Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Unexpected Friendship » 43. I hate you guys! We know.

Unexpected Friendship

30 juni 2010 - 3:05

1521

0

375



43. I hate you guys! We know.

Dit hoofdstuk is geschreven door Leona (SusieSimon) en het volgende hoofdstuk wordt geschreven door mij (Mateusz/Teysz).

Leona's P.O.V.

Met een klap werd ik tegen de grond gewerkt door een woedende Yvonne. Ik voelde de druk van haar toverstok op mijn keel en durfde me niet te bewegen, uit angst dat ze me zou vervloeken. Niet dat je als eerstejaars leerling veel gevaarlijke spreuken hoort te kennen, maar met een leerling van Zwadderich weet je het maar nooit. "Waarom heb je dat gedaan?! Waarom?!" Waarom heb ik wat gedaan? schoot het door me heen. "Wat? Wat gedaan?" Yvonne werd nog bozer. "Doe nu maar niet of je van niets weet. Ik weet wel wat je met Cas hebt gedaan. En dat laat ik nooit meer gebeuren. Hoor je me? NOOIT!" Ik zag dat Angelique op haar afstapte en een hand op haar schouder legde. Dat had ze beter niet kunnen doen, want Yvonne schreeuwde een verstijvingsspreuk. "Luister Yvonne! Je moet me geloven! Ik heb hier niets mee te maken! Vraag maar aan iedereen! Ik ben niet eens in de buurt geweest van die Cas! Ik ken hem niet eens! Laat me met rust!" Schreeuwde ik, hopend dat Xavier en de tweeling zo slim waren om niets te doen. "O ja? En hoe verklaar je dan dat Cas dat zei?" Waar had dat kind het in 's hemelsnaam over? "Wat zei?" Hoorde ik Xavier vragen. "Leona, wat heb je gedaan?" Ho! Wacht eens even! Dacht hij dat ik echt wat had gedaan? "Ja, Leona. Wat heb je gedaan?" Ik was in de war. Wat zou ik gedaan moeten hebben? "Ik weet niet waar je het over hebt! Ga van me af!" "Niet voordat je me verteld wat je met Cas hebt gedaan!" "Ik zei toch dat ik die Cas niet eens ken! Ik heb nog nooit iemand opzettelijk iets aan gedaan en dat zal ik ook nooit doen!" "Leona-" Begon Xavier. Maar ik gaf hem niet de kans om zijn zin af te maken. "Ik ben niet laag genoeg om iemand ook maar iets aan te doen. IK BEN GEEN ZWADDERAAR!" Ik wist dat ik hiermee elke andere Zwadderaar geraakt zou hebben, maar Yvonne leek er weinig tot niets om te geven dat ik zojuist haar afdeling had beledigd. "Jij hebt Cas pijn gedaan! Veel pijn! Dit zal ik je nooit vergeven!" Op dat moment begonnen een aantal stevige touwen zich om Yvonne heen te wikkelen. "Wat gebeurt er nu weer?!" Ze probeerde zich los te worstelen, waardoor ik bijna geen lucht kreeg. "Eh, Fred, George.. Beetje hulp misschien?" De tweeling tilde Yvonne van me af. "Wie heeft die touwen tevoorschijn getoverd?" Vroeg George. "Ik." Iedereen keek naar Xavier, die triomfantelijk zijn toverstok achter zijn rug vandaan haalde. En de tegenspreuk voor Angelique uitsprak. "Zijn die non-verbale spreuken toch nog ergens goed voor. Gaat het Leona?" Hij stak zijn hand uit, maar die weigerde ik aan te nemen. "Hé, wat is er nou?" "Niets." Ik wendde me tot de tweeling. "Hou een plaatsje voor me vrij tijdens het eten, alsjeblieft." De tweeling keek bijna net zo verbaasd als Xavier, maar Angelique keek me begrijpend aan. Ik begon met grote passen richting het kasteel te lopen en hoorde achter me nog net dat Xavier vroeg wat hij verkeerd had gedaan, waarna Angelique hem een klap tegen zijn achterhoofd gaf en tegen hem tekeer begon te gaan.

Ik liep door de gangen, in de hoop dat ik Xavier zo niet hoefde te zien. Hoe durfde hij? Hij had moeten weten dat ik nooit zoiets zou doen. Ik voelde een traan over mijn wang rollen. Mooie vriend was dat! Bang dat iemand me huilend betrapte, glipte ik de toiletten in, waar ik de schrik van mijn leven kreeg. Natuurlijk, ik wist dat er spoken in het kasteel woonden, maar ik had niet verwacht er hier eentje tegen te komen. "Je komt zeker ook om me uit te lachen?" Vroeg het spook nors. "O. hahaha, kijk daar is Jammerende Jenny, laten we haar eens even pesten." Ik schudde mijn hoofd. "Nee. Ik wist niet eens dat hier iemand rondspookte.. eh, sorry dat moet vast gemeen klinken." "Waarom ben je hier?" "Ik was op zoek naar een plaats waar ik na kon denken." Ik pauzeerde even en mompelde toen: "Zolang het maar niet over Xavier is." "Wat?" "O, niks. Ik heb ruzie met een vriend van me." Jenny knikte begrijpend en klopte op de vensterbank naast zich.

