Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Verlichte tijden voor Zwadderich » Hoofdstuk 1: Op bezoek bij Malfidus

Verlichte tijden voor Zwadderich

24 april 2011 - 22:09

1908

4

347



Hoofdstuk 1: Op bezoek bij Malfidus

Een waterig zonnetje scheen over de Verdonkermaansteeg. Er was veel verandert de laatste jaren. Het duistere en sinistere imago was verdwenen en men beschouwde het als een leuk zijstraatje van de Wegisweg. Toch was het duistere verleden niet totaal uit het straatbeeld verdwenen. Dreigend en donker stak het gebouw waar Odius en Oorlof vroeger gevestigd was nog boven de rest van de panden uit. De voormalige winkel in zwarte kunst was verandert in een museum ter herinnering aan de Eerste en Tweede Tovenaarsoorlog. De gruwelen uit deze tijd werden voor de geïnteresseerden tentoongespreid. Opdat we niet vergeten.

In een stoffig zolderkamertje was Theodoor Noot bezig met een nieuwe tentoonstelling voor het museum. De Slag om Zweinstein zou deze zomer centraal staan. Hoewel hij er zelf niet echt bij was geweest had hij wel veel informatie uit de tweede hand gekregen. Vaak was de betrouwbaarheid van deze informatie niet echt geweldig. Zo waren er wel drie personen die beweerden Antonin Dolochov gedood te hebben. Over wat er in het kamp van de Doodoeners was gebeurd wist hij nog minder. Hoewel de Minister toestemming had gegeven om de gevangen Dooddoeners in Azkaban te ondervragen, waren hun verklaringen vaak warrig en tegenstrijdig. Theodoor had zo ook zijn vader kunnen bezoeken. Het was een naar gezicht geweest. Zijn vader zat in een kleine cel vastgeketend aan een muur. Het nieuwe regime had het niet goed gekeurd dat er weer Dementors werden ingezet voor de bewaking van Azkaban. Maar er was geen enkele vorm van medelijden voor de oude Dooddoeners. Zijn vader was compleet gek geworden. Schreeuwde verwensingen en vervloekingen en herkende zijn enige zoon niet meer. Na een paar jaar zo ellendig geleefd te hebben was hij gestorven. Gelukkig voor het museum waren er ook Doodoeners die zich op tijd bekeerd hadden en zo ontsnapt waren aan het gevang. Vooral de familie Malfidus had ze ontzettend geholpen. De Malfidussen voorzagen het museum niet alleen van de broodnodige informatie maar ook van vele Duistere voorwerpen die konden worden tentoongesteld.

'Het is maar goed dat Benno en ik altijd contact hebben gehouden met Draco. Maakt alles een stuk makkelijker.'

Mompelde Theodoor tegen zichzelf. Hij had deze middag een afspraak met de Malfidussen. Zij zouden vele van zijn vragen wel bevredigend kunnen beantwoorden. Zowel Draco als zijn ouders waren gedurende de hele slag op Zweinstein geweest en konden hem dus het verhaal uit de eerste hand vertellen. Zijn eigen vader had hem bevolen zich nergens mee te bemoeien en het aan de volwassenen over te laten. Daar was Theodoor achteraf wel dankbaar om. Ze konden hem nu nergens voor aanklagen. Hij had geen zin om net als zijn vader weg te rotten in Azkaban. Hij had een leven te leven en een rol te spelen. Bedachtzaam schreef hij nog een aantal vragen voor de Malfidussen op. Een akelig geluid galmde vanuit de klok in de hoek.

'Is het al zo laat? 't Is hoog tijd dat ik me naar Villa Malfidus begeef.'

Hij stak de vragenlijst in de binnenzak van zijn jas. Baande zich een weg naar de deur van het krappe maar overvolle kantoortje. Via een smalle wenteltrap kwam hij aan in de ontvangsthal van het museum. Deze zag er precies zo uit als de winkel van Odius en Oorlof er had uitgezien. Alleen lagen er geen duistere voorwerpen meer in de vitrines. Normaal ontvingen Patty en hij hier de gasten. Als het heel druk was kwamen Benno en Karel, die als beveiliger was aangenomen, ook helpen. Tijdens de zomervakantie's gebeurde dat vrij vaak. Maar vandaag was het museum gesloten en was Theodoor de enige aanwezige. Hij wees met zijn toverstok op de haard. Plots brandde er een laaiend vuur. Een handje vol Brandstof kleurde de vlammen smaragd groen. Theodoor stapte in de vlammen en noemde zijn bestemming.

'Villa Malfidus!'

Rondtollend verliet hij de haard van het museum. Onhandig plofte hij neer in een andere haard. Deze haard zag eruit als een stuk antiek. Het bevatte vele krullen en versiersels allemaal beschilderd met goudverf.

