Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Elfentranen {wordt aangepast} » 25: Afscheid

Elfentranen {wordt aangepast}

12 mei 2010 - 22:42

1041

0

161



25: Afscheid

Toen we rondtolden in Rosanne’s draaikolk, voelde ik me anders. Anders dan eerder in de draaikolk. Misschien kwam het omdat ik me vastklampte aan Martijns lijk.
Lijk.
Als je het zo zegt, lijkt het net alsof hij niet meer bestond. Maar voor mij bestond hij nog wel. Ik had het gevoel dat Martijn ieder moment op kon staan. Ook al wist ik dat zijn ziel was verdwenen. Verdwenen… Was dat wel het juiste woord? Martijns lichaam deed het wel niet meer, maar in werkelijkheid leefde hij nog. Hij leefde in mijn gedachten en in die van iedereen die ooit gekend had. Hij leefde in de wind, die zachtjes waaide. Hij leefde in het gras, in de bloemen, in de zonnestralen die op mijn huid schenen. Hij leefde.
Ik drukte zijn lichaam nog steviger tegen me aan en precies op dat moment verdween de draaikolk.
De kring van geteleporteerde wezens zat recht voor de Elfenboom. Ik had Martijn nog steeds stevig vast, net als Rosanne en niemand zei iets. Uiteindelijk verbrak ik de stilte.
‘We moeten hem begraven.’
Het was geen vraag, eerder een conclusie, al klonk het ook niet echt als een conclusie. Het voelde alsof ik al mijn emoties probeerde te uiten in die vier woorden die ik zei. En dat waren er nogal wat. Verdriet, schaamte, schuld en woede werden samen één hese stem die niet op de mijne leek.
‘Dat weet ik’, zei Rosanne simpeltjes.
‘Bij de Elfenboom’, zei ik. ‘Op een eervolle plaats.’
‘Ja’, zei Roy.
‘Ik ga een kist regelen’, zei Jasmijn somber en Roosje vloog achter haar aan.
Roy en Lars vertrokken om scheppen te halen, dus toen bleven Rosanne en ik met z’n tweeën achter.
Ik knielde naast Martijns lichaam neer. Ik voelde voorzichtig aan zijn wang, die ijskoud was. Toen ik hem zo zag liggen, zo roerloos, zo levenloos… kwamen er weer tranen.
Waarom moest hij sterven?
Waarom nou juist hij?
Het was gewoon niet eerlijk…
‘Ben - was je verliefd op hem?’ vroeg Rosanne, die zich vlug herstelde.
Ik haalde mijn schouders op. ‘Kweenie.’
En ik wist het ook echt niet. Ik denk dat ik vriendschap en liefde teveel met elkaar verwarde. Ik was toch ook niet verliefd op Roy? Of wel? Ik wist het gewoon niet en het kon me ook niets schelen. Martijn was dood en het was mijn schuld.
Ik kneep zachtjes in zijn hand, die net zo koud voelde als zijn wang. Al het leven was uit hem gezogen.
Weg.
Weg.
Weg.
Waar zou zijn ziel zijn? Ik keek omhoog, naar de Elfenboom en een harde windvlaag waaide door de takken. Mijn hart begon te bonken.
Ik stond op een fluisterde:
‘Martijn…?’
Toen verdween de dikke grijze wolk die voor de zon zweefde en een zonnestraal viel op mijn gezicht.
Ik glimlachte door mijn tranen heen en Rosanne legde een hand op mijn schouder.
‘Zie je wel?’ fluisterde ze. ‘Hij is er nog steeds. Al doet zijn lichaam het niet meer.’
Ik knikte.
‘Milou?’
Roy en Lars stonden achter me en Roy had een enorm stuk karton in zijn handen en een dikke zwarte stift. Hij reikte het me aan.
‘Wat moet ik hiermee?’ vroeg ik verbaasd, terwijl ik het karton en de stift aanpakte.
‘Schrijf iets voor Martijn’, zei Roy en ik knikte vlug.
Natuurlijk. Schrijven. Het ding waar ik zo goed in zou moeten zijn. Was ik dat eigenlijk wel? Geen idee. Het maakte niet uit.

