Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Unexpected Friendship » 33. The Betrayal

Unexpected Friendship

4 juni 2010 - 16:16

1322

0

374



33. The Betrayal

Dit hoofdstuk is geschreven door Yvonne (V0nneke). Het volgende hoofdstuk wordt weer geschreven door Monika (Moonzzz). Vanaf dit hoofdstuk is het maximum aantal woorden verhoogd van 1000 naar 1500.

Yvonne's P.O.V.

Toch was ik niet van plan om te gaan huilen. Het mocht me niets doen. Ik was een Zwadderaar en Zwadderaars geven niets om anderen. Het was mijn eigen schuld. Ik liep naar de grote Zaal en ik ging naast Lili zitten. Ik ontweek haar blik want ik wilde niet dat ze zag dat ik me nog steeds niet helemaal goed voelde. "Heey Yvonne, gaat het weer een beetje?" Omdat mijn stem mij anders zou verraden knikte ik. Gelukkig ging ze over op een ander onderwerp en ik knikte af en toe ten teken dat ik luisterde. Dat deed ik alleen niet. "...En weet je wat hij toen zei? Hij zei: 'Zoek het dan maar lekker zelf uit!'. Alsof ik er wat aan kon doen!" Ik roerde een beetje door de aardappelen die op mijn bord lagen. Ik kreeg niets naar binnen. "Hee, Yvonne, luister je wel? Is er iets?" Ik schudde mijn hoofd. Ze zou het toch niet begrijpen. Ze ging weer verder met praten en ik keek naar de mensen die aan de tafel zaten. Thomas keek heel erg boos richting de tafel van Ravenklauw. Ik draaide me om en ik zag Mateusz zitten. Hij staarde me recht aan. Boos. Snel draaide ik me om. Lili was nog steeds aan het praten maar ik onderbrak haar. "Lili, ik ga even naar de leerlingenkamer." Zei ik. Ik stond op en liep weg. "Moet ik anders even meelopen?" Riep Lili nog na, maar ik was al de hoek om.

Eenmaal in de lege leerlingenkamer aangekomen ging ik op de bank voor de haard liggen. Ik was doodop. Eigenlijk moest ik gewoon aan Mateusz bewijzen dat ik zoiets niet had kunnen doen, maar dat zou me nooit lukken. Het was allemaal mijn schuld dat hij beschuldigd werd. Ik was gemeen, maar zoiets kun je gewoon niet maken. Toen ik zo aan het nadenken was kwam er een jongen door het gat achter het wandtapijt geklommen. Ik kende hem. Het was Thomas. Hij kwam naar me toe. "Hee, Yvonne, ik kom je even waarschuwen. Sneep verdenkt jou en Kenneth ervan Mateusz erin te hebben geluisd . Ik heb hem van gedachten proberen te laten veranderen, maar Sneep wilde niet luisteren." Ik keek hem vragend aan. "Waarom vertel je me dit? En waarom is Mateusz nu opeens niet meer de schuldige?" "Ik weet niet." Zei Thomas. "Om de een of andere reden geloofde Sneep het niet meer. Maar dat maakt niet uit. Ik wil je wel helpen om de dader te vinden." Mijn verstand zei dat ik hem niet moest vertrouwen. Mijn hart zei dat ik alles wilde doen om Mateusz mij weer te laten geloven. En ze zeggen toch altijd, volg je hart? "Is goed." Zei ik dus maar. "Verdenk je al iemand?" Thomas grijnsde gemeen. "Ik verdenk zeker iemand. Ik was dat stukje kwijt voordat ik de leerlingenkamer inging. In de tussentijd ben ik bijna niemand tegengekomen. Bí­jna niemand. Ik ben namelijk onderweg maar één persoon tegengekomen. Een eerstjaars Ravenklauwer. Ik ben al achter zijn naam gekomen. Hij heet Cas. Ik weet niet of hij een reden heeft gehad om Mateusz, jou of Kenneth erin te luizen, maar dat gaan we uitvogelen, nietwaar?" Ik kreeg weer een beetje hoop. Misschien had Thomas gelijk en had hij het stukje gewaad gejat. Het was misschien een Ravenklauwer en onlogisch, maar Ravenklauwers waren ook slim en zouden zo op zo'n idee kunnen komen. "Waar wachten we dan nog op? Laten we snel naar Cas opzoek gaan!" Zei ik enthousiast. Ik kon niet wachten om weer zonder schuldgevoel naar Mateusz te kunnen kijken.

