Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » A-Team » Gemekker in de dubbeldekker » Gemekker in de dubbeldekker 15

Gemekker in de dubbeldekker

20 juli 2011 - 22:52

2778

0

371



Gemekker in de dubbeldekker 15

Zie bovenaan.

Hoofdstuk 15

De volgende morgen klinkt een boze vrouwenstem over het erf van The Goathill.
“Joe!!! Don!!! Ray!!!“
De Landgeiten staan al in de dubbeldekker, maar Catalina kan niet weg want alle banden staan leeg! Als het maar één band was geweest had ze zeker opgemerkt dat de bus scheef stond, maar nu het er vier zijn viel haar niets op. Ze begon goedgemutst aan haar werk, maar is nu woedend.
Eén voor één komen de mannen op haar geroep af.
“Wie is er zo leuk geweest om al m’n banden leeg te laten lopen?!”¯ vraagt ze met een gezicht als een donderwolk.
“Wat? Allemaal?!”¯ klinkt het in koor.
“Ja! Allemaal!”¯
Nieuwsgierig blikken ze langs haar heen, de één nog verbaasder dan de ander. Joe en Don hurken neer om de schade op te nemen. Ray loopt snel een rondje om de bus. Catalina loopt hem tegemoet in tegengestelde richting en pakt hem bij zijn kraag.
“Is dit een grap van jou?”¯ vraagt ze met ingehouden woede.
“Nee, zoiets doe ik niet. Dit vind ik geen grapje, ”¯ antwoordt hij verontwaardigd wijzend naar de banden.
Zijn ogen lichten echter al snel weer op.
“Het is namelijk gevaarlijk om grapjes uit te halen met jou, want je kunt veel te hard rennen.”¯
Hij doet alsof hij in de startblokken staat om zijn vege lijf te redden, maar Catalina steekt alleen haar tong naar hem uit. Haar gezicht ontspant zich, op Ray kan ze niet kwaad blijven.
“Don?”¯
Haar collega komt overeind, kijkt Catalina diep in de ogen en zwijgt, zoals alleen Indianen dat kunnen. In zijn ogen leest ze de wedervraag of zij serieus denkt dat hij zich met zulke streken inlaat.
“Sorry,”¯ zegt ze blozend.
Don zou zoiets inderdaad niet doen en toch zit het haar niet lekker.
“Gisteren tijdens het eten waren jullie wel druk aan het praten over vrachtwagens, lekke banden en slippartijen en zo. En jullie stonden als eersten op van tafel! Toevallig toch niet even langs de dubbeldekker gelopen?”¯ vraagt ze streng met haar handen in de zij.
Joe durft ze nog niet goed aan te kijken. Ze kan het zich niet voorstellen dat hij banden van een bedrijfswagen laat leeglopen, maar ze weet zich tegenover hem nog geen houding te geven na gisteren.
Don kijkt Ray aan en lijkt een ingeving te krijgen. Met half dichtgeknepen priemende ogen draait hij langzaam zijn hoofd naar het huis, alsof hij daar de dader vermoedt. Joe volgt zijn blik.
“Denk je dat….”¯
“Nog niet, Joe, maar wie is er gisteravond van tafel weggelopen toen iedereen zat te eten?”¯ herinnert hij zijn baas kalm aan het verloop van de avondmaaltijd.
Don draait zich om en loopt naar de loods om gereedschap te pakken. Hij neemt zich voor om Lizzy vanaf nu goed in de gaten te houden. Hij vertrouwt haar niet meer.
Joe haalt zich het ogenblik voor de geest. De telefoon ging, Lizzy liep naar de hal en nam op. Het was iemand aan wie ze bestellingen doorgaf en tussendoor liep ze naar de voorraadkasten. Zou dat telefoontje in scene zijn gezet om haar een alibi te verschaffen? Zodat ze naar buiten kon gaan toen het erf uitgestorven was? Langzaam draait Joe zich om en kijkt net als Don bedachtzaam naar het huis. Zou het dan toch…?
De knerpende banden van B.A.’s Van onderbreken zijn gedachten. Hij komt als geroepen. Joe wenkt hem naar de bus te komen en laat de lege banden zien. Don voegt zich bij hen met een krik.
“Man, wat een rotstreek. Wie heeft dat gedaan? Zijn ze stuk of gewoon leeg?”¯
B.A.’s gezicht staat grimmig als hij de banden één voor één bekijkt.
“Hoeveel krikken heb je?”¯
“Eén,”¯ antwoordt Don en laat het exemplaar zien.
Er zit niet anders op dan de banden één voor één van de dubbeldekker af te halen, ze in de loods op te pompen en ze daarna terug te zetten. Ze blijken enkel leeg te zijn, gelukkig niet kapot. Al met al zijn de mannen een uur bezig.
Als de bus eindelijk rijklaar is, belt Joe naar Murdock dat Catalina hem alsnog komt ophalen.

