Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » A-Team » Gemekker in de dubbeldekker » Gemekker in de dubbeldekker 26

Gemekker in de dubbeldekker

16 sep 2013 - 0:39

5431

0

507



Gemekker in de dubbeldekker 26

Zie bovenaan.

Hoofdstuk 26

Catalina volgt met haar geiten een grazige strook niet ver van de bosrand. Ze loopt voor hen uit, ervoor zorgend dat haar dieren geen verkeerde planten zullen eten. Murdock, aan de rechterflank van de kudde, knabbelt op een strootje en neemt de sfeer van de vallei in zich op. Hij geniet van het fraaie weer en de rust, want er is in de verste verten geen andere menselijke ziel te bekennen. Op de weg door het park rijdt bijna geen verkeer. In de vallei heerst een vredige stilte, die soms wordt verstoord door de roep en het gefladder van een opvliegende patrijs en het fluiten van een vogel in een Berk. Een zomers briesje laat de bomen zacht ruisen en het droge, fijne gras aan de bosrand golven als een kalme zee. Kortom: allemaal ingrediënten voor een prachtige dag.

Nu de kudde uit het zicht is, lopen Nick en Bud terug naar hun auto via het pad waar de dubbeldekker geparkeerd staat. Nick blikt onwillekeurig naar de banden die hij pasgeleden lek moest schieten. Er glijdt een gemeen glimlachje over zijn gezicht. De rollen zijn inmiddels omgekeerd, nu bepaalt hij wat er gedaan moet worden.
De mannen stappen in. Bud volgt de oostelijke route tot aan een parkeerplaats waar hij zijn auto zo parkeert dat ze onopvallend de kofferbak kunnen vullen en snel kunnen vertrekken. De kudde zijn ze ruimschoots voorbij. Er is nu tijd genoeg om een goede plek te zoeken om hun buit op te wachten.

Op de kam van de heuvel, aan de rand van het gemengde bos, zet B.A. de Van aan de kant van de weg op een plek waar je tussen bomen door de vallei ziet liggen.
“De weg door dit park loopt helemaal rond,” vertelt Joe. “De ingang bij het wildrooster is de enige toegang, we kunnen dus links- of rechtsom rijden.”
B.A. stelt voor om linksaf te slaan.
”Ik rij, jullie kijken uit naar Murdock en Catalina.”
Een praktische oplossing. Face schuift de zijdeur open en pakt zijn verrekijker erbij.
De bosstrook tussen weg en vallei is soms te breed om de diepste dalen van de vallei te zien.
“Stop eens!” zegt Hannibal als hij aan de rechterkant van de weg op een zwarte auto ziet staan.
“Is die van Christine?” vraagt hij aan B.A.
“Nee. Goede kleur, verkeerd merk. Die van Christine is kleiner.”
Toch rijdt B.A. de parkeer- annex picknickplaats op, want ook hij ontdekt de toeristentelescopen.
“Geef eens wat kleingeld, Face,” zegt Hannibal.
Hij houdt zijn hand op en kijkt ondertussen om zich heen. Ook Joe en B.A. komen muntjes halen en even later staan vier mannen door een grote verrekijker de vallei in te turen.
“Ja! Ik zie ze!”
Joe slaakt als eerste een kreet van blijheid. De anderen volgen zijn blik en zien de kudde net achter de bomen verdwijnen. Hannibal knijpt zijn ogen dicht, hij denkt even diep na en loopt vervolgens zoekend over het terrein. Als hij niet vindt wat hij nodig heeft, pakt hij uit de Van een stok, draait een doek om een uiteinde heen en slaat in een onregelmatig ritme op het dak van de grijs-zwarte bus. B.A. stapt kwaad bij de verrekijker vandaan en roept verontwaardigd uit: “Hé man! Wat doe jij nou?!”
“Stil, B.A. , ik moet m’n hoofd erbij houden.”
Hannibal zoekt op het dak naar een plek met het meest verdragende geluid en maakt vervolgens zijn slagen krachtiger. Als hij stopt, luistert hij aandachtig of zijn in morsetaal verzonden boodschap wordt beantwoord.