Samen liepen Thomas en ik de leerlingenkamer uit. Om een of andere reden viel het me op dat Thomas me steeds met een grijns bekeek. Mijn verstand zei me nog steeds dat ik hem niet moest vertrouwen. "Waar gaan we heen?" Vroeg ik. "Naar de leerlingenkamer van Ravenklauw natuurlijk!" Zei hij. "Maar hoe komen we daar? En wat gaan we daar doen? We kunnen toch niet binnen?" Vroeg ik. Hij lachtte. "Wij niet nee, maar hij wel. En dat gaat hij ook doen. We volgen een groepje Ravenklauwers die ons naar hun ingang brengen. Daar gaan we wachten. Cas is toch altijd pas laat klaar met eten. Dan kunnen we hem voor de ingang van het portretgat betrappen. We liepen naar de grote Zaal en wachtte. En wachtte. Er kwamen een heleboel mensen uit, maar geen Ravenklauwers. Toen zag ik Mateusz samen met Fred, George, Leona, Denny en Lars de deur door lopen. Fred en George keken ons tweeën achterdochtig aan, maar zeiden niets. Later zag ik ze wat in Mateusz oor fluisteren en toen liepen ze opeens een stuk sneller door. Het was net alsof ze bang voor ons waren. Weer grinnikte Thomas. Het begon me een beetje te irriteren. Eindelijk kwam er een groepje Ravenklauwers door de deur gelopen en we volgde ze onopvallend de trappen op. Ze liepen helemaal naar de Westertoren. Ik had geen zin om nog meer trappen op te gaan en zei tegen Thomas dat we hier net zo goed konden wachten. "Hier komen ze toch langs." Zei ik. Thomas knikte en weer wachtte we. "Waarom gingen we eigenlijk niet bij de grote Zaal staan?" Vroeg ik. "Geen slim idee." Ik snapte het niet maar ik vertrouwde hem maar gewoon op zijn woord. Hij zal het wel beter weten.

Eindelijk leek het erop dat de goede Ravenklauwer aan kwam gelopen. Het was al bijna avondeten en ik was blij dat hij er eindelijk was. Thomas stond op en trok zijn toverstok. "Hee, wat doe je?" Vroeg ik angstig. Ik keek naar de jongen die ook zijn toverstok trok. "Zo, dus je bent toch gekomen Cas?" Vroeg hij. "Ja." Zei Cas en plotseling hoorde ik een stem. "Petrificus Totalus!". Een flits schoot van de toverstok van Thomas naar Cas toe. "Protego!" Schreeuwde Cas en de lichtstraal schoot een andere kant op. "THOMAS! WAT BEN JE AAN HET DOEN!?" Schreeuwde ik boven het lawaai uit. Dit was helemaal niet mijn bedoeling geweest. Waarom kon ik alleen maar alles verpesten? Ik herinnerde me een toverspreuk die in mijn spreukenboek stond en richtte hem op Cas. "Silencio!" Cas zwaaide met zijn toverstok maar kon niets meer zeggen. "Thomas! Hou op! Hij kan geen spreuken meer uitspreken!" Eindelijk werd Thomas rustiger en deed zijn toverstok weg. "Yvonne, je weet niet, hij heeft-" Maar toen kwam professor Sneep aangelopen. Hij keek van mij (ik had nog steeds de toverstok in mijn hand) naar Cas, en toen naar Thomas. "Dacht ik het niet? Yvonne, Thomas, meekomen jullie!" Met knikkende knieën liep ik achter Sneep aan. "En Cas dan? Hij begon!" Vroeg ik verbaasd. "Dat is niet mijn afdeling. Jullie wel." Zei Sneep. Toen loodste hij ons naar zijn kantoor. Ik zag nog net dat professor Banning op zijn kleine beentjes aan kwam gerend.

We gingen zitten op de stoelen die daar stonden en keken naar Sneep, die de deur dichtdeed. Toen ging hij zelf op de stoel zitten achter het bureau. "Zo meneer Lockhood, vertel jij maar eens wat er gebeurd is." "Ik heb helemaal niets gedaan. Ik stond gewoon te wachten op iemand. En toen kwam Yvonne aangelopen en ze vervloekte Cas!" Zei hij gemaakt angstig. Ik kon mijn oren niet geloven. Was ik er nu echt ingeluisd door Thomas? "Dat is niet waar!" Schreeuwde ik. "Ik beschermde Thomas alleen! Cas die wilde hem betoveren!" Sneep keek minachtend naar mij. "Kom kom mevrouw Spee, je denkt toch niet dat ik moet geloven dat een eerstejaars leerling op moet komen voor een tweedejaars leerling?" Thomas grijnsde weer. Ik wist dat ik mezelf hier nooit meer uit zou kunnen praten. Thomas was me te slim af geweest. Het was ook stom geweest om een Zwadderaar te vertrouwen. Of het nog niet erg genoeg was zei Thomas: "Ja, Yvonne, hoe durf je nu weer zoiets te zeggen? Ik ben een medeleerling!" Ik keek hem vuil aan. Ik kon hem wel wurgen.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.