoof mijn geur op. ''wraak.'' zei hij. ''Op wie?'' ''die italiaanse gladjakkers natuurlijk.'' ''de Volturi?'' ''Ja, die ja.'' hij spuwde de woorden uit. ''Hoezo?'' vroeg ik hem. ''Gewoon, gewoon. Doet er niet toe... Wat doe jij hier?'' ''Jagen...'' vertelde ik hem. ''Maci is altijd aan het liegen, Maci is altijd aan het liegen.'' zei hij op een ritmisch toontje. ''Je ogen zijn helderblauw, je hoeft niet tegen mij te liegen.'' zei hij en hij streek met zijn hand langs mijn wang. Ik walgde. Ik hoorde iets achter me lopen. ''Blijf van d'r af.'' snauwde Seth. Oh wat deed hij nu weer? ''Oh kijk eens aan wie is dat, Wie is dat?'' Chris liep langs me op Seth af. ''Maci, vlucht.'' gilde Seth. Was hij gek geworden? ''Wie is deze jongen, Maci?'' vroeg Chris. ''Geen idee, ik ken hem niet.'' ''Maci!'' gilde hij. Chris stond nog maar een meter van Seth vandaan. ''Kleine dwaas, Maci kent jou niet, dus scheer je weg.'' zei hij. De nieuwelingen waren inmiddels opgestaan, natuurlijk roken ze Seth, en hoorden ze zijn kloppende hart. Chris greep Seth bij zijn bovenarm. ''Kleine dwaas, dode dwaas.'' zei hij. Er ging een rilling over mijn rug, hij was heel wat krankzinniger geworden de laatste jaren. Ik moest iets doen, dus ik hield mijn hand in de richting van Chris en nam hem over. ''Maci, wat doe je nou!'' schreeuwde hij boos. Ik liet hem Seth los laten en hij liet zichzelf op de grond vallen. ''Seth, rennen!'' gilde ik. ''Niet zonder jou!'' Oh wat was hij ook een dwaas, soms. ''Sorry Chris..'' zei ik. ''Wat ga j...?'' hij maakte zijn zin niet af doordat ik helse pijn door zijn lichaam liet gieren. Ik greep ondertussen Seth vast en hij rende terug, ik rende achterste voren om zolang mogelijk Chris te verdoven. Maar na een tiental meter kon dat niet meer. Ik trok Seth op mijn rug en we renden terug naar het huis van Sam.

Ik deed de deur open en we liepen naar binnen Bentley kwam op me afrennen. ''Winnen, gewonnen.'' zei hij en ik tilde hem op mijn arm. ''molonoy!'' zei hij met een grote glimlach. ''Monopoly?'' vroeg ik. ''Ja Ja! Met Edward! Met allemaal!'' Ik lachte. ''Hebben jullie serieus monopoly gespeeld vroeg ik aan de groep.'' Ashley knikte tevreden. Bentley keek me teleurgesteld aan. ''Dat is natuurlijk heel leuk.'' zei ik vlug. Hij glimlachte weer een geweldige lach. ''Hoe was hij?'' vroeg Edward. ''Goed tot dat Seth hier me kwam redden.'' ik lachte en stompte met mijn losse arm Seth in zijn schouder.

Ashley

"Hoe bedoel je, 'gered'?" vroeg ik Maci. "Die idioot kwam achter me aan, en besloot het kamp binnen te rennen toen Christopher aan me zat." Ik zag aan haar gezicht dat ze niet echt boos was op Seth. Sam keek wel kwaad, maar dat deed hij eigenlijk altijd. "En, wat heb je ontdekt?" vroeg ik snel, om Seth te redden van een enorme preek. Maci zuchtte. "Waarschijnlijk kan hij maar één persoon tegelijk beheersen, maar hij is compleet krankzinnig." Ik knikte. Het was zo lastig allemaal. "En nu?" vroeg Jacob. "Wat nou, en nu?" zei Maci. "Wat is het plan?" "Er is geen plan." "Dan moeten we een plan bedenken," zei ik. "Goed plan," grinnikte Jacob zachtjes. Toen lachte Maci ook. Ze gaf hem een schop. "Je bent écht onuitstaanbaar Jake." "Ik denk dat het een goed plan is om ons oude plan uit te voeren," zei Carlisle, rustig als altijd. Maci knikte. "Ik denk dat er niks anders op zit." "Wanneer?" vroeg ik. "Zo snel mogelijk," antwoordde Carlisle. "Maar jullie moeten eerst slapen. We hebben niks aan een roedel uitgeputte wolven." Sam knikte. "Morgenavond, als het gaat schemeren," zei hij. Carlisle knikte. "Oké," zei hij. "Zo gaan we het doen: We omsingelen de groep nieuwelingen. Twee van ons proberen Christopher eerst te pakken, de rest ontfermt zich over de nieuwelingen. Waarschijnlijk wordt het vechten."