In de vallei blijft Murdock plotseling staan. Met een zuchtje wind waait een geluid mee dat hem ergens aan doet denken. Hij kijkt om zich heen om de richting ervan te bepalen, maar het blijft stil. Misschien reed er een auto met de radio hard aan.
“Niet bepaald hoe het hoort in zo’n park,” mompelt hij en stapt verder tussen de heidestruikjes.
Opeens is daar weer dat doffe geroffel! Dan weet hij het zeker: dat is geen radio en het zijn ook geen schoten. Murdock spitst zijn oren en concentreert zich op het diepe geluid van het geroffel in de verte. Er zit ritme in! Hij herkent er morsesignalen in en vertaalt fluisterend: “Gevaar! … Team hier! ... Vogel!”
Hij weet wat hem te doen staat. Als antwoord laat hij de roep van een uil horen. Als hij naar Catalina rent, spiedt hij met arendsogen de omgeving af.
“Catalina, de drie koningen komen eraan!”
Ze draait zich verbaasd om en vraagt lachend: “Begin je opnieuw met je kerstverhaal?”
Murdock legt zijn hand tegen haar rug zodat ze in beweging blijft.
“Luister! Blijf lopen, blijf in beweging. We worden door iemand in de gaten gehouden. Hoorde je dat geroffel?”
Catalina schudt haar hoofd, ze floot zojuist naar Abby om een afgedwaalde geit op te halen, maar kijkt hem dan geschrokken aan.
“Het komt van Hannibal, Face en B.A. Er dreigt gevaar. Wat het is weet ik nog niet, maar blijf in beweging. Zo maak je het eventuele schutters moeilijk om je te raken,” zegt hij ongewoon streng.
Hij weet dat de herderin eigenwijs is, maar nu moet ze doen wat hij zegt, voor haar eigen bestwil.
“Ik blijf bij je lopen. Hoor je iets vreemds of een schot, laat je dan meteen vallen en blijf liggen.” Murdock geeft haar nog meer aanwijzingen en houdt haar in beweging. Hij probeert zelf zo ontspannen mogelijk te lijken, voor de ogen die hen volgen, maar blikt steeds aandachtig om zich heen in de hoop te ontdekken van welke kant het gevaar dreigt. Waar zijn bewegingen die opvallen?
Waar kleuren die niet in dit landschap thuishoren? Hoort hij geluiden die niet bij het landschap passen?
Abby komt laag bij de grond naar hen toe gelopen. Ze cirkelt om Catalina heen en kijkt haar steeds aan alsof ze voelt dat haar baasje gevaar loopt. Catalina stuurt haar hond terug naar haar plaats achter de kudde, maar moet dat enkele keren herhalen voor zij gehoorzaamt en dan nog kijkt Abby telkens om.
Plotseling ziet Murdock aan de bosrand kort iets glinsteren. Hij bedenkt zich geen moment en zoekt naar een veiliger plek. Maar waar kan hij met Catalina naar toe? Het bos is onbereikbaar door een heg van bramenstruiken. Omkeren is de enige optie. Murdock pakt haar arm.
“Niet schrikken. Kijk demonstratief op je horloge. Keer dan om en blijf precies voor me lopen. Nu!”
Catalina weet even niet wat ze ervan moet denken. Hij deed niet eerder zo raar en is nog nooit zo hardhandig geweest. Is hij plotseling gek geworden of is het echt goed mis? Ze fluit naar haar hond dat de geiten moeten keren en herinnert zich dat Abby zojuist ook al zo vreemd deed.

“Mooi! Murdock heeft me gehoord. Kom, we gaan Nick en Lizzy zoeken.”
Joe wil als laatste in de Van stappen maar blijft plotseling staan.
“Volgens mij hoorde ik Murdock roepen,” zegt hij terwijl hij zijn hoofd in de Van steekt.
Hannibal springt naar buiten en klimt op de zijplank. Hij denkt even na en slaat dan een nieuwe serie morsesignalen op het dak. Binnen kijkt B.A. verontrust naar boven, absoluut niet blij met de uitvinding van de kolonel.
“Kan ik ook iets doen?” vraagt Joe.
“Stil zijn en luisteren,” zegt Hannibal een beetje kortaf.
Gespannen luistert hij of er opnieuw een reactie komt op zijn boodschap. Iedereen stapt weer uit en luistert op een ander stuk van de parkeerplaats.
“Murdock riep twee keer, Hannibal!” roept Face.

“Nek? Truck? Voering?”
Murdock volgt met half toegeknepen ogen de signalen van Hannibal maar kan er geen wijs uit. Tweemaal laat hij zijn uilenroep horen. De herhaling van de signalen laat niet lang op zich wachten.
“Nek? Wat bedoelt ie daar nou mee?! O, wacht, het kan ook Nick zijn! Die met zijn vrachtwagen… iemand wil ontvoeren?” mompelt hij geschrokken.
De uil roept één keer.

