Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » A Malfoy Isn't Always Evil » Chapter 10: Hoe de reis naar Zweinstein een rare wending maakte

A Malfoy Isn't Always Evil

7 dec 2010 - 16:11

2127

2

391



Chapter 10: Hoe de reis naar Zweinstein een rare wending maakte

Chapter 10: Hoe de reis naar Zweinstein een rare wending maakte
Dolf stond beneden, aan de trap, en keek nog even naar zijn hutkoffer. Toverstok had hij in zijn broekzak, mantel, boeken, kleding. Ja, hij had alles bij zich. Hij keek op naar Luthien, wiens uit het raam was aan het kijken en toen zuchtend weer omkeek. ‘’Mam maakt het zich wel erg laat’’. Dolf glimlachte even en keek omlaag, niet lang erna kwam Christina aangelopen. Ze pakte haar jas en deed die aan. ‘’We kunnen gaan’’. Zei ze met een glimlach richting Luthien en Dolf. ‘’En pap’’? Luthiens reactie was direct. ‘’Je vader komt later, hij moest nog iets doen’’. Dolf vond het maar raar, gister was Severus er ook al niet bij het eten, en nu opeens ook weer niet. Wat was hij aan doen? Dolf geloofde dat er iets achter zat. Hij keek naar Luthien die even snoof, zij geloofde het dus ook niet. ‘’Hoe gaan we’’? Vroeg Luthien die wist dat haar moeder niet zou, laat staan kon, rijden. ‘’We lopen een stukje en dan verdwijnselen we’’.

Dolf was wel blij om weer terug naar Zweinstein te gaan, maar zoals meerdere dagen bleef zijn gedachten maar bij een iemand. Hij werd er goed gek van! Meer van zichzelf, zijn gedachten. Ze waren aangekomen bij een plek, meer een steeg, wat hem niet bekend voorkwam. ‘’Oke’’. Sprak Christina. ‘’Pak me vast’’. Dolf pakte de linkerarm van Christina vast, net als Luthien, die de rechterarm vastpakte. Ze verdwijnselden.

In een fractie van een paar seconden waren ze in een ander steegje belandt. Christina liep al door en Dolf en Luthien volgden haar. Dolf sleepte zijn volle hutkoffer mee, wat nu toch zwaarder begon te worden. Ze kwamen, iets later dan verwacht, aan op het station; Kings Cross. Het was een Dreuzelstation, echter er was een geheime doorgang naar de magische wereld. ‘’Het is kwart voor elf, we zijn een beetje aan de late kant’’. Zei Christina vlug. ‘’En wiens schuld is dat’’. Zei Luthien zacht. Dolf moest even een grijns onderdrukken, maar ze liepen met versnelde passen richting perron 9 en 10. Ze kwamen aan bij de vertrouwde muur. ‘’Luthien’’. Christina zuchtte even en gaf haar dochter een warme knuffel en een kus op haar wang. ‘’Veel plezier, en succes lieverd’’. Ze gaf haar nog een zoen op haar wang. Dolf bekeek hoe ze afscheid van elkaar namen en hoe Luthien door de muur rende. Tien voor elf.. Dolf werd weer wat verlegen toen nog als enigste met Christina overbleef. Hij aarzelde even, maar Christina nam het initiatief en omhelsde hem. Warm, het was een warme omhelzing van een warm en vertrouwd persoon. Dolf zuchtte even. Ze liet hem na een tijdje los. ‘’Hou je sterk’’! Moedigde ze hem aan. ‘’B.. bedankt, bedankt voor alles’’. Stamelde Dolf even. Ze glimlachte even.’’Graag gedaan. Ga nu maar snel voordat je de trein mist’’. Hij knikte even en rende met zijn hutkoffer de muur door. Nog zes minuten voordat de trein zou vertrekken.

