Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Elfentranen {wordt aangepast} » 24: Weg

Elfentranen {wordt aangepast}

12 mei 2010 - 22:42

891

0

152



24: Weg

Nee. Dit kon niet. Onmogelijk. Ik had gewoon verkeerd gevoeld. Ik voelde weer aan zijn pols en wachtte even. Niets. Ik keek verslagen naar Rosanne en de elfjes, die verbaasd terugkeken. Ik schudde mijn hoofd en schoof een beetje naar rechts. Martijn, die op mij leunde, zakte in. Ik legde hem voorzichtig neer.
‘Martijn?’ fluisterde ik en ik legde mijn hand op zijn schouder.
Martijn antwoordde niet.
‘Martijn?’
Geen antwoord.
‘MARTIJN!’
Geen antwoord.
‘Dit is niet grappig!’ gilde ik. ‘Sta op en zeg dat het een grapje is!’
Maar Martijn stond niet op.
‘Verdomme! Martijn! Sta op!’
Ik schudde hem heen en weer, maar hij deed niets.
‘Sta dan op, stomme idioot!’
Mijn stem sloeg over en ik begon te huilen. Tranen stroomden over mijn wangen.
Opeens viel me iets op. Martijns Innerlijke Licht verliet zijn lichaam en steeg op.
Ik sprong op. ‘Wacht!’
Het Licht keerde om en ging voor me zweven.
‘Milou.’
‘Ga terug! Ga terug naar zijn lichaam! Het is zijn tijd nog niet!’
‘Dat is het wel. We moeten hem verlaten. Het spijt ons.’
‘Ja, ho eens! En waar gaan jullie dan heen?’
‘Dat mogen we je niet vertellen. Dat weet je pas als het jouw tijd is.’
Ik balde mijn vuisten uit woede en verdriet, uit alles door elkaar.
‘Kan hij me horen?’
‘Ja.’
‘Kan ik iets tegen hem zeggen?’
‘Hij zal naar je luisteren. Maar hij kan niets terugzeggen.’
Ik boog me over Martijn en pakte zijn hand.
‘Bedankt’, fluisterde ik. ‘Bedankt voor alles.’
Daarna wendde ik me tot het Licht. Ik staarde ze boos aan.
‘Wat?’ zei het Licht verontwaardigd.
‘Ben jij Martijns ziel?’
‘Nee. Wij zijn Martijns Innerlijke Licht.’
‘Ga nu terug! Nu meteen!’
‘Dat gaat niet.’
‘Ik heb hem beloofd dat hij niet dood zou gaan!’
Steeds meer tranen begonnen te stromen en op een gegeven moment zag ik niets meer, door al die tranen.
‘Hij verwijt je niets.’
‘Hoe weten jullie dat?’ riep ik fel.
‘Wij zijn zijn Innerlijke Licht, weet je nog.’
‘Ja. Maar waar is zijn ziel?’
‘Zijn ziel zweeft hier ergens rond. Je kunt hem niet zien.’
‘Hoezo? Is dat een geest ofzo?’
‘Zoiets.’
‘Waarom kan ik hem niet zien?’
‘Omdat geesten onzichtbaar zijn.’
‘Nou, lekker dan!’ riep ik kwaad.
‘Ja. En nu moeten we gaan.’
‘Ja! Ga maar weg!’ riep ik nog kwader.
Het Licht van Martijn spatte uit elkaar en verdween.
Rosanne kwam naast me staan en legde haar hand op mijn schouder. Ik keek haar aan en ook zij had tranen die over haar wangen stroomden. Ik omhelsde haar.
‘Hij verdient het niet om dood te gaan’, fluisterde ik.
‘Dat weet ik’, zei Rosanne en ze hurkte naast hem neer. ‘Het spijt me zo dat ik altijd zo onaardig tegen je deed…’ fluisterde ze.
Rosanne voelde zich echt heel schuldig, ik zag het aan haar gezicht. Maar het was haar schuld helemaal niet…
Roosje barstte in huilen uit en Jasmijn ging bij me vliegen.
‘Je bent geslaagd’, zei ze.
‘Ja’, zei ik beduusd. ‘Maar we zijn iemand verloren.’
‘Vergeet hem nooit’, zei Jasmijn. ‘Als je hem nooit vergeet is hij nooit echt weg. Hij leeft voort in onze gedachten.’
Ik knikte. Ik had een brok in mijn keel. Ruw veegde ik mijn tranen weg.
‘Stomme huilebalk dat ik ben’, mopperde ik.
‘Je mag best huilen’, zei Rosanne.
De deur van de Tunnel van Geluk sloeg open en daar stonden Roy, Lars, Serena, Koning Bernhard, koningin Amélie en mijn favoriete etter Michael.
Roy zag mijn betraande gezicht en rende op me af.
‘Is hij…’ stamelde Roy.
Ik knikte droevig en weer begonnen er tranen te stromen. Roy omhelsde me stevig.
Op dat moment wist ik het.
Ik hield van Roy als goede vriend. Als één van de beste vrienden die je kon hebben en ik wist dat Roy net zo over mij dacht. Niet meer en niet minder.
Roy liet me los en boog zich over Martijn. Hij schudde zijn hoofd.
‘Arme Martijn…’ zei hij.
Lars omhelsde Rosanne en troostte haar. Soms werd ik een beetje kriegel van Lars. Hij gedroeg zich als een echte sprookjesprins, weet je wel. Maar ik geloof dat dat nu precies was waar Rosanne op viel.
‘Milou?’
Ik draaide me om en daar stond Michael.
‘Ja?’ zei ik.
‘Het spijt me. Van alles. Maar één ding meende ik wel. Ik zoek nog steeds een huwelijkskandidaat en daarom vraag ik je om met me te trouwen. Ik begrijp het wel als je nee zegt… Maar toch.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Sorry, Michael, maar daar staat mijn hoofd niet echt naar. Ik ben net één van mijn beste vrienden kwijt geraakt en bovendien moeten Roy, Rosanne en ik binnenkort terug naar Aarde.’
Michael knikte.
‘Milou.’ Koning Bernhard deed een stap naar voren.
‘Ja, uwe majesteit?’ vroeg ik en ik maakte een vlugge buiging.
Ik had niet zoveel zin om weer in de kerkers terecht te komen wegens mijn onbeleefdheid.
‘Ik wil mijn excuses aanbieden namens mij en mijn familie. Ben je bereid mijn excuses te aanvaarden?’
‘Ja, majesteit’, zei ik.
‘Goed, bedankt, meisje van het Licht.’
Ik glimlachte flauwtjes.
‘Zullen we terug gaan naar de Elfenboom?’ vroeg Jasmijn.
Ik knikte.
‘Vader, ik blijf bij Rosanne tot zij en haar vrienden terugkeren naar Aarde’, zei Lars.
‘Dat is goed, mijn zoon’, zei Bernhard. ‘Kom, dan gaan wij terug de Tunnel van Geluk in.’
Hij, Serena, Amélie en Michael gingen terug de tunnel in.
‘Nou, laten we gaan’, zei Rosanne somber.
‘We kunnen Martijn hier niet achterlaten’, zei ik.
‘We nemen hem mee en dan begraven we hem’, zei Roy. ‘Dat is het enige wat we nu nog voor hem kunnen doen.’
Rosanne knikte en zij, Lars, Roy, Jasmijn, Roosje en ik gingen in een kring om Martijn heen zitten. Rosanne en ik hielden de handen van Martijn vast.
We verdwenen in de draaikolk van Rosanne’s teleportatiekracht.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.