Als de Van het verharde pad met de dubbeldekker passeert, ziet B.A. de auto van Christine er naast staan. Hannibal draait zich om en wendt zich tot Joe.
“Jij gaat naar de dubbeldekker toe en houdt vanaf hier de omgeving in de gaten.”
Face geeft hem het geweer en legt nogmaals uit hoe het wapen werkt. Hannibal drukt een walkietalkie in de handen van de geitenboer. Op strenge toon geeft hij instructies.
“Als je ons oproept, niet onze namen zeggen of roepen, maar drie keer deze knop indrukken. Als wij Nick naderen, zet ik de onze uit. Ga niet de heide op. Blijf bij de bus.”
Joe, onder de indruk van de bevelen, knikt. Hij trekt zijn kogelvrije vest recht en stapt uit.
“Succes,” is alles wat uit zijn mond komt, maar zijn ogen smeken het team ervoor te zorgen dat Catalina ongedeerd blijft.

Als de Van wegrijdt, loopt Joe met grote passen naar de dubbeldekker. Gespannen maar vastberaden inspecteert hij de bus. Zowel van buiten als van binnen lijkt alles oké. Dan is het zwarte autootje van Christine aan de beurt. Alle deuren zitten dicht, de motorkap is nog warm. Vervolgens tuurt hij door de ruiten naar binnen. Zijn adem stokt als hij op de grond een wapen denkt te zien. Snel loopt hij naar de andere kant van de wagen om het voorwerp beter te kunnen bekijken. Met een zucht van opluchting constateert Joe dat het een zwart handvat van een balspel betreft. Onwennig drukt hij drie keer de knop van de walkietalkie in om zijn eerste bericht door te geven.
“Ja, zeg het maar. Over.”
“Dubbeldekker in orde. Auto ook. Over.”
“Bericht goed ontvangen. Over en uit.”
Joe baalt ervan dat hij geen verrekijker bij zich heeft, maar zijn ogen verkeren in prima conditie en vanaf deze plek kan hij een flink deel van de vallei zien. In de verte slaat Hannibal met zijn stok op de Van. Joe herinnert zich het verontwaardigde gezicht van B.A. toen Hannibal met zijn morse-drumwerk begon. Ondanks de ernst van de situatie glijdt er een glimlach over Joe’s gezicht. Hij bewondert de
vindingrijkheid van het A-Team. Geen wonder dat ze zoveel problemen weten op te lossen.
Tijdens de uurtjes op de veranda, na het werk, kwamen soms de vertellers onder hen op dreef en genoten Catalina, Nelly en hij van hun spannende verhalen. Het lijkt Joe verschrikkelijk om op de vlucht te zijn, maar… niemand kan zeggen dat hun leven saai of zinloos is.
Joe maakt de achterdeur van de dubbeldekker open en gaat in de deuropening zitten. Catalina is blijkbaar achteruit het pad in gereden en dat komt nu goed uit: zo kan hij voorlopig in de schaduw zitten terwijl hij in de vallei naar de kudde en zijn dierbaarste knecht zoekt.

