Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Elfentranen {wordt aangepast} » Proloog

Elfentranen {wordt aangepast}

31 okt 2010 - 12:10

607

0

175



Proloog

Dit = hij/zij perspectief De rest van het verhaal = ik perspectief

De stilte overheerste in het bos. De nacht had de dag opgeslokt en de zon had plaats gemaakt voor de maan. Er was een eindeloze stilte. Geen enkel nachtwezen had de moeite genomen uit zijn schuilplaats te komen, zelfs zij genoten van deze doodstille nacht.
Plotseling klonken er zachte voetstappen. Ze werden steeds harder en uiteindelijk verscheen er een jongen met warrig blond haar, van een jaar of vijftien, met een klein meisje aan zijn hand. Hij rende met grote passen door het bos en hij trok het meisje met zich mee.
‘Niet zo snel…’ zei het meisje uitgeput. ‘Wacht even, broer…’
De jongen stopte en knielde voor het meisje neer.
‘We moeten weg, we kunnen niet anders.’
Hij hees het meisje op zijn rug en rende verder.
‘Waar gaan we dan heen?’ fluisterde het meisje.
De jongen antwoordde niet. Waarschijnlijk wist hij zelf ook niet waar zijn voeten hem heen brachten. Zijn ademhaling werd zwaarder en hij raakte uitgeput. Hij stopte en zette het meisje op de grond.
‘Voorlopig zijn we wel ver genoeg, denk ik,’ zei de jongen.
Het meisje knikte en ging zitten op de grond. De jongen ging naast haar zitten.
Wat ze niet zagen, was dat een donker wezen hen bespiedde vanachter een boom. Zijn rode ogen twinkelden bij het zien van het meisje en de jongen en als hij een mond had gehad, waren zijn lippen omgekruld in een tevreden grijns. Hij wenkte in het duister, een stukje naar rechts en vanuit het niets verschenen meer van deze donkere wezens. Hij wenkte opnieuw en samen met de andere donkere wezens omsingelde hij de twee kinderen.
De jongen sprong op en hield het meisje stevig in zijn armen.
‘Wie zijn jullie… Wat willen jullie?’ Zijn stem trilde.
Het donkere wezen dat de kinderen bespied had, zweefde een stukje naar voren en begon te lachen. Het was een afgrijselijk geluid. De grond begon er van te beven en het meisje moest huilen. De jongen trok het meisje steviger tegen zich aan.
‘Wat willen jullie?’ herhaalde hij.
Het donkere wezen stak zijn klauw naar voren en wees naar de jongen en het meisje.
‘Jullie,’ antwoordde hij.
Het was eng als hij sprak, vreselijk eng. Omdat hij geen mond had, leek zijn stem uit het niets te komen.
‘Nou, neem mij dan maar, maar laat mijn zusje met rust!’ riep de jongen kwaad.
Het donkere wezen begon te bulderen van het lachen.
‘Zo dapper, zo vreselijk dapper…’ Hij schudde zijn kop en grinnikte. ‘Maar het heeft geen zin. Broeders!’
Hij draaide zich om en stak zijn klauwen in de lucht.
‘Het is etenstijd!’
De donkere wezens juichten van verrukking en trokken het kleine meisje uit de handen van de jongen.
‘Nee!’ schreeuwde de jongen. ‘Laat haar los!’
De wezens begonnen te joelen en haalden het gezicht van het meisje open met hun klauwen. Het meisje schreeuwde van de pijn en het bloed stroomde langs haar wangen.
De jongen probeerde zijn zusje te bereiken, maar zijn voeten verzetten geen stap.
‘Stop, stop!’ schreeuwde hij, maar er kwam geen geluid uit zijn keel.
Uit wanhoop zakte hij op zijn knieën en hij begon te huilen.
Het grootste donkere wezen knielde naast de jongen neer en begon weer te grinniken.
‘Misschien kan hij nog van pas komen,’ zei hij tegen zijn Broeders.
‘Laten we hem meenemen, de duisternis in!’
De jongen hoorde niet eens meer wat ze zeiden, hij huilde enkel om zijn zusje, dat nu op de grond lag, met al het leven uit haar gezogen.
Het donkere wezen pakte het hoofd van de jongen vast en dwong hem het wezen recht aan te kijken. De jongen schreeuwde, huilde en schopte, maar niets hielp. Na een tijdje was hij volledig meegesleurd, de duisternis in. Hij voelde niets meer. Helemaal niets.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.