Nick, een rauwe kerel met slordig, zwart krullend haar, een stoppelbaardje van een paar dagen en armen vol tatoeages, werkt bij veevoederfabriek Quant. Tijdens vroege diensten is hij vrachtwagenchauffeur, tijdens late mengt hij verschillende veevoeders.
Zijn eerste route van vandaag zit erop. Voor hij naar de fabriek terugkeert, maakt Nick met zijn truck een ommetje langs het kantoor van de sheriff. Gisteravond zag hij in het café een goed geklede vreemdeling die hem vaag bekend voorkwam. Een minder vaag stemmetje van binnen zei hem toen dat hij in deze richting moest zoeken. Aan de buitenmuur van het sheriffkantoor hangt een kast vol met posters van gezochte criminelen. Aandachtig bestudeert Nick de koppen van de getoonde boeven. Er verschijnt een vette grijns op zijn gezicht als hij op één van de foto’s de man uit het café ziet staan. Gretig leest hij het opsporingsbericht door. In opperste verbazing gaan zijn ogen naar de posters naast die van Templeton Peck. In zijn ogen verschijnen dollartekentjes als hij de som leest die de militaire politie uitlooft voor aanhouding van het driekoppige A-team.
“Lizzy, jij gaat me een rijke vent maken!”¯ gniffelt hij binnensmonds.
Sheriff Paul Pointer komt naar buiten en loopt naar zijn dienstauto. Hij ziet de chauffeur bij de kast staan en kan het niet laten een opmerking te maken.
“Hé, Nick, kijk maar uit dat je daar zelf niet tussen komt te hangen met die boeventronie van je,”¯ grapt hij in het voorbijgaan.

Murdock staat netjes te wachten als Catalina komt aanrijden. Dit keer zonder zijn lange herdersgewaad , maar de vormeloze hoed en houten staf gaan wel mee. En, uiteraard, zijn onzichtbare hond.
Murdock neemt plaats op de bijrijderstoel en slaat met een hand op zijn bovenbeen.
“Kom Billy, kom maar op schoot. Good boy!”¯
Hij overhandigt Catalina de envelop met het adres. Uit zijn binnenzak haalt hij een wegenkaart en wappert er demonstratief mee heen en weer.
“Rij maar, ik heb de route al opgezocht.”¯
Ineens steekt hem recht omhoog.
“Nee Billy, los! Dit is geen speelgoed. Foei!”¯
Quasi boos stopt Murdock de kaart weer weg. Catalina’s hand blijft boven de losgemaakte handrem zweven, sprakeloos staart ze naar haar bijrijder.
“Murdock, eh… die hond van jou…”¯
Ze weet niet hoe ze haar vraag onder woorden moet brengen, dus zet ze de dubbeldekker in de eerste versnelling.
“Laat maar…”¯

De beheerder van het vogelreservaat staat bij de poort te wachten en ontvangt Catalina en Murdock hartelijk. Hij nodigt hen uit voor een kop koffie, want hij wil graag wat uitleg geven over het gebied waarvoor hij de verantwoordelijk is. De beheerder geeft een kaartje mee met de route die ze moeten volgen.
Een uur later trekt de kudde eindelijk het reservaat in.
“Zal dit eindelijk weer eens een leuke werkdag worden?”¯ zucht Catalina met een vertwijfelde blik.
“Mmm… ja, dat denk ik wel,”¯ knikt Murdock vol vertrouwen terwijl hij de omgeving in zich opneemt.
Ieder gaat aan een kant van de kudde lopen. Op advies van de beheerder mag er alleen gefloten worden naar Abby. Hard roepen zou de rust verstoren.
Catalina loopt het eerste kwartier onbewust weer tussen het gras naar onheil te zoeken. Als ze zichzelf moet bekennen dat het hier echt veilig is voor haar kudde slaakt ze een zucht en begint ze om zich heen te kijken. Eindelijk geniet ze weer eens van de natuur en haar geluiden. Af en toe kijkt ze om naar Murdock die weer op en top herder is en zich in onheilspellende nachten waant. Ze mindert snelheid om te kunnen horen wat hij nu weer voor verhalen verzint.
“Daar achter die bergen, daar moet het beloofde land zijn. Nog vele dagen te gaan, nog vele nachten te waken. Maar eens bereiken ook wij de bergen en zullen het aanschouwen: een land vol sappig, smakelijk, mals en vooral… groen gras…. Ja, Billy, ook met hondenbrokken.”¯
Het ene moment is Murdock één en al drama, het volgende moment spreekt hij quasi nuchter zijn onzichtbare hond toe alsof ie naast hem loopt. Als hij ziet dat Catalina met een grote glimlach op haar gezicht stiekem meeluistert, wendt hij zich tot haar.
“Mijn schone herderin, waarmee zullen wij ons vandaag voeden? Brood en wijn in de herberg of bessen en regenwater op de velden? Ach nee, trouwe gezellin, laat mij voor u een hoender strikken. Maakt een vuur en een sappig gebraad zal spoedig uw zinnen prikkelen.”¯
Catalina hoort hem met stijgende verbazing aan en proest het uit van het lachen bij die laatste zin. Ze wil eigenlijk iets zeggen, maar zakt op de drassige grond op haar knieën van het lachen. Abby komt aangerend, ze zag haar baasje tussen het hoge gras verdwijnen en wil daar het fijne van weten. Catalina weet haar met het fluitje het commando “kudde halt houden”¯ te geven, maar schiet meteen weer in de lach als ze Murdock in gedachte terughoort.
Later, als ze samen op een omgevallen boom zitten en hun lunch uitpakken, bekijkt Catalina haar broodje dat er na zo’n rijk woordenspel maar saai uitziet.
“Die sappige hoender van jou was eigenlijk helemaal nog niet zo’n slecht idee!”¯
Murdock kan met volle mond alleen knikken.

In de middaguren verandert Murdock het vogelreservaat in een onherbergzaam gebied vol gevaren. Wolven loeren op de kudde, slangen kronkelen om hun voeten en struikrovers zijn uit op hun schamele bezittingen. Hij sluipt rond alsof er elk moment een monster tevoorschijn kan komen en waarschuwt Catalina wanneer er aan haar zijde gevaar dreigt. Af en toe geeft ze zich over aan zijn fantasie en speelt ze een poosje mee. Dan sluipen ze samen door het hoge gras van het reservaat en verschuilen zich achter een dikke boom om naderende schurken af te schudden.

