Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Elfentranen {wordt aangepast} » 15: Schaduwbeten

Elfentranen {wordt aangepast}

12 mei 2010 - 22:39

1366

0

157



15: Schaduwbeten

Blossom en Paul werden steeds bleker en ik vroeg me af of ik nu echt zo raar was, maar toen ik opzij keek naar Roy en Rosanne, snapte ik dat een Schaduwbeet iets van deze wereld was.
‘Jasmijn?’ vroeg ik zacht. ‘Wat is een Schaduwbeet?’
Jasmijn wreef even in haar ogen.
‘Het spijt me dat ik het jullie niet eerder had verteld’, zei ze. ‘Alle drie hebben jullie weleens een Schaduwwezen gezien, ja toch?’
Ik zag dat Roy huiverde.
‘Ja’, zei ik, zonder van Roy weg te kijken.
‘Nou, ze hebben geen gezicht’, zei Jasmijn. ‘Maar ze kunnen wel bijten… Ze doen het bijna nooit, want zo’n beet kost een Schaduwwezen al zijn krachten… Amaryllis is gebeten.’
Ik zag dat Roosje huilde. Nu ik beter op de tranen lette, zag ik duidelijker de felblauwe gloed die er vanaf kwam.
‘Het spijt me dat ik het vraag’, zei Rosanne. ‘Maar hoe gevaarlijk is zo’n beet?’
‘Hij is dodelijk’, zei Roosje, die dapper het woord nam. ‘Je krijgt hoofdpijn, wordt duizelig, misselijk… Een soort van griep, maar dan heftiger. Het kan zo ver gaan, dat het slachtoffer compleet gek wordt en niet meer weet wie hij is, dan sterft hij… En erger: Er bestaat geen medicijn tegen. Een Schaduwbeet is zo duister dat een Elfentraan niet werkt, op geen enkel wezen.’
Ik huiverde. Ik kende Amaryllis niet goed, maar ik kon me dat supervrolijke elfje niet voorstellen als een wezen dat zichzelf niet kende…’
‘Wat moet zo’n Schaduwwezen ervoor opofferen?’, vroeg ik.
‘Veel’, zei Blossom. ‘Als zijn krachten, hij gaat niet dood, maar leeft ook niet. Hij zweeft rond, balancerend tussen leven of dood…’
Een vlaag van woede ging door me heen. Ik wist dat Shadow een Schaduwwezen had aangewezen om Amaryllis te vermoorden en daarmee offert hij ook een wezen van zijn soort op! Niet één maar twee wezens! Ik balde mijn vuisten.
‘Zijn hierdoor meer slachtoffers gevallen?’
Jasmijn knikte.
‘Lavendel, Margriet en Anjer ook’, zei ze verdrietig.
‘Dit gaat te ver’, zei ik kwaad. ‘Shadow moet hiermee stoppen!’
‘Stop!’ riep Roosje. ‘De vorige dat je zo vastbesloten was, ging het helemaal fout!’
‘Ja’, zei ik met een rood hoofd.
‘Mooi. Dus nu nadenken voordat je iets doet.’
Ik beet op mijn lip. Nu was ik alweer impulsief bezig, dat moest ik echt eens afleren!
‘Ik denk dat we gewoon op zoek naar Lars moeten gaan’, zei Roy. ‘Ik bedoel… We kunnen nu niets doen.’
Jasmijn knikte weer.
‘Dat is inderdaad beter, jongens. Ga op zoek naar Lars en wees voorzichtig. Wij zorgen voor Amaryllis.’
‘Moet er niet iemand met ze meegaan?’ vroeg Roosje bezorgd.
‘We redden ons wel’, zei Rosanne dapper. ‘Laten we gaan.’
‘Vergeet jullie handbogen niet!’ riep Paul.
Handbogen. Ik was dus echt niet van plan ze te gebruiken.
‘Wacht hier’, zei Blossom en ze teleporteerde weg.