“Rijden, B.A.,” zegt Hannibal bij wie zichtbaar ‘the Jazz’ de kop opsteekt. “Als Nick met zijn vrachtwagen is vertrokken, kan die hier ook wel eens ergens langs de weg staan,” mijmert hij.
Een minuut later bewijst het fel oranje logo van veevoederfabriek Quant zijn gelijk.
“Wat doen we ermee?”
Hannibal kijkt Face en B.A. aan. Deze laatste maakt met zijn hand een schietbeweging. Ze begrijpen wat hij bedoelt, maar lek schieten van de banden geeft nu teveel lawaai.
“Hé, wat denk je hiervan?”
Face pakt een wielklauw uit de kofferbak en reikt die aan.
”Aan jou de eer, B.A.,” grijnst Hannibal.
“Voor de wielen van Catalina,” zegt B.A. met pretogen.
Snel stopt hij de klauw onder één van de achterwielen van Nicks vrachtwagen.
“En nu?” wil B.A. weten als hij weer achter het stuur kruipt.
“Terug naar die bruine wagen in de bosjes. Mijn gevoel zegt dat we daar in de goede richting zitten.”
Met een brede grijns op zijn gezicht zet B.A. even later de Van brutaalweg tegen de bumper van de verdachte auto, die nu geen kant meer op kan omdat hij met zijn kofferbak boven een greppel staat. Hannibal trekt een wenkbrauw op.
”Mooi. We weten echter niet zeker of deze auto er iets mee te maken heeft.”
“Nee, dat is zo, maar heeft ie dat wel, dan gaat ie nergens heen,” grinnikt B.A.
De drie mannen stappen uit de Van, pakken hun wapens en sluipen het bos in. Door hun diensttijd in de jungle van Vietnam kunnen de mannen van het A-team goed spoorzoeken. Grote voetstappen in het zand, gebroken takken, gebutste bladeren en pollen gras die uiteen staan, maken het hen gemakkelijk Nicks spoor te volgen.
Als het trio de rand van de bosstrook nadert, klinken verderop snelle ploffende voetstappen op het zandpad. Hannibal duwt een tak van de struik opzij. Een twintigtal meters verderop sjokken Nick en een grote stevige kerel van boom naar boom. Hannibal seint naar Face en B.A. dat zij hen moeten volgen.
“En jij dan?” gebaart Face.
“Ik ga nog voor wat tamtam zorgen,” vertellen de kolonels lippen.
Hannibal sluipt terug naar de Van en pakt zijn trommelstok vanonder zijn stoel. De eerste roffel op het dak van de Van moet Murdocks aandacht trekken. In de verte volgt meteen de roep van een uil.

Catalina kijkt om naar Murdock die nog altijd vlak achter haar loopt.
“Hoorde jij het ook?”
Hij knikt en gebaart met zijn wijsvinger tegen zijn mond dat ze stil moet zijn. Fluisterend spelt hij de woorden mee met de diepe trommelklanken.
“Zoek… diepte… weg… bij… pad… wapens…”
Murdock laat weten dat hij de boodschap heeft ontvangen en zoekt naar een plek waar ze dekking kunnen vinden.
“Kun jij je geiten op hol laten slaan?”
Catalina blijft staan en kijkt hem verbaasd aan.
“Waar is dat voor nodig?”
Murdock pakt haar meteen bij haar schouders en draait haar weer om.
“Kan het?” vraagt hij nu dringender.
“Ja!”
“Doen! Nu! Die kant op!”
Catalina roept Abby naar zich toe en laat haar hond huilen als een wolf. De geiten kijken verschrikt op, snuiven en proesten even, maar als ze niets verontrustends ruiken en zien, lopen ze in hetzelfde tempo door. Catalina moedigt haar hond aan om nog meer te huilen.
“Nog een keer! Ja, goed zo! En nog een keer!”
Abby vindt het spelletje leuk en huilt steeds luider. De geiten schrikken en stuiven alle kanten op. Catalina geeft een fluitsignaal om hen snel voort te drijven, waarbij Abby toestemming krijgt om hier en daar naar wat achterpoten te happen. Catalina rent achter haar kudde aan. In een gebied als dit valt dat niet mee. Soms struikelt ze bijna als haar voeten in een heideplant blijven haken. Murdock blijft steeds dichtbij en helpt haar rechtop te blijven. Hoe verder ze de vallei in trekken, hoe steiler de
helling naar beneden wordt. In de verte ziet Murdock de dubbeldekker staan.
“Stuur ze achter die bomen langs!” roept hij.

Na de laatste roffel voegt Hannibal zich weer bij zijn teamgenoten. Nick en z’n compagnon struinen verderop door het bos. Door de verrekijker ziet Face dat de mannen bij een paar grote dennen staan en er vervolgens inklimmen. Hannibal neemt de verrekijker over, denkt even diep na en geeft in gebarentaal instructies over de tactiek waarmee ze zullen toeslaan.

