Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Crush » 46.

Crush

28 jan 2010 - 20:52

800

0

146



46.

Vandaag is het zover, het zit erop. Alle scènes zijn gespeeld en de film is af. Het is inmiddels en week later en Bill heb ik na die ene nacht en de rare opvolgende ochtend niet meer gezien. Hij had het druk, zei hij. Er waren veel interviews en optredens, er bleef simpelweg geen tijd meer over voor mij. Hij reageert nauwelijks op mijn sms’jes en als ik hem bel en hij neemt toevallig op, wimpelt hij me na een paar minuutjes af met een of ander vaag smoesje. Wat er aan de hand is weet ik niet en eigenlijk weet ik ook niet of ik het wel wil weten. Er is gewoon niets meer over van de Bill die ik leerde kennen. Dat klinkt misschien dramatisch, maar zo voelt het wel.

“Hoef je niet meer?”¯ Ik schud mijn hoofd en de mooie blonde Sander grist haastig de rest van mijn pizza van mijn bord af. Er is nog bijna de helft van over, ik heb niet zo veel honger nu. We zitten in een klein, maar gezellig Italiaans restaurantje om het einde van de film te vieren. Nou ja, vieren? Sommigen zijn blij om weer naar huis te gaan, maar ik ben zeker niet één van hen. Ook al doet Bill op dit moment vreselijk raar en wil hij me waarschijnlijk niet eens meer, ik ga hem ongewild toch ontzettend missen. Berlijn zelf ook trouwens. In deze korte tijd dat ik er was ben ik ervan gaan houden. De bruisende stad waar zelfs ’s nachts de straten vol leven zijn, staat in schril contrast met het kleine stille dorpje waar ik woon. Het is alsof je hier geaccepteerd wordt, hoe je er ook uitziet. Daar waar ze me thuis nakijken om mijn zwarte haar, zwarte ogen en zwarte nagels, lijkt het ze hier niet eens op te vallen. En ik moet zeggen, dat voelt geweldig.

Nadat iedereen uitgegeten is besluiten we nog even met z’n allen de stad in te gaan. “De laatste avond moet je van genieten!”¯ roept Freddy. “Zo lijkt het net of we doodgaan,”¯ zeg ik, waarop hij begint te lachen. “Nou, erg vrolijk kijk je ook niet,”¯ brengt hij in. Ik haal mijn schouders op, maar daar neemt hij geen genoegen mee. “Wat is er aan de hand Sam?”¯ Met ogen vol begrip en ook een beetje medelijden kijk hij me aan, maar ik kan het hem niet vertellen. “Ik heb gewoon niet zo’n zin om weer naar huis te gaan,”¯ antwoord ik en tot mijn grote opluchting lijkt hij me te geloven.

Wanneer ik op mijn horloge kijk constateer ik dat het bijna negen uur is, nog niet zo laat dus. Daarom besluiten we om eerst een leuk cafeetje op te zoeken, iets te drinken en daarna door te gaan naar dat wat in de tijd dat we hier waren zo’n beetje onze ‘vaste’ discotheek is geworden. Dat cafeetje is snel gevonden. Het lawaai is al van ver af op te merken en hoewel ik op dit moment liever in een rustigere omgeving zit, vind de rest het ideaal. Ik besluit er maar mee in te stemmen, om maar geen zeurpiet te lijken. Freddy gaat drinken voor ons allemaal bestellen en Mara loopt voor de zekerheid met hem mee. Freddy heeft in het restaurant daarnet ook al behoorlijk wat gehad dus erg veilig lijkt het ons niet om hem alleen op pad te sturen met een dienblad vol breekbare glazen.

De drank vloeit rijkelijk en iedereen lijkt al volledig bezopen voordat we überhaupt een poging gedaan hebben om naar de discotheek te gaan. Het is inmiddels twee uur later en het begint me hier nu toch behoorlijk te vervelen. Niet dat het geen leuk café is. De zachtgele muren, vrolijk versierd met bloemen en de vele knusse banken die er staan geven het een gezellige uitstraling, maar ik ben er niet zo voor in de stemming. Het liefst wil ik naar het hotel, in mijn bed gaan liggen en slapen. Gewoon slapen. Nergens over nadenken, niets doen, alleen maar slapen. Maar goed, het is de laatste avond hier. De laatste avond met zijn allen dus dat gaat niet.

“Laten we gaan,”¯ stel ik na nog een half uurtje verveling dan toch maar voor. Maar de rest vat dit niet op als een ‘laten we naar huis gaan’. Nee, zij gaan op weg naar de discotheek en ik moet mee. “Het is niet leuk zonder jou, ik eis dat je meegaat!”¯ roept Sander uit. Waarop ik toch maar instem en achter hem aan naar buitenloop. Eenmaal onderweg voel ik mijn telefoon opeens trillen in mijn zak, het is een sms’je van Bill. Zodra ik het berichtje open zie ik dat het is waar ik al bang voor was. Kun je morgenochtend even langskomen? Ik wil met je praten. Xx Bill.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.