Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Humanoid » Rescue Me

Humanoid

11 nov 2010 - 22:37

1838

0

384



Rescue Me

I know, ze beginnen steeds korter te worden, maar ik voel me zo schuldig dat ik er zo lang over heb gedaan dat ik gewoon zo snel mogelijk bijtank. Hier nog een crappy stuk Humanoid

Ven was verdwaalt. Dat had ze wel door toen ze tegen de zoveelste boom aanknalde. Haar neus was een tijdje geleden beginnen bloeden, maar het bloed was intussen al gedroogd op haar lippen. Haar armen stonden vol schaafwonden en krasjes van takken die ze genegeerd had, en op haar heup had ze een hele blauwe plek doordat ze over een boomwortel was gestruikeld, recht op een steen. Toch stapte ze verder, op zoek naar de antenne.
Het was al een tijdje aan het regenen, maar doordat ze zich onder de bomen bevond, werd ze minder snel nat dan als ze gewoon in de open licht had gestaan. Hoe dan ook, nat was ze, en dat zou ze volgende dagen wel voelen, mocht er een volgende dag komen.
Ven zuchtte terwijl ze neerknielde. Ze dacht aan deze ochtend, hoe ze het plan met Bill nog eens had doorgenomen.

‘Dus wij gaan samen het signaal verbreken?’ vroeg Ven nog een laatste keer. Bill schudde zijn hoofd, en begroef zijn gezicht in haar haar. Toen ademde hij diep in.
Ze hadden nog tien uur voor ze gingen vertrekken, en dus genoeg tijd om nog voorbereidingen te treffen. Ven had enkel haar arm rond Bills middel geslagen, en geluisterd naar alles wat hij gezegd had. Hoewel het erin en meteen weer buiten ging. Ze had enkel dingen onthouden die te maken hadden met: Brommer, zwarte kleren en binnendringen.
Maar Ven had geen zin om haar moment alleen met Bill te verpesten aan het stomme plan. Ze drukte haar handen tegen zijn borst, en duwde hem weer richting het bed, maar Bill gaf geen kik. Hij was sterk genoeg om gewoon stil te blijven staan. Enkel zijn borstkas ging op en neer van zijn ademhaling.
‘Ven concentreer je,’ fluisterde Bill, waarna hij haar gezicht vastpakte, en haar diep in de ogen aankeek. Ven zuchtte enkel, en sloot haar ogen. Ze liet haar hand zakken, en wachtte tot hij haar terug los liet.
Maar dat deed hij niet. In plaats daarvan drukte hij zijn zachte lippen weer op de hare, en kustte hij haar zonder dat er een geluid gemaakt werd.
Ven maakte zichzelf los uit zijn greep, en staarde in zijn verbaasde ogen.
‘Beloof me dat je bij me blijft als dit voorbij is,’ fluisterde ze. Bill glimlachte enkel, en knikte.
‘Ik zal voor altijd bij je blijven, Ven,’ was zijn antwoord. Daarna sloten ze hun kus af, en eindigden ze in een omhelzing die van Ven veel langer had mogen duren.


Ven zou het vinden, dat zou de doen voor Bill. Ze mocht het niet opgeven, zeker niet nu ze zo dichtbij was. Met gebalde vuisten stond ze weer recht, en haalde ze haar haar uit haar gezicht. Met de zaklamp in haar hand, scheen ze voor zich uit.
De volgende stappen die ze maakte moesten haar een pijn in haar blauwe heup bezorgen, maar die voelde ze niet. Het was net alsof het element pijn uit haar lichaam verdwenen was, maar dat was waarschijnlijk door de kou. Ze voelde niet eens dat ze steeds opnieuw tegen takken aanliep, waardoor haar kapotte jas nog meer kapot werd. De rode krassen die op haar huid gekerft werden, maakten niets meer voor haar uit.
En haar doorzettingsvermorgen werd beloond. Voor zich stond er een groot ding met een lange staaf erboven op. Ven bekeek het eens goed. Zoiets had ze nog nooit gezien. Het was bijna even groot als een gebouw, maar verschrikkelijk dun. Van onder was het een hele blok, en dat was waarschijnlijk de enige manier om het ding te stoppen. Ven rende er op af, en bekeek het eens. Er was een klepje, dat deed ze omhoog.
Vanbinnen was er een computer - gelukkig. Ven warmde haar vingers een beetje op, en reikte met haar handen naar het toetsenbord. Jammer genoeg zag ze toen pas dat hij al was beginnen aftellen. Op het scherm kon ze de getallen zien. Twintig, negentien, achtien… Ze had niet veel tijd meer.
Zo snel ze kon begon ze eraan, maar het was tevergeefs. Ze kon er niets meer aan doen. Het aftellen was niet meer tegen te houden en in minder dan vijftien seconden gingen alle robots doordraaien. Heel de wereld was in gevaar, en dat was haar schuld…
En toen begon de pijn…

