Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Unexpected Friendship » 45. The Real Offender

Unexpected Friendship

16 juli 2010 - 20:50

1968

0

348



45. The Real Offender

Dit hoofdstuk is geschreven door Yvonne (V0nneke). Het volgende hoofdstuk wordt geschreven door Monika (Moonzzz).

Yvonne's P.O.V.

Leona en de rest liet me vastgebonden achter, maar gelukkig kwam Mateusz me na een tijdje bevrijden. Ik legde uit wat er was gebeurd, maar Mateusz kon maar niet geloven dat Leona zoiets gedaan zou kunnen hebben. Toch bleef ik erbij dat dat wel zo was. Cas zei het per slot van rekening zelf, en ik kon me niet voorstellen dat hij daarover zou liegen. Toen we doorkregen dat we mekaar toch niet van gedachten konden laten veranderen liepen we allebei naar onze leerlingen kamers.

De volgende dag kwam Lili met een briefje aangelopen. "Deze kreeg ik van professor Sneep. Hij vroeg me of ik het jou kon laten lezen." Ze duwde me het briefje in mijn handen.

Geachte juffrouw Spee,

Professor Perkamentus verwacht u morgenavond om 8 uur in de ziekenzaal, samen met juffrouw Stokbroeks.

Hoogachtend,

Professor Sneep

O. Juist. Daar had ik net zin in. Maar het maakte me niet zo heel veel meer uit welke straf ik zou krijgen, want Leona had haar verdiende loon gekregen. En daar had ik alles voor over gehad. Ik hoopte maar dat Perkamentus haar ook nog eens goed aan zou pakken.

Ik besloot die morgen naar het Zwarte Meer te gaan om mijn huiswerk te maken. Ik pakte mijn boeken en na een paar minuutjes was ik daar aangekomen. Ik zocht een grote boom uit en ging in zijn schaduw zitten. Het was best rustig en dat was wel fijn. Ik leerde liever in alle stilte. Na een tijdje hoorde ik luid gelach en ik kroop in mekaar. Ik kon wel raden wie dat was. Haar twee rode vriendjes stonden aan allebei de kanten van haar en trokken haar mee naar het water. "Niet doen, niet doen!" Schreeuwde Leona lachend en ze probeerde los te komen. Fred en George tilden haar nog iets hoger op zodat ze niet meer met haar voeten op de grond kon. Ze probeerde tegen hun knieën aan te trappen, maar daar kon ze niet bij. "Zet me neer!" Schreeuwde ze toen Fred en George haar boven het water hielden. Ze keken mekaar aan en toen zeiden ze tegelijk: "Zoals je wilt." Toen lieten ze haar los en ze viel in het water. "Ik krijg jullie nog wel!" Schreeuwde ze lachend en hoestend en proestend klom ze naar de kant om vervolgens achter Fred en George aan te rennen. Onwillekeurig moest ik even lachen. Eigenlijk waren ze best wel grappig. Ik richtte mijn ogen weer op mijn boek en na een tijdje zag ik in mijn ooghoeken een zeiknatte Leona en Fred en een grinnikende George aanlopen. Ze liepen naar een boom die tegenover die van mij stond en begonnen met mekaar te praten. Ik probeerde me op mijn huiswerk te concentreren, maar het lukte me niet zo goed. Ik probeerde niet op ze te letten, maar het probleem was dat ik ieder woord van hun gesprek kon horen. Ik was net van plan om weg te lopen, totdat ik mijn naam hoorde.

"Maar nu even waarom we je hier wilde hebben. Ik wil even over een aantal dingen met je praten." Zei Fred. "Ik zal beginnen met het makkelijkste. Denk je echt dat Cas tegen Yvonne heeft gezegd dat jij zoiets hebt gedaan?" Ik schudde even mijn hoofd. Fred leek me nu niet bepaald een type die serieus kon praten. Mijn vermoeden werd bevestigd door het antwoord van Leona. "Fred, het is niets voor jou om opeens zo serieus te kijken. Doe normaal." Zei ze lachend. George stootte Leona aan. "Wil je dat echt?" Vroeg hij en hij deed zijn wenkbrauwen twee keer omhoog. Leona schoot weer in de lach en toen ze uitgelachen was keek ze Fred aan. "Nou...Ik denk eigenlijk wel dat hij dat gedaan heeft. Dat is het probleem niet. Het probleem is...Cas is een Ravenklauwer. Het lijkt me niets voor hem om zoiets te verzinnen. En dat Yvonne mij niet mocht leek me ook al duidelijk. Toen Cas dat zei zou ze niet getwijfeld hebben. Maar waarom zou iemand anders dat doen?" Vroeg ze zich hardop af. George keek haar met zo'n serieus gezicht aan dat ik mijn best moest doen niet in de lach te schieten. "Zijn er Zwadderaars die je niet mag behalve Yvonne?" Leona dacht na. "Nou...Over het algemeen ben ik met geen een Zwadderaar goed bevriend eigenlijk...Maar niemand in het bijzonder." Even was het stil, maar Leona verbrak die stilte. "Zou Yvonne misschien vijanden hebben? Misschien dat iemand haar in de nesten wilde werken. Dat zou goed werken als diegene iemand zou pakken die ze aardig vond en iemand beschuldigde die ze snel zou geloven." 'Dat zou inderdaad goed kunnen.' Dacht ik. 'Maar wie? Kenneth was misschien gemeen geweest, maar ik zag hem zoiets niet doen. Bovendien wist hij niet eens dat ik Cas kende. Maar wacht eens...Stel dat...' Ik stond op en liep naar binnen. Ik dacht dat ik wist wie dit gedaan kon hebben. Maar ik moest het eerst zeker weten. Met grote passen liep ik richting ziekenzaal.

Cas lag nog steeds op de ziekenzaal, maar het zag ernaar uit dat hij net ontslagen werd. Hij stond op en wilde net naar buiten lopen, maar toen hij mij zag draaide hij zich om en ging op bed zitten. "Cas, ik moet even met je praten." Zei ik totaal overbodig. Dat had hij aan mijn gezicht ook wel kunnen zien. "Wat is er?" Vroeg hij. Ik liep naar hem toe. "Luister. Wat weet je precies nog allemaal? Van die aanval bedoel ik?" Cas dacht diep na. "Eerlijk gezegd...Weet ik zelf helemaal niets meer van de aanval zelf. Ik herinner me alleen nog maar hele erge pijn...En heel veel bloed." Zei hij. "Dus je weet niet wat die pijn veroorzaakt heeft? En vlak daarna? Weet je nog hoe je in de ziekenzaal bent beland?" Vroeg ik hem. "Nou, ja...Ik herinner me wel dat iemand me naar boven heeft gedragen." Ik wist gewoon dat hij meer wist dus ik bleef maar doorvragen. "En daarvoor? Er was vlak daarna nog iemand anders hè? Iemand die je iets verteld heeft?" Het was geen vraag maar een bevestiging en aan zijn gezicht te zien leek hij het zich weer te herinneren. "Ja...ja...Volgens mij wel ja." Zei hij. "Weet je nog wie dat was? Was het een professor? Een leerling? Een Zwadderaar misschien?" Vroeg ik hoopvol. Ik had een groot vermoeden, maar ik moest het hem zelf horen zeggen. Ik wilde niet nog eens iemand vals beschuldigen. Toen kwam Madame Plijster aangelopen. "Mejuffrouw, meneer Murray is pas net uit het ziekenhuis ontslagen en ik zou het op prijs stellen als hij een beetje rustig aandoet." Ze was van plan me weg te sturen, dat kon ik duidelijk zien. Maar ik liet me niet op mijn kop zitten. "Nou Cas? Je kende hem hè? En ik ook. Hij heeft je vervloekt, en toen je geheugen gewist. En toen heeft hij je verteld dat Leona het gedaan heeft. Cas, wie was het?" Zei ik opdringerig. Madame Plijster stond nu vlak voor me en duwde me richting de deur. Ik probeerde me los te trekken en Cas die staarde een beetje wezenloos voor zich uit. "Cas!?" Probeerde ik nog eens. De greep van Madame Plijster was te sterk en met haar toverstok opende ze de deur. "Cas? Zeg het!" Madame Plijster duwde me de deur uit en met een smak belandde ik op de grond. Toen deed ze de deur dicht. Maar ik wist het zeker. Ik wist zeker dat ik gelijk had. Toch durfde ik het niet te zeggen, en ik moest bewijs hebben voordat ik dadelijk naar Perkamentus ging. Ik had nog twee uur, en ik ging echt niet proberen om weer naar binnen te lopen. Ik wilde net de trap naar omlaag nemen totdat ik geschreeuw hoorde. "Laat me los! Ik ben beter, ik heb uw hulp niet nodig! U heeft me ontslagen!" Schreeuwde een stem die ik voor die van Cas hield. De deur ging open en Cas perstte zich naar buiten. Hij rende naar me toe en zei buiten adem: "Het was Thomas. Thomas Lockhood. Ik weet het zeker." En ik wist het ook zeker. En wat ik nog meer zeker wist was dat dit het einde van zijn schooljaar betekende. Ik kon niet wachten tot acht uur. "Dank je wel Cas. Echt bedankt. Dat maakt mijn gesprek met Perkamentus vanavond een stuk gemakkelijker." Hij keek me verbaasd aan. "Hoe bedoel je?" Vroeg hij. "Ik heb Leona aangevallen omdat ik dacht dat ze jou wat aan had gedaan. Je bent een goede vriend nadat je zoveel verteld hebt. Ik kon het haar niet zomaar laten doen. En toen heb ik haar...Nou ja...Toen heb ik met haar gevochten. En nu moeten we samen met Perkamentus praten." Cas voelde zich duidelijk schuldig. "Ik kan wel met je meegaan als je wilt. Dan gelooft hij je waarschijnlijk een stuk sneller." Dat was inderdaad een goed idee. "Is goed. Dat zou heel fijn zijn. Dan zie ik je om tien voor acht bij het kantoor van Perkamentus." Zei ik. "Ik ga nu eten. Tot dan!" Ik draaide me om en liep de trap af. Opeens hoorde ik mijn naam. "Yvonne! Wacht even!" Cas holde de trap af en ging voor me staan. "Bedankt. Bedankt voor alles." Zei hij. En heel oprecht zei ik: "Nee Cas. Jij bedankt."

