Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Stand Alone's » Scotty

Stand Alone's

17 jan 2010 - 3:58

3358

3

472



Scotty

° Scotty
Genre: Drama (Denk ik)
Aantal woorden: 3477
Geschreven omdat ik het idee al lang in mijn hoofd had en het steeds weer in mijn gedachten kwam als ik Hunde/Dogs Unleashed luisterde.
Kannibal Kayley Productions©


01 september 1997 - Loitsche/Dierenwinkel ‘Hund und so’
‘Die wil ik!’ riep de jongste van de tweeling en drukte zijn neus en voorhoofd tegen het glas. Een kleine, bruin met witte pup deinsde angstig achteruit en verstopte zich achter de blokkade die zijn slapende broertjes en zusjes vormden.
‘Kijk wat je doet, je maakt hem bang.’ zei de andere helft tweeling en duwde zijn broertje opzij. Ook hij kleefde meteen aan het glas om naar het kleine hondje te kijken.
‘Mama.’ jammerde Bill en trok aan de hand van een jonge vrouw met warrig, blond haar en een glimlach op haar gezicht. Ze liet zich meetrekken naar al de zoveelste glazen kooi vol dieren, misschien hadden ze eindelijk hun definitieve keuze gemaakt.
‘Deze, mama.’ zei Tom nogal luid en drukte zijn vingertje tegen het glas.
‘Zijn jullie daar zeker van? Jullie worden maar één keer acht in jullie leven.’
‘Heel zeker mama!’ zeiden ze in koor en Bill duwde het deksel al een beetje omhoog zodat de kleine armpjes van Tom zich naar binnen konden wurmen. Zijn handjes sloten zich om het trillende lijfje van hun nieuwe huisdier.
‘Goed dan, ik ga betalen. Blijf hier, jullie twee, en doe die arme beestjes niets!’
Ze verdween door de rekken dieren en haar zachte stem werd overstemd door het vele geblaf, gemiauw en andere dierengeluiden.

03 september 1997 - Loitsche/Bahnhoffstrasse
‘Ik wil niet dat hij Groemp heet.’ zei Bill en sloeg zijn armen over elkaar. Om het nog erger te maken, trok hij een pruillipje op en staarde met puppyogen naar zijn moeder. Die keek van haar ene zoon naar de andere.
Tom bleef erbij dat Groemp de perfecte naam was, terwijl Bill hem Lucky wou noemen.
De altijd eensgezinde tweeling, die niet eens samen een naam konden verzinnen. Het beestje ging nu al de derde naamloze dag in.
‘Oké, jongens, ik heb een ideetje. Jullie pakken allebei een blaadje papier en schrijven daarop tien namen. Groemp en Lucky mogen er niet bij zitten. En dan geven jullie ze aan mij.’
‘En dan?’ vroeg Tom nieuwsgierig en hield, de voor hem nog steeds Groemp hetende puppy in zijn armen.
‘Dat zul je wel zien.’ lachte Simone en woelde liefdevol door zijn blonde haren.
Bill kwam uit de keuken met een cursusblok in zijn handjes en twee potloden tussen zijn lippen geklemd.
Hij liet het weer op tafel vallen en meteen scheurde hij een blaadje af. Tom snelde ook in zijn richting. Simone keek toe.
Wat waren het toch schatjes. Schouderophalend draaide ze zich om en pakte de wasmand weer op.
‘Mijn papiertje, mama.’ fluisterde Bill en stopte het in haar hand. Niet veel later dook Tom op om haar ook zijn namen toe te stoppen.
Ze liet de afwas even voor wat hij was en zocht haar zoons weer op in de woonkamer, terwijl ze beide bladeren openvouwde en haar ogen er even over liet glijden. Al bijna meteen zag ze een treffer, beiden hadden ‘Scotty’ in hun lijstje genoemd.
Daarmee was de zaak dus besloten, maar voor ze haar mond open kon doen, klonk een sleutel in het slot en zwaaide de deur open. Een zwarte gitaarkoffer, gevolgd door Gordon, kwam de hal in.
‘Wat is hier gaande?’ vroeg hij glimlachend en schudde zijn jack van zijn schouders.
‘Je bent net op tijd voor de onthulling van de nieuwe Kaulitz Trümpher.’
Gordon liep met grote passen naar de tafel en ging tussen Bill en Tom op tafel zitten.
‘Scotty.’

