Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Elfentranen {wordt aangepast} » 6: Schaduwgebied

Elfentranen {wordt aangepast}

12 mei 2010 - 22:35

1386

0

177



6: Schaduwgebied

BOEM!
Ik viel in de struiken. Op zich best een goede landing, maar de “boem”¯ was wel erg hard. Ik hoorde de deur van mijn slaapkamer open gaan. Oh nee! Zo meteen hadden ze het al door voor ik weg was!
‘Ze ligt gewoon onder de dekens, Lily’, klonk vanuit mijn slaapkamer.
Ik haalde opgelucht adem. Oké, nu weg zien te komen. Ik stormde er op mijn aller-hardst vandoor. Ik wist niet waar ik heen moest, maar het ging gewoon vanzelf! Ik rende kriskras door het bos zonder te weten waar ik terecht kwam.
Waar bracht ik mezelf heen? Ging ik wel de goede kant op? Hoe is het met Roy? Waar ben ik eigenlijk?
Ik had zoveel vragen. Duizenden vragen, die ik niet kon beantwoorden op dat moment. Maar de enige persoon die antwoord kon geven op mijn vragen was ikzelf.
Ik was bang. Bang dat er iemand achter me aan kwam. Bang dat er iets met Roy was en bang voor wat me te wachten staat. Ik was bijna nooit bang. Maar toen wel. Opeens zag ik overal duisternis. Met een schok stond ik stil en ik draaide me om. Het bos lag ver achter me. Maar waar was ik?
En soms, heel soms, wordt het stuk land overgenomen door schaduwen. Ik kan niet goed uitleggen wat er dan precies gebeurd. Maar als je in een schaduwdeel van de Gedachtenwereld komt, is het alsof de tijd gestopt is. De zon komt niet meer op en het gebied kent geen dag of nacht. Het kent alleen duisternis.
De woorden van Jasmijn brandden in mijn hoofd. Ik was in een Schaduwgebied. Het was precies zoals Jasmijn zei. Het was er geen dag, maar ook geen nacht. Het was duisternis. Er waaide geen wind en het was er akelig stil. Er was geen maan, geen zon, geen sterren en zelfs geen wolken. Ik vroeg me af of er überhaupt wel een hemel was. De lucht was net zo donker als het land. Het is net een pikzwart plafond. Het enige wat ik nog voelde was angst. Maar ik mocht de angst niet laten winnen. Ik moest Roy vinden.
‘Wat doet zo’n klein meisje hier zo alleen?’
Ik draaide me om. Wie was die stem? Sterker nog: Wí¡t was die stem?
Ze willen hun eigen tweede Schaduwwereld maken. Daarmee kunnen ze duistere gedachtes maken in de mens. Zo veel dat de mens hun eigen ras uitroeit. Dan kunnen ze ook Aarde overnemen.
‘Ik ben niet bang voor jou, Schaduwwezen!’
Toen zag ik hem. Een wezen zó duister, dat hij zelfs in het Schaduwgebied te herkennen was. Hij zag eruit als een spook, maar dan duister, akelig duister, een soort zwart gat... Zijn stem leek uit het niets te komen, want hij had geen gezicht. Hij lachte. Een akelige, scherpe lach.
‘Je bent dapper, ook door hier te komen. Maar het is dom!’
Ik voelde mezelf trillen.
‘Waarom?’
‘Waarom, Milou? Omdat je zo recht in onze armen loopt! Het is zo wel erg gemakkelijk voor ons, niet? Maar, oh! Ik vergeet iets! Je kunt ons verdrijven, toch? Eén Schaduwwezentje is toch niets?’
Ik beet op mijn lip.
‘Kun je het niet?’
‘Ik moet je teleurstellen, beest. Dat kan ik niet!’ zei ik spottend.
‘Ik wens niet als “beest”¯ aangesproken te worden.’
‘Wens dan maar lekker verder! Maar daarvoor ben ik hier niet!’
‘Oh nee?’
‘Nee. Waar is Roy?’, vraag ik dreigend.
‘Oh? Roy, je vriendje?’
Ik reageerde niet. Het wezen ging achter me zweven en legde zijn klauw op mijn schouder.
Angst.
Laat het niet winnen!
Ik voelde zijn adem in mijn nek.
Verdraaide angst!
Sterk zijn, Milou!
Ik zag steeds meer schaduwwezens verschijnen. Het eerste wezen legt zijn klauw op mijn hoofd en zegt eng:
‘Ik zal je naar hem brengen!’
Hij zette zijn nagels in mijn hoofdhuid en kantelde mijn hoofd zo, dat ik omhoog keek. Ik wilde gillen maar het lukte niet. Toen voelde ik niets meer. Ik viel flauw

≈

Toen ik mijn ogen opendeed, zag ik niet goed. Ik zag wazig. Waar was ik? Dat vroeg ik me veel af de laatste tijd. Ik kon de dansende beelden voor mijn ogen niet onderscheiden. Ik voelde me alles behalve veilig. Ik zag een Schaduwwezen.
Laat alles verdwijnen, laat me niets meer voelen.