Een paar seconden later stond ze weer op dezelfde plek als eerst en had ze onze handbogen bij zich. Eén voor één gaf Blossom ze aan. Handig deed ik mijn handboog op mijn rug. Ik vroeg me af hoe we Lars gingen bevrijden.
Hoe ging dat ons ooit lukken?
‘Laten we gaan’, zei Rosanne.
Haar stem klonk aarzelend, maar haar blik was zo vastberaden dat niemand nee tegen haar kon zeggen.
‘Ja’, zei Roy. ‘We moeten echt gaan.’
‘Moet ik echt niet mee?’ vroeg Roosje bezorgd.
Rosanne schudde haar hoofd. Ik verbaasde me over haar. Ik was niet gewend dat verlegen Rosanne de leiding nam. Eigenlijk was dat heel goed, omdat ik me op dat moment niet zo zelfverzekerd voelde als haar.
‘Milou!’
Rosanne zwaaide voor mijn gezicht.
‘Ja!’ zei ik geschrokken.
‘Geen tijd om te dromen’, zei ze streng.
Ze pakte de handen van Roy en mij.
‘Pas goed op jezelf!’, zei Blossom.
‘Kom veilig terug!’, glimlachte Roosje.
‘Meer dan je best kunnen jullie niet doen’, zei Jasmijn. ‘Onthoud dat goed.’
We knikten en een paar seconden later vlogen Roy, Rosanne en ik in de vertrouwde draaikolk van Rosanne. We stonden op de grens van het Schaduwgebied.
‘Goed gedaan, Roos’, zei ik. ‘Alweer goed geland!’
Even veranderde Rosanne’s serieuze blik in een glimlach, maar toen ging haar blik weer meteen terug naar serieus.
‘We hebben een plan nodig’, zei ze.
‘Onthoud ook dat Milou niet te lang in Schaduwgebied kan blijven’, waarschuwde Roy.
‘Als ik nu gewoon dat Licht op kon roepen…’, mompelde ik.
‘Zet jezelf niet te veel onder druk’, zei Rosanne. ‘Onze enige taak hier is om Lars te redden. We hoeven de Schaduwwezens nog niet te verslaan.’
Ik knikte. Niet alles hoefde perfect geregeld te zijn. Later zou ik de Schaduwwezens het Licht laten zien. Later. Nu nog niet.
‘Ik denk eerlijk gezegd niet dat het zin heeft om een plan te bedenken’, zei Roy. ‘Ik denk dat we beter gewoon kunnen gaan lopen, anders zitten we hier over drie uur nog.’
‘Er is niets mis met impulsief zijn’, zei ik lachend. ‘Ik vind dat Roy gelijk heeft.’
‘Hé!’
Geschrokken keek ik om me heen. Van wie was die stem?
Toen zag ik een jongen staan. Donkerbruin haar en bruine ogen. Maar die ogen… Alsof… Alsof er geen licht in zijn ogen was. Rosanne’s woorden fladderden wild door mijn hoofd.
Het was net of hij geen Licht in zijn ogen had, alsof hij bezeten was…
Een jongen overgenomen door het duister. Maar dit kon onmogelijk Lars zijn.
‘Wat?’ vroeg Roy.
‘Dat kan ik beter aan jullie vragen’, zei de jongen stellig. ‘Wat moeten jullie hier?’
Zijn stem klonk als die van een robot, alsof hij voorgeprogrammeerd was. Ik kon mijn gezicht niet meer van zijn ogen afhouden. Zijn Lichtloze ogen hypnotiseerden me bijna. Hij staarde me aan.
‘Milou van der Linden’, zei hij. ‘Je moet met me mee gaan.’
NEE!
‘Ja’, zei ik, bijna geluidloos.
Wat overkwam me? Hypnotiseerde hij me echt?
Ik deed een stap naar voren.
Mijn lichaam luisterde niet naar me.
