Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Marked [HoN] » Hoofdstuk 2.

Marked [HoN]

27 juni 2010 - 17:44

1286

0

313



Hoofdstuk 2.

Ik zat in de bus, mijn hoofd tegen het koele raam. Er zaten grote gaten in de weg, en de bus hobbelde om de twee minuten zo erg dat iedereen van zijn stoel viel. Ik beet op mijn onderlip. Ik zou naar Oma Freebird gaan. Ze was er altijd voor me, en ze begreep me precies als ik klaagde over Linda. Ik zuchtte. Mijn hoofd klopte nog steeds, en mijn maag draaide zich tien keer om. Ik wist niet of het kwam door alles wat er was gebeurt of omdat ik te ver weg was van vampiers, te lang.
Als een half-vampier te lang weg was van een volwassen vampier, zou hij na een paar uur sterven.
Het zonlicht brandde onaangenaam op mijn gezicht, en ik wendde me ervan af. Ik pakte een klein spiegeltje uit mijn schoudertas, en bekeek mezelf. Behalve de saffierblauwe omlijning van een wassende maan, was er niets aan me veranderd. Ik weet niet wat ik verwacht had. Misschien dat ik bleek zou worden, en bloed zou moeten drinken, of mensen wilde afslachten, net als in Bram Stokers Dracula. Ik rekte me uit, en keek op het bordje van de bus, waar op stond waar de volgende halte zou zijn.
Verginaville, een klein dorpje, waar mijn Oma Freebird niet ver vandaan woonde. De bus stopte niet bij haar huis, dus moest ik een stukje lopen.
Ik boog mijn hoofd, niet alleen zodat mensen niet naar me zouden staren, maar ook omdat de zon brandde, en het niet bepaald hielp bij mijn misselijkheid. De wereld leek om me heen te draaien, maar ik zette het van me af. Het was niet lang lopen naar Oma, en het duurde nog geen tien minuten voor ik er was.
Ik herkende het al door de lavendel geur die ik al van verre kon ruiken. Oma had een lavendelkwekerij. Ik glimlachte, en klopte op de deur.
Er werd niet opengedaan, en het bekende ‘Ik kom al!’ kwam me niet tegemoet. Toen pas merkte ik het kleine briefje op, dat naast de deur was gehangen.
‘Ik ben salie en munt plukken in het bos. Ben zo terug.
Liefs, Oma Freebird.’

Ik glimlachte. Ik kende niemand die haar geen Oma Freebird noemde. Ik plukte de sleutel onder een plantenbak met blauwe en paarse viooltjes vandaan, en deed met de vertrouwde klik de deur open. Ik hield de deur met mijn voet open terwijl ik de sleutel onhandig weer terug onder de plantenbak schoof. Ik duwde mijn koffers naar binnen, en sloot de deur weer achter me. Ik wist waar Oma haar spullen haalde, ik was al zo vaak mee geweest. Ik glimlachte terwijl ik terug dacht aan de keren dat ik met haar had gewandeld, en door het bos had gedanst.
De glimlach verdween van mijn gezicht toen er een sterke pijnscheut door mijn hoofd schoot. Ik kromp ineen, en kneep mijn ogen dicht. Na even trok de pijn weer weg, en langzaam ging ik weer verder.
‘Oma!’ Ze kon niet ver zijn. ‘Oma, ik ben het, Kiyla!’ Er kwam geen antwoord. Ik had het gevoel dat mijn stem door het bos galmde, en veel harder klonk dan gewoonlijk. Ik had een duizelig gevoel, en trilde, maar ik bleef doorgaan. Misschien was er wel iets aan de hand. Dan kon ik het toch niet op mijn geweten hebben.
De zon brandde vervelend op mijn huid, en ik voelde me slecht. De wereld leek om me heen te draaien. Alles deed pijn… Ik viel op mijn knieën, en deed mijn ogen dicht, terwijl ik probeerde de pijn heel even buiten te sluiten. Het werkte niet, de pijn kreeg de overmacht. En voor de tweede keer die dag viel ik flauw.