≈

‘Milou?’, fluisterde een stem. ‘Milou, wordt wakker! Het is goed. Er zijn hier geen Schaduwwezens. Milou, alsjeblieft, wordt wakker! Het spijt me… Het spijt me zo…’
Opeens herinnerde ik me alles weer. Dat was Roy! Voorzichtig opende ik mijn ogen en ging rechtop zitten. Ik zag weer goed!
‘Roy! Waar zijn we?’
Mijn stem trilde en ik had hoofdpijn. Zou dat door die klauw komen?
‘Milou!’
Roy glimlachte flauwtjes.
‘Hoe voel je je?’
‘Waar zijn we?’ herhaalde ik.
‘Ik… Ik weet niet’, zei Roy. ‘Maar ik denk in één of andere kerker van de Schaduwwezens.’
‘Maar waarom zit jij hier dan?’ vroeg ik verbaasd.
‘Toen ze jou hier brachten, wist ik dat er iets niet klopte. Ik zei dat ze tegen me hadden gelogen, nou ja, ik schreeuwde het meer. Shadow, dat grote Schaduwwezen, de baas zei dat het inderdaad niet klopte en hij legde alles uit. Maar ik kon niet weg, ik was omsingeld. Toen deed hij dat met die klauw… Maar waarom ben jij hier? In de Gedachtenwereld?’
‘Ik ben om hulp gevraagd door Jasmijn, een Elfje. Eerst moest ik zorgen dat de mensen weer in fantasie zouden geloven, maar dat lukte niet. Toen jij weg was vertelde Jasmijn dat ze jou voorgelogen hadden. Ik vertrok naar de Gedachtenwereld. Maar toen ik daar was wilde ik jou zoeken, maar ze lieten me niet gaan. Ik was er nog niet klaar voor, zeiden ze. Maar is was eigenwijs en ging ’s nachts op zoek naar jou en nou ja, hier ben ik.’
Ik glimlachte al net zo flauwtjes als Roy. Ik voelde me nog steeds zwak.
‘Hoe voel je je?’, vroegt Roy nog een keer.
‘Zwak’, zei ik eerlijk. ‘En ik heb hoofdpijn.’
‘Ik ook’, zei Roy. ‘Dat komt door Shadow.’
Ik knikte.
‘Jasmijn zei dat ik de Schaduwwezens kan verdrijven, maar ik weet niet hoe’, zeg ik.
‘De Schaduwwezens hadden het ook al over zoiets’, zei Roy. ‘Ze zijn bang voor het Licht. En het Licht kun je op één of andere manier oproepen, maar dat kan alleen “het Lichtmeisje”¯, en ze hadden het over “Milou van der Linden”¯.’
Roy glimlachte.
Ik glimlachte ook.
‘Ik weet alleen niet hoe je het Licht kunt oproepen’, zei Roy.
‘Maakt niet uit’, zei ik. ‘Want hoe komen we ooit uit dit ehm… hok?’
Dat was wel een goed punt. Want zover ik het kon zien zaten we vast aan een ijzeren ketting en we zaten achter een hoog hek dat ook nog eens wordt omringd door een soort duistere wand.
‘Ja’, zei Roy sip. ‘En het is nog mijn schuld ook.’
‘Hé! Het is hier nog altijd de schuld van Shadow en zijn handlangers!’ zei ik.
‘Ja, dat is waar.’
‘Maar wat nu?’ vroeg ik.
Roy haalde zijn schouders op.
‘Raar idee dat we gisteren nog strafregels aan het schrijven waren’, zei Roy. ‘Of was het wel gisteren? Was het niet vandaag of juist twee weken geleden? De tijd klopt hier niet.’
‘Volgens Jasmijn is er in een Schaduwgebied de tijd gestopt. Het kent geen dag en nacht. Het kent alleen duisternis.’
‘Klopt.’
Roy zuchtte.
‘Hoe heb ik ze ooit kunnen geloven?’
Ik keek naar hem, maar hij vermeed oogcontact. Hij zag er niet goed uit. Zwak, vast ook door Shadow. Hij keek schuldig.
‘Het is niet jouw schuld’, zei ik in een poging hem te troosten.
‘Jawel!’, zei Roy. ‘Kijk dan, Milou! Door mijn schuld zitten we hier! Als ik gewoon vanaf het begin had gezien dat ze logen was jij nu veilig!’
‘Maar jij niet’, zei ik zacht. ‘Wat had Shadow met je kunnen doen als je had gezegd dat je hem niet geloofde?’
‘Maar ik had jou er niet bij moeten betrekken!’
‘Dat heb je ook niet gedaan, Roy! Dat deed ik zelf!’
Ik schrok van mezelf. Ik wist niet dat ik zo fel kon zijn en dan zelfs tegen Roy.
‘Als ik er niet was, zat je hier nu niet’, zei Roy.
‘Dat weet je niet!’
Ik ging steeds harder praten.
‘Dat weet ik wel!’
Roy ging ook al steeds harder praten.
‘Roy! Als jij hier niet was, had Shadow iemand anders bedrogen en dan zat ik hier waarschijnlijk ook, maar dan met iemand anders. Dus ik ben gewoon eigenwijs geweest.’
‘Het is alsnog mijn schuld.’
Toen kon ik er niets aan doen. Ik schoot in de lach.
’Sorry!’ lachte ik. ‘Maar nu zitten we hier een beetje onszelf de schuld te geven en dat helpt helemaal niets!’
Roy lachte.
‘Je hebt gelijk.’
‘Mag ik weten wat er hier zo grappig is?’
Ik stopte meteen met lachen.
Shadow.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.