'Ah, als dat Theodoor niet is. Welkom, mijn vriend, welkom in huize Malfidus. Astoria, lief, neem jij even zijn jas aan?'

De schuchtere en verlegen vrouw van Draco nam zijn jas aan en verwijderde de as met behulp van haar toverstok. Ondertussen schudde Theodoor de hand van zijn gastheer. De hal waarin hij gearriveerd was, was overdadig versierd. Verscheidene voorouders van de familie Malfidus keken vanuit hun gouden lijsten toe op het tafereel. De vloer was bedekt met het allerzachtste rode fluweel. Boven de haard hing een groot schild met het wapen van Zwadderich. Draco zelf was door de jaren heen snel oud geworden, maar zag er verder goed uit.

'Dankjewel voor je gastvrijheid, Draco. Hoe gaat het nu met jou en je vrouw? En met de kleine Scorpius?'

'Ja, prima, prima. Scorpius is net als ik was op die leeftijd. Niet meer van zijn bezem weg te slaan.'

'Hoe oud is hij nu? Negen, tien?'

'Hij is al elf, na de zomer zal hij aan zijn eerste jaar op Zweinstein beginnen. Zijn moeder kijkt er wel een beetje tegenop, maar ik denk dat hij zich prima zal redden. De tijd gaat wel snel, voor je het weet is er alweer een jaar voorbij.'

'Ja, ik kan me nog precies herinneren hoe wij voor het eerst naar Zweinstein gingen. En toch hoeveel jaar is dat nou al geleden? Twintig jaar?'

'Maak daar maar vijfentwintig van, Theodoor.'

'De tijd gaat echt veel te snel voorbij.'

'Maar kom mee naar de tuin, mijn ouders genieten daar van een kopje thee. Zij zullen het ook fijn vinden om je weer eens te zien.'

Samen liepen ze de hal door naar de grote voordeur. Deze deur zwaaide zomaar open. De weelderige en sprookjesachtige tuin van de familie Malfidus glinsterde in het zonlicht. Even verderop zaten de oude heer en vrouw Malfidus onder een parasol te genieten van een kopje thee. Ze begroetten hem uitbundig. Uit het niets werd er voor hem een stoel tevoorschijn getoverd. Even later kwam Astoria met een pot thee en een schaal koekjes. Met zijn vieren praatten ze gezellig over koetjes en kalfjes.

'Is het niet vervelend om bij je ouders in huis te wonen met je eigen gezin?'

'Het heeft ook voordelen. Zo hebben we een goede band met onze kleinzoon en ben ik altijd nabij als Draco een oppas nodig heeft.'

'Inderdaad, wat mijn vrouw zegt. Toch willen we Draco en zijn gezin graag wat meer privacy geven. Rodolphus van Detta is vorige week gestorven. Via de zuster van mijn vrouw zijn wij verwant aan de Van Detta familie. Met de erfenis van de Van Detta's willen we graag een klein en knus paviljoentje oprichten aan de rand van ons landgoed. Zo wonen we wel apart, maar nog steeds dichtbij elkaar.'

'Scorpius is dol op zijn grootouders.'

'En op hun cadeaus.'

'Hahaha! Zeg dat wel, Astoria. Hij is niet meer van de bezem af te slaan die jij hem gegeven hebt, pap. Als het kon sliep hij er zelfs op.'

'Zo was jezelf ook op die leeftijd, Draco. Toen ik jou je eerste bezem had gegeven.'

'Ik weet het vader, ik weet het. Ik bewaar nog steeds goede herinneringen aan die Komeet 260.'

'Hé! Mam! Pap! Kijk eens wat ik kan!'

Er zoefde een bezem met hoge snelheid over het gazon. De berijder, die niemand anders kon zijn dan de zoon van Draco Malfidus, zwaaide met zijn beide handen. Glimlachend keek Theodoor naar de stunt van Scorpius. Samen met zijn grootouders zwaaide Theodoor vrolijk terug.

'Goed zo, zoon! Je zult een prima zwerkballer zijn!'

'Wees alsjeblieft voorzichtig, Scorpius. Hou die steel met tenminste één hand vast!'

Maar de jongen hoorde zijn moeder al niet meer. Hij vloog vrolijk verder over het huis heen om daarna uit het zicht te verdwijnen. Ze namen allemaal nog een koekje en Astoria schonk een nieuw kopje thee in. Even verderop paradeerde een pauw parmant met zijn veren. Theodoor bekeek de prachtige vogel aandachtig. Ondertussen praatten de anderen verder over de vliegkunsten van Scorpius.

'Het is wel een waaghals, die zoon van je.'

