Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Jonas Brothers » Having famous siblings isn't always so funny.. » Dos

Having famous siblings isn't always so funny..

28 jan 2010 - 16:14

1227

0

269



Dos

{P.O.V van Rowena}
Ik zit bij Frans als opeens de deur openschiet. In de deuropening zie ik mijn vijf jaar oudere broer staan. Terwijl hij nog aan het uithijgen is - hij heeft blijkbaar gerend - , begint Lianne naast mij bijna te hyperventileren. Logisch, want ze is een hele grote fan van de Jonas Brothers. Vooral van Joe, en dat is nou juist degene die in de deuropening staat. Joe is uitgehijgd en loopt richting Lianne en mij, waardoor Lianne haast flauwvalt. ‘Sorry dat ik stoor, maar dit is heel belangrijk.’ zegt Joe met een schorre stem terwijl hij zich op mijn lerares Frans richt. Als ik omhoogkijk in zijn gezicht -ik zit en hij staat, waardoor hij drie keer zo groot is- zie ik dat hij rode ogen heeft van het huilen en wallen vanwege slaaptekort. Goed, dit is dus inderdaad serieus. Als mijn altijd zo happy broer niet vrolijk en druk door de kamer springt, is er iets goed mis en zeker als hij gehuild heeft. ‘Rowena,’ hij spreekt mijn naam bijna fluisterend - met nog steeds een schorre stem- uit. Ik sta op van mijn stoel en sla mijn armen om hem heen. ‘Vertel maar wat er is,’ probeer ik met een sussende stem te zeggen. Hij geeft mij heel kort, maar heel stevig, een knuffel, waarna hij begint te vertellen: ‘Nick ligt in het ziekenhuis. Hij kan dood gaan, Kevin legt het wel uit,’ nadat hij dat zei vervolgt hij zijn verhaal op fluistertoon, ‘En het is… mijn schuld.’ Waarom het zijn schuld is begrijp ik niet, maar als hij “kan dood gaan”¯ zegt, schiet er een pijnscheut door mijn hart. Ik stop mijn boek, schrift en werkboek van Frans in mijn tas en loop - terwijl ik Joe meetrek - naar de deur. Daar aangekomen draai ik mij om naar de lerares en begint tegen haar te praten. ‘Joe heeft gelijk, dit is echt belangrijk. Ik laat mijn ouders wel een briefje schrijven, maar ik moet nu echt gaan.’ Dat gezegd te hebben, draai ik mij om, open de deur en loop - gevolgd door Joe - naar buiten. We moeten twee trappen af voordat we in de hal komen, waar nu - rond kerstmis - twee grote kerstbomen staan. Als we daar zijn wil Joe naar buiten rennen en hij kan nog maar net een kerstboom ontwijken. Iets anders dan hem achterna gaan kan ik niet, dus volg ik hem. Buiten gekomen zie ik dat Joe al een taxi heeft aangehouden en de deur voor me openhoud. Hij gebaart dat ik moet gaan zitten en, als ik eenmaal zit, ploft hij naast mij neer. ‘We willen naar het vliegveld, meneer, het liefst zo snel mogelijk. Ik wil niet dat u snelheidslimieten overtreed, en er daardoor nog iemand aangereden wordt, dus vergeet dat snel maar. Doe maar rustig aan en kijk alstublieft uit dat u niemand overrijd,’ zegt Joe tegen de taxichauffeur. Sinds wanneer is Joe zo voorzichtig met mensen overrijden? Een klein half uurtje later - de taxichauffeur heeft netjes gedaan wat Joe zei - komen we aan op Schiphol. Zodra de taxi stopt, betaald Joe voor de reis en springt hij eruit. Hij trekt, eerder sleept, mij mee naar een privévliegtuig. Op het vliegtuig staat heel groot het Jonas Brothers logo afgebeeld. Binnen in het vliegtuig staat Kevin -met al net zulke rode ogen als Joe, alleen geen wallen- , die mij verwelkomt met een knuffel. ‘Hé Kev, lang niet gezien,’ fluister ik terwijl ik hem terugknuffel. ‘Veel te lang,’ fluistert hij terug, terwijl hij mij nog steviger beetpakt. We hebben een best wel hechte familie, waardoor we elkaar gouw missen -wat handig is als je elkaar niet te vaak mag zien, omdat dat verdacht zou kunnen lijken bij de paparazzi- . We -Kevin, Joe en ik- gaan zitten en doen onze gordels om. Enkele minuten later voel ik het vliegtuig al stijgen. Als even later het “fasten seatbelts”¯ lampje uitgaat, begint Joe te geeuwen. ‘Nu ga jij slapen, Joe, terwijl ik Rowena uitleg wat er aan de hand is,’ zegt Kevin, die intussen naar een deur gelopen is - de deur leid blijkbaar naar een andere ruimte in het vliegtuig - . Joe stribbelt niet eens tegen, maar pakt een deken -de deken waar iedereen van ons gezin iets op heeft gezet of getekend, zodat de jongens ons niet zo hoeven te missen als ze op tour zijn- en trekt die over zich heen. Ik loop achter Kevin aan naar de andere ruimte en als ik de deur achter me dicht heb gedaan, begin ik gelijk te praten. ‘Wat is er met Nick? En met Joe is er trouwens ook iets vreemds aan de hand.’ Kevin zucht diep, gaat op een rode bank zitten en klopt naast zich als teken dat ik ook moet gaan zitten. Als ik zit, slaat hij een arm om me heen en verteld: ‘Joe en Nick waren gisteren naar het hotel aan het rijden. Ik was er niet bij, ik was met Daniëlle aan het eten, die was ook mee. Joe reed, toen er opeens een vrachtauto van rechts kwam. De vrachtauto botste reed half over de auto heen, de kant waar Nick zat. Daardoor werd Nick geplet en bleef Joe ongedeerd. Nick heeft ernstig bloedverlies geleden en er is daardoor een grote kans dat hij dood gaat.’ Even staar ik Kevin verwondert en met grote ogen aan, maar dan herpak ik mijzelf. ‘En wat is er dan met Joe?’ vraag ik fluisterend, bang dat Joe ons zal horen. ‘Joe denkt dat het zijn schuld is, vooral omdat hij heelhuids uit de auto is gekomen.’ ‘Maar het is zijn schuld toch niet? Reed hij door rood of zo?’ vraag ik verbaast. ‘Nee, de vrachtauto reed juist door rood.’ ‘Maar dan is het Joe schuld toch niet?’ schreeuw ik bijna uit. Ik spring van de bank en ren weer terug naar de ruimte waar Joe ligt. Ik spring bovenop hem, waardoor hij gillend en om zich heen slaand wakker wordt. ‘Rustig broertje, ik ben het maar,’ zeg ik terwijl ik hem begin te knuffelen. ‘Broer, ik ben vijf jaar ouder,’ zegt hij zogenaamd verontwaardigd, hoewel hij toch zijn armen om mij heen slaat en terug knuffelt. Een uur - dat gevuld was met bidden voor Nick, slapen en een beetje dom kaarten - later moeten we weer in onze stoelen gaan zitten en de gordels vast maken. Ik pak mijn mp3-speler, zet die aan en stop hem in mijn oren, een mislukte poging om oorpijn te voorkomen. Als we geland en uit het vliegtuig zijn, lopen we naar buiten opzoek naar een taxi -we hebben geen koffers bij ons, dus gelukkig geen sjouwwerk- , die Kevin enkele seconden later vindt. Kevin verteld de taxichauffeur dat we naar één of ander ziekenhuis willen -het ziekenhuis waar Nick ligt, lijkt mij- . De taxichauffeur rijdt er heen en wij -Kevin, Joe en ik- lopen het grote ziekenhuis binnen. Bij binnenkomst zie ik een blauw bureau, waarachter een blonde vrouw zit. Joe begint tegen haar te praten: ‘Weet u misschien waar de kamer van Nicholas Jonas is?’ De vrouw antwoord door een kamernummer te noemen en we willen er al heen gaan lopen als ik opeens op de schouder word getikt. Ik draai mij om en zie een man staan. Zijn naamkaartje zegt dat hij dr. Dolyn is. ‘Jullie vroegen net naar Nick Jonas, zijn jullie familie?’ Als antwoord knik ik. ‘Oké, dan moet ik jullie iets belangrijks vertellen.’


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.