Tom voelde een pijn in zijn lichaam. Het was een pijn die hij nog nooit eerder had meegemaakt. Al zijn cyborgdelen leken zijn menselijke delen door te willen dringen. Zijn gezicht begon te branden, en Tom wierp zichzelf op de grond. Terwijl zijn handen probeerden de pijn weg te slaan, kwam er rondom hem beweging. Metalen voeten drongen zich in het gras, en rode ogen verschenen in het duisternis. Toms cyborgoog leek niet meer mee te willen werken, waardoor hij haast niets meer zag. Een pijnlijke schreeuw ontsnapte uit zijn mond, en op dat moment begonnen alle robots rondom hem mee te schreeuwen. Het was geen schreeuw van pijn, maar een strijdskreet. Ze waren klaar om hun doelwit te elimineren.
Ze stapten verder zonder ook maar naar Tom om te kijken. Tom bleef kronkelend van de pijn liggen. Hoe hard hij ook probeerde op te staan, het lukte hem maar niet.
En toch kreeg hij langzaamaan terug controle over zijn linkerarm. Hij voelde hoe zijn hand het gras vastgreep, en hoe zijn arm nat werd in het gras. Ook begon hij steeds beter terug te zien. Dit betekende niet dat de pijn weg was, maar het was allesinds al beter dan niets. Terwijl Tom de grootste moeite deed om op te staan, liet hij nog een schreeuw ontsnappen, deze keer een stillere dan daarjuist. Rond hem bleven de robots het bos binnen stappen. Wat was er daar binnen dat zo belangerijk was? Met een mank been, en een linkerarm dat zich vastklampte aan zijn lichaam ging hij ze achterna.
Eerst leken ze nergens toe te leiden, alsof ze gewoon domme robots waren die niets anders konden dan gewoon voor zich uit te stappen. Maar dan merkte Tom twee groene lampjes die flikkerden in het duisternis. In de verte hoorde hij een vrouwenstem kwaad kreunen, alsof ze aan het vechten was.
Ven! Dacht Tom. Hij probeerde al meer te stappen op zijn linkerbeen, en negeerde de pijn. Arme Ven, ze had waarschijnlijk dezelfde pijn in haar voet. Was het signaal verzonden? En zo ja, konden ze er nog iets aan doen?
Toen Tom kon zien dat Ven met haar geweer richtte op alle robots rond haar, kreeg hij een golf van teleurstelling in zich. Als hij haar niet had achtergelaten, moest ze nu waarschijnlijk niet zo vechten voor haar leven.
Ven schoot weer een robot neer, maar achter Tom bleven de robots maar toe komen. Tom rende op haar af, duwde de metalen monsters opzij. Maar in deze staat was hijzelf geen grote hulp voor haar. Hij viel uiteindelijk zelf neer doordat hij de controle over zijn lichaam helemaal verloor. Alle hoop die hen nog restte was Bill, maar hijzelf kon waarschijnlijk ook niets doen. Met een gebroken linkerbeen en een ongehoorzame cyborg rechterbeen kon hij geen meter vooruit. Tom keek Ven nog een laatste keer aan, en sloot toen zijn ogen. Dat was niet zijn eigen keus geweest, maar dat van de cyborg in hem…

Ven had Tom niet zien vallen. Ze wist niet eens dat hij in de buurt was. Terwijl ze nog een kogel op een robot afvuurde, begon ze zich af te vragen hoe ze hieruit zou kunnen ontsnappen.
Nog een robot viel neer. Het zweet droop van Vens voorhoofd, ondanks de kou. Haar ademhaling werd zwaar, en haar hart klopte als een gek. Bijna en ze zou doordraaien.
‘Stop!’ riep opeens een stem in de verte. De robots stopten met toe te stromen, maar hun ogen bleven allemaal gericht op Ven. Sommigen weken aan de kant voor de man die hen had aangesproken. En die man gaf Ven de schrik van haar leven.
Kristopf stond enkele meters voor haar, met een bewusteloze Tom bij zich. Hij had Tom bij de kraag van zijn jas genomen en hem zo voortgesleept. Leefde hij nog? Hij leek niet meer adem te halen?
‘Ik denk dat het erger voor haar zou zijn als iemand om wie ze geeft haar zou vermoorden in plaats van jullie, mijn kinderen,’ mompelde Kristopf met een grijns op zijn gezicht. Ven keek hem niet begrijpend aan. Ging hij Tom sturen om haar te vermoorden? Dat zou Tom nooit doen. Dat wist Ven zeker… Of niet?
‘T 5048,’ mompelde Kristopf, en op dat moment opende Tom zijn ogen, ‘je hebt een missie.’
‘Laat me met rust!’ schreeuwde Tom dan. Ven vroeg zich af op T 5048 het serienummer van zijn cyborglichaam was. Tom leek zich niet te kunnen bewegen, wat een voordeel was voor Kristopf.
‘T 5048, je weet wat je moet doen, doe het dan!’
En toen stond Tom op. Zijn gezicht stond bang, zijn mond vloog open van verbazing. Terwijl zijn linkerbeen hem naar voren sleepte, wilde zijn rechterbeen niet meewerken. Hij had duidelijk geen controle meer over zijn lichaam. Langzaam kwam hij op Ven af, en greep hij naar zijn revolver.
Toen Tom dicht genoeg was om haar niet te missen, begon hij te praten.
‘Schiet me neer, Ven!’ smeekte hij haar. Ven deed een stap naar achteren, botste tegen de antenne en schudde haar hoofd.
‘Ben je niet goed wijs? Ik ga je niet neerschieten!’ wierp ze hem tegen.
‘Ven, Gustav kan me wel genezen,’ mompelde hij, terwijl zijn linkerarm naar haar uithaalde. ‘Bukken!’
Ven zakte door haar knieën, en kon net Toms slag ontwijken.
‘Schiet me neer voor ik iets doe, en pak dan de afstandsbediening aan mijn riem,’ fluisterde Tom dan, zodat niemand buiten Ven het nog kon horen. Ven richtte haar geweer op Tom, en twijfelde nog een laatste keer.
‘Tom, als Gustav je niet kan redden?’ vroeg Ven nog een laatste keer. Tom zuchtte, en haalde nog een keer uit. Weer kon Ven ontwijken.
‘Gustav kan elke dode terug tot leven brengen, Ven,’ mompelde hij. Hij knikte richting het geweer, en wachtte op het laatste schot.
Ven richtte haar revolver weer opnieuw, en vuurde.
Maar er kwam niets.
Hij was leeg!
Een gevoel van misselijkheid ging door haar heen. Wat kon ze nu nog doen? Ven keek geschrokken in het rond, op zoek naar iets anders om mee te vuren.
Maar het enige waar ze aan kon denken was Toms geweer.
‘Laat je revolver vallen,’ smeekte Ven, maar Tom keek enkel met een afkeurend gezicht.
‘Kan ik niet!’ wierp hij haar tegen. Ven deed weer een stap naar achteren, en besefte dat Tom op het punt stond om te vuren. Ze greep naar het luik van de antenne die ze er af had gehaald, en hield hem voor haar toen Tom vuurde. De kogel kaatste terug…
… recht in Tom zijn hart. Tom viel neer, zijn ogen levensloos. Ven haalde geschrokken adem, en greep zo snel ze kon naar de afstandsbediening waar Tom het over had. Dat werd een race. De robots waren van het moment dat Tom uitgeschakeld was in actie geschoten, en renden naar Ven toe. Ven wist dat het verloren moeite was. Van het moment dat ze haar handen op het metalen ding kon zetten, smeten de robots zich op haar.
En toen werd alles zwart…


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.