Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Coincidence doesn't exist » 19.

Coincidence doesn't exist

22 juni 2010 - 21:11

873

5

325



19.

B- Nee. Wacht.
Laten we dit hoofdstuk even overslaan. Laten we Bill alleen laten met zijn gedachtes, met zijn problemen, met zijn angsten. Laten we het een keer helemaal anders doen. We hoeven niet in Bills hoofd te kijken om te weten wat er gebeurt. Ik vertel het wel gewoon, want geloof het of niet - ik heb medelijden met hem. Met Bill. Domme lieve Bill, hij is zijn hersens een beetje kwijt, geloof ik. En ik wil het hem niet aandoen, zoveel denken, zoveel huilen. Het zou trouwens toch alleen maar een heel depressief stuk worden, en eerlijk gezegd heb ik daar even totaal geen zin in. Ik vertel het snel, over Bill, als een pleister die aan je knie is vastgeplakt. En daarna - nou ja - dat zie ik dan wel. Ik hoop dat ik vrolijks bedenken kan. Iets leuks. Iets zonder drama, zonder donker, zonder klemmende deuren die piepen, midden in de nacht, als de ex van de vriend van de neef van de vrouw die hij net vermoord heeft stilletjes wegsluipt, haar dode, bebloede lichaam levenloos achter laat in de kledingkast van haar zoontje. Kan ik dat? Ik weet het niet. Maar nu komt Bill.

Bill. Bill zat op de stoep, huilend, denkend. Hij zag niets, hij hoorde niets, hij voelde niets, hij rook alleen de misselijkmakende geur van haat en liefde door elkaar. Haat voor zichzelf, liefde voor Jamie. Ze vochten het uit in zijn hoofd, scheldwoorden en clichés van pasverliefde stelletjes vlogen van zijn linkerhersenhelft naar de rechter, botsen achter zijn voorhoofd tegen elkaar, knalden uiteen in een zee van pijn, alleen maar pijn. En net toen al die gedachtes even helemaal zat werd, toen hij zijn hoofd tegen de stoep sloeg uit frustatie, toen er een straaltje rood bloed langs zijn oor naar beneden, voelde hij een hand op zijn schouder. Toms hand. Dus ze praatten - Tom en hij - heel snel, heel even, te onbelangrijk om uit te schrijven. Bill veegde een traan van zijn wang, liet er meteen een nieuwe voor in de plaats komen, en rende zo snel als hij kon de straat uit. Tom was langzamer. Tom was als Usain Bolt op een vroege zondagmorgen, net uit bed, niet gedoucht. Hij kon sneller rennen dan Bill, maar nu gewoon even niet. Dus hij ging zitten, waar Bill gezeten had. Het maakt hem allemaal even niets meer uit. Jamie kon hem gestolen worden. Alsof zijn wacht door Bill afgelost werd, alsof ze de zon en de maan waren. Het maakte hem niet uit of Bill het wel redde, zolang hij maar even rusten kon. En dat deed hij. Hij viel in slaap, midden op de stoep, vlak voor de zon onderging. Heel even, vlak voor zijn ogen dichtvielen, dacht hij aan zijn oma. Hoe ze hem had leren bidden, hoe hij het nooit gedaan had, hoe het haar speet. Hij staarde omhoog, naar de lucht, naar de wolken, mompelde ‘Voor Bill, voor Jamie, laat ze leven, alstublieft.’ Hij viel in slaap zonder dat hij ‘amen’ kon zeggen. En zonder dat kleine woordje komt niets aan in de hemel.