Dolf stapte de trein in en keek rond, maar Luthien die zag hij niet.
Hij liep verder en keek rond, hij zag haar twee coupés verder. Met Danny en nog een aantal andere Griffoendors met wie hij al eens vaker ruzie had. Daar had hij echt geen zin in op dit moment, dan maar alleen. Dolf liep verder en de trein zette zich in beweging. Hij probeerde zich nog vast te houden aan iets, maar hij liet zijn hutkoffer vallen. Hij struikelde erover en kwam met zijn hoofd tegen iets hards aan. ‘’Dolf’’! Hoorde hij vaag iemand roepen, en toen werd alles zwart..

‘’Hij komt geloof ik bij’’. Zei een stem, die vanuit de verte leek te klinken. Dolf opende voorzichtig zijn ogen en zag nog even alles wazig. Hij ging meteen met zijn hand naar zijn hoofd waar wat vochtig was. Hij keek naar zijn hand en daar was een donkerrood goedje, bloed. Hij keek naar het meisje wat voor hem zat, rood haar, blauwe ogen, Luthien. Hij sloot even zijn ogen en toen hij voor de tweede keer keek zag hij nog iemand zitten. Een meisje met licht groene ogen, lang zwart haar. Dolf sloot weer zijn ogen, hij glimlachte even vaag. Zou zij het echt zijn? Of was hij nog steeds aan het dromen? ‘’W..wat is er gebeurt’’? Vroeg hij voorzichtig. ‘’Nou je bent met je hoofd op je hutkoffer gevallen nadat je struikelde en toen was je weg van de aarde’’. Dolf glimlachte even bij de stem die begon te spreken, de vertrouwde stem. Hij had het zich toch niet verbeeldt. ‘’San..’’? Vroeg hij stug. Hij opende zijn ogen en zag haar glimlachen. Ze haalde haar toverstaf tevoorschijn en richtte die op zijn voorhoofd. Ze sprak een spreuk uit en het bloed droogde op. ‘’Hoe.. wat’’? Vroeg Dolf nu bijkomend. Sanny ging naast hem zitten. Nu pas merkte Dolf het op, ze zaten in een coupé. Sanny snapte gelukkig zijn vraag en pakte zijn hand vast. ‘’Nou welk deel wil je weten’’? Vroeg ze met een grijns. ‘’Hoe je weer wakker bent geworden’’. Sanny begon te vertellen dat Severus vanalles had geprobeerd om haar wakker te krijgen, en uiteindelijk een drankje brouwde. Nu pas snapte Dolf het, waarom Severus er niet was, tijdens het eten. Hij was natuurlijk bij Sanny! ‘’En zo ben ik dus eigenlijk hier’’. Zei ze alsof het niks was toen ze was uitgepraat. Ze omhelsde hem even. ‘’En jouw, Dolf, wil ik ook bedanken’’. Sprak ze. Dolf keek haar even verwart aan. ‘’Je was zo dapper, om me bij mij vader weg te halen! Luthien heeft me alles verteld’’. Hij bloosde even. ‘’Het was niks’’. Zei hij verlegen en keek naar beneden. Sanny gaf hem een kus op zijn wang. ‘’Het was wél iets’’. Ze glimlachte. Dolf bekeek Sanny beter en merkte nu dat ze helemaal geen Teken had. Geen Teken zoals hem, zijn vader of de rest van de Dooddoeners. ‘’Ik ben naar Danny, doe voorzichtig Dolf’’. Zei Luthien met een bezorgde glimlach en liep de coupé uit. ''En ik heb ook alles gehoord wat je tegen me zei''. Dolf keek haar even vragend aan en bloosde toen. ''Ik heb je ook gemist''. Zei ze zacht.