Wordt wakker, lieve, lieve Kiyla, wordt wakker. Ik dacht dat het Oma’s stem was, al klonk hij zo anders. Maar zo vertrouwd, als iemand die ik lang geleden heel goed gekend had, maar een hele tijd niet gezien had. Het is goed, wordt maar wakker, ik ben bij je, er gebeurt je niets, ik ben bij je. Ik wilde mijn ogen open doen, ik wilde wakker worden, tegen haar zeggen dat ik wakker was, haar vragen wat ik moest doen. De stem klonk zo vertrouwd, zo geliefd. Mijn oogleden waren zwaar, maar het lukte me om ze te openen, en te kijken wie er aan het praten was.
Ik herkende de vrouw niet, al kwam ze me ergens heel ver weg, bekend voor. ‘Wie bent u?’ Stamelde ik. ‘Ik ken vele namen,’ zei ze. ‘maar voor jullie, ben ik bekend als Nyx.’ Ik dacht na. Nyx, Nyx, Nyx… Nyx de vampier godin! Maar het enige wat ik kon uitbrengen was ‘Ooh…’ en een flauwe zucht.
Ze glimlachte. ‘Rustig maar. Je zult zo echt wakker moeten worden, dus wees er op voorbereid.’ Ik bekeek haar fronsend. ‘Écht wakker moeten worden?’ Ik keek haar vragend aan. ‘Bedoelt u dat dit een droom is, niet echt?’ Ze glimlachte. ‘Het kan toch een droom zijn én echt. Als jij er maar in gelooft.’ Zei ze. ‘Maar voor je gaat, moet ik je nog wat vertellen, iets belangrijks.’
Ik keek haar aan. ‘Wat dan?’ Ze keek me kalm aan. Ik glimlachte. Ik kon het niet helpen, het ging gewoon automatisch.
‘Je moet open staan voor vernieuwing, maar je ook niet afsluiten van de oudheid. Beide is belangrijk. Je moet leren keuzes te maken, al zullen het niet altijd de juiste zijn.’ Ze hield haar hoofd een beetje schuin. Ik zag dat ze mooi was. Heel mooi. ‘Je zult het wel redden. En weet, dat ik er altijd ben.’ Toen glimlachte ze opnieuw, en raakte ze met haar lange, slanke vingers mijn voorhoofd aan. ‘Herinner, dat licht niet altijd iets goeds brengt, net als duister niet altijd slecht is.’ Haar aanraking was koud, maar geruststellend. Haar woorden galmden nog in mijn hoofd door, terwijl ik voor de derde keer die dag, flauw viel.

‘Lieverd, Kiyla, meisje, wordt wakker.’ Ik hoorde de stem van Oma Freebird. Langzaam en verward opende ik mijn ogen. Ik lag op iets zachts, en het was licht. Zo licht, dat het pijn deed aan mijn ogen, en mijn hoofd. Maar vreemd genoeg was de buikpijn en de draaierigheid minder geworden. Het was zelfs helemaal weggegaan.
Terwijl ik daarover nadacht ging ik rechtop zitten. Eigenlijk was het helemaal niet zo vreemd. Nyx, de godin, mijn godin had me aangeraakt. Er ging iets warms door me heen.
Ik keek Oma aan. Haar gezicht stond bezorgd, maar toen ze zag hoe ik haar aankeek, begon er iets te glinsteren in haar blauwe ogen. ‘Mooi zo.’ Ze glimlachte, en ik gaf haar een flauwe glimlach terug. ‘Ja.’ Mompelde ik.
‘Kom, je moet wat eten.’ Ze gaf me een klein, warm broodje, dat ik gretig op at. Ik keek eens goed om me heen, en schrok een beetje. Ik dacht dat ik bij Oma thuis was. Maar ik was op een heel andere plek. Het was niet zo licht als ik op het eerste moment gedacht had.
‘Oma?’ Vroeg ik. ‘Waar zijn we?’ Ze glimlachte geruststellend, en gaf een kneepje in mijn hand. ‘Volgens mij weet je het wel.’ Zei ze zacht. Ze had gelijk. Ik wist het heel goed. ‘Het Huis van de Nacht.’ Zei ik, nog zachter. Ze knikte.
De deur ging open en er kwam een lange vrouw binnen. Ze was mooi. Ze was meer dan dat. Ze was prachtig, bijzonder, uniek. Ze had een uitstraling van macht die ik bijna kon voelen, en haar mooie glimlach raakte me. Mijn ogen werden wat groter, en ik was even stil. Ik staarde in haar mosgroene ogen.
‘Hallo Kiyla, ik ben Neferet, Priesteres van dit Huis van de Nacht.’ Ik knikte ademloos, en haar glimlach werd nog breder. ‘Welkom, in je nieuwe thuis.’


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.