Mijn stem evenmin.
Hij bleef me zo… Lichtloos aanstaren en langzaam voelde ik me licht worden in mijn hoofd.
‘Milou! Houd jezelf onder controle! Kijk hem niet aan!’ hoorde ik Rosanne gillen.
Rosanne, het lukt me niet. Ik kan het niet.
Kleine stapjes zette ik, richting de jongen.
‘Kom mee’, zei hij stellig.
Nog geen één keer had hij met zijn ogen geknipperd. Weer zei mijn stem iets wat ik niet wilde:
‘Ja.’
Hij stak zijn hand uit.
Nog even en ik had zijn hand vast.
‘Milou, sukkel! Wat doe je?!’ gilde Rosanne.
Ik draaide me om en keek haar aan.
‘Je ogen, Milou! Het Licht trekt weg uit je ogen!’
‘Je kunt me niet tegenhouden.’
Weer die woorden die ik niet zei, maar toch uit mijn mond kwamen.
Verslagen stond Rosanne daar. Ik keek weer naar de jongen en stak mijn hand uit.
‘Milou, stop. Je bent jezelf niet.’
Het was niet de hand van de jongen die mijn hand vast pakte, maar die van Roy. Ik keek hem recht in zijn ogen en een vreselijke pijnscheut ging door mijn hoofd. Ik liet mezelf op de grond vallen en sloot mijn ogen. Ik voelde dat ik mezelf weer onder controle had.
‘Kijk me aan’, zei Roy.
Ik opende mijn ogen en keek hem aan. Roy trok me overeind.
‘Wat was dat?’ fluisterde ik.
‘Kijk hem niet aan’, zei Roy. ‘Hij kan je mee de duisternis in sleuren.’
Rosanne had zich intussen op de jongen gefocust.
‘Neem de controle over je lichaam terug!’ schreeuwde ze. ‘De duisternis heeft je overgenomen!’
De jongen reageerde niet.
‘Luister naar me! Je moet de controle terugnemen!’
Toen hij nog niet reageerde, deed Rosanne iets wat ik nooit van haar verwacht had. Ze pakte zijn hand en meteen keek de jongen haar aan. Zijn Lichtloze ogen konden niet tegen haar vastbesloten blik op.
‘Kom tot jezelf’, zei Rosanne stellig.
Langzaam verscheen er weer licht in zijn ogen. Rosanne liet zijn hand los en draaide haar rug naar hem toe. Verward keek de jongen naar Rosanne.
‘Wat was dat? Een… Een nachtmerrie?’
‘Ongeveer wel’, zei Roy.
‘Je was overgenomen door het duister’, zei Rosanne kwaad.
‘Wat! Oh…’
De jongen fluisterde zachtjes een naam, maar ik kon niet horen welke naam.
‘Shadow. Shadow heeft het gedaan, ja toch? Het spijt me!’
‘En terecht!’ zei Rosanne kwaad. ‘Je had bijna Milou het duister in gesleept!’
‘Sorry…’ mompelde de jongen.
‘Doe niet zo hard, Roos’, zei ik. ‘Het was ook mijn schuld. En trouwens, hij kan er niets aan doen, ik had ook geen controle, hij ook niet.’
‘Klopt’, zei de jongen. ‘Ik ben trouwens Martijn.
‘Rosanne’, zei Rosanne.
‘Roy’, zei Roy.
‘Milou’, zei ik. ‘Maar dat wist je blijkbaar al.’
‘Ja’, zei Martijn. ‘Je wordt nogal ehm… veel genoemd bij de Schaduwwezens.’
‘Hé’, zei Rosanne. ‘Weet jij waar Lars is?’
‘Lars Verhoeven?’ vroeg Martijn verbaasd. ‘Zijn jullie daarom hier?’
Rosanne knikte.
‘Ik help jullie wel’, zei Martijn. ‘Ik wil iets terugdoen, omdat jullie me hebben gered van de duisternis.’


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.