'Inderdaad vader, maar moeder heeft ook vaak genoeg voor mijn veiligheid gevreesd toen ik klein was. Toch is mij nooit wat overkomen.'

'Ik zou blij zijn als hij wat voorzichtiger deed. Ik moet er niet aan denken dat hij van zijn bezem afvalt.'

'Dat zal wel meevallen. Ik heb hem precies geleerd hoe je met een bezem hoort te vliegen. Maar Theodoor hoe staat het ondertussen met dat museum van jullie? Ik heb gehoord dat het aardig storm loopt.'

'Dat klopt Draco. Het is ontzettend druk en de zomer is nog niet eens begonnen. Ik ben blij dat ik eens een dagje vrij heb. Alhoewel, ik vandaag wel wat vrije tijd heb opgeofferd om aan de grote expositie die deze zomer zal plaatsvinden te werken.'

'Waar gaat het deze keer over? Misschien is het leuk om met de kleine Scorpius eens het museum te bezoeken.'

'Dat is zeker een goed idee, Narcissa. We hebben een speciale tour voor kinderen van rond zijn leeftijd. De meesten waren er echt laaiend enthousiast over.'

'Maar hoe zit het nou met die expositie waar je het zonet over had?'

'Nou dat zal ik je vertellen, Draco ...'

Theodoor roeide wat in zijn kopje. Hij vroeg zich af hoe hij dit het beste ten sprake kon brengen. Ondanks dat ze grote interesse hadden in zijn werk en bereid waren het museum met woord en daad te steunen, lag de rol die de familie Malfidus zelf had gespeeld in het gebeuren nogal gevoelig. Theodoor zou het dus uiterst tactvol moeten gaan aanpakken. Na een slokje van zijn thee te hebben genomen sprak hij verder.

'Benno en ik hadden het idee om van het einde van de Tweede Tovenaarsoorlog een grote tentoonstelling te maken.'

'Je bedoelt de Slag om Zweinstein?'

'Inderdaad, Draco. Maar er gaan zoveel fantastische verhalen over de ronde dat het vaak moeilijk te achterhalen is wat nou klopt of niet.'

Draco en zijn ouders wisselden verscheidene blikken uit. Het was duidelijk te merken dat ze het moeilijk hadden met dit onderwerp. Pas op het allerlaatste moment hadden zij van zijde gewisseld. Zo hadden ze dus vooral informatie over wat Jeweetwel en zijn Dooddoeners hadden gedaan. Informatie die hij graag zou willen hebben. Het viel hen altijd zwaar om het hierover te hebben. Maar nog nooit eerder was hun verraad van de Duistere Zijde ter sprake gekomen. Voorzichtig begon Lucius weer te spreken.

'Als we je ergens mee kunnen helpen, Theodoor, dan doen wij dat graag.'

'Dat zou heel fijn zijn, meneer Malfidus. We willen zeker een plaats inruimen voor de heldendaden die jullie tijdens het gevecht hebben begaan.'

De Malfidussen keken elkaar nog eens onzeker aan. Blijkbaar vonden ze zichzelf alles behalve heldhaftig. Ook leken ze zich schuldig te voelen. Waarschijnlijk over het feit dat zij Azkaban waren ontlopen terwijl Theodoor zijn vader daar tot zijn dood in opgesloten had gezeten. Lucius was nog met zijn vader bevriend geweest herinnerde Theodoor zich. Deze gevoelens kon hij uitbuiten om te krijgen wat hij wilde.

'Als jullie het liever niet over hebben dan ...'

'Het is goed. Theodoor. We zullen je alles vertellen wat je wilt weten. Lucius en ik waren er van het begin aan af bij. En ook Draco heeft de hele slag meegemaakt.'

'Inderdaad, ik kan je vrij goed inlichten over het doen en laten van Dooddoeners als Schoorvoet, Arduin, Totelaer ...'

'Dat is heel vriendelijk van jullie en ik waardeer jullie hulp zeer. Maar als eerste zou ik graag meer willen weten over ... de Zegevlier.'


Reacties:


Dolochov
Dolochov zei op 1 dec 2010 - 13:19:
Wauw,

Niice story Jww ^^
Benieuwd hoe H2 eruit ziet =D


Ast
Ast zei op 30 nov 2010 - 19:00:
echt nice jww! =D
ik kom er in voor
wel jammer dat je gestopt bent met hpo...

Groete. Ast


fredhpo
fredhpo zei op 30 nov 2010 - 18:17:
goed gdn jww


realMe
realMe zei op 30 nov 2010 - 16:18:
de zegevlier, de zegevlier........
nu stop je hier......
ik ben echt zo benieuwd naar het vervolg......
ga je snel verder....

-waarom rijm ik zo vandaag-