Ik keek op het simpele zilveren horloge wat ik droeg en zag dat het tijd was om naar de grote zaal te gaan. Ik bedankte Jenny voor het gesprek wat we net hadden gehad, stond op en liep naar de grote zaal, waar ik tussen Fred en George in ging zitten. Een stukje verderop zag ik Xavier met zijn eten spelen en zo nu en dan een blik op mij werpen. Ik rolde met mijn ogen en begon zwijgend te eten. Na het avondmaal zat ik samen met Katja huiswerk te maken in de leerlingenkamer. Plots sprong Katja op en liep ze naar een meisje dat samen met ons ingedeeld was. Alicia was haar naam, geloof ik. Alicia volgde Katja en kwam bij ons zitten. Ik kon het al snel vinden met Alicia en voor ik het door had lagen we met z'n drieën in een deuk. "Leona, kunnen we praten?" Ik draaide me om en keek Xavier aan. "Waarom zou je met mij willen praten? Waarom zou ik met jou willen praten?" Ik zag de pijn in zijn ogen. "Alsjeblieft. Praat met me." Ik schudde mijn hoofd, maakte mijn excuses bij mijn vriendinnen, stond op en begon de trap naar de meisjesslaapzaal op te lopen, heel goed wetend dat hij me toch niet zou volgen. Ik greep mijn dagboek en wilde er net in gaan schrijven, toen Katja in de deuropening verscheen. Ze duwde twee briefjes in mijn handen en liep weer weg, mij achterlatend om de briefjes te lezen. Het eerste briefje was van professor Anderling.

Geachte juffrouw Stokbroeks,

Professor Perkamentus verwacht u morgenavond om 8 uur in de ziekenzaal, samen met juffrouw Spee.

Professor Anderling


Ik kon wel raden waar dat over ging. Ik snapte nog steeds niet hoe Yvonne er bij kwam dat ik die Cas wat aan had gedaan. Ik had ondertussen wel gehoord wat er met die Cas was gebeurd, en ook dat de halve school dacht dat ik het had gedaan. Ik wist ook wie dat gerucht had verspreid: Yvonne. Ik dacht er verder niet over na en opende het tweede briefje.

Morgenvroeg om 10 uur bij het zwarte meer.

Gred & Forge


Ik lachte. Gred en Forge. Dat was echt weer iets voor de tweeling. Maar ik vroeg me af waarom ze me wilden spreken. Zou het iets met het vlan te maken hebben? Zou het misschien een grap zijn? Ik besloot dat ik daar morgen wel achter zou komen en dook mijn bed in. Ik was moe, ik had pijn in mijn schouder door Yvonne en ik was chagrijnig door Xavier.

De volgende ochtend werd ik om negen uur wakker. Ik realiseerde me dat ik precies een uur had om op te staan, me aan te kleden, te ontbijten en naar het zwarte meer te rennen. Ik zwaaide mijn benen uit bed, trok mijn favoriete dreuzelkleren aan en sprintte naar de grote zaal, die behoorlijk vol zat. Ik speurde de tafel van Griffoendor af en zag dat zowel de tweeling als Xavier er niet aan zaten. Ik merkte ook dat ik van alle kanten aan werd gestaard. Vanaf de afdelingstafels klonk een heleboel gefluister en werd er op me gewezen, terwijl de blikken van leraren in mijn rug brandden. Ik liep zo snel mogelijk naar de lege plek naast Katja en begroef mijn hoofd in mijn handen. "Niet te geloven dat mensen echt geloven dat jij het was." Hoorde ik Angelique naast me zeggen. Ik keek naar de tafel van Huffelpuf en zag dat Monika mijn blik ontweek. Toen mijn blik naar de tafel van Ravenklauw gleed en bij Mateusz bleef hangen, zag ik dat hij me alleen maar vragend aankeek. Het was duidelijk dat hij wilde weten of ik er achter zat. Ik schudde mijn hoofd en verplaatste mijn blik naar de tafel van Zwadderich, om duidelijk te maken dat ik bijna zeker wist dat iemand daarvan Cas had aangevallen. Hij knikte, ten teken dat hij het begrepen had en ging verder met eten. Ik keek op mijn horloge. "Merlijn's onderbroek! Ik kom te laat. Ik zie jullie later." Ik stond op en begon richting de grote deuren te lopen. "Leona!" Ik draaide me om en ving het croissantje, dat Angelique naar me toe gooide. "Dank je." Ik begon weer snel te lopen, ondertussen het croissantje naar binnen werkend. Ik zag de tweeling al van ver af staan en begon te rennen. "Ah, daar is ze." Toen ik eenmaal bij hen stond, deden ze beiden een stap opzij. Ik wilde me omdraaien en wegrennen, maar ze grepen me bij mijn armen. "Ik haat jullie!" Ik meende het niet. "Dat weten we." Zeiden ze met een glimlach. "Laat me nu maar los." Ik zuchtte. "Ik beloof dat ik niet weg zal rennen." Daarna keek ik boos naar de derde jongen. "Wat wil je van me?"


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.