‘’We naderen Zweinstein’’. Sanny stond op en deed haar mantel om, eveneens als Dolf. Ze hadden de hele tijd bijgepraat, en Dolf was, niet te beschrijven in woorden, gelukkig. Dolgelukkig. De trein begon langzaam te remmen. ‘’Kijk nu wel uit hè’’. Zei ze met een lachende blik. Dolf glimlachte even en stond op toen de trein stilstond. Hij liep met Sanny de trein uit en merkte de koetsen al op. Hij keek rond en merkte een aantal leerlingen die hij wel kende. ‘’Zullen we die koets pakken? Dolf’’! Dolf keek om en keek naar Sanny.’’Ja’’? Ze zuchtte even. ‘’Zullen we die Dolf pakken’’? Vroeg ze met opgetrokken wenkbrauw en wees naar een koets. ‘’Is goed’’. Antwoordde Dolf. Hij stapte met Sanny in een koets. De koetsen begonnen te rijden. ‘’Prachtige dieren’’. Dolf keek haar even vragend aan. ‘’De Terzielers’’. Dolf knikte even vaag, hij had ze nooit gezien. Dat zou zeker komen omdat hij nog nooit iemand dood had zien gaan. Hij keek even naar beneden. ‘’Ik heb genoeg mensen dood zien gaan’’. Zei ze zacht. Dolf knikte even zwijgend. De koetsen kwamen in beweging en reden richting Zweinstein.

‘’Hierheen’’! Een vrouw van rond de veertig wenkte hen. Dolf stapte uit en keek rond, hij had dit toch wel gemist. Zweinstein, het grote kasteel met zijn vele geheimen, de portretten, de behekste trappen. Alles had hij wel gemist. Hij keek naar de vrouw, het was het schoolhoofd van Zweinstein. Zijn vader had haar moeder als docente gehad. Die was afdelingshoofd van Griffoendor als Dolf het goed had. Minerva Anderling. Zij moest dan de dochter van Anderling zijn. Geen idee hoe ze heette. Hij schrok op uit zijn gedachten en rende achter Sanny en de rest aan die al een eindje verderop waren. Ze kwamen aan bij de ingang, en ze liep naar de Grote Zaal. Dolf plantte zich neer aan de tafel van Zwadderich en Sanny ging naast hem zitten. Hij dacht aan de droom die hij gisternacht had, de droom dat hij zonder Sanny Zweinstein zou moeten doorbrengen. Gelukkig was de droom niet uitgekomen. Hij keek op naar Anderling die voor de Grote Zaal stond en iedereen tot stilte maande. ‘’Ik heet iedereen weer van harte welkom op Zweinstein’’. Ze kuchte even. ‘’Zoals jullie weten, zullen we zoals ieder jaar starten met de indelingsceremonie, daarna een diner met tevens een dessert, en dan volgen jullie de klassenoudsten, wat ik nu bekend zal maken’’. Ze liet door middel van magie een perkament openrollen en las die voor. ‘’Van Ravenklauw Revius Alast en Alice Lubbermans’’. Dolf keek naar de twee, Revius was een gespierde jongen met bruin haar. En Alice was een dromerig meisje met lichtblauwe ogen en lang blond haar tot over haar schouders. ‘’Van Huffelpuf Ryan Barlas en Zoey Bonkel’’. Zoey was een meisje met lang bruin haar en een rustige uitstraling. Ryan daarentegen had kort blond haar en een aardige uitstraling. ‘’Van Griffoendor Danny Potter’’..Dolf snoof even, hoe kon het ook anders.. ‘’En Rose Wemel’’. De blik van Dolf ging naar een meisje met bruin haar en bruine ogen. Ze had een lieve glimlach. Ze kwam hem bekend voor, hij had haar eerder gezien. Hij dacht even na. De Wegisweg! Hij had haar ongeveer een week geleden op de Wegisweg gezien. Samen met haar moeder. Ze heette dus Rose, mooie naam moest Dolf toegeven.

