Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Elfentranen {wordt aangepast} » 8: Prins van de Gedachtenwereld?

Elfentranen {wordt aangepast}

12 mei 2010 - 22:36

1467

0

159



8: Prins van de Gedachtenwereld?

De wind waaide met een zuchtje door mijn haar en de zon scheen fel op mijn huid. Het gras kriebelde aan mijn benen. Ik zat tegen een omgevallen boom aan, te schrijven. Verder met De Wens.

Voor ik het wist stonden Thomas en ik buiten en ik had nog niet eens een idee van mijn zogenaamde krachten en ik wist helemaal niet waar we heen moesten.
'Hoe komt het dat je zo vastbesloten bent?' vroeg Thomas.
Ik wilde het hem niet eens vertellen.
'Gewoon’, zei ik. 'Waar moeten we heen?'
'Naar de plek waar ik je net vandaan hield', zei Thomas.
'Oh', zei ik verbaasd. 'Maar... Wat is daar dan, wat staat ons te wachten?'
Thomas zuchtte even.
'Dat weet ik niet, Sophie, maar we moeten erheen, dat weet ik wel.'
Erg duidelijk, dacht ik, maar goed, het is voor dat meisje, en deze wereld. Na een tijdje stonden we weer op de plek waar ik deze wereld was binnengekomen. Ik kreeg rillingen over mijn lichaam en ik deed van schrik een stap naar achter.
'Wat is er?' vroeg Thomas.
Ik schudde mijn hoofd.
'Het is niets', zei ik.
'Kijk, Sophie', zei Thomas. 'Ik weet dat we elkaar maar net kennen, maar als er iets is moet je het gewoon zeggen, dat is heel belangrijk.'
'Oké...', zei ik. 'Ik vond het even eng, mag dat? En ik ben zo vastbesloten, omdat ik dat kleine meisje wil redden, mijn kleine zusje is doodgegaan toen ze 4 was, zie je.’
Even kreeg ik tranen in mijn ogen, ik draaide me met mijn rug naar Thomas toe.
'Je zusje?' vroeg Thomas. 'Het spijt me, hoe heette ze?'
'Lara', zei ik. 'Maar wil je het er alsjeblieft niet over hebben?'
'Sorry', zei Thomas.
Ik had wel in de gaten dat Thomas zag dat ik moest huilen, dus ik draaide me weer naar hem toe en veegde mijn tranen met een wilde beweging weg.
'Kom, we moeten opschieten', zei ik.
Thomas knikte een beetje verbaasd en we liepen de kant op waar ik, eerder die dag, was tegengehouden door Thomas. Ik snapte wel dat ik daar beter niet heen had kunnen gaan. Het voelde er zo Donker en koud… Zo… anders, anders dan in het dorp. Een raar figuur verscheen en ik deed van schrik eens stap naar achter.
Het is oké', fluisterde Thomas. 'Dit is geen slecht wezen.'


