Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Elfentranen {wordt aangepast} » 21: Samen en niet alleen

Elfentranen {wordt aangepast}

12 mei 2010 - 22:41

1464

0

174



21: Samen en niet alleen

Ik weet niet hoe lang ik niets voelde, maar het leek wel een eeuwigheid te duren, ik dwaalde maar een beetje rond in de duisternis. Op een gegeven moment begon ik stemmen te horen.
'Milou?'
'Milou!'
'Oh god, wordt ze nog wakker?'
'We moeten iets doen! We kunnen niet verder zonder haar!'
Ik kon de stemmen niet van elkaar onderscheiden. Ik wist niet wie me riepen, ik kon het alleen horen.
'We gaan ook niet weg zonder haar, Rosanne. We gaan nergens heen zonder haar.'
Rosanne... En de stem die Rosanne's naam zij was Martijn...
Ik was het helemaal zat.
Ogen ga open! Lichaam sta op!
'Milou... Word wakker... Alsjeblieft. Kom op nou, Milou.'
Ik voelde een warme tinteling door mijn vingers gaan. Iemand pakte mijn hand.
OGEN GA OPEN! LUISTER NAAR ME! DIT IS MIJN LICHAAM!
Dat hielp. Mijn ogen gingen langzaam open en ik zag wazig vier gezichten. Ik bewoog mijn hand even en ging rechtop zitten. Beetje voor beetje voelde ik weer, hoorde ik weer, zag ik weer en dacht ik weer. Toen alles terug was voelde ik dat er tranen over mijn wangen stroomden. Mijn schouders schokten.
'Milou!'
Twee, vier, zes, acht armen om me heen.
'Alles was weg...' zei ik zachtjes en tranen bleven stromen.
Iedereen liet los en Martijn veegde zacht mijn tranen weg.
'Je viel flauw, denk ik', zei hij. 'Wat gebeurde er? Zag je je angst?'
'Ik... Ik weet niet...' zei ik.
Alles overspoelde van blijdschap. Ik had het gevoel waar Martijn het over had vlak voor ik flauw viel. Dat alles weer terug was. Dat ik alles weer kon voelen, horen en zien...
'Alles was weg', zei ik. 'Alles wat ik hoorde, alles wat ik voelde, alles wat ik zag... Alles verdween.'
'Dan is dat je angst', zei Roy. 'Dat alles verdwijnt.'
'Er was alleen maar duisternis...' stamelde ik, nog half in shock van wat er gebeurd was.
'Milou... Je weet toch dat wij er voor je zijn? Je bent niet alleen', zei Rosanne en ze trok me overeind. 'Gaat het?'
Ik knikte en omhelsde Rosanne.
'Niet meer weg gaan, Roos.'
'Ik ga helemaal nergens heen, gekkie', zei ze met een grijns.
Ik glimlachte. Martijn, Roy en Lars kwamen ook overeind.
'Martijn, wat zag je?' vroeg ik. 'Vlak voor je weg was.'
Martijn beet op zijn lip. 'Weerwolven', zei hij en hij rolde zijn mouw op.
Er zat een enorme wond op zijn onderarm.
'Ben je dan ook een...' stamelde ik.
Martijn schudde zijn hoofd. 'Mijn oom is dokter en kon me genezen, maar ik ben nu doodsbang voor die rotbeesten.' Hij rolde zijn mouw weer terug.
'Zullen we hier weg gaan?' vroeg Lars. 'Ik ben het spuugzat hier.'
Daar was iedereen het mee eens, dus liepen we snel verder.
Ik was zo blij dat ik alles weer voelde, zo blij dat alle duisternis weg was. Roos had gelijk. Ik was niet alleen.
Eindelijk zagen we het einde van de tunnel. Vlak voor de deur stopten we. Mijn hart bonkte in mijn keel. Nu moest het gebeuren. Nu kwam het moment waar iedereen op gewacht had.