‘’En als laatste Zwadderich’’. Anderling kuchte weer even. ‘’Joachim Noot én Sanny Vilijn’’. Dolf keek abrupt links naast zich, zijn mond viel open. Sanny keek met onschuldige, maar des te schuldiger, ogen naar hem. ‘’Hoezo heb je me niks verteld’’? Vroeg hij met een glimlach. ‘’Owja Dolf, ik ben klassenoudste’’! Sprak ze even alsof hij de eerste was die het te horen kreeg. Dolf schudde even lachend zijn hoofd. ‘’Ik vond het gewoon niet zo belangrijk’’. Zei ze wat ongeïnteresseerd. ‘’Maar als ik de Griffoendors de les kan lezen en de rest is me alles best’’. Dolf glimlachte even, ze kende hij haar weer. Anderling begon met de indelingsceremonie, wat uren bleek te duren en Dolf steeds maar meer honger kreeg.

Na een tijdje was iedereen ingedeeld en met een paar simpele bewegingen en een paar woorden toverde Anderling het eten op de tafels. Dolf keek naar het overheerlijke eten en begon van alles wat te pakken. Hij liet het zich smaken, en na ongeveer drie kwartier later, na nog wat gepraat te hebben, bad Anderling de zaal weer tot stilte. ‘’Oke leerlingen, hopelijk heeft het iedereen gesmaakt, jullie kunnen nu achter jullie klassenoudsten op weg gaan naar de leerlingenkamers’’. Zeven van de acht klassenoudsten stonden op, maar Sanny bleef zitten. Dolf porde Sanny aan. ‘’Wat’’? Ze keek even vragend naar Dolf. ‘’Dan moeten ze maar wachten’’. Ze keek naar de eerstejaars en de rest van Zwadderich, waarvan sommige voor haar stonden. Ze pakte nog wat te snoepen en duwde dat in haar mond. Ze stond zuchtend op en liep de Grote Zaal uit. Dolf, en de rest van Zwadderich, liepen achter haar en Joachim, de andere klassenoudste, aan.

Na niet al te lang gelopen te hebben kwamen ze aan bij de ingang van Zwadderich. Sanny zei vluchtig het wachtwoord, wat dit jaar zoals gewoonlijk was veranderd. Dit keer was het iets van pythonstaart of iets in die aard. Sanny stapte de leerlingenkamer binnen en werd gevolgd door de rest. Dolf volgde eveneens. Sanny liet zich zakken op een bank en trok Dolf naast zich. De eerstejaars bleven voor haar en Joachim staan. Sanny stond op en wilde wat zeggen, maar Joachim die Sanny langer kende dan vandaag stond snel op en sprak hen toe. Iets van dat ze hun eigen gang konden gaan, maar dat het morgen vroeg dag was. De eerstejaars bleken te luisteren en gingen iets anders doen. ‘’Dat was precies wat ik wilde zeggen’’. Zei Sanny schijnheilig. ‘’Jaja’’. Grijnsde Joachim en ging op een zetel zitten. ‘’Zo en wat gaan wij doen’’? Vroeg Sanny aan Dolf. Dolf keek haar niet begrijpend aan. ‘’Om de tijd te doden’’…Ze zei ze even afwachtend. Hij was doodmoe, maar wilde ook weer niet gaan slapen, Sanny was er net weer, niet eens een dag. ‘’Als je slapen wilt, moet je het gewoon zeggen’’. Zei Sanny toen ze Dolfs rode ogen zag. Dolf wilde iets zeggen maar Sanny schudde haar hoofd. ‘’Ga jij maar slapen, er zijn nog genoeg andere dagen’’. Ze omhelsde hem even. ‘’Trusten’’. Dolf glimlachte even. ‘’Trusten’’. Sprak hij en liep naar boven toe, naar de slaapkamer. Hij kleedde zich om en ging in het bed liggen, waar hij al snel, met een gelukkig gevoel, in slaap viel.


Reacties:


heaven
heaven zei op 7 dec 2010 - 19:22:
Oeeeh hahaha hoe de reis naar zweinstein een rare wending maakte
haha orgineel Dylan

Maar goed hoofdstuk!

x.


wordslover
wordslover zei op 7 dec 2010 - 16:09:
Goed hoofdstuk! (:

Meld je me weer als je verder bent? (: