Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Elfentranen {wordt aangepast} » 22: Het einde en het begin

Elfentranen {wordt aangepast}

12 mei 2010 - 22:41

1125

0

209



22: Het einde en het begin

Mijn ogen waren gesloten en mijn handen waren vuisten. Ik vergat de enorme chaos om me heen. Ik vergat zelf Martijn die met drie enorme wonden op de grond lag...
Het witte Licht nam al mijn gedachten over. Langzaam opende ik mijn ogen en ik zag dat ik me niet meer in de chaotische kamer bevond, maar in een bron van wit Licht. Een soort, felle, witte kamer. Ik had geen besef van wat er met me gebeurde, maar ik wist nog steeds wat mijn doel was.
'Licht?' vroeg ik aarzelend. 'Licht, kunt u me horen?'
'Altijd.'
Ik schrok. Er galmde een stem door de witte kamer, maar er was niemand behalve ik.
'Altijd?' vroeg ik voorzichtig.
'Altijd. Wij zijn geen persoon, Milou, wij zijn niet van vlees en bloed. Wij bestaan enkel uit Licht. Daarom kun je ons niet zien.'
'Wij? Zijn jullie en meerderheid?'
'Ja. Wij zijn een meerderheid. Wij zijn het Licht dat in ieder wezen schijnt.'
'In ieder wezen? Zelfs in Schaduwwezens en Lichtlozen?'
'In Schaduwwezens - ja. In Lichtlozen - nee. Lichtlozen zijn wezens die hun innerlijk Licht hebben verloren.'
'Hoe kunnen Schaduwwezens Licht in zich hebben?'
'Zonder Licht bestaan er geen Schaduwen.'
'Dat klopt...'
'Ja, Milou, dat klopt. Schaduwwezens bestaan zolang er Licht bestaat. Als er geen Schaduwwezens bestaan, bestaat er ook geen Licht.'
'Maar ze mogen de wereld niet overnemen...'
'Dat mogen ze inderdaad niet. De Schaduwwezens begrijpen het niet.'
'Het? Wat is het?'
'Het bestaan.'
'Het bestaan?'
'Ja. Het bestaan. Als de Schaduwwezens het Licht vernietigen, zullen ook zij ten onder gaan.'
'Waarom?'
'Omdat er zonder Licht geen Schaduwen kunnen bestaan.'
'Oh ja.'
'Ja. Jouw taak is om de Schaduwen het Licht te laten zien.'
'Hoe doe ik dat?'
'Door het Licht dat schijnt in alle wezens te voelen. Door te geloven dat iedereen Licht in zich heeft. Door het Licht te voelen.'
'Zal de Gedachtenwereld dan blijven bestaan?'
'Ja. Dan zal iedereen op Aarde weer in het Licht geloven. En in hun eigen fantasie.'
'Houden Licht en Donker elkaar in balans? En de Aarde en Gedachtenwereld ook?'
'Precies. Nu je je taak begrijpt, is het tijd om terug te keren, Milou.'
'Eén ding begrijp ik nog niet.'
'Wat dan?'
'Wat gebeurt er met de Schaduwwezens als het Licht aan ze is verschenen?'
'Ze zullen zich realiseren dat ze niet zonder het Licht kunnen en ze zullen terugkeren naar de Schaduwwereld.'
'En dan gelooft de Aarde weer in fantasie?'
'Ja. Schaduwwezens in de Gedachtenwereld zijn hetzelfde als slechte gedachtes op Aarde.'
'Wat voor slechte gedachtes?'
'Pesten. Mishandeling. Moord. Slechte gedachten. De Gedachtenwereld is e parallelwereld van de Aarde, Milou. Alles is hetzelfde in die werelden, maar het is zichtbaar in de Gedachtenwereld en onzichtbaar op Aarde.'
'Ik begrijp het.'
'Mooi. Vervul je taak. Succes.'
'Bedankt.'
'Geen dank.'
Ik sloot mijn ogen en wachtte even. Toen deed ik ze weer open.
Ik stond in de chaotische kamer en er was niets veranderd in de tijd dat ik weg was geweest. Er leek geen tijd verstreken te zijn.
Het Licht, dat schijnt in anderen...
Het Licht, dat schijnt in anderen...
Ik knipperde even met mijn ogen. Om ieder wezen wat in deze kamer was, cirkelde een straal wit Licht. Bij de Lichtlozen zweefde het Licht een stukje bij hen vandaan, maar het was er wel.
'STOP!' gilde ik door de kamer heen.
Iedereen stopte waar hij of zij mee bezig was.
'Ik zie jullie Innerlijke Licht', zei ik en ik glimlachte even naar Shadow.
Ook zijn Licht zag ik.
'Wí¡t?' bromde Shadow. 'Wij Schaduwwezens bevatten geen Licht! Grijp haar! Nummer zevenentwintig!'
'Roger!' riep nummer zevenentwintig en hij stormde op me af.
'Wacht!' riep Martijn.
Hij kwam moeizaam overeind en sloeg nummer zevenentwintig weg.
'Milou heeft gelijk. Ieder wezen heeft een Innerlijk Licht.'
'Niet!' schreeuwde Shadow.
'Shadow!' piepte een Schaduwwezen en ze fluisterde iets.
'Onmogelijk', gromde Shadow.
'Shadow, nummer één heeft gelijk', zei een ander Schaduwwezen.
'Niet!' gromde Shadow en hij stormde met volle vaart op me af.
Ik schrok zo erg dat ik mijn benen niet meer kon bewegen. Ik verborg mijn hoofd achter mijn handen en sloot mijn ogen.
Het is voorbij. Flitste door mijn hoofd.
Ineens pakten twee mensen mijn handen vast. Ik keek verbaasd op. Het waren Martijn en Roy.
Martijn zat half en stond half, maar hij bleef overeind. Rosanne hield Martijns hand ook vast en Lars stond daarnaast.
Shadow kwam steeds dichterbij, maar schoot toen ineens achteruit, alsof hij tegen een muur was opgeknald.
'Hoe kan - ' stamelde ik.
'Het Licht', antwoordde Martijn zwakjes. 'Dat komt omdat wij geloven in het Licht wat in anderen schijnt.'
Ik keek naar Shadow, die ons verslagen aanstaarde. Ik maakte mijn handen los van die van Martijn en Roy en liep langzaam naar Shadow toe.
'Zonder het Licht bestaan er geen Schaduwen', zei ik.
'Ga weg!' snauwde Shadow en hij deinsde achteruit.
Martijn strompelde naar voren en ging naast mij staan.
'En als er geen Schaduwen bestaan, bestaat er ook geen Licht', zei hij.
'Licht en Donker hebben elkaar nodig', zei Lars, die ook naar voren kwam.
'Ze kunnen niet zonder elkaar', zeiden Roy en Rosanne tegelijk.
Plotseling zag ik elk straaltje Licht, van elk wezen, samenkomen in één enorme straal fel wit Licht. Het spatte omhoog, uit elkaar, als een vuurpijl op Nieuwjaar. Toen het Licht uitgespat was, keerde elk Licht terug naar zijn of haar eigenaar, zelfs naar de Lichtlozen. Shadow deinsde weer achteruit, alsof hij geraakt werd door een schok. Maar in werkelijkheid keerde zijn Licht naar hem terug. Daarna kwam hij dichterbij en sprak hij zachtjes:
'Je hebt ons het Licht laten zien. Bedankt, Lichtmeisje. Wij zullen terugkeren naar de Schaduwwereld en daar blijven.'
Hij en zijn Schaduwwezens losten op in het niets. Het werd even heel stil in de kamer.
'Was dat Shadow?' vroeg ik verbaasd.
Dat was dat. Was alles nu voorbij? Ik had verwacht heel blij te zijn na afloop, dat was ik ook wel, maar ik had niet zo'n in de wolken gevoel. Meer een soort van opluchting eigenlijk. Het was gelukt...
Ik keek op. Alweer was er een enorme chaos ontstaan. Lichtloze mensen die hun innerlijk Licht hadden teruggekregen waren verbaasd of bang.
'Jongens, luister!' riep Rosanne ineens.
Iedereen keek haar verbaasd aan. Rosanne glimlachte vriendelijk.
'Verlaat het kasteel en ga op zoek naar jullie families. Denk niet terug aan jullie Lichtloze tijd. Denk enkel aan alles wat je nu voelt.'
De mensen aarzelden geen moment en renden de Tunnel in, die nu weer de Tunnel van Geluk was. Ik keek even naar Martijn, die er niet al te best uit zag. Hij was nog bleker dan eerst en hij verloor nog steeds bloed. Ik hurkte naast hem neer.
'Rosanne', zei ik. 'We moeten Elfentranen hebben. Anders kunnen we hem niet genezen.'
Er prikten tranen in mijn ogen, maar ik hield ze in bedwang. Rosanne knikte.
'Jullie blijven hier bij Martijn, dan teleporteer ik heen en terug met één van de Elfen.'
Lars stond op. 'Jongens, het spijt me, maar ik moet echt mijn familie vinden.'
'Ik ga met je mee voor het geval er nog verdwaalde Schaduwwezens of Lichtlozen zijn', zei Roy
'Dan blijf ik bij Martijn', zei ik.
Voor Martijn iets kon zeggen verdween Rosanne in haar teleportatie draaikolk en Roy en Lars renden de Tunnel van Geluk in.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.