14 juni 2003 - Loitsche/Bahnhoffstrasse
‘Jullie zijn veertien!’ zei Simone verontwaardigd en haar gezicht werd een tint roder. Haar armen waren strak om haar romp gespannen en keek met een onnatuurlijke ergernis naar haar zoons. Zo’n metamorfose die ze hadden ondergaan, en nu kwamen ze even vertellen over hun band en hoe goed die wel niet ging.
Het ergste, en meest opvallende, was dat Bill zijn nieuwe ‘look’ na twee weken nog steeds niet beu was. Zijn haar was nog steeds zwart en met veel gel in bedwang gehouden, zwarte make-up was nog steeds rond zijn ogen gesmeerd.
En Tom dan, zijn kleren waren vijf maten te groot. Wat moesten de mensen wel niet denken? Dat hij alleen afdankers kreeg?
En dan die ‘band’, dat weinig succesvolle garagebandje met die jongen van Schäfer en die jongen van Listing? Hadden ze daarmee een contract? Bij Sony BMG?
De wereld ging echt naar de haaien. Een groepje kinderen een contract aanbieden?
‘En heel volwassen voor onze leeftijd.’ mompelde Bill en wreef over zijn haar, zijn ogen schoten door de kamer en ontweken de blik van zijn moeder.
Scotty trippelde de woonkamer in, zijn nagels tikten op het parket.
‘Wat heb je daar?’
Ze trok zo hard aan zijn haar dat ook zijn mond openschoot en hij niet alleen het geheim van zijn wenkbrauwpiercing maar ook die van degene door zijn tong verraadde.
‘Heb je het toch gedaan? Na al die straffen die Tom kreeg voor dat vieze stuk metaal in zijn lip? Bill Kaulitz Trümpher, nu meteen naar je kamer!’
Zijn blik was giftig, maar hij draaide zich toch om en beende richting trap. Halverwege zijn route aaide hij Scotty en lokte hem mee naar boven.
Op de trap maakte hij meer lawaai dan normaal en de deur sloeg nóg harder toe dan normaal. Bill plofte neer op zijn bed en voelde hoe Scotty zich tegen hem aan vleide.
‘Ach, ik laat het mooi allemaal zitten, Scotty. Weet je, onze band heeft een contract gekregen bij Sony BMG. Dat is een heel erg grote maatschappij. Wie weet worden we wel beroemd!’

25 augustus 2005 - Loitsche
‘Kom, Scotty.’ floot Tom op zijn vingers en rammelde even met de leiband. Meteen schoot Scotty de hal in en stopte naast de voeten van zijn baasje. Die klikte glimlachend het slotje vast aan zijn halsband.
Met z’n tweetjes stapten ze over de drempel, en toen viel de deur met een ‘zucht’ toe.
Het was warm buiten, daar in Loitsche. De zon scheen fel en geen enkel zuchtje wind verlichtte het broeikasgevoel dat over de straten heerste.
Terwijl ze overstaken en hun weg richting grasveld begonnen, voelde Tom zich toch anders dan de vorige keer dat hij Scotty ging uitlaten. Het was warmer, dat was een feit, maar het voelde niet zo anders. Het voelde anders anders.
Om de haverklap keek hij om, een bosje ritselde of een schaduw kroop over de grond. Hij besefte op dat moment niet dat het bosje niet ritselde door de wind, want die was er niet, of dat de schaduw van een persoon was, niet van een dier zoals hij dat beschouwde.
Pas toen ze bij het veldje waren, kwam de gedachte in hem op dat het wel eens fans zouden kunnen zijn. Met een ruk draaide hij zich om en kwam oog in oog te staan met een tiental meisjes, allemaal een kop groter als hij en vrij intimiderend.
‘Euhh… Hallo.’ stamelde hij en trok Scotty dichter naar hem toe. ‘Wat kan ik voor jullie doen?’
‘Tom, ik ben je grootste fan.’
‘Nee, dat ben ik al!’
‘Is dat je hond?’
‘Mag ik hem aaien?’
‘Wil je een handtekening zetten?’
Al de antwoorden kwamen zo door elkaar dat Tom er kop noch staart aan kon vinden en besloot dat dit het geknipte moment was om terug te gaan. Hij liep om de meisjes aan, terwijl hij zich verontschuldigde, en ging in lichte looppas terug naar huis. Geen enkele keer keek hij achterom, maar het feit dat Scotty zijn staart tussen zijn benen had, was al angstaanjagend genoeg.

05 december 2005 - Berlin/Tourbus
Bill sjokte door het gangpad van de enorme tourbus. Hij reisde nu al een weekje met de bus maar was het nog steeds niet gewoon.
Het logo dat hij ooit op de hoek van een blad in zijn handboek van Wiskunde had getekend, stond nu op de zijkant van de bus. De liedjes die hij schreef op de meest kwetsbare momenten van zijn leven, moest hij vanavond zingen voor een uitverkochte zaal in de hoofdstad van zijn vaderland, Berlijn.
Het was allemaal een droom geweest, en nu kwam die uit.
Hij kwam bij de slaapcabines en zag Tom met gitaar op zijn bed zitten. Zijn dreadlocks hingen voor zijn gezicht en geconcentreerd staarde hij naar de snaren, maar zijn vingers bewogen niet.
Bill ging op zijn bed zitten en krabde Scotty, die hij ondanks het beklag van Simone mee op tour had genomen, achter zijn oor.
‘Ik kan het niet.’ piepte Tom plots en keek op, zijn ogen waren groot en vol teleurstelling.
‘Je kan het best, Tom. Je bent echt de allerbeste gitarist op de hele wereld.’
‘Ben ik dat?’
Bill knikte en ging naast Scotty liggen. Tom stond recht, liet zijn Gibson op de bedsprei vallen en kroop bij Bill op bed.
‘Jij bent de beste zanger én de beste broer, Bill.’
‘Bedankt.’ zei Bill blozend en sloeg zijn armen om zowel Tom als Scotty. ‘Het gaat vast lukken.’

13 april 2006 - Amsterdam/Hotel
Zenuwachtig ijsbeerde Tom door de hotelkamer. Showcase brulden zijn hersenen keer op keer, en zijn zenuwen rezen de pan uit. Zijn handen werden klam en zijn pet was al nat aan de binnenkant sinds ze het hotel binnenkwamen. Wat een hoop fans!
Hij had nu behoefte aan Bill, Simone of Scotty, maar geen van de drie was binnen handbereik. Bill zat bij de visagie, Simone zat in de zaal en Scotty zat alleen thuis.
Oh, wat had Tom hem graag weer meegenomen. Al een week was hij huisdierloos, omdat ze van interview naar interview reden terwijl ze officieel niets gepland hadden.
Een hype in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Ik had nooit gedacht dat onze band zoveel succes zou hebben.
‘Tom, kom je?’ David, manager en meest flippend lid van hun management team, bonsde op de deur.
Ik heb iemand nodig. Nee, iets. Affectie. Liefst van iemand die niets zou zeggen, dacht Tom terwijl hij de deur opende en David de kamer in liet vallen.

08 april 2007 - Bratislava/Tourbus
Chagrijnig stampte hij door het gangpad en trapte een openstaand kastje dicht. Hij miste zijn moeder en Gordon, hij miste Andreas, en hij miste Scotty. Ze waren als sinds 3 april op tour, constant onderweg.
Het beroemd zijn begon hem te irriteren, al de glamour was minder rooskleurig dan eerst, de zwarte randen namen meer dan de helft van het beeld in. De glitter was allang niet meer zo fonkelend.
‘Wat heb jij?’ bromde Tom terwijl hij een tas onder zijn bed vandaan haalde. Petten vlogen in het rond tot hij uiteindelijk een exemplaar vond dat hem beviel.
‘Heimwee.’ gromde Bill met tanden op elkaar en liet zich op bed vallen, sloeg zijn armen om zijn kussen en duwde zijn hoofd erin. Een gesmoorde gil galmde door de slaapcabine.
‘Nog even en het is allemaal voorbij.’ fluisterde Tom en wreef voorzichtig over de schouder van zijn kleine broertje.
Het was waar dat ze gewoon gesloopt waren, een leeg omhulsel, maar ze konden de fans niet laten stikken. Dat was tegen hun principes.
Dus sleepten ze zich maar weer uit de bus en monterden hun ingesteldheid op.

13 juli 2008 - Werchter/Festival Werchter Boutique
Bill en Tom manoeuvreerden zich door een parcours van dranghekken en kwamen uiteindelijk bij een stel buitenwippers aan. Die lieten hen door, net als Georg en Gustav. Als laatste ging David door de garde bescherming en toen sloten ze zo nauw aan elkaar dat ze net een muur spierkracht waren. Fans konden niet verder maar maaiden wel wild met hun armen in het rond en reikten zo ver mogelijk, gewoon om ze even aan te kunnen raken.
Toen sprong een bruin met witte hond tegen Bill op. Die keek verrast om en sloot zijn trouwe viervoeter Scotty in zijn armen. Tom liep enthousiast grijnzend op Simone, Gordon, Groemp en Lucky af. De twee honden kwispelden vrolijk en renden rondjes om Toms benen.
Simone en Gordon glimlachten bemoedigend.
‘Kom op, jongens. Werchter wacht!’ brulde David en gaf een seintje aan de verantwoordelijke van Rock Werchter, die meteen de backstage instormde.
‘Ik zie je na het concert, maatje.’

26 februari 2010 - Oberhausen/Tourbus
‘Ik ben zo zenuwachtig.’ mompelde Bill en wreef in zijn handen, zijn hanenkam deinde op en neer op het ritme van zijn gehaaste passen.
De vorige concerten waren goed verlopen, maar men kon nooit iets garanderen. Per slot van rekening was het een gloednieuwe show en kon er nog veel fout gaan.
Tom lag in foetushouding op de bank en negeerde de goedbedoelde maar weinig kalmerende woorden van de niet zenuwachtige helft Tokio Hotel.
‘Ik mis Scotty, Lucky en Groemp.’ bromde Bill en dacht terug aan de dag voordien, toen ze onverwachts op de tourbus stapten. De fans schreeuwden moord en brand om bij hen te komen of de honden te lokken.
Maar al even snel waren ze weer weg, en deze keer was er iets raars aan de fans. Ze schreeuwden niet om bij hen te komen, maar bij de honden en Simone en Gordon.
Die gedachten bezorgden Bill nog meer rillingen dan het naderende concert, dus richtte hij daar zijn gedachten weer op. Tot de telefoon rinkelde.
‘Bill, haal Tom en rep je naar de dichtstbijzijnde kamer!’ Er klonk wanhoop door in haar stem en Bill deed sneller wat ze gevraagd had dan hij ooit gedaan had. Hij plukte Tom van de bank en trok hem aan zijn kraag richting slaapcabines. Daar duwde hij hem op een bed, ging zelf ook zetten en zette de speaker op.
‘Ja, mama?’ vroeg hij en voelde hoe heel zijn lichaam trilde.
‘Ik weet niet hoe…’
‘MAM!’ brulde Tom geërgerd en plantte zijn handen op zijn hoofd, terwijl hij nerveus aan een cornrow pulkte.
‘Scotty is aangevallen.’

‘Een fan, zeg je?’ vroeg Tom. Hij keek opzettelijk niet naar zijn tweelingbroertje, want die lag trillend en snikkend onder zijn dekens. Van tijd tot tijd sloeg hij een keer tegen het raam of brulde willekeurige scheldwoorden en verwensingen.
‘Een hele hoop.’ zei Simone zo zacht dat Tom het nauwelijks verstond. Maar ze praatte verder op normale toon, veel makkelijker voor hem om te horen.
‘We zijn nu bij de dierenarts. Het is te zeggen, Scotty is daar. Wij zitten in de wachtzaal.’
‘Ik laat je iets weten als we in Loitsche zijn. Hou me op de hoogte.’

26 februari 2010 - Loitsche/Dierenartspraktijk
Met veel kabaal stormden de twee Kaulitzen de praktijk binnen. Mensen keken verontwaardig om, behalve twee mensen. Een lijkbleke Simone, met warriger haar dan ooit, stormde op haar tweeling af en omhelsde hen zoals ze dat nog nooit gedaan had. Achter haar, in haar schaduw, volgde een aangeslagen Gordon. Hij slikte moeilijk terwijl hij hen één voor één een knuffel gaf.
Zijn handen trilden net zo erg als Bill gehele lichaam.
‘Weet je al… Meer?’ vroeg Tom voorzichtig en liet zich in een stoel vallen. Mensen herkenden hem, dat was zeker, maar het maakte hem nu helemaal niets uit. Hij wou even niet beroemd zijn, hij zou er zelfs zijn beroemdheid voor opgeven als dat ervoor zou zorgen dat Scotty het zou overleven.
Zou hij het wel overleven? Wat had hij? Hoe was hij er aan toe?
Zoveel vragen. Scotty was misschien op enkele meters afstand en hij kon niet eens naar hem toe.
Op dat moment stapte een man gehuld in een groen pak uit een zaal en het rode licht doofde.
‘Het voltallige gezin. Komt u mee?’
Gehoorzaam schuifelden ze achter hem aan en stopten voor een deur van ebbenhout. Als eerste ging Bill binnen, die bloedrode ogen had van het huilen. Van zijn make-up was niets meer te zien, zijn hanenkam hing slap naar beneden en zijn veel te magere en smalle lichaam beefde zo erg dat hij bijna omver viel. Hij ging ongemakkelijk in een witlederen stoeltje zitten.
Al snel volgde Tom, die net zo asgrauw zag als zijn broer. Zijn ogen waren dan niet rood, maar het zou niet lang duren voor hij de tranen moest door laten breken. Hij had het beangstigende voorgevoel dat dit gesprek niet veel goeds zou opleveren.
Simone en Gordon waren in zekere maten verbeterd. Ze zagen er nog steeds niet uit, maar de komst van de tweeling had hen goed gedaan.
De arts ging achter zijn bureau zitten en rolde zijn mouwen op.
‘Meneren Kaulitz, mevrouw en meneer Trümpher. Ik moet u…’
Weer kapte Tom iemand af midden in zijn zin. Het was algemeen bekend dat je bij hem niet rond de pot moest draaien, zeker niet nu er misschien wel kostbare tijd werd verspild.
‘Zeg het gewoon!’ snauwde hij daarom.
‘Oh, eh, juist ja. Uh…’
Bill slaakte een vreemd kreetje en balanceerde zo te zien op de rand van een diep dal.
‘Scotty heeft niet lang meer te leven. Helemaal niet lang. Na vannacht…’ Hij slikte. Dat was de druppel.
Bill viel flauw en donderde als een slap hoopje mens op de grond, Simone begon luid te huilen en dook diep weg in de armen van Gordon, die met wangen en ogen vol tranen voor zich uit staarde en Tom wist zich geen blijf met dit nieuws en sprong woedend recht, beende naar de deur en trok die bijna uit zijn scharnieren.

27 februari 2010 - Loitsche/Bahnhoffstrasse
In de kelder zaten ze. Tom, met Scotty op zijn schoot. Met een herhalende beweging aaide hij de vacht, streelde de oren en krabde zijn hals.
Het was warm in de kelder en hij zweette als een rund, maar hij hield zijn vest aan en liet onder geen omstandigheid Scotty los.
De dokter had hem verteld dat er een manier was om hem van zijn pijn te verlossen, zodat hij rustig zou gaan slapen en nooit meer wakker zou worden.
Onder die speech had Tom niet gehuild. Dat had hij nog niet gedaan.
Maar hij wou Scotty wel zo lang mogelijk wakker houden. Nog zo lang mogelijk levend.
De wonden in zijn rug en buik waren afgrijselijk. Bedekt met witte lapjes stof, maar het bloed dat gestold aan de randen hing, zei genoeg.
Voetstappen klonken weergalmend over de stenen trap. Bill zag bleker dan iemand zich voor mogelijk kon houden, maar hij stond wel recht en dat was een hele verbetering.
Voorzichtig ging hij naast Tom zitten en legde zijn hand op die van Tom. Beiden stond het huilen nader dan lachen, maar voor Scotty forceerden ze toch een glimlach.
Wie weet was het wel de laatste.
Die kans was te groot.
Zachtjes begon hij te zingen, Hunde, en Tom kon alleen maar met ingehouden adem luisteren.
Het zachte gejank van Scotty was hartverscheurend, maar beiden bleven ze tot het bittere eind.
Een half uur verstreek, en Scotty schuifelde over de vloer. De broers zaten zij aan zij en haalden herinneringen op aan hun meest geliefde hond, terwijl ze zich beklaagden over de laatste jaren, waarin ze zo weinig tijd met hem hadden doorgebracht. En met de andere honden.
‘Ma had gelijk. Die band, dat touren, was het dat allemaal wel waard? We zijn het al zolang beu en nu hebben onze fans ons dit aangedaan.’ zei Bill schor en slikte moeizaam.
Scotty kroop bij Bill op schoot en die hield het niet meer. Tranen rolden over zijn wangen terwijl hij zachtjes op de kop van Scotty klopte.
‘Tom?’ zei hij en zijn stem trilde.
Tom knikte alleen maar en staarde naar Scotty, die glazig voor zich uit staarde en op zo’n zacht volume jankte dat ze allebei wel wisten dat hij op het einde van zijn krachten was. Daarom deed het niet minder pijn.
‘Ik denk, misschien, laatste woorden?’
Tom knikte weer en tranen vulden zijn ogen, maar verwoed knipperde hij en ze verdwenen weer. Toen schraapte hij zijn keel.
‘Lieve Scotty. Ik heb nooit meer van iemand gehouden dan jou, als je Bill niet meerekent. Ik zal je missen, je was mijn maatje, en dat zal je altijd zijn.’
Bill snikte luid terwijl hij zijn armen steviger om het rillende dier sloeg.
‘Ik hou van je, Scotty. Vergeet dat niet. En waar je ook heengaat, ooit zullen wij daar ook zijn.’
Scotty draaide zijn kop naar Tom en blafte. Met zijn tong likte hij Toms hand een laatste keer, en toen die van Bill.
Jankend klemde hij zijn staart tussen zijn benen en legde zijn kop tegen Bills buik. Die trilde zo hard doordat hij onophoudelijk huilde dat het leek alsof Scotty nog bewoog.
Maar eigenlijk laag hij doodstil. Een seconde later stierf zijn hartslag weg en scheurde het gehuil van Bill de stilte aan stukken.
Tom sloeg zijn armen om Bill heen en duwde het hoofd met de slappe zwarte haren wat naar beneden, op zijn schouder. Hij keek voor zich uit, voelde Scotty’s vacht tegen zijn onderarm en liet de eerste traan ontsnappen.
Al snel volgden er meer, tot hij officieel ook aan het huilen was.
Met een hol gevoel in zijn maag prevelde hij de naam van zijn maatje, maar hij zou nooit meer terugkomen.


Reacties:


dreamerangel
dreamerangel zei op 31 aug 2010 - 23:21:
kutfans KUTFAAAAAAAAAAAAAAAANNNNNNNNNSSSSS!!!
ik jank gewooon!
waarom doen ze dit bij scotty!?
leg het me uit!

( mr ff dis kuuuuuuuuutmooi geschreven egt!)


xNadezhda zei op 17 jan 2010 - 16:27:
Okay. Diiiit kwam dus een beetje onverwacht ._.
Ik huil.
Nee, dat meen ik.
Ik huil.


xSoParanoid
xSoParanoid zei op 17 jan 2010 - 10:53:
het einde is zielig o.o....
doet me denken aan I'm Legend (ken je wel togh?)
dat die hond ook dood gaat ;x ikmoest toen huilen
en hier ook bijna.. ikvind het zieliger als dieren
dood gaan als mensen>_< isdat normaal als ik dat zeg..
maar dit was echt hartverscheurent