Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Bite [Vamps] » Escape [12]

Bite [Vamps]

16 jan 2010 - 19:59

997

6

671



Escape [12]

‘Hij?’ piep ik en klamp me vast aan de zetel, mijn nagels boren zich in de leuning en Tom kijkt paniekerig van Huyen naar mij.
‘Ik ben bang van wel.’
Kort vertelde Huyen dat Demitri van plan was Tom iets aan te doen en de kans dat hij Julia meteen mee van kant maakte, was dan wel klein maar met haar had hij hele andere plannen. Dat nieuws kwam zo hard aan bij Tom dat hij trillend in zijn trui dook en een kreet probeerde te smoren.
‘Maar, ik ben hier niet alleen om jullie dat mee te delen. Ik heb ook een oplossing. Maar daarvoor moeten jullie allebei zo snel mogelijk een tas kleren inpakken en de hoognodige maatregelen nemen. In jou geval, Tom, familie inlichten. Julia, voor jou is het simpeler. Gewoon inpakken. Vragen kunnen zo meteen in de auto gesteld worden. Tom, ik breng je naar je huis.’
Het gebeurt allemaal in een vlaag van pure wanhoop, Tom gaat gehoorzaam met Huyen mee en ik raas door de vertrekken van mijn appartementje met een rugzak in mijn hand terwijl ik de meest belangrijke spullen zonder kijken in de rugzak dump. Mijn camera verdwijnt in het voorste vakje, net als mijn oude dagboek en een foto van mijn vroegere, beste vriendin.
Terwijl ik mijn jas al aantrek en ook een muts uit de kast vis, dringen de gedachten zich op in mijn hoofd, degenen die ik probeerde te verdringen.
Demitri. Hij zint op wraak. Niet alleen op mij, maar ook op Tom. Moet ik dat wel laten gebeuren? Zou het niet beter zijn als ik gewoon naar Demitri ging, bij hem zou blijven en hem Tom doe vergeten. Tom leeft vredig verder tot hij aan het einde van zijn leven op een respectabele leeftijd sterft. Ik wil zijn vroegtijdige dood niet op mijn geweten hebben.
Maar aan de andere kant overleef ik niet bij Demitri. Ik veracht hem uit het diepste van mijn hart, hij heeft al teveel dingen verpest, dingen die ik hem niet kan vergeven.
Zelf pijn lijden of Tom pijn laten lijden?
Dan is de keuze toch snel gemaakt. Ik wil dit Tom niet aandoen.
Een opengaande deur kapt mijn gedachten af. Even borrelt de angst in mijn maag, wat als het Demitri is. Maar dan zie ik de blonde haren zwierig om het half serieuze en half vrolijke gezicht van Huyen.
‘Ben je klaar? Tom wacht in de auto.’
Ik knik en gooi mijn rugzak in zijn richting.
‘Oké, dan gaan we. Kom maar mee.’

De wegen hebben plaats gemaakt voor zanderige paadjes omgeven door duinen. Het open raam laat een zilte geur binnen, gemengd met de rook afkomstig van Toms sigaret. We rijden dus richting zee.
Bomen werpen schaduwen over ons, en angstvallig klem ik me vast als zo’n schaduw te veel weg heeft van een mens, of iets dat daarvoor moet doorgaan.
Demitri kan het al lang gemerkt hebben, hij kan ons achterna zijn gekomen. Ik weet niet waar Huyen ons brengt, maar het kan best zijn dat Demitri het wel weet.
‘We zijn er bijna.’ mompelt Huyen en draait aan een knop van de radio, pop wordt vervangen door jazz. Een ongeslaagde poging om mij te kalmeren. Maar het is wel aangenamer.
‘Waar is er?’ vraagt Tom en gooit zijn peuk naar buiten, het raam gaat zoevend weer toe.
‘Oh, ik heb jullie nog niet ingelicht. Ik breng jullie naar Nancy.’
‘Nancy?!?’ komt er uit zowel Toms als mijn mond. Ik zie hoe Huyen geamuseerd zijn blik in die van mij haakt door de achteruitkijkspiegel, een vreemde twinkeling danst in zijn pupillen.
‘Nancy is een… Vriendin… Van me. En ze vond het niet erg om twee logees te hebben tot Demitri van zijn plan afwijkt.’
De auto maakt een sputterend geluid als we omhoog gaan, zand stuift om ons heen en heel even zie ik niets. Dan, door de voorruit, een hemelblauwe kleur met een klein vlekje wit in het midden, vleugjes groen en een beetje grijs. Als ik beter kijk, zie ik een wit, houten huisje op een klif, omringd door op en neer deinend zeewater met een witte schuimkraag, waar een grijze hemel loodzwaar op drukt.
‘Wauw.’ flap ik eruit zonder er bij na te denken. Het ziet er ook zo mooi uit.
‘Ja, ik heb ook altijd een prettig gevoel bij het zien van haar huis.’ zegt Huyen en krijgt een nogal vage blik in zijn ogen. Ik houd het op nostalgie, want ik wil niet weten wat hij precies denkt.
Het gras knerpt onder de banden terwijl we afdalen en het huis steeds dichter komt. Een warm licht gloeit achter de kleine raampjes in spierwitte kozijnen.
Huyen drukt op een knopje achter het stuur en een luide toeter kondigt ons bezoek aan.
Een persoon, Nancy veronderstel ik, komt naar buiten, in een topje en een fleurig, donkerrood rokje. Vampier, anders zou ze helemaal ingepakt zijn. Tom kijkt verbaasd en met opgetrokken wenkbrauw naar de vreemde verschijning.
‘Ja, eh, ze is één van onze soort.’ fluistert Huyen en zijn ogen glinsteren weer geamuseerd.
Een wolk zand en stof achterlatend op de plek waar het bospad eindigt en de klif begint, scheuren we over het harde steen bedekt met gras en mos. Nancy heeft gezelschap gekregen van een wit met grijze husky, die ik bijna niet kan onderscheiden van het huis, dat net zo wit is als zijn vacht. Zijn ijsblauwe ogen turen de lichte nevel in naar de zwarte auto waarin wij ons bevinden.
Zou hij een vampier zijn? Een vampierhond? Kan dat? Zou dat kunnen?
Alsof Huyen mijn gedachte kan lezen, fluistert hij dat husky’s altijd zo’n kleur ogen hebben. Of toch vaak.
‘Eindelijk, naar buiten.’ glimlacht Tom en duwt het portier open. De koele wind glipt naar binnen. Het voelt aangenaam en lokt me mee naar buiten, waar Tom nu al rillend de laatste meters tussen de auto en het huisje overbrugt. De hond cirkelt om hem heen en blaft opgewonden. Nancy houdt haar hand, met gelakte nagels, boven haar ogen en zoekt Huyen in die nevel. Een enorme glimlach siert haar gezicht als ze hem eindelijk ziet.
Volgens mij ga ik het hier geweldig vinden.


Reacties:

1 2

NaNaa
NaNaa zei op 16 jan 2010 - 20:34:
NANCY EN MONSTER :'D
Monster, k mis hem, al kende ik hem niet lang :c

Echtweergeweldig geschreven en bedacht <3