Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » A walk to remember. » Chapter 6.

A walk to remember.

15 aug 2010 - 17:33

538

0

198



Chapter 6.

Cesc Fabregas

‘Dat kan niet. Je bent twintig, je bent hartstikke gezond. Dat..’ ‘Het is waar, Cesc.’ Was wat Julin zei. Ik keek haar nog steeds suf en verbaasd aan. ‘Julin, je bent niet ziek!’ Ik werd kwaad, kwaad om wat ze zei tegen mij. Ik greep haar arm maar ze schudde zich van me af. ‘Het is de waarheid! Ik ben ziek! Hartstikke ziek, en wordt niet meer beter.’ Zei Julin schreeuwend, een paar tranen glippen langs haar ogen. ‘Julin..’ Maar ze duwde me tegen de muur op en rende weg. Ik voel mijn ogen prikken, prikken vol met zoutwater. Tranen.

‘Cesc, schop die bal!’ riep Fernando in mijn oor. Ik schrik op uit mijn gedachten en richtte mijn blik op de bal. Ik was zo kwaad dat de bal over het doel heen vloog en de tribune in vloog. ‘Ik kap.’ Zei ik geïrriteerd en liep richting de kleedkamers. ‘Wat is er met jou aan de hand man?’ vroeg David. ‘Niks, laat me.’ Zei ik en droogde me af pakte mijn sporttas en liep richting de uitgang.

‘Pap! Doe open!’ Ik bol mijn vuist en bonk tegen de voordeur. De deur ging langzaam open en hij stapte naar buiten. ‘Wat doe jij hier nog zo laat?’ vroeg hij. ‘Julin, ze is ziek. En jij bent een goede dokter.’ Zei ik gefrustreerd. ‘Hoe ziek is ze?’ vroeg hij. ‘Te ziek. Leukemie, ik wil dat je haar beter maakt. Ze is veelste jong.’ Zei ik. ‘Sommige ziektes kun je niet stoppen, Cesc.’ Zei hij. Ik slikte mijn tranen weg en hield mijn handen in mijn haar. ‘Bedankt voor je goede waarden.’ Zei ik kwaad en liep terug naar mijn auto. Op de terug weg gaf ik het stuur een paar klappen en kon ik het niet laten om nog eens tegen mijn tranen te gaan vechten.

De volgende morgen stond ik bij het meer achter mijn huis, en keek ik en luisterde ik naar de fluitende vogels. ‘Hé, man.’ Het was Fernando die naast me kwam staan. ‘Je vader belde me. Kut man.’ Zei hij. Ik keek nog steeds over het meer. ‘Was je daarom niet gefocust op de training?’ vroeg Fernando. ‘Nee. Niet echt.’ ‘Ik leef met je mee man.’ Zei Fernando. Ik keek hem aan en gaf hem een boks.

Niet veel later was ik bezig met de motor van mijn auto. Ik moest gewoon even afleiding hebben. Toen ik de motorklep dicht deed stond ze daar, tegen de boom, met haar handen in haar broekzakken. Ik liet mijn gereedschap vallen en liep op haar af.
‘Het spijt me.’ Zei haar zachte stem en ze keek me aan met haar rode betraande ogen. ‘Het spijt mij, ik ging tekeer.’ Zei ik. ‘Ik moest het je eerder vertellen.’ Zei Julin. ‘Het geeft niet Julin. Je hebt de waarheid gesproken.’ Zei ik. Ze zette een stap dichterbij. ‘Ben je bang?’ vroeg ik. ‘Voor de dood?’ vroeg ze. ‘Dat is niet grappig.’ ‘Ik ben bang om niet bij je te zijn.’ Zei ze zacht. Mijn adem stokte. ‘Lieverd, dat zal nooit gebeuren.’ Zei ik dapper, en hield haar gezicht omhoog met mijn wijsvinger. ‘Ik blijf vechten, en jij ook.’ Zei ik. Julin knikt en hield me stevig vast om mijn middel.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.