Hier rust Martijn.
De dapperste strijder die de Gedachtenwereld ooit heeft gekend.
Lieve Martijn, we zullen je nooit vergeten.

Roy, Rosanne, Lars en Milou

‘Klaar’, fluisterde ik en ik gaf het karton terug aan Roy, die het doorgaf aan Lars.
‘We maken hem vast aan de Elfenboom’, zei Lars.
Nadat we Martijn hadden begraven, was het tijd om afscheid te nemen. Afscheid van de Gedachtenwereld. Ik was het helemaal vergeten door Martijns dood…
Blossom had ons verteld dat Roy, Rosanne en ik niet langer in de Gedachtenwereld konden blijven.
Ik wilde niet weg. Echt niet.
Ik wilde hier voor altijd blijven.
Jasmijn zag het aan mijn gezicht en ze kwam voor me vliegen.
‘Als je hier blijft, zul je sterven, Milou’, zei ze aarzelend.
‘Maar alles zal weer zoals hiervoor zijn!’ protesteerde ik.
Jasmijn schudde haar hoofd. ‘Het Licht is teruggekeerd op Aarde. Je zult het niet meteen merken, maar je hebt ieder wezen in iedere wereld hun Innerlijke Licht teruggegeven en je hebt ze laten zien wat hun Innerlijke Licht betekent.’
‘Kan ik op Aarde ook Innerlijk Licht zien?’
Jasmijn knikte. ‘ Ieder wezen die aan het Licht is verschenen, zal de gave krijgen om Innerlijk Licht te zien en die behouden tot hun dood.’
Ik knikte en drukte Jasmijn stevig tegen me aan.
‘Ik ga je missen Jasmijn…’ zei ik.
‘Ik jou ook, meisje van het Licht’, zei Jasmijn.
Ik glimlachte en omhelsde Roosje en de feeën.
Bezorgd keek ik naar Lars en Rosanne. Rosanne had tranen in haar ogen.
‘Ik zal altijd bij je zijn’, zei Lars. ‘Hier.’
Hij legde zijn hand even op Rosanne’s hart en Rosanne begon te huilden. Lars drukte haar stevig tegen zich aan.
‘Ik maak me zorgen om Rosanne’, zei Roy, die ineens achter me opdook.
Ik deinsde achteruit en schoot in de lach toen ik zag dat het Roy was.
‘Ik schrik me een ongeluk’, zei ik lachend.
Roy grijnsde.
‘Ik ga de Gedachtenwereld heel erg missen’, zei ik, nu weer serieus.
Roy knikte. ‘Ik ook.’
Rosanne en Lars kwamen erbij staan. Ik gaf Lars een high five.
‘Word maar een goede koning’, zei ik met een knipoog.
‘Zal ik doen’, zei Lars grijnzend.
Roy gaf Lars nog een klap op zijn schouder en toen was het echt tijd om te gaan. Ik pakte de handen van Roy en Rosanne en keek met tranen in mijn ogen naar Blossom, naar Lilly, naar Daisy, naar Paul, naar Jasmijn, naar Roosje, naar Madelief, naar Lars, naar Julia. Naar het graf van Martijn onder de Elfenboom…
‘Je kunt naar Aarde teleporteren, Rosanne’, zei Blossom. ‘Maar daar zul je de gave niet meer bezitten.’
Rosanne knikte en ik zag dat ze nog steeds huilde. Zelfs Roy had het er moeilijk mee.
‘Daar gaat ie dan’, zei Rosanne met een zucht.
‘Wacht!’ zei Lars.
Hij liep langzaam naar Rosanne toe en zoende haar op haar mond. Toen liet hij haar los en ging weer met een rood hoofd naast Julia staan.
‘Ik zal je nooit vergeten, Rosanne. Ik zal jullie allemaal nooit vergeten.’
‘Ik jullie ook niet’, zei Rosanne, ook met rode wangen en tranen stroomden over haar wangen.
Daarna pakte ze onze handen weer vast en voor de allerlaatste keer werden we opgeslokt in Rosanne’s draaikolk.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.