Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Elfentranen {wordt aangepast} » 14: Pijnlijke liefde

Elfentranen {wordt aangepast}

12 mei 2010 - 22:38

1105

0

242



14: Pijnlijke liefde

‘Wí¡t!’
Rosanne had een theekopje laten vallen en haar grote, bruine ogen staarden me geschrokken aan.
‘Nee, nee, nee! Dat kan niet!’
Tranen stroomden over haar wangen.
‘Ik heb hem laten gaan!’
‘Ssst’, zei ik zacht. ‘Hij had je kunnen vermoorden.’
Dat waren niet de goede woorden. Gefrustreerd zette Rosanne met een harde klap de theepot op tafel. Toen huilde ze alleen nog maar. Ze verborg haar ogen achter haar handen.
‘Oh, Milou’, fluisterde ze. ‘Ik geloof dat ik een beetje verliefd op hem ben. Een beetje heel erg.’
Ik sloeg een arm om haar heen.
‘Het komt wel goed, Roos. We slepen hem de duisternis uit.’
Rosanne glimlachte.
‘Maar… Hoe weet je dat hij Lars is?’
‘Roy en ik hebben niet niks gedaan in de kerker’, zei ik. ‘We hebben heel hard lopen nadenken. Kijk, de Schaduwwezens willen macht, ja?’
Rosanne knikte.
‘Nou, blijkbaar vinden ze dat Bernhard wel goed met zijn macht omgaat en omdat Lars veel rechtvaardiger is en troonopvolger, wordt hij ontvoerd en volgepropt met duister. En Michael is zijn vader kopie…’
‘Wat vreselijk’, zei Rosanne.
Opeens werd ze heel bleek.
‘Wat is er?’ vroeg ik geschrokken.
‘Wat als het allemaal één groot complot is’, zei Rosanne stellig. ‘Wat als koning Bernhard samenwerkt met de Schaduwwezens?’
Ze glimlachte flauwtjes.
‘Oh, wat is die Lars toch een rotkind en Michael een brave pappie kopie! Lieve Shadow, wil je korte metten maken met Lars? Dan zullen wij niet tegen je in werken!’
Toen werd ik ook bleek. Daar had ik nog helemaal niet aan gedacht! Oh nee, wat als Rosanne gelijk had? Dan vochten we niet alleen tegen Shadow en zijn onderdanen, maar ook tegen Bernhard en zijn maatjes! En - nog veel erger - dan was Julia wel in gevaar!
‘Dan hebben we Lars hard nodig’, zei ik. ‘Heel hard. En dan moeten we afrekenen met Shadow.’
Rosanne knikte en schonk kokend water in de theepot. Ik gooide een theezakje in het water.
‘Laten we eerst thee gaan drinken’, zei Rosanne.
‘Oké’, zei ik.
‘Dan licht ik Roy in. Als jij een beetje opschiet met douchen, kunnen we er eens goed met z’n drieën over praten.’
‘Doen we’, zei ik.
Ik duwde de deur open en Rosanne en ik liepen met de thee en de theekopjes de kamer in. Roy zat naast Sterre.
‘Doen jullie zo lang over thee zetten?’ vroeg Sterre.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Roy bezorgd toen hij onze bleke gezichten zag.
Hij keek naar Rosanne.
‘Hé, heb je gehuild?’
Rosanne sloeg haar ogen neer.
‘Er is iets belangrijks wat we moeten zeggen’, zei ik haastig. ‘Ik ga douchen, praat maar raak, Roos.’
Ik rende de linkse deur in, sprong onder de douche en sprong er weer uit. Ik geloof dat ik nog nooit zo snel gedoucht had. Snel kleedde ik me aan en voegde me weer bij de rest. Roy zag al net zo bleek als Rosanne, dus ze heeft het hem vast al verteld.
‘Och jee…’ mompelde Heleen.
‘Maar we hebben geen enkel bewijs!’ zei Roy nerveus.
‘Weet ik’, zei Rosanne. ‘Maar nu hebben we alle reden om Lars te zoeken.’
‘En Julia? Iemand moet haar in de gaten houden’, zei Roy.
‘Maar dat doe ik wel, lieverds’, zei Heleen. ‘Ik wil jullie graag helpen en bovendien is Julia een geweldige meid die we niet zomaar kwijt kunnen raken, nietwaar? En ik geloof jullie.’
‘Wil je dat echt doen, Heleen?’ vroeg ik hoopvol.
‘Natuurlijk, meid!’
‘Bedankt’, zei ik.
‘Graag gedaan.’