'Oké, we houden de vermomming als Lichtlozen nog even vast', zei Lars. 'Als ik een teken geef, worden we onszelf en slaan we toe.'
We knikten. Lars deed zijn capuchon op en stak zijn duim op. Ik deed ook mijn capuchon op en haalde diep adem. Het moment was aangebroken.
Lars duwde de deur open en we stonden in een enorme ruimte met tientallen schaduwwezens en Lichtlozen. Ik kreeg er de kriebels van. De hele kamer was verwoest. Stoelen waren door de kamer heen gesmeten of er waren poten afgebroken. Schilderijen waren van muren afgerukt en kapot gemaakt. Kleden waren uit elkaar gescheurd...
Het enige wat nog heel was, was de troon. Die stond helemaal achterin tegen de muur. Shadow zat erop.
'Ha-ha-ha', kraste een Schaduwwezen. 'Nieuwelingen, mijn heer!'
'Aha', brulde Shadow vanuit de andere kant van de kamer om boven het geroezemoes van zijn onderdanen uit te komen. 'Kom eens hier heen.'
'Zoals u wenst, uwe Hoogheid', zei Lars en hij maakte een diepe buiging.
Ik bewonderde zijn acteertalent. Want hij boog niet voor zomaar iemand. Hij boog voor zijn grootste vijand.
Lars, Rosanne, Roy, Martijn en ik liepen aarzelend naar Shadow toe. Ondanks dat we allemaal goed in onze rol zaten, kon ik de aarzeling voelen. Geloofde Shadow ons? Of was het een valstrik?
'Nu!' schreeuwde Shadow en ineens viel het licht uit.
Nee! Dacht ik kwaad. Hij had ons door! Nee, nee, nee! Ik hoorde het geren van mensen, het vlugge zweven van Schaduwwezens en een schreeuw van Martijn.
'Martijn!?' zei ik geschrokken.
Daarna kwam er ook een gil van Rosanne en een schreeuw van Roy en Lars.
'Jongens! Wat gebeurt er?!' riep ik wanhopig.
Alles was donker. Ik dacht terug aan wat er in de Tunnel der Angsten was gebeurd en ik raakte in paniek.
Precies op dat moment ging het licht weer aan. Schichtig keek ik om me heen en ik schrok me een ongeluk. Rosanne en Roy werden in de greep gehouden door twee Lichtlozen met een mes en Martijn en Lars werden vastgehouden door vier Schaduwwezens. Iedereen die zich in de kamer bevond, stond in één enorme cirkel om me heen en Shadow stond tegenover me.
Ze hebben ons door... Bonkte door mijn hoofd. Shadow begon oorverdovend hard te lachen.
'Ha-ha-ha! Had je niet verwacht hè!' lachte hij hard.
Alle Schaduwwezens en Lichtlozen zagen dat als aanleiding om ook te gaan lachen en even later lag de hele kamer in een deuk, behalve Lars, Martijn, Rosanne, Roy en ik.
'Ach, wat jammer dat Schaduwwezens in het donker kunnen zien en mensen niet! Ha-ha-ha...'
Shadows lach stierf langzaam weg en toen hij eindelijk klaar was schraapte hij zijn keel.
'Milou van der Linden, of in de Gedachtenwereld beter bekent als -'
'Ja, houd je kop maar!' riep ik kwaad.
Mijn hele lichaam trilde van woede. Hoe durfde hij? Hoe durfde hij!
'Zozo', zei Shadow, die weer serieus werd. 'Gaan we brutaal doen? Dat heeft wel consequenties, jongedame!'
Eén van de schaduwwezens kneep Lars' keel dicht. Lars hapte naar adem en schudde zijn hoofd, alsof hij wilde zeggen: 'Laat ze maar kletsen!'
'Nee, nee, nee!' schreeuwde ik. 'Laat hem los! Nu!'
'Goed, goed, juffie', zei Shadow spottend. 'Dat joch kan ons toch nog van pas komen.'
Het Schaduwwezen liet Lars' keel los en Lars ademde diep in.
'Laat hem maar kletsen, Milou! Niet naar hem -'
Lars kon zijn zin niet afmaken, want zijn keel werd alweer dichtgeknepen.
'Laat hem los!' siste ik en ik keek Shadow kwaad aan.
Bang was ik helemaal niet meer. Ik was alleen nog maar kwaad. Vreselijk kwaad! Stomme Shadow met zijn stomme Schaduwwezens! Weg! Weg uit de Gedachtenwereld moest hij!
'Laat hem los, nummer vijfentwintig', zei Shadow verveeld en het Schaduwwezen liet Lars weer los.
'Nummer vijfentwintig?' zei ik verbaasd.
'Ja', bromde Shadow.
'Heb je dan helemaal geen gevoel!?' schreeuwde ik.
Shadow antwoordde niet.
'Het is een Schaduwwezen, Milou! Hij kent geen gevoel, hij kent alleen - au!' Martijn werd ook bij zijn keel gegrepen.
'Laat ze gaan! Laat ze allemaal met rust! Nu meteen!' gilde ik hysterisch.
Shadow knikte naar het Schaduwwezen. 'Ze moeten nog een tijdje in leven blijven, nummer zesentwintig', zei hij.
Nummer zesentwintig liet Martijn los.
'Nog een tijdje', zei ik cynisch. 'NOG EEN TIJDJE?!'
'Rustig blijven, Milou!' riep Martijn.
Nummer zesentwintig maakte aanstalten om Martijn aan te vallen, maar met een handige beweging trok Martijn zich los. Hij pakte zijn handboog en schoot nummer zesentwintig neer.
'NU!' riep Lars en hij, Rosanne en Roy volgden Martijns voorbeeld.
Toen ontstond er zo'n enorme chaos dat ik het niet meer kon volgen. Rosanne, Roy, Martijn en Lars waren op de vlucht voor Schaduwwezens en probeerden ze tegelijkertijd neer te schieten, wat amper lukte. Ieder Schaduwwezen dat neergeschoten werd, stond na een halve minuut weer op.
Ineens zag ik Shadow met een enorme vaart op me af komen, maar Martijn trok me net op tijd mee.
'Het Licht, Milou! Je moet het Licht oproepen! Je moet - '
Een Lichtloze man wilde Martijn neersteken, maar stak net mis, in Martijns arm. Martijn werd helemaal bleek en wankelde. Ik trok hem overeind.
'Martijn! Gaat het?'
'Niet aan denken! Je moet - nu!'
Ik keek om me heen. Rosanne lag gewond op de grond en Lars probeerde haar te beschermen. Roy zigzagde en ontweek. Martijn klopte bemoedigend op mijn schouder.
'Ik overleef het wel. En de rest ook.'
'Maar wat als -' stamelde ik.
'Niet aan denken! Alsjeblieft Milou...'
Ik zag eindelijk in dat dit onze laatste kans was. Ons doel. Ik moest het waarmaken. Nu!
Ik knikte naar Martijn, sloot mijn ogen en probeerde me af te zonderen van alles, niet te luisteren naar wat er gebeurde... En te denken aan een fel Licht.
Niets.
Er gebeurde niets.
'Niet opgeven, Milou!' riep Roy, die nog steeds tussen de Schaduwwezens en Lichtlozen aan het zigzaggen was. Nooit geweten dat hij zo hard kon rennen.
'Milou...' zei Martijn.
Ik schrok van zijn zwakke stem en keek snel naast me. Martijn was nog op een andere plaats gestoken en er lag een enorme plas bloed naast hem.
Oh nee! Hij verloor veel te veel bloed!
'Martijn!'
'Niet kijken! Het Licht, Milou. NU!!!'
Ik sloot opnieuw mijn ogen, maakte mijn geest leeg en dacht aan het felle, witte Licht...


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.