Hijgend van het rennen met bepakking leunt Nick tegen een dikke boom. Hij moet op adem komen voor hij Bud kan vertellen wat zijn plan is.
“We klimmen in een boom, maar niet vlak naast elkaar. Op die manier overzien we een groter deel van het dal.”
Nick keurt de boom die voor hem staat en eigent die toe.
“Jij kunt beter dat exemplaar pakken.”
Hij wijst naar een boom die verderop boven een paar struiken uittorent en behoorlijk dikke takken heeft. Geen overbodige luxe voor de niet zo lichte Bud. Als ze beide een plek hebben gevonden, wordt het stil in het bos. Geconcentreerd turen ze over de vallei waar ze goed zicht hebben op de kudde en Catalina.
“Wat?!...”
Nick vloekt wanneer de geiten in een richting rennen waarin hij hen juist niet wil zien gaan. Hij wil Catalina niet uit het oog verliezen! Turend door zijn verrekijker schat hij in hoe lang het zal duren voor zij achter het bosje zal verdwijnen. Opeens ontdekt hij in zijn linker ooghoek beweging en zet hij zijn verrekijker scherp op wat hem afleidt.
“Lizzy?!” Nick gelooft zijn ogen niet. “Waar komt zij nu weer vandaan?!”
“Zie je die blonde vrouw daar?” roept hij naar zijn partner in crime.
“Ja!”
“Dat is Lizzy!”
“Wat komt die hier doen?”
“In het beste geval die gast van het A-team omleggen, in het slechtste geval biechten bij die meid van Joe.”
Het was niet zijn bedoeling, maar hij beseft dat zijn antwoord bijna komisch klinkt.
“Bud!”
“Ja!”
“Jij neemt Lizzy voor je rekening. Ik neem Catalina op de korrel voor ze achter die bomen verdwijnt.”
Terwijl Nick hoog in de Den zijn geweer in gereedheid brengt, moppert hij nog even door.

Een strak blauwe hemel omspant de wereld en de zon weet met haar stralen alles aan te raken. Het is echter niet alleen de warmte die de lucht doet zinderen. De spanning in de vallei doet alles en iedereen de adem inhouden.
Catalina bereikt de eerste struiken van het bosje in het dal.
“Achter de bomen moet je langzaam gaan lopen en beschutting zoeken!” roept Murdock.
Ze raakt buiten adem van het rennen tussen de heidestruikjes door en mindert daardoor nu al vaart.
Opeens rent Abby als een speer de kudde voorbij en verdwijnt achter het bosje. Catalina hoort haar blaffen op een verontrustende manier. Zo gaat zij tekeer tegen iemand die zij niet mag! Geschrokken remt ze af en wacht op Murdock.
“Lopen! Blijven lopen!” schreeuwt hij.
Ze gehoorzaamt. Met haar hart in haar keel neemt ze de bocht. Plotseling staat ze oog in oog met Lizzy. Catalina slaakt een kreet van schrik en blijft als aan de grond genageld staan. De ogen van Joe’s kokkin flitsen heen en weer tussen haar en Abby die grijnzend naar haar toe sluipt. Bij elke stap die de blonde vrouw zet, komt een diep gegrom uit haar keel.
“Gelukkig,” zucht Lizzy opgelaten, “daar ben je!”
Lizzy buigt zich hijgend voorover. Met haar handen op haar knieën komt ze op adem.
“Ik zoek je al de hele dag. Ik kom je waarschuwen voor Nick. Hij wil je ontvoeren.”
Abby richt zich op en blijft in dreigende houding staan. Lizzy schrikt als Murdock verschijnt. Ze draait zich om en wil er vandoor gaan.
“Staan blijven, jij!”
Murdock trok zijn pistool al toen hij Catalina hoorde gillen. Met uitgestrekte arm nadert hij Lizzy.
“Handen omhoog!”
Terwijl hij haar onder schot houdt, fouilleert hij haar.
“Omdraaien! Lopen!”
Murdock hoopt dat er snel hulp komt opdagen, want hij vreest dat dit uit de hand gaat lopen. Hoe lang zal het hem lukken tegelijkertijd Lizzy in de gaten te houden en Catalina te beschermen?

Hannibal, Face en B.A. zijn Nick en Bud tot op een paar meter genaderd. B.A. zit onder een struik achter Bud, Face ligt achter Nick en Hannibal zoekt naar iets hards waarmee hij kan gooien. Er liggen geen stenen, maar wel dennenappels. Grote compacte dennenappels. Hij voelt hoe ze in de hand liggen, schat de afstand naar zijn doelwit en concentreert zich. Met een welgemikte worp raakt het projectiel het hoofd van de grote kerel. Bud grijpt naar zijn hoofd, raakt uit evenwicht en valt uit de boom. Zodra hij de grond raakt, is B.A. ter plaatse en gooit zich bovenop hem. Met één dreun is Bud knock out.
In zijn ooghoek ziet Nick iets bewegen.
“Hé, Bud, wat doe je?” roept hij met gesmoorde stem naar zijn makker.
Hannibal schat in hoe een boze Bud klinkt en antwoordt: “Au! Die boom is rot. Als ik m’n sterretjes kwijt ben, zoek ik een andere.”
Wanneer Nick zich opnieuw concentreert op Catalina, sluipen Hannibal en Face dichterbij. Beiden kijken verontrust naar het geavanceerde wapen in zijn handen. Het is duidelijk dat ze in actie moeten komen willen ze Catalina niet verliezen.

Hij doet het niet vaak, maar nu Catalina in gevaar is en de spanning met de minuut toeneemt, vouwt Joe zijn handen en prevelt een gebed. Daar komt geen bijbelvers aan te pas, de woorden komen recht uit zijn hart.
“Alstublieft, breng Catalina veilig bij me terug. Ik hou van haar! Geef me de kans om…”
Een felle uilenkreet van Murdock doet hem opschrikken. Hij veert op en rent naar de rand van de vallei. In de verte hoort hij Abby blaffen. Die hond is onvermoeibaar, in normale omstandigheden vindt hij het een lust voor het oog om haar bij de kudde te zien lopen.
Opeens ziet hij de geiten rennen alsof ze ergens voor vluchten. Dan komt Catalina tevoorschijn. Murdock volgt haar als haar schaduw. Uit de verte ziet het er vreemd uit, maar Murdock zal er zijn reden voor hebben. Waarschijnlijk probeert hij een schild te zijn om haar te beschermen. Het mag dan een vreemde vogel zijn, maar dapper is hij als geen ander.
Joe tuurt naar de bosrand, maar ontwaart daar niets verontrustends. Dan schieten zijn ogen terug naar de kudde die lijkt terug te keren naar het bosje dat ze net passeerden. Joe maakt zich lang en zwaait met grootse gebaren naar de mensen in de verte. Als ze niet teruggroeten, realiseert hij zich dat Catalina en Murdock hem niet opmerken, omdat zij hun vege lijf proberen te redden. Hij houdt zijn hand boven zijn ogen en laat zijn blik door de vallei dwalen. Kort is daar een lichtflits, alsof de zon op een glimmend voorwerp weerkaatst. Joe beseft dat het menens is daar beneden. Als dat Nick is, is hij echt dichtbij. Waar blijven Hannibal, Face en B.A.? Die zouden die vent toch opzoeken? Zouden ze hem zijn kwijtgeraakt? Of zou Nick hen soms…? Joe knijpt huiverend zijn ogen dicht en briest als een stier om die gedachte als het ware weg te blazen en vestigt zijn blik weer op Catalina. Hij schrikt als hij plots een derde persoon ontdekt. Iemand met blond haar. Lizzy! Waar komt zij in hemelsnaam ineens vandaan? Waarom zag hij haar niet eerder?
Dan lijkt alles in een stroomversnelling te komen.

“Stop! Blijf waar je bent.”
Murdock sommeert Lizzy halverwege het bosje te blijven staan. Terwijl hij haar onder schot houdt, trekt hij de riem uit zijn broek. Hij wenkt Catalina, geeft haar de riem en legt uit hoe ze handen moet vastbinden. Met trillende handen volgt ze de aanwijzingen op, maar het geeft haar voldoening om Lizzy eigenhandig vleugellam te maken. De kokkin geeft zich echter niet zomaar gewonnen en rukt zich los. Murdock die haar scherp in de gaten houdt, schopt een been onder haar vandaan en weet zo te voorkomen dat ze ontsnapt. Hij drukt zijn wapen in Catalina’s handen, tackelt Lizzy tegen de grond en bindt haar alsnog, met een flinke ruk aan de gesp, vast. Hardhandig zet hij haar weer op haar voeten. Catalina geeft hem snel zijn wapen terug.
“Lopen! Recht vooruit en geen geintjes. Voel je dit? Het is niet mijn gewoonte om op vrouwen te schieten, maar voor jou maak ik een uitzondering.”
“Ik voel me vereerd,” bitst Lizzy terug.
“Ik dacht dat we hier zouden blijven!” sist Catalina tegen Murdock. “Ik zie het niet meer zitten om de heide op te gaan. Moet je zien hoe ver we nog bij de dubbeldekker vandaan zijn!”
“Als we hier blijven, lopen we kans dat hij op de bolle fooi door het groen gaat schieten. We moeten dan dekking zoeken en ondertussen kan hij ons ongezien naderen. Nee, we kunnen beter in beweging blijven, dan zijn we lang niet zo’n gemakkelijk doelwit,” antwoordt Murdock zo kalm en overtuigend mogelijk, maar zijn ogen verraden beginnende wanhoop. Hij vraagt zich vertwijfeld af waar zijn drie koningen blijven.