‘Dan hebben we nog één probleem’, zei Rosanne. ‘Ik kan niet rechtstreeks naar het Schaduwgebied teleporteren, dan worden we zo gevangen genomen.’
‘Dan gaan we eerst gewoon naar huis’, zei ik. ‘Dan kunnen we ook Paul en de anderen om advies vragen.’
‘Prima’, zei Rosanne. ‘We kunnen nu beter gaan.’
‘Bedankt voor alles, Heleen’, zei Roy.
‘Geen dank, geen dank’, mompelde Heleen. ‘Pas op hè!’
‘Doen we’, zei ik met een knipoog.
We liepen de deur uit, maar toen zag ik dat Sterre Rosanne’s hand pakte en iets in haar oor fluisterde. Rosanne bloosde, glimlachte naar Sterre en liep snel achter ons aan.
‘Wat zei ze?’ fluisterde ik.
‘Dat ik Lars’ ware liefde ben’, zei Rosanne, ze kleurde weer rood.
‘Die houd ook nooit op met gedachten lezen’, zei ik met een glimlach.
Ik trok Rosanne mee naar beneden. Opeens viel het me op dat Roosje nog helemaal niets gezegd had. Ik keek naar het Elfje, dat zenuwachtig heen en weer vloog.
‘Onmogelijk’, mompelde ze.
‘Roosje, wat is er?’ vroeg ik.
Roosje schrok zo erg, dat ze een meter omhoog vloog.
‘Ik schrok me een hoedje’, zei ze geschrokken.
Ze streek een losse haarpluk achter haar puntige oortje.
‘Ben een beetje verbaasd’, zei ze. ‘Ik geloof je honderd procent, Milou, maar ik ben gewoon een beetje geschrokken.’
‘Dat begrijp ik.’
‘Waar is Blossom en de rest?’ vroeg Roy.
Dat vroeg ik me ook al af. Wacht eens! Waar was Jasmijn? Ik had haar al dagen niet gezien! Ik kreeg hoofdpijn. Waarom was me dat niet eerder opgevallen? Ze was er niet eens bij toen Roy en ik werden vrijgelaten! Nu ik erover nadacht; Ik had haar voor het laatst gezien toen we net geteleporteerd waren!
‘Buiten’, zei Roosje.
‘Waar is Jasmijn’, vroeg ik.
Ik hoorde mijn stem trillen. Er zou toch niets ergs met haar gebeurd zijn…?
‘Het ging al niet goed met haar, ze zag bleek en zo, ze was niet vrolijk… Ze is toch wel oké, hè?’
Ik keek Roosje vragend aan. Ze sloeg haar ogen neer.
‘Amaryllis is ziek’, zei ze verdrietig. ‘Heel erg. Jasmijn is vreselijk bezorgd om haar, dus teleporteerde Blossom haar terug. Ze is nu bij Amaryllis.’
‘Ziek?’ vroeg ik verbaasd. ‘Kunnen jullie haar niet genezen met een traan?’
Roosje schudde haar hoofd.
‘Dat is het nu juist: Elfentranen kunnen alle wonden van alle wezens helen, behalve die van Elfen zelf.’
Ze zuchtte.
‘Niet alles is gemakkelijk…’
We liepen naar buiten waar Blossom en Paul al stonden te wachten.
‘Wij willen eigenlijk naar huis’, zei Blossom.
‘Komt dat even goed uit’, zei Roosje. ‘Wij ook!’
Blossom glimlachte.
‘Nou, Roosje, kies iemands schouder, de rest: Pak elkaars hand!’
‘Vandaag wordt het Milou’, zei Roosje en ze ging op mijn schouder zitten.
Ik pakte de handen van Roy en Blossom en voor de zoveelste keer tolden we in Rosanne’s draaikolk. Ik wachtte op de “boem”ť, maar tot mijn grote verbazing kwam er geen boem, maar landden we netjes op onze voeten.
‘Goed gedaan, Rosanne!’ zei Blossom blij.
Rosanne glimlachte. Natuurlijk, Rosanne was eindelijk goed geland!
‘Goed zo, Roos!’ zei ik.
We waren gewoon recht voor de Elfenboom uitgekomen, dus Rosanne had het echt heel goed gedaan. Ik tuurde omhoog, in de hoop Jasmijn te zien.
‘Ik ga haar wel even halen’, zei Roosje, die me omhoog zag kijken.
Ze vloog omhoog en kwam even later met Jasmijn terug. Allebei zagen ze bleek en als ik me niet vergiste, had Jasmijn gehuild.
‘Jasmijn…’ zei ik bezorgd.
‘Wat is er gebeurd?’, vroeg Blossom.
‘Gaat het wel met je?’ wist Rosanne uit te brengen.
‘Amaryllis…’ zei Jasmijn met trillende stem.
‘Wat! Ze is toch niet -‘, begon Roy.
‘Nee!’ zei Jasmijn. ‘Maar het was een Schaduwbeet…’


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.