Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Stand Alone's » If today was your last day

Stand Alone's

26 maart 2010 - 19:03

1244

2

562



If today was your last day

° If today was your last day
Genre: Vriendschap
Aantal woorden: 1228
Geschreven voor de wedstrijd 'Overige' op Tokio Hotel Holland.
Kannibal Kayley Productions©


Het was één van de zeldzame nachten waarin Tom niet sliep, maar praatte. Praatte met Gustav.
Ze zaten in het slaapkamergedeelte, beiden op Gustavs bed. Georg en Bill sliepen al een tijdje.
Gustav had zich na het concert meteen afgezonderd, en was niet komen eten toen hij geroepen werd. Dat deed hij nu, samen met Tom.
Tom was naast hem komen zitten, had hem een bord spaghetti gegeven en had gevraagd: “Gustav, leef jij?”¯
Gustav had gelachen, denkend dat het een grap was. En toen hij besefte wat Tom eigenlijk bedoelde, richtte hij al zijn aandacht op zijn eten.
“Leef jij écht, Gus?”¯
Gustav zweeg, het antwoord deed hem pijn. Nee, hij leefde niet. Hij wérd geleefd. En Tom had dat door. Hij die werd afgeschilderd als een emotieloze seksverslaafde, was misschien wel slimmer dan iedereen vermoedde.
“Wat nou als morgen je laatste dag is? Wat heb je dan bereikt in je leven?”¯ vroeg Tom en schoof een van zijn zweetbandjes over zijn hand en legde het op zijn schoot. Met zijn duim streek hij over de inktletters die er pas sinds kort stonden: ‘Carpe Noctrum’.
“Je hebt een tattoo.”¯ zei Gustav verbaasd en klemde zijn vingers om de pols van de gitarist. “Sinds wanneer?”¯
“Jij krijgt een antwoord op jouw vraag als ik er een krijg op de mijne.”¯
Ze keken elkaar even aan. Gustav fronste, zijn vingers verkenden nog steeds de donkere, sierlijke letters op Toms huid. Tom op zijn beurt glimlachte en onderging de aanrakingen van de eeltige vingertoppen van de drummer zonder problemen: hij was trots op zijn - geheime - tattoo.
“Tokio Hotel.”¯ fluisterde Gustav en zuchtte. Daar bleef het bij, dat had hij bereikt en niet meer.
“Gisterennacht.”¯ antwoordde Tom en trok zijn hand toen terug om het polsbandje weer aan te doen.
“Was jij dan niet… Met dat ene meisje…?”¯
Tom grinnikte zacht en pulkte aan een cornrow.
“Nee, ik heb niets met haar gedaan. Zelfs nog straffer: ik ben nog maagd.”¯
Die bekentenis sloeg in als een bom. Want als Tom niet al die nachten… Wat deed hij dan wel?
Tom zag dat zijn vriend verward was en sloeg hem daarom maar even op zijn schouder.
“Als je wilt weten wat ik dan wel doe, moet je zorgen dat je incognito maar gemakkelijk gekleed bent tegen dat we bij het hotel zijn.”¯
Tom schoof van het bed en verliet de kamer, Gustav met een brandende nieuwsgierigheid achterlatend.