Aan het einde van de middag nemen ze aan de rand van het water nog een laatste pauze. Op een, tussen het riet verscholen, houten bruggetje dat naar een eilandje leidt, pakken ze hun laatste slok koffie en haalt Murdock nog een paar koekjes tevoorschijn. Met hun benen bungelend boven het water genieten ze zwijgend van het ruisende riet en de snaterende eenden, die hen een eindje verderop in de gaten houden.
Plotseling ritselt er iets in de struiken achter hen. Ze schrikken zich een hoedje, omdat ze nog helemaal in de sfeer verkeren van de onherbergzame vlakte. Met pretogen kijken Catalina en Murdock elkaar zijdelings aan: een wolf? Catalina slaat een hand voor haar mond om geluidloos te lachen. Voorzichtig staat Murdock op. Hij legt zijn wijsvinger op zijn mond en wijst naar het kleine strandje tussen de bomen naast het bruggetje. Catalina sluipt naar hem toe en ziet welk mooi dier er vanuit het ritselende groen nadert. Een hertje, alert met de oortjes draaiend, drinkt voorzichtig uit het meer. Een onverwacht zuchtje wind blaast de geur van mensen in haar neus en weg is ze. Met een paar sierlijke sprongen vlucht ze naar de geborgenheid van het struikgewas.
Dat Abby niet aanslaat is een wonder. Misschien dacht ze dat het een dier van haar kudde was. Of zou ze voelen dat het een onschuldige bezoekster was?

Op de farm loopt Nelly in de loop van de middag met de stofdoek in haar hand naar de veranda. Ze zoekt Joe. Gerammel van ijzer in het gereedschaphok doet haar vermoeden dat ze daar de man die ze zoekt zal vinden. Ze loopt naar het hok, klopt op de openstaande deur en zet een stap naar binnen.
“Had je het moeilijk met het verlies van je geiten, Joe?”¯ vraagt ze zacht op moederlijke toon.
Joe kijkt haar even niet begrijpend aan en wil weten waar haar vraag ineens vandaan komt.
“Ik zag dat je gisteravond bij de stapel autobanden was en dan is er meestal iets mis, hè jongen,”¯ licht ze haar vraag toe.
Hij kijkt haar een moment aan als een op heterdaad betrapte kwajongen, maar besluit open kaart te spelen.
“Ik was kwaad op mezelf. Ik heb een stomme fout gemaakt en daar zijn een paar geiten de dupe van geworden. En ik heb Catalina teleurgesteld.”¯
“Aha, was het dat. Ik vermoedde al dat er iets speelde tussen jullie. Het was gisteravond zo stilletjes aan tafel.”¯
Joe overweegt haar om advies te vragen en zoekt naar de juiste woorden.
“Jij kunt altijd zulke mooie verhalen vertellen over jouw Isaac. Dan hoor ik hoe trots je nog altijd bent op je overleden man. Hoe deed hij dat toch?”¯
Nelly beseft dat er gisteren veel door Joe heen moet zijn gegaan.
“Heb je tijd om een stukje te wandelen?”¯
De jonge boer knikt, bergt zijn gereedschap op en houdt haar zijn arm voor. Samen kuieren ze tussen de weiden door, net moeder en zoon, zij vertellend, hij aandachtig luisterend.
Als Joe haar een uurtje later naar een gemakkelijke stoel op de veranda brengt en zelf weer aan het werk gaat, legt hij even een hand op haar schouder. Een dankbare kus op haar wang doet haar stralen. Ze geeft hem een knipoog en kijkt hem glimlachend na.
“Kijk, daar loopt een man over het erf,”¯ mompelt Nelly tevreden.

Je moet ergens beginnen om een punt te maken, moet Joe gedacht hebben. In zijn kantoor zet hij de gerechten op een rijtje waarvan hij weet dat zijn knechten ze lekker vinden, maar die al tijden niet op tafel komen. Sinds Lizzy in de keuken de scepter zwaait zijn schotelt ze hen vooral menu’s voor waarvan zij weet dat ze in de smaak vallen bij de baas. Nu hij erover nadenkt gaat haar manier van doen hem nog meer tegenstaan. Hij maakt een lijstje en brengt dat naar Lizzy toe.
“Alstublieft, dit wil ik deze week op tafel zien komen en deze gerechten volgende week. Laat maar eens zien dat je meer kunt dan macaroni koken en hartige taarten bakken.”¯
Hij zegt het vriendelijk, maar met zijn toon en houding maakt hij in één keer duidelijk dat hier de baas spreekt. Lizzy kijkt hem stomverbaasd aan. Het lijkt wel of er een totaal andere Joe tegenover haar staat.
“Maar…maar… ik heb alle bestellingen al doorgegeven!”¯ protesteert ze.
“Veranderingen in de menulijst bespreek je voortaan met mij. Er is genoeg voorraad in huis waarmee je dit allemaal kunt maken,”¯ dient Joe haar van repliek, wijzend op de lijst.
Hij draait zich om met het voornemen de keuken uit te lopen, maar trekt nogmaals de stoute schoenen aan.
“O… en dan nog iets. Weet jij iets van de leeggelopen banden van de dubbeldekker?”¯
Ze doet net of ze aandachtig de, zojuist in haar handen gedrukte, menulijst leest en vraagt zogenaamd afwezig: “Sorry, wat zei je, Joe?”¯ waarna ze hem met haar meest onschuldige blik aankijkt. Haar ogen ontmoeten echter een strenge blik van haar baas en dat brengt haar in de war, ze bloost.
“Als jij daar meer over weet, dan hoor ik het graag.”¯
Joe vervolgt zijn weg naar buiten, maar zoekt niet meteen de stal op. Hij is nieuwsgierig naar de reactie van Lizzy en kijkt door het keukenraam. Ze staat met haar rug naar hem toe. Hij ziet haar de menulijst op de keukentafel gooien en, met een gezicht dat op onweer staat, naar de koelkast lopen. Terwijl ze een schaal met eieren pakt hoort hij haar mopperen en ziet hij een gezicht dat wraak voorspelt.

“B.A.?! “
Joe kijkt om zich heen of ze alleen zijn.
“Don en ik krijgen steeds sterker het gevoel dat jullie gelijk hebben. Lizzy verdwijnt soms op de vreemdste momenten uit het zicht. Wat denk je, zullen we de telefoon toch maar aftappen?”¯
B.A. knikt.
“Dat had ik al eerder willen doen, maar ik zag dat je er nog niet aan toe was. Ik zet er straks wel even wat in.”¯
“Moet ik Lizzy naar het dorp sturen voor boodschappen?”¯ vraagt Joe.
Hij begrijpt dat zij niet mag zien wat voor maatregelen er worden getroffen om haar te ontmaskeren.
“Nee, dat hoeft niet. Dat heb ik zo gedaan. Houdt haar maar gewoon even aan de praat of stuur haar naar het kippenhok.”¯
Joe wil weglopen, maar B.A. houdt hem tegen en onderwerpt hem aan een keurende blik.
“Wat is er met jou gebeurt?”¯ grinnikt hij. “Het lijkt wel of je de baas bent geworden!”¯
“Och, iedereen moet wel eens een keertje hardhandig worden wakker geschud, vrees ik. Nu was het mijn beurt.”¯
“Heb je al een nieuwe lijst gemaakt?”¯ herinnert B.A. de boer aan de opdracht die hij van Hannibal kreeg.
Joe knikt.
“Waar zal ik ‘m eens laten rondslingeren? Eigenlijk moeten we de lijst in de gaten kunnen houden, dan kunnen we zien of Lizzy er belangstelling voor heeft of hem misschien zelfs meeneemt.”¯
“Als je de lijst in de hal legt, dan kan ik vanaf de bovenverdieping zien wat ermee gebeurt.”¯
“Oké, maar hoe maak jij jezelf onzichtbaar? Vanuit de slaapkamers kun je niet naar beneden kijken.”¯
Er schiet Joe iets te binnen.
“Er moet nog een kast verplaatst worden, die kunnen we op de overloop zetten tot ik er een goede plek voor heb.”¯
“Goed idee van je!”¯
B.A. geeft hem een knipoog en van zijn schouderklop vliegt Joe bijna een meter vooruit.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.