Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Humanoid » Live Every Second

Humanoid

2 juli 2010 - 21:33

2966

2

487



Live Every Second

‘Kermis kermis kermis!’ riep Willie luid, met Tommie achter zich. Vandaag was het kermis in het centrum van het dorp, en de familie Aora zou ernaartoe gaan om in de vakantiestemming te komen. Toen Willie het te horen kreeg was hij uiteraard héél enthousiast. Hij belde meteen Tommie op, waardoor het al afgesproken was dat Tommie naar de familie Aora kwam, en dat ze dan samen naar het centrum vertrokken.
Gisteren waren de advocaten nog samen gekomen, en hadden ze geprobeerd om de schikking nog eens boven te halen, maar de aanklager - mevrouw Vicks - weigerde gewoon. Ven wist dat het er erg slecht uitzag, en dat ze hoogstwaarschijnlijk het bedrijf zou moeten sluiten. Ze dacht al aan al die arme mensen die terug naar een baan moesten zoeken.
Maar vandaag wilde ze daar niet aan herinnerd worden. Ze maakte zich klaar voor de kermis; lange zwarte haren in een staart, een losse zwarte jeans, een leren vestje, en genoeg geld. Ze moesten nog wachten op Tommie voor ze konden vertrekken. Ven hoopte maar dat hí­j het kindje ging afzetten.
Willie was al klaar. Hij had een short aan met legerpatronen, en een zwarte t-shirt. Op zijn hoofd zat er een pet, hoewel de zon niet eens scheen. Hij was dolblij, en ongeduldig. Billie daarintegen lag in Vens armen te slapen. Ze was rustig, maakte slaapgeluidjes, en legde uiteindelijk haar duim in haar mond. Ven vond het te schattig om nog weg te kunnen kijken, maar toen ging de bel toch nog. Zo snel ze kon rende ze ernaartoe - zonder Billie wakker te maken natuurlijk - en tot haar ontstelling had Mélanie het kindje al binnengelaten. De deur was alweer dicht, en de vader was duidelijk al vertrokken. Ven gromde van binnen, hopend dat niemand het kon horen. Tommie begon luid te brullen toen hij Willie zag, stak zijn armen in de lucht, maar bleef staan. Willie kwam als een klein monstertje naar hem toe gerend, ook brullend. Waarschijnlijk zagen ze zichzelf als reuzemonsters. Twee King Kongs... Ven lachtte.
‘Kom jongens, we vertrekken,’ zei Ven. Ze legde een hand op Willie zijn haar, en trok Billie steviger tegen zich aan. Mélanie deed de deur weer open, en glimlachte even naar Ven voor ze naar buiten stapte.
‘Tot later, mevrouw Aora,’ zei ze. Ven knikte.
‘Dag Mélanie, ik zie je straks weer. En bel me als mijn advocaten me nodig hebben!’ Mélanie knikte, en deed de deur achter Ven dicht. Buiten was het fris, en de zon scheen nog steeds niet. Ven vroeg zich af waar hij toch bleef de laatste jaren. Ze leidde de twee jongens in de auto, en zette Billie voorin, op het kinderzitje. Willie en Tommie waren vals aan het vechten, waardoor Billie natuurlijk wakker werd. Ze huilde, en de jongens keken beschaamd weg. Ven zuchtte enkel, reikte met een hand naar Billie, en wachtte tot het meisje een vinger vastpakte. Dat gebeurde niet. Ven keek even naar haar. Haar vinger streelde over haar zachte wangetje, waardoor ze kalmeerde. Billie stopte uiteindelijk met huilen, Ven veegde de tranen weg, en kon uiteindelijk verder rijden nadat ze haar fopspeen terug had gevonden. Billie zweeg de rest van de reis, en Willie en Tommie waren wilde verhalen aan het vertellen. Ven luisterde aandachtig.
‘En mijn vader is echt zó cool, weet je, hij vindt dingen uit, en hij is half robot-half mens, èn èn èn...’
Hij wilde nog zoveel vertellen, maar Tommie viel hem in de reden.
‘Mí­jn vader is ook half robot, en hij redt mensen,’ schepte hij op. Willie keek hem boos aan omdat hij hem onderbroken had. Toen keek hij weer serieus.