Het was zomer, waardoor het ook ’s nachts vrij warm was. Daarom liep Tom door het gangpad in een korte broek. Maar dat betekende niet dat die geen tien maten te groot was, want dat was wel het geval. Ook zijn T-shirt had zijn gewoonlijke grootte. Zijn Kustoms waren voor de verandering omgewisseld met een paar sportschoenen van Nike. Zijn ogen gingen schuil achter een zonnebril en zijn cornrows waren onder een zwarte muts gepropt.
Gustav moest wennen aan de Tom die hij zag, en hij geloofde het amper toen die hem zei dat hij elke nacht zo op pad ging.
Gustav was ook in korte broek en T-shirt, een pet stond nogal onbeholpen op zijn kruin.
De bus stopte, Tom hees een rugzak over zijn schouders.
“Klaar? Oh, doe je veters vast en vergeet je bril niet.”¯
Terwijl Gustav op zijn knieën zat en zijn veters knoopte, liepen Georg en Bill voorbij. David riep dat ze moesten opschieten.
Gustav wipte de bus uit en keek om zich heen. Het was niet echt donker, maar zeker niet meer licht. Tegen de vallende nacht zag hij maar amper Tom staan, die zich als een deel van de donkerblauwe lucht opstelde.
“Hierheen.”¯ blies die de lucht in, en Gustav ging op het geluid af. Vaag in de verte - al was het niet zó ver - hoorde hij David brommen.
Hij liep achter Tom aan.
“Waar gaan we heen?”¯ vroeg Gustav toen ze al een tijdje over een zandpaadje liepen. Aan het hotel waren ze een bos ingestapt, maar na een driehonderdtal meters kwamen ze weer op de snelweg. Na een goede kilometer zochten ze het paadje op, waarop ze toen nog steeds liepen.
“Vertrouw me maar, ik ben hier eerder geweest.”¯ zei Tom en veegde langs zijn voorhoofd. Zweet glinsterde op zijn huid.
“Oké. Heb je drinken bij?”¯
Tom haalde even de rugzak van zijn rug, ritste die open en haalde een flesje water uit. Gustav ving het op toen het in zijn richting vloog. Toen hing Tom de beugels van de tas weer over zijn schouders.
Het landschap begon te hellen, te dalen, de ondergrond werd harder en toen weer zachter. De geur veranderde net even constant. Het ene moment rook het naar dennenbomen en bosgrond, daarna naar weiden vol bloemen, en weer een andere moment was de zee te ruiken.
Gustav vroeg zich af waar ze precies waren, waar ze heen gingen en hoe lang het nog zou duren. Het had al een tijdje geduurd, ze wandelden misschien al een uur, maar op een rare manier voelde het heel goed, heel bevredigend. Alsof hij alles er nu uitwandelde.
“Kom, hier in.”¯ zei Tom en opende het hek van een omheining. Gustav glipte er snel door en wachtte toen tot Tom weer begon te lopen. Het ijzer kraakte en piepte, en toen sloot het weer. Tom haakte zijn arm in die van zijn vriend en loodste hem door het grasveld, in de verte klonk het gebeuk van de zee tegen de rotsen, de duisternis was bijna compleet.
Gustav voelde zijn benen tintelen, en hij vroeg zich nu echt af of hij moest vragen of ze even konden pauzeren. Maar toen zei Tom plots: “We zijn er bijna.”¯
Het grasveld maakte weer plaats voor een bos, en de takken schuurden langs hun armen en benen. Insecten zoemden om hun hoofd, en de maan wierp tussen de gaten van het bladerdek licht op de grond, waardoor Gustav toch min of meer kon zien wat er om hem heen was.
“Tom?”¯ Zijn stem klonk schor van de inspanning en het weinige drinken.
Tom maakte een ‘sht’-geluid en taste met zijn hand naar iets voor hem. Een bundel varenbladeren streelde zijn vingers. Hij duwde het opzij en Gustav slikte moeizaam.
Een klif, niet veel groter dan een parkeerplaats, en daarachter de zee. Grauwgrijs en in volle furie slaand en beukend tegen de harde ommuringen van de natuur. De maan streelde het water met zijn licht, en er waren geen wolken aan de hemel die de sterren van het zicht onttrokken.
Ze gingen zitten, en Tom haalde een sigaret boven. Zijn aansteker sputterde zachtjes. Een blauwgrijze rookkolom danste om zijn hoofd heen.
“Dit is mooi, Tom.”¯ verzuchtte Gustav en snoof zachtjes de rook op. Hij rookte niet, hij was er compleet tegen, het was allemaal rommel. Maar deze keer, deze ene keer, wilde hij weten hoe het rook. Hoe het rook als hij het wóu ruiken.
Nog steeds naar afval en rommel en al wat slecht was, maar een vleugje vrijheid mengde zich ermee. De adem van Tom, beeldde de drummer zich in.
“Ik weet het. En dit doe ik elke avond. Wandelen, dingen zien, herinneringen opslaan, léven.”¯
Gustav glimlachte. Echt glimlachen, voor het eerst sinds tijden.
“Ik kan je leren leven.”¯ ging Tom verder en stak zijn hand een beetje uit. Gustav keek van Toms ogen, nog steeds schuilgaand achter een bril, naar de hand. Toen greep hij die vast, en in eerste instantie van plan hem nooit meer los te laten.
“Je bent een geweldige vriend, Tom.”¯ zei Gustav toen.
Tom zette de zonnebril op zijn hoofd, hij glimlachte breder dan hij al deed.
“Dat is het beste dat je me ooit had kunnen zeggen.”¯


Reacties:


xSoParanoid
xSoParanoid zei op 26 maart 2010 - 19:47:
Prachtig en
zo vriendshippie

weet geen reactie
het was gewoon prachtig


xNadezhda zei op 26 maart 2010 - 19:01:
Je weet wat ik vind. <3