Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Koordinaten Unbekannt » Regen

Koordinaten Unbekannt

28 maart 2010 - 21:41

983

3

255



Regen

Vandaag was amazing <3

Ik word weer wakker van straaltjes water die over mijn gezicht stromen, op weg naar de grond. Ook klinkt Jamila’s stem weer in mijn oren. Dit keer klinkt hij echter niet vrolijk en plagend, maar geïrriteerd en vermoeid. Ik realiseer me dat het water niet alleen over mijn gezicht stroomt, maar ook over de rest van mijn lichaam. Dat kan maar één ding betekenen: het regent. En dat regent het hard, want ik lig in de hut. Ik open mijn ogen en kijk tegen Jamila’s rug aan.
‘Goedemorgen.’ Mompel ik.
‘Ben je al wakker?’ Het meisje draait zich verbaasd om. Ze heeft onze bagagemand in haar handen en draagt deze naar buiten. Ik volg haar onze hut uit en zie hoe ze de mand leeg haalt. Ze werpt me een peer toe, waar ik dankbaar aan begin te knabbelen. De regen klettert naar beneden, maar de zon schijnt. Ze doet alle natte voorwerpen in mijn omgeving prachtig glinsteren en in de verte kan ik een regenboog zien. Erg warm is het niet. Zodra inhoud van de mand op de grond ligt keert Jamila hem om. Er komt een hele straal water uit zetten. Het verspreidt zich over de grond, maar het valt niet op tussen de plassen die er al omheen liggen. Jamila vult de mand weer met werktuigen en legt er een plasticzak overheen.
‘Hoe kom je daaraan?’ Vraag ik nieuwsgierig.
‘Laatst ontving ik iemand die net boodschappen had gedaan. Ik vroeg haar of ik de zak mocht hebben en ze stemde in.’
‘Weet je wat ik me afvraag?’
‘Vertel het eens.’ Als haar gezicht niet zo serieus had gestaan had ik niet verder verteld, het klinkt namelijk niet heel gemeend. Maar haar gezicht laat zien dat ze wel degelijk geïnteresseerd is in mijn verhaal.
‘Ik vraag me af waar al die mensen heen gaan. Er moet toch ergens een stad of iets dergelijks zijn, waar de mensen verzamelen? En ik vraag me ook af hoe beslist wordt wie wel en wie niet mag komen.’
‘Tja, wie weet zijn wij de enige twee in deze wereld die nog in leven zijn. Ik neem aan van niet, maar je weet het nooit. Ik weet, zoals ik al zei, niet hoe groot deze wereld is. Misschien is hij wel drie keer zo groot als de aarde en leven er duizenden mensen in andere continenten, misschien zijn ze daar nog wel ontwikkelder dan wij op aarde waren.’ Ik antwoord niet.
‘Ben je klaar om te vertrekken?’ Dat is het fijnste aan deze wereld: je hoeft je niet dagelijks om te kleden, je hoeft je niet druk te maken als er een vlek in je shirt zit of als je haar niet is gewassen. Mijn kleren heb ik nog helemaal niet gewassen sinds ik hier ben. Mijn haar trouwens ook niet. Jamila ook niet, voor zover ik weet. Maar omdat die altijd eerder op is dan ik, kan ik het best gemist hebben.
‘Ja.’ Antwoord ik. Ze staart stil voor zich uit, maakt geen aanstalten te vertrekken.
‘Weet je zeker dat je met dit weer ook wilt zoeken?’
‘Ja.’ Zeg ik vastberaden, bijna fel.
‘Sorry. Ik bedoelde het niet slecht.’
‘Ik ook niet, maar ik zag het al wel gebeuren dat we toch niet vertrokken omdat er een paar druppeltjes regen uit de lucht vallen.’
‘Nee, maak je maar geen zorgen. Als jij wil gaan, ga ik mee. Maar je moet één ding weten: het zijn meer dan een paar druppeltjes regen. Ze gaan het wandelen er niet makkelijker op maken.’
‘Als ik aan Bill denk kom ik er wel doorheen. Ik doe het voor hem.’
‘Nee, je doet het voor jezelf. Je weet zelf ook wel dat Bill hier niets mee opschiet.’ Dat is waar, maar toch doe ik het ook voor Bill. Ik weet nog niet in welk opzicht hij hier profijt van heeft, als hij het al heeft, maar toch doe ik het ook voor hem.
‘Ik stel voor dat we alles wat we achterlaten heel goed opbergen en zorgen dat er geen bederfbare dingen meer in de hut liggen. Als we over een week terug komen, wil ik wel dat we er meteen weer in kunnen trekken.’
‘Een week?’
‘Ruim genomen.’ Het idee schrikt me gek genoeg helemaal niet af. Jamila loopt de hut in om hem leeg te ruimen, om niet veel later weer naar buiten te komen. Ze neemt plaats op de grond, tegenover de plek waar ik sta.
‘Je kunt nog wel even gaan zitten, hoor. Ik had je sowieso niet zo vroeg wakker verwacht, we vertrekken over iets minder dan een uurtje. Laten we hopen dat het dan droog is.’ Ik laat me door mijn benen zakken, maar kom iets harder neer dan ik gepland had.
‘Hoe weet je eigenlijk hoelang een uur duurt?’ Probeer ik me op iets anders te concentreren dat de pijn die door mijn lichaam schiet.
‘Zeker weten doe ik niet, ik maak vaak een ruwe schatting. Je merkt het ook aan hoe de zon staat, al heb ik me daar nooit echt in verdiept. Als je hier een poosje zit, ga je een manier vinden om de tijd bij te houden. Ik wist dat de zon een optie was, dus ik besloot me er een beetje in te verdiepen en kan er nu redelijk mee overweg.’ Ik probeer niet te laten merken dat ik onder de indruk ben.
‘Ik weet het verschil tussen dag en nacht.’ Ik ben geen mens dat graag zonder elektronica leeft. Terwijl de tijd rustig voorbij kruipt zie ik hoe de regen steeds harder neervalt. De hoop dat het droog wordt voor we vertrekken ebt steeds verder weg. Het verandert in hoop dat het niet nog harder gaat regenen. Voor onbepaalde tijd staren we stilletjes voor ons uit, wachtend tot het uur verstreken is. Mijn gevoel voor tijd is nooit goed geweest, dus ik wacht net zolang tot Jamila zegt dat het uur verstreken is.


Reacties:


TomEnDoos
TomEnDoos zei op 30 maart 2010 - 19:40:
GENIAAAAAAL

en
ik
ben
weer
bij!


xjeszell
xjeszell zei op 29 maart 2010 - 7:24:
whi, Me likes!


enhetisvroegopdeochtend - dus ik weet geen reactie n_n

xx


xSabinex
xSabinex zei op 28 maart 2010 - 22:05:
mm geen gevoel voor tijd had is gister ook, ik denk.. ow zitten zeker al 2 uur in de bus, zaten we er nog maar een half uur¬¬
verder

xx