‘Jouw papa lijkt op de mijne, vind je niet?’ vroeg hij. Vens ogen werden groot, en haar greep om het stuur werd sterker. Dit was niet iets waar ze over moesten praten.
‘Neeh,’ zei Tommie. ‘Mijn vader zijn haar is véél cooler dan die van jou.’
Dat was als een grap bedoeld, maar Willie vond het niet zo leuk. Hij draaide zich weg van zijn neefje, en mopperde. Ven keek alleen maar naar de weg, wachtend tot ze nog iets zouden zeggen.
‘Waarom is jouw vader nooit thuis?’ vroeg Willie na een tijdje. Hij draaide zijn hoofd naar Tommie. ‘Zijn jouw ouders ook gescheiden?’
En kon horen hoe verdrietig zijn stem klonk.
‘Ik heb mijn moeder nooit gekend, en mijn vader was zo’n soort van... superheld nog vóór ik geboren was... Hij blijft altijd een weekje thuis, en gaat dan iemands leven redden voor twee andere weken. Ik vind het niet erg... Ik kan veel met Robert spelen,’ zei Tommie met een grijns op zijn gezicht. Ven keek op.
‘Wie is Robert?’ vroeg ze. Willie en Tommie keken haar allebei aan, verbaasd omdat ze meeluisterde. Tommie wilde iets zeggen, maar Willie was hem voor.
‘Robert is zijn supercoole huisrobot, zoals Mélanie de onze!’ zei hij. ‘Ik vind dat die twee elkaar moeten ontmoeten, dat zou zó vèt zijn!’
Ven lachtte enkel, en keek via de achteruitspiegel nog eens naar Tommie, die nog steeds naar woorden zicht. Hij glimlachte lichtjes, en ging terug goed neerzitten in de stoel.
Er was al veel volk op de kermis. Ven vond met moeite een parkeerplaats, en toen het erop neerkwam, moest ze ook nog parking betalen. Vol tegenzin liep ze naar de parkeermeter, en stak ze haar geld erin. Billie lag nog steeds in haar armen, maar deze keer was ze wakker. Ze keek bang in het rond door de drukte.
‘Mama mama, ik wil in die grote spin!’ riep Willie, terwijl zijn vinger wees naar een enorm spin-achtig ding vlak tegenover hun. Ven voelde hoe haar armen verzwakten toen ze haar kind in dat ding inbeeldde. Ze draaide zich met moeite naar Willie.
‘Nou, Will, ben je daar niet een beetje te klein voor?’ vroeg Ven onzeker. Het jongetje keek haar met zijn grootste ogen ter wereld aan, waardoor ze wist dat hij gekwetst was. Ven zuchtte.
‘Straks misschien, hou het leuktste voor het einde,’ zei ze uiteindelijk, hopend dat ze later een reden vond om het toch niet te doen. Willie en Tommie renden al weg naar een andere attractie, en Ven en Billie volgden ze maar. Billie hield haar gezichtje gedrukt tegen Vens schouder en kneep met haar vingertjes in haar t-shirt. Ven kon het niet laten om haar handen niet op het meisje haar hoofd te zetten. Terwijl ze een zacht liedje in haar oor neuriede, keek ze toe naar de twee wildebrassen die daar aan het rondlopen waren. Ze hadden halt gehouden bij een spookhuis dat er toch niet zo eng uitzag. Ven had enger gezien, en dacht aan de verschrikkelijke honden van toen.
Ven voelde twee handen op haar schouders, en draaide zich geschrokken om. Het waren Goody, Jennifer en Tom. Jenn en Goods hadden elkaars handen vast, en Tom grijnsde breed toen hij Ven zag. Ven glimlachte enkel terug naar ze alledrie.
‘Dag Ven!’ zei Goody. Ven knikte begroetend, waardoor Goody ook glimlachte. Jenn begroette Ven ook, en daarna stapten ze weg. Ven, Billie en Tom bleven nog alleen over.
‘Och, subtiele kippen!’ riep Tom ze na. ‘Het is al duidelijk dat jullie ons er niet bij willen!’
Ven lachtte, draaide zich om om naar het koppel te kijken, en zag ze naar hun zwaaien.
‘Nog iets van Bill gehoord?’ vroeg Tom na toch een minuut zwijgen. Ven balde haar vuisten bij het horen van die naam, en schudde haar hoofd. Ze had geen zin om te praten.