Zo. Dat was het. Tijd voor iets anders. Tijd voor stof. Geen stof, maar stof. Dat stof dat je tegenkomt onder de bank, dat kleeft aan je oude kleren, dat je laat hoesten als je net je kamer opgeruimd hebt. Als alles stoffig is, en dan echt alles, dan maakt dat je gevoelloos. Je raakt iets aan, maar je voelt het niet, je voelt eerst stof. Stof neemt bezit van alles, van gevoel, van je spullen. Stof steelt het. En als mensen iets stelen, dan nemen ze het ergens mee heen, dan verbergen ze het. Dus - dus waarom zou stof al die spullen niet ergens verbergen? Ik weet het, de logica is ver te zoeken. Maar voor fantasie heb je geen logica nodig. Stel je eens voor - alles wat ooit stoffig is geweest, allemaal op één plek. Stel je voor hoeveel boeken daar liggen, hoeveel oude auto’s, hoeveel boomblaadjes, hoeveel kleren, sokken, oude apparaten, kinderspeelgoed, van duizenden jaren geleden tot nu. Want vroeger was stof er ook. Sinds er zand is, is er stof. Stel je het lijk van een dinosaurus voor, nog helemaal intact, in perfecte staat. Stel je al het goud voor, diep verstopt in de kluizen van alle grote banken. Duizenden bankstellen, en de grond is er eindeloos, in alle soorten die je je maar kunt voorstellen. Stof is overal. Letterlijk. En ergens ver in mijn hoofd schreeuwt een stemmetje dat ik daar heen wil. Naar de plek vol ex-stoffige - dat is echt een woord, de Auto Correctie van mijn Word rekent het goed - dingen. Maar dat kan niet. Want ik ben niet stoffig. Ik heb nog niet lang genoeg op de zelfde plek gelegen, nog niet stil genoeg. Daarom denken we dat oude mensen dood gaan. Ze gaan niet dood, ze zijn gewoon - stoffig - en daarom gaan ze weg. Vraag me niet waar de jonge mensen heen gaan, de mensen die overreden worden door een auto, de mensen die plotseling ook weggaan. Ik weet het niet. Maar ik weet wel dat ik, oud en stoffig, best een dino zou willen zien.


Okay. Ja. Ikweethet. HetheefttotaalnietsmetCDEtemaken. Sorry. Hetspijtme. Ikhadeventotaalgeenzinindithoofdstukje, eneigenlijkhebikdatooknooitgehad. Dusdanzomaar. I guess. Sorrysorrysorry,lievemensen. Hetiseenwonderdatjullieditnogsteedslezen. <3


Reacties:


jorinloveth
jorinloveth zei op 23 juni 2010 - 21:40:
ik vond dit een mooi en orgineel stukje [:

Meer!


Melisande
Melisande zei op 23 juni 2010 - 18:56:
Hehehe het is echt ontzettend grappig, triest en geweldig op hetzelfde moment.
Dat stukje over stof was echt prachtig, maar ook echt ontzettend grappig XD
Dit is werkelijk Kolachtig^^
G-E-W-E-L-D-I-G!

<3


Kayley
Kayley zei op 23 juni 2010 - 15:43:
Wauw. o.o
Het is heel, nou, ja, nou. Heel Kol-ig.
En ik houd er van. :3
Kort, I know. Me be sorry, me moet nog meer inhalen.


xSoParanoid
xSoParanoid zei op 22 juni 2010 - 21:35:
Het was, apart sommige stukken ware echt mooi. ik vond hett echt geniaal.
en een keer wat anders kan geen kwaad ,<'3 heb ik ook gedaan hoor.


xNadezhda zei op 22 juni 2010 - 21:19:
Kol, hoe DURF je je hiervoor te verontschuldigen?
Dat laatste stukje heeft misschien weinig met CDE te maken, dat moet ik toegeven, maar ergens ook weer een beetje wel. En het is in elk geval mooi.


Wat zeg ik, mooi?
Prachtig.
De manier waarop je dingen beschrijft, werkelijk waar, ik begrijp niet hoe je het doet en ik wou dat ik het kon - zo mooi. Wacht. Even quoten.
Tom was langzamer. Tom was als Usain Bolt op een vroege zondagmorgen, net uit bed, niet gedoucht. Hij kon sneller rennen dan Bill, maar nu gewoon even niet.
Geniaal, met een hoofdletter die er niet alleen staat omdat dat het begin van de zin was.
Hij viel in slaap zonder dat hij ‘amen’ kon zeggen. En zonder dat kleine woordje komt niets aan in de hemel.
En hetzelfde voor dit. <3

Kol, je bent geniaal. Ik meen het.