Maci

Ik liep samen met Bentley op mijn arm naar buiten. ''Mag ik morgen mee?'' vroeg hij met zijn engelen stem. ''Waarnaartoe?'' ''Naar vecht.'' antwoordde hij vrolijk. Wou hij nou serieus mee? ''Nee, dat lijkt me te gevaarlijk.'' besloot ik. Hij keek wat treurig. ''Renesmee mag ook.'' klaagde hij. ''Renesmee is een stukje ouder dan jij.'' ''Gaan we dan wel snel naar huis?'' Ik glimlachte. ''Ja. Snel.'' ''SNEL SNEL!'' gilde hij nu al van pret. ''Wil je zelf rennen of..'' ''Nee, tillen, sneller.'' Ik pakte Bentley met beter vast en ik begon te rennen, zo hard als ik kon. We stonden voor de rivier en ik sprong in een grote sprong over de rivier heen. Bentley gierde van plezier. Thuis legde ik hem in zijn bedje en hij viel vrijwel meteen in slaap. Binnen een seconden stond ik beneden. Vrijwel de hele familie zat op de bank, behalve Bella, die vast bij Renesmee was. Ik ging op mijn knieën naast Edward zitten. ''What's going on?'' ''We bereiden een plan voor, een aanvalsplan.'' Ik knikte en luisterde naar hun ideeën