‘Ik bedoel maar, ik wil mijn broer eindelijk weer eens leren kennen,’ zei hij, met een grijntje humor. Ven was al vergeten dat Tom zí­jn tweelingbroer was. Ze zuchtte.
‘Is het niet genoeg dat je je nieuw nichtje leert kennen?’ vroeg ze, in een poging om het Bill-onderwerp weg te werpen. Tom glimlachte, en legde zijn hand op Billies haar. Billie keek hem bang aan, en reikte met haar handjes naar hem. Ze wilde eventjes bij hem zijn.
‘Mag ik?’ vroeg hij. Ven knikte. Ze gaf hem Billie aan, en keek ook nog naar achteren om de twee jongens in de gaten te houden. Ze kwamen lijkbleek terug van het spookhuis, stapten in hun richting. Tommie had zijn handen in zijn broekzakken gestoken, en Willie greep de kraag van zijn pull vast.
‘Was het eng?’ vroeg ze toen de jongens bij hun waren aangekomen. Willie knikte schokkend. Tommie haalde zijn handen uit de zakken, en begon met duidelijke gebaren uit te leggen wat er daarbinnen allemaal te zien was. Spoken, skeletten, doorgeslagen robots, honden met twee hoofden. Er was een man die aan Willies haren had getrokken, waardoor hij bijna het hele spookhuis bijeen geroepen had... Tommie kon nog zoveel vertellen, maar ze moesten verder stappen. Bijna bij elke attractie stopten ze, betaalden ze twee of drie tickets (Willie, Tommie en Tom), en bij de rustige attracties vijf (Die drie en Ven met Billie). Uiteindelijk hadden ze nog maar genoeg geld voor één attractie, en die zou volgens Willie en Tommie de reuzespin zijn. Ze deden hun best om de volwassenen daar naartoe te trekken. Verzonnen redenen zoals het lekkere geur van suikerspin dat hun lokte, of een geschreeuw waarvan ze de bron wilden weten. Ven had het pas door toen ze de enorme robot terug voor zich zag. Hij zag eruit als een spin, een groot plat gedeelte dat aan de grond zat, en had vier enorme armen aan elke kant waar daar nog wel vijf karretjes aan hingen voor ongeveer vier man. Dat dat betekende dat er wel honderd zestig mensen in deze attractie konden. Vens mond viel open van verbazing.
Willie trok aan Vens hand, en Tommie aan Toms.
‘Dí¡í¡rin dí¡í¡rin!’ riepen ze in koor. Tom zuchtte terwijl hij naar Ven keek. Ven haalde enkel haar schouders op.
‘Eén keer,’ zeiden ze tegelijk. Tom gaf Ven Billie terug, en stapte samen met de jongens naar de ingang van de attractie. Hij was redelijk lang, waardoor Ven wist dat ze wel nog een tijdje mocht wachten. Ze keek naar Billie, zag dat ze er een beetje hongerig uitzag, en besloot om met haar naar een eetkraampje te stappen. Ze zwaaide nog even naar Tom. Hij zwaaide terug, richtte zich tot de kinderen. Zijn gezicht zag even enthousiast uit als die van hun. Ven stapte weg.
‘Papa,’ zei Billie opeens. Vens ogen werden groot van verbazing, toen ze dat ene woordje zei. Was dat werkelijk het eerste dat uit haar mond kwam?
Billie sprak nooit. Ze zag eruit alsof ze wel wist wat woorden waren, maar sprak ze nooit uit. Eerst was Ven bang dat ze geen stem had, maar uiteindelijk weigerde ze gewoon te praten. Vanwaar kwam deze gelegenheid dan opeens?
Billie stak haar handje uit, over Vens schouder. Ven volgde hem, en zag dat ze naar iets wees.
‘Papa,’ herhaalde Billie nog eens. Ven keek in het rond, maar zag niets. Billie had haar kleine vinger op een groep mensen gericht, maar hí­j was niet te zien.
‘Waar is papa?’ vroeg Ven, nu verschrikkelijk nerveus. Ze draaide haar hoofd steeds meer in het rond, ademde sneller dan normaal. Bang dat Billie geesten zag, of Ven juist sommige mensen ní­ét zag...