‘Hé, Milou!’
Ik keek op. Rosanne. Ze zag er goed uit. Gelukkiger en veel vrolijker dan op school.
‘Hé, Roos’, zei ik.
Rosanne ging naast me zitten.
‘Hoe lang waren Roy en ik eigenlijk weg?’
Rosanne keek me verbaasd aan.
‘In die Schaduwzones heb je geen idee van tijd’, zei ik.
‘Twee dagen’, zei Rosanne.
‘Oh… Het voelde als twee jaar’, zei ik. ‘Was er nog iets bijzonders gebeurd op school?’
‘Nou… ja. Lou is erachter gekomen dat populaire mensen niet te vertrouwen zijn, want de hele school weet nu dat ze verliefd op Roy is.’
‘Verliefd op Roy?’
Lou, verliefd op ROY?! Dat had ze me nog nooit verteld! En dat noemt zich vriendin!
‘Wist je dat niet?’ vroeg Rosanne verbaasd.
Ik schudde mijn hoofd.
‘Oh, nou, ik had eigenlijk verwacht dat je -‘
‘Eigen schuld!’ onderbrak ik Rosanne. ‘Lou had me zo laten stikken!’
‘Ja, dat is waar’, zei Rosanne. ‘Maar toch vind ik het zielig.’
‘Hmm, gelukkig voor haar was Roy er niet.’
‘Ja. Zeg Milou, Roosje heeft gelijk hè?’
Jasmijn! Snap je het dan niet? Milou was verblindt door de liefde!
‘Nee, nee, nee!’ protesteerde ik geschrokken.
Rosanne keek me doordringend aan.
‘Nee, echt niet!’
Rosanne lachte. ‘Jaja’, zei ze. ‘Kom, Roosje en Jasmijn zoeken je.’
‘Zoeken ze me? Hoezo?’
‘Geen idee. Kom nou maar!’
Rosanne sleurde me mee naar de elfenboom.
‘Hoi Milou!’ gilde Roosje.
Ze vloog, vrolijk, zoals altijd, naar beneden.
‘Hoi Roos’, zei ik lachend. ‘Waar is Jasmijn?’
‘Moet Amaryllis helpen, jullie zullen het vandaag alleen met mij moeten doen.’
‘Wat gaan we doen, dan?’
Roosje ging op mijn schouder zitten.
‘Dingetjes vertellen over de Gedachtenwereld. Er is veel dat jullie drieën nog niet weten. Over drie gesproken… Waar is Roy eigenlijk?’
‘Roy!’ riep ik geschrokken uit. ‘Hij is toch niet -‘
‘Ik ben hier.’
Daar stond hij. Zijn haar - alweer of nog steeds - perfect en zijn gezicht alweer schuldig. Godzijdank was hij er nog.
‘Ik zweer je dat ik nooit meer terug ga’, zei hij terwijl hij naast me kwam staan. ‘Nu ik weet waar ze tot in staat zijn…’
‘Joehoe!’ zei Roosje geïrriteerd. ‘Ik was aan het woord!’
Zenuwachtig vloog ze heen en weer.
‘Sorry’, zei Roy met een grijns.
‘Juist! En veeg die grijns van je gezicht. Bij de staart van faun Roderick, waar was ik?’
‘Doe maar rustig aan, Roosje’, zei Rosanne.
‘Jaja’, mompelde Roosje.
Arme Roosje, dat was vast de eerste keer dat ze haar taak zonder Jasmijn moest vervullen.
‘Hé, Roosje, wie is faun Roderick eigenlijk?’ vroeg Roy.
‘Oh ja, daar was ik!’ zei Roosje blij. ‘Bedankt, Roy! Ga er maar even bij zitten, want dit kan wel even duren.’
‘Waar zitten?’ vroeg Roy.
‘Hier’, zei ik en ik plofte neer op de grond.
Roy glimlachte en kwam naast me zitten. .
‘Oké, oké’, zei Roosje zenuwachtig. ‘ Laat me jullie het verhaal vertellen van de Gedachtenwereld, vanaf het begin van… nou ja, het begin.’
Ze kuchte even.
‘De Gedachtenwereld is ontstaan vanaf de allereerste sprookjes, die werden doorverteld door mensen. Niemand weet wie de sprookjes echt verzonnen heeft, maar elke keer als ze verder werden verteld, veranderden ze. Maar goed, daardoor ontstond de Gedachtenwereld en nee, daar was ik niet bij hoor! Zo oud ben ik niet! Elk fantasiewezen wordt gewoon geboren en gaat weer door, behalve de zeemeermin, die is onsterfelijk. Doordat er in fantasieverhalen ook mensen voorkwamen ontstonden die ook in de Gedachtenwereld. Op het begin was het één grote chaos in deze wereld. Niemand snapte iets van de wereld en er was strijd om macht. Iedereen was het er over eens dat er een koning moest zijn, maar wie? Elk wezen wilde wel koning zijn, maar dat ging natuurlijk niet. Toen verscheen faun Roderick. Hij wist op één of andere manier wat de Gedachtenwereld was en hij wist alle wezens te kalmeren. Ze besloten dat Roderick hun leider moest zijn, dat wilde hij wel. Roderick was een geweldige leider, maar natuurlijk ging hij een keer dood. Hij was maar een gewone faun. Omdat hij geen zonen, dochters of andere familieleden had, kwam er weer strijd. Uiteindelijk greep de mens de macht. De familie Verhoeven, koning Bernhard de eerste en koningin Maria de eerste. De familie Verhoeven heeft nog steeds de macht. Op dit moment zijn het Bernhard de zesde en zijn vrouw Amélie. Ze hebben twee dochters, Julia en Serena en -‘
‘Eén zoon, Michael Verhoeven.’
Verbaasd keek iedereen op. Roosje werd onderbroken door een arrogant uitziende jongen met donkerbruin haar en bruine ogen.
‘Hé!’ zei Roosje. ‘Hoe durf je mij te onderbreken!’
De jongen deed net alsof hij Roosje niet hoorde. Hij ging zo plotseling voor me staan dat ik er van schrok en snel opsprong.
‘Jij bent zeker Milou van der Linden, of zoals ze je noemen, “het Lichtmeisje”¯.’
Ik had toen al een hekel aan hem. En ik haatte het dat hij ook nog eens groter dan ik was.
‘Ja!’ zei ik zelfverzekerd. ‘En -‘
‘Ik ben Michael Verhoeven’, zei de jongen. ‘Prins van de Gedachtenwereld.’
Hij stak zijn hand uit.
Ik negeerde zijn hand volkomen. Wie zichzelf “prins van de Gedachtenwereld”¯ noemt zou Roosje niet moeten negeren! Als prins moet hij goed zijn voor de fantasiewezens, toch?
Langzaam trok Michael zijn hand terug.
‘Weet je, Milou, van mijn vader moet ik iemand uitkiezen die samen met mij na de dood van mijn vader kan regeren. En jij bent wel geschikt.’
Tot mijn grote verbazing gaf ik hem zo’n harde duw dat hij bijna omviel.
‘Ga toch weg, prinsje’, zei ik fel. ‘Ten eerste ben ik veertien, dat is veel te jong. Ten tweede vind ik jou een hele slechte prins, omdat je Roosje zomaar negeert en Roy en Rosanne trouwens ook! Ten derde zie ik helemaal niets in zo’n arrogant iemand en zo zijn er nog wel driehonderd miljoen redenen waardoor mijn antwoord luid en duidelijk NEE is!’
Volgens mij zag ik echt vuurrood van woede. Later besefte ik pas dat het zóóó impulsief van me was! Ik bedoel… Hij was prins. Zijn vader is koning. Hij kan me alles maken. En ik hem niet. Oh, wat had ik daar een hekel aan! Maar goed, wat dacht hij wel niet?
‘En als jij nou gewoon niets te zeggen hebt?’ zei hij.
‘Ik niks te zeggen heb! Is dat één of andere domme wet ofzo?’
Houd je nou eens in, Milou!
‘Nou -‘
‘En als ik nou gewoon zeg dat ik al verliefd op iemand anders ben?’
Oh-oh, daar had je het al. Denk toch eens een keer na, Milou! Ik werd knalrood, ik kon namelijk niet liegen.
‘Dan verban ik diegene gewoon uit de Gedachtenwereld’, zei Michael alsof dat doodnormaal was.
Juist…
‘En dat noemt zich prins! Ik hoop dat ik je nooit meer zie!’
Ik draaide me om en sloeg mijn armen over elkaar.
‘Wen er maar aan, want mij is gevraagd om jullie te helpen’, zei Michael stellig.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.