De avond viel, het begon te schemeren. Dat was het teken, ik liep ons huis uit en zag de rode avond lucht aan de horizon. Zou ik echt in staat zijn iemand te vermoorden, iemand waar ik van gehouden had? Iemand waar ik tien jaar van mijn leven mee gedeeld had? Ik had zo mijn twijfels, maar het plan was gemaakt. Nu moesten we het alleen nog maar uitvoeren, ik moest het uitvoeren... Met al die nieuwelingen had ik geen probleem. Maar had ik überhaupt nog een keus? Hij zou mijn familie aanvallen, dan moest ik wel voor hun opkomen, dat zou het enige zijn wat ik zou willen. Toch wist ik dat het fout was, moord was fout. Maar dan was moord op nieuwelingen ook fout, en voor hun voelde ik geen medelijden. Ik rook de geur van de wolven en verheugde me stiekem op het gevecht. Sam knikte als een groet. Ik hoorde de hartslagen van de wolven harder gaan dan normaal, adrenaline voor het gevecht liet hun harten harder kloppen en misschien angst. ''Jullie kennen het plan?'' vroeg Carlisle ijzig, zonder enig gevoel in zijn stem. De wolven knikten allemaal tegelijk. Het was niet langer uit te stellen, we moesten nu gaan vechten. Dus we liepen in stilte naar de open plek. Niemand die ook maar een woord sprak, alleen de ademhaling van de wolven. Seth kwam naast me lopen, en ik aaide met mijn ijskoude hand over zijn warme vacht. De geur van de nieuwelingen werd sterker, net als mijn strijdlust. Ik beloofde mezelf niemand van onze groep gewond te laten raken, daar zou ik voor zorgen. Ik lette niet op de gedachte van de wolven en vampiers om mij heen, ik dacht alleen aan wat komen zou. Ik begon harder te lopen, en ik voelde dat ik een schuine glimlach op mijn gezicht had staan, als teken van enthousiasme. Maar toch was er angst, diep ergens diep in me. Want hoe dan ook zou ik Chris moeten vermoorden, ook al wenste ik dat het anders kon. Maar dat kon het niet. ''We splitsen hier op.'' zei Carlisle en iedereen ging in zijn toebehorende cirkel staan. ik in de voorste, ik keek achterom, daar stond Seth. Hij keek een soort van woest en angstig. Ik wou tegen hem zeggen dat alles goed zou komen, van Seth keek ik naar Ashley, wiens eerste gevecht dit zou worden. Ze stond aan de grond genageld. Haar angst bedacht me hoe gek in en Emmett wel niet waren, omdat we ons op dit gevecht hadden verheugd. Hoe ervaren wij waren vergeleken met de jonge wolven en de jonge vampiers. Ik bedacht me dat het eigenlijk een makkelijk gevecht zou zijn geweest, als Christopher er niet was, of als hij anders was geweest. Aardig en vriendelijk, zoals hij ooit was geweest. Terwijl mijn gedachten door mijn hoofd raasden leek het alsof uren verstreken, maar het waren slechts secondes. Ik wachtte geduldig tot het teken. Ik stond nu een meter verwijderd van de open plek, verscholen achter bosjes en bomen. Ik kon de stemmen van de nieuwelingen horen, en ik kon hem horen. Wat was de eerste stap van ons plan ook al weer? Het leek alsof gisteravond zo lang geleden was, dat ik door hetzelfde bos rende met Bentley op mijn arm. Kom op Leah, dacht ik nu wat ongeduldiger. Hoelang wou ze gaan wachten? Dit was dom, dacht ik in mijn achterhoofd. Maar Leah stond erop om te dienen als lokaas. Zou ze het doen voor Sam? Het deed er niet toe. Ik bleef gefocust op de groep vampiers in het midden. Langzaam werd de rode avondlucht ingeruild voor het duister en Leah liep in haar mensen vorm de openplek op. Ik hoorde haar hartslag, angst was het enige waar ik aan dacht bij het zien van haar gezicht. De vampiers hadden het ook gehoord, of geroken. ze keken allemaal naar Leah. ''Kijk eens aan.'' begon Christopher, en hij liep een paar stappen dichter naar Leah toe. De vampiers stonden op en liepen ook langzaam naar Leah toe. Christopher legde zijn hand op de schouder van Leah. Leah ademde angstig. Waren ze nu al genoeg afgeleid? Edward hoorde mijn gedachte en beantwoorde ze in zijn eigen met; nog even. Oké, nog even dan. ''Dit lijkt me een heerlijk diner.'' zei een van de jonge vampiers met een geobsedeerde stem. Christopher knikte. ''Val maar aan, mijn jongen.'' zei hij en de jonge vampiers omsingelden Leah. tijd... dacht ik. Ja, tijd. bevestigde Edward. een wir war van wolven en Vampiers renden op de groep nieuwelingen af. Ik zag Seth mij voorbij rennen, en ik zag Christopher geschokt kijken naar het schouwspel. Terwijl ik wachtte. Edward trok een hoofd van een van de nieuwelingen af en ik voelde de spanning in de lucht hangen, toch zou ik moeten wachten. Toen rees Christopher zijn hand, mijn teken. Leah die midden in de gevechten van de nieuwelingen en mijn familie leden, ze begon in eens te gillen, Chris had het dus op haar gemunt. ''LAAT HET STOPPEN'' gilde ze terwijl haar handen langzaam naar haar keel gingen. Ze probeerde er tegen te vechten doordat haar handen trilden als rietjes. Ik rende op Chris af en sprong tegen hem aan waardoor hij op de grond viel. Hij keek me woest aan. ''Verrader..'' zei hij terwijl hij hard met zijn tanden knarste. Ik hield zijn handen vast en keek naar zijn woedende gezicht. Hij duwde me overeind en ik probeerde zijn armen te grijpen, maar hij ontweek. Hij rees zijn hand naar mij maar ik was sneller dan hem en greep zijn arm vast. Ik trapte in zijn borstkas en zijn lijf kwam los van zijn arm. Ik liet de arm vol afschuw vallen en rende opnieuw op Chris af. Maar voordat ik hem kon aanraken beet Seth in zijn nek. ''VUUR!'' schreeuwde Edward als commando. Was het over? Waren de nieuwelingen verslagen? Ik had geen tijd om om te kijken, omdat Christopher met zijn vuist op het gezicht van Seth sloeg. een vlaag van woede ging door mij heen. Chris maakte zich los uit de beet van Seth en flitste naar zijn arm die hij weer aan zijn lichaam bevestigde. Ik rook de geur van brand achter me, niet lang daarna hing er ook een geur van verbande vampiers in de lucht. Maar opnieuw ging daar mijn aandacht niet naar uit. Ik greep Christopher vast en kraste met mijn nagels over zijn gezicht. Er werd achter me gegild, Chris had geen aandacht voor mij maar keek langs me heen. ''STOP HET!'' gilde Leah gepijnigd. Ik stompte in het gezicht van Chris en hij liet Leah gaan. ik keek om en zag haar op de grond in elkaar zakken. Chris greep me vast omdat ik niet oplette en kneep hard in mijn schouders. Opnieuw viel Seth Chris aan en hij sloeg met zijn grote voorpoot Chris een paar meter verder weg. Chris keek geschrokken naar iets achter mij en hij zette het op het rennen. Weg was Christopher. Ik keek om en zag Emmett de laatste vampier in het vuur gooien. Het was over, hoelang had het gevecht geduurd? Niet lang. De wolven verdwenen even en veranderde terug. Ik knielde naast Leah neer. Ze keek nog steeds gepijnigd, haar hele lijf trilde als een gek. ''Het is oké.'' zei ik tegen haar. ''Het is over...'' fluisterde ik, meer tegen mezelf dan tegen Leah. ''Is ze oké?'' vroeg Seth wanhopig, hij rende uit het bos naar zijn zus toe.


Reacties:


witch
witch zei op 28 feb 2010 - 13:27:

super, ga je er snel verder mee en laat je het dan even weten?