‘Daar mama, papa,’ herhaalde Billie, en deze keer richtte ze haar vinger ergens anders naartoe, en bewoog ze hem steeds weer, alsof haar doelpunt wegstapte. Ven probeerde haar vinger te volgen...
...en zag nog enkele zwarte dreadlocks voor ze achter een mensenmassa verdwenen. Vens hart klopte in haar keel, haar handen werden nat van het zweet, en ze had het gevoel dat ze ging wegvallen in de grond.
Toen begon ze te stappen. Ze zette één voet na de andere, richting de richting van de mensen. Billie stopte met wijzen. Ze legde haar hand terug op Vens schouder, en keek toe. Ven was bijna bij de mensen aangekomen. Al het geluid rondom haar verdween bij elke stap ze dichter was. Het leek alsof haar gevoel altijd juist was; alles ging goed komen. Ze had hem gevonden, waardoor hij niet meer kon weggaan. Zij ging hem bij haar laten blijven. Hij had een nieuwe verantwoordelijkheid erbij.
Hij was er niet.
Ven had het wel moeten weten dat hij zich niet zo gemakkelijk liet vinden. Toen hij zich achter de mensen verstopt had, was hij waarschijnlijk weer weggelopen. Ven voelde hoe haar moed haar terug in de schoenen deed zakken. Ze zuchtte luid.
Een luid geschreeuw dat duidelijk niets met een attractie te maken had trok Vens aandacht. Deze schreeuw was te angstaanjagend, te duidelijk niet gekomen door de adrenaline. Dit was pure angst.
Ven keek op naar de enorme spin, niet wetend waarom precies die attractie. Ze had gewoon een vermoeden dat het daarmee te maken had. En ze had gelijk ook.
De spin begon langzaamaan op te staan, de acht poten duwden hem van de grond. De grote rode ogen die eigenlijk maar versiering moesten zijn, keken in het rond, en leken hun doelwit na een tijdje gevonden te hebben.
Waarom had Ven het gevoel dat het enorme beest het op haar gemund had?
Snel keek ze in de armen, zoekend naar mensen die nog in de wagentjes zaten. Tot haar grote afschuw waren er inderdaad. Sommigen waren nog maar kinderen. Anderen volwassenen. Allemaal verschrikkelijk bang voor het enorme beest waar ze in zaten.
Tom en de kinderen stonden nog in de wachtrij, op het punt geweest om in te stappen. Ven was daar allesinds al opgelucht door. Ze zag hoe ze alledrie vol verbazing naar omhoog keken. De spin torende dan ook wel fel boven hun uit. Hij was bijna zo hoog als twee vliegtuigen op elkaar, en even lang als twee bussen naast elkaar. De poten waren dunner, maar duidelijk sterk genoeg om het monster te kunnen dragen. Dat merkte Ven toen het beest in haar richting begon te stappen. Alle angst van voordien kwam terug naar boven, en even had ze het gevoel dat ze terug achtervolgd werd door Parker en Dell... alleen nu was het een beest dat wel tien keer groter was. Ze zag Jennifer en Goody aan de kant, verschrikkelijk geschrokken, naar het enorme beest staren. Ze stapten in Vens richting.
‘Ven, rennen!’ riepen ze. Ven schudde haar hoofd. Ze dacht na over wat ze moest doen. Ze kon niet wegrennen met Billie in haar armen. Zolang het kindje bij haar was, was ze in gevaar. Ven moest haar veilig kunnen houden.
Ze draaide zich naar Goody en Jennifer, en durfde de woorden bijna niet uit te spreken. Het leek ondraaglijk pijnlijk om Billie bij hun achter te laten. Wat als ze het verkeerd had? Als het beest het op niemand per sé gemund had? Dan waren zowel Goody, Jennifer én Billie dood.
Maar Ven was er toch bijna zeker van dat zij het was.
‘Neem Billie, en hou haar veilig, ik ga het beest afleiden,’ zei ze. Goody staarde haar enkel verbaasd aan. Jennifer knikte, en pakte Billie over.
‘Waar zijn Tom en de kinderen?’ vroeg ze. Ven draaide zich naar waar ze hun voor het laatst had gezien, en zag ze daar nog steeds staan. Tom was duidelijk aan het twijfelen of hij naar Ven toemoest, of moest weglopen om de kinderen veilig te stellen.