Met bonzend hart stonden Cas en ik voor de deur van Perkamentus' kantoor op de 7e verdieping. Uiteindelijk kwamen Leona en Perkamentus zelf aangelopen en Perkamentus stapte naar voren. "Ballonbruisballen." De muur draaide een kwartslag en verscheen een trap. We stapten met zijn vieren de trap op en als een soort draaiende lift ging hij naar boven. Uiteindelijk kwamen we in een gang met drie deuren. We namen de middelste, de grootste van de drie, en liepen naar binnen. We gingen met zijn drieën op een rijtje staan en professor Perkamentus zelf ging op de stoel achter zijn bureau zitten. Hij staarde een tijdje naar zijn vingers die hij tegen mekaar aanhield. Het viel me op dat hij heel erg lange nagels had. Opeens begon hij te spreken. "Jullie weten vast wel waarom jullie hier zijn. Al verbaasd het me dat jij hier ook bent, meneer Murray." Cas werd rood. "Ik ben hier omdat het toch wel over mij gaat. Ik vind dat ik het recht heb om het te weten. Bovendien kom ik Yvonne beschermen." Ik kromp in mekaar, en ik zag Leona met haar ogen rollen. Ik had helemaal geen bescherming nodig. Nu dacht Leona zeker dat ik laf was. Snel rechtte ik mijn rug en deed alsof ik heel zelfverzekerd was. "Aja. Juist ja. Je hebt helemaal gelijk. Laten we dan maar snel beginnen. Meestal gaan dit soort problemen via het afdelingshoofd, maar ik wilde dit zelf oplossen." Hij stond weer op uit zijn stoel. "Ik geloof niet dat Yvonne opzettelijk zo boos zou worden-" Leona wilde protesteren, maar Perkamentus hield haar tegen. "Dat betekend natuurlijk niet dat ik zeg dat het goed was wat ze deed, juffrouw Stokbroeks. Ik zeg alleen dat ze waarschijnlijk niet wist dat haar informatie niet kloptte. Klopt dat juffrouw Spee?" Ik knikte. "Juist. Weet u dat nu wel?" Vroeg hij. "Ja professor. En het spijt me dat ik je vals beschuldigd heb Leona." Leona trok een raar gezicht dat tussen verbazing en boosheid inzat. "Goed zo." Zei professor Perkamentus. "Eeeh..Professor?" Vroeg Cas. "Zou ik misschien iets mogen zeggen?" "Maar natuurlijk." Zei Perkamentus. "Nou, eigenlijk was het een beetje mijn fout. Ik zei dat Leona het gedaan had. Maar mijn geheugen was gewist. Ik weet nu wie het echt gedaan heeft. Het was allemaal mijn schuld." Zei Cas. "Dat is wel een zware beschuldiging Cas." Zei hij. "Maar ik weet het zeker! Hij heeft misschien mijn geheugen gewist, maar alles wat daarna gebeurd is herinner ik me nog goed. Ik zag hem wegrennen! Het was hem professor!"


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.