En tot haar ontstelling kwam het monster ook steeds dichterbij. Ven gebaarde even in die richting.
‘Neem een omweg tot de ingang van dit monster, en verstop jullie dan samen,’ zei ze, voor ze wegrende. Ze had geen tijd om nog om te kijken.
De spin had door dat Ven wegrende. Hij versnelde zijn tempo, waardoor Vens voorsprong veel kleiner werd. Ze versnelde haar pas, en vloekte toen ze zich herinnerde dat ze de belabberste spurter van haar klas was. Ze was altijd bang dat ze ging struikelen, dat ze het ook altijd deed. Maar deze keer mocht ze het niet. Ze rende steeds verder weg, zo snel ze kon, en voelde hoe ze een steek in haar long kreeg. Ven voelde dat ze het niet lang meer kon volhouden.
Toen zag ze iets zwarts aan de rand van de weg. Het leek op een voertuig. Het had twee wielen, en enkele koplampen. Vol opluchting besefte Ven dat het een brommer was. Ze voelde weer hoop opkomen, en rende ernaartoe. Het was maar een geluk dat de sleutel nog in het contact was. Ze deed de motor aan, draaide aan de koppelingen, en raasde weg in de straten.
Ven kon zich de laatste keer dat ze op een brommer had gezeten niet meer herinneren. Ze had ook geen tijd om dat te doen. Ze draaide onder haar stuur aan het vliegknop, en zat in de lucht voor ze het besefte. Het was niet nodig om bang te zijn van de hoogte; ze was al bang van het enorme monster achter zich.
Er klonk een zacht gepiep in de verte, en Ven merkte het nauwelijks op. Ze besloot dat het niet belangerijk genoeg was om achteruit te kijken.
Maar op dat moment, net wanneer ze het verlaten stadspark verliet, klonk er een luide knal, waardoor Ven aan de remmen trok. Ze draaide haar hoofd, schrok, en gaf weer gas.
De spin was duidelijk gestopt, maar door de een of andere reden had het zijn evenwicht verloren, waardoor hij voorover viel. Ven reed nog enkele seconden verder, stopte weer, en keek toe hoe het beest viel. Toen het neerkwam, voelde Ven de hele aardschok. Ze ging terug neer met de brommer, stapte af, en probeerde op adem te komen. Alles moest haar nog even doordringen. Een enorm monster had het op hí¡í¡r gemund. Dit kon niet toeval zijn.
In de verte zag ze Jennifer, Goody, Tom, en de kinderen op haar afkomen. Ze rende er ook naartoe. Het duurde een tijdje eer ze bij elkaar waren, maar uiteindelijk lag ze in Tom zijn armen, huilend van de schrik. Iedereen keek haar bezorgd aan.
‘Hoe heb je dat nou gedaan?’ vroeg Goody.
‘Hoe kwam je zo snel weg?’ vroeg Jennifer.
‘Gaat het mama?’ vroeg Willie.
Tommie zweeg, en Tom wreef gewoon over Vens schouder.
En toen sprak Billie weer.
‘Papa,’ zei ze. Toen Ven zich omdraaide om te kijken waar Billie het over had, was de zwarte brommer alweer weg...


Reacties:


Eliros
Eliros zei op 3 juli 2010 - 0:04:
Eigenlijk heeft Kay al gezegd wat ik wilde zeggen.
Bill is stom bezig, ik wil hem het liefste voor zijn bek slaan. Waarom laat hij zich nou niet zien aan Ven? Jeeeez!
En die kinderen zijn indeed lief en Tom ook.

Ik wil meer. En wel nu. :'
nee, morgen mag ook wel, hoor

<3


Kayley
Kayley zei op 2 juli 2010 - 22:25:
Oh god, goderdomme Bill.
Toon je alsjeblieft aan Ven, of ik hak je kop eraf. Menes.
Ik weet heus wel dat jij die spin ten val hebt gebracht. Ik weet heus wel dat jij die brommer daar hebt laten staan (Of gezet, maar dan vraag ik me af hoe jij kon weten dat een huge spin achter Ven aan ging gaan.)
Oh, en Tom is echt wel liefig. (':
(En de kinderen ook. Al vind ik het stom dat het meisje Billie heet, want Bill is een Arschloch.)