Nick, een meter of vier boven de grond op een dikke tak, leunt ogenschijnlijk ontspannen achterover tegen de boomstam, maar poogt ondertussen met priemende blik zijn doelwit achter het bosje vandaan te kijken. Als de kudde eindelijk weer tevoorschijn komt, veert hij op en legt zijn geweer aan.
“Bud, opletten! Tijd voor actie.”
Vanuit de struik bij de bewusteloze Bud antwoordt B.A. kort en krachtig: “Yeah! Oké! ‘k Zie ze!”
Dat zijn maat weer anders klinkt merkt Nick niet op, hij heeft enkel oog voor wat er in de verte gebeurt. Zodra hij Murdock in het vizier krijgt, zal hij hem neerschieten en Bud neemt Lizzy voor zijn rekening, zodat Catalina ontvoeren een fluitje van een cent wordt.
Hannibal en Face, die schuin achter Nick verstopt onder struiken hun wapens op hem richten, horen hoe hij te werk wil gaan.
“Bud luister! Als Lizzy en die vent tevoorschijn komen, tel ik tot drie en dan nemen we ze tegelijkertijd te grazen!”
“Yeah! Oké!” roept B.A. nogmaals, maar hij hoopt dat het niet zo ver zal komen.

Enkele minuten nadat ze de beschutting van het bosje hebben verlaten, voelt Abby onraad. Met grote sprongen rent ze naar haar baasje toe. Catalina ziet haar aankomen en stuurt haar terug naar de kop van de kudde. De vastberaden hond negeert haar commando en springt haar baasje omver. Op dat moment klinkt er een daverend schot dat na-echoot in de schoot van de vallei.

“Een! Twee! …”
Hannibal en Face tellen mee, maar komen sneller in actie dan Nick. De één schiet het wapen uit zijn hand, de ander de tak waarop hij zit doormidden. Bij een donderend schot tuimelt Nick naar beneden. Half bedolven onder een bos dennennaalden vloekt en schreeuwt hij het uit van de pijn. Zijn ene hand is bont en blauw, met de ander probeert hij zo snel mogelijk de tak van zijn been te duwen.

Joe schrikt van de enorm knal en ziet tot zijn grote ontsteltenis in de verte Catalina neervallen.
“NEE!!!”
Een moment staat de boer als aan de grond genageld.
“Oh God, laat het niet waar zijn, ” mompelt hij met zelfverwijt, omdat hij vreest dat hij het tonen van zijn gevoelens te lang heeft uitgesteld. Hij bedenkt zich niet langer en zet het op een rennen.
“CATALINA!!!”

Murdock verstijft van schrik en sluit een moment zijn ogen als het schot valt. Vanuit een ooghoek ziet hij Catalina en Abby naar de grond duiken. Voor hem krimpt Lizzy in elkaar. Ze kijkt snel even om en probeert vervolgens te vluchten. Daar steekt Murdock echter een stokje voor. Hij zet een sprintje in, neemt een duik en werkt haar tegen de grond. Haar handen zijn al geboeid, door op haar voeten te gaan zitten weet hij te voorkomen dat ze de benen neemt.
“Abby, kom hier.”
Snel peutert hij de halsband los en bindt daarmee de enkels van een luid scheldende en kronkelende Lizzy vast. Als hij zich omdraait ziet Murdock tot zijn grote schrik dat Catalina niet opkrabbelt, laat staan dat ze haar hond uitfoetert. Is ze dan toch geraakt? Hij rent naar haar toe en zoekt tevergeefs naar een schotwond.
Over de heide komt Joe aan rennen en valt aan haar andere zijde op zijn knieën.
“Catalina, meisje, doe je ogen open. Ik ben het, Joe.”
Als hij haar in zijn armen wil nemen, houdt Murdock hem tegen.
“Niet doen. Volgens mij is ze niet door een kogel geraakt, maar is ze op haar hoofd gevallen. Abby sprong haar omver. Misschien heeft ze een hersenschudding.”
Murdock licht de oogleden van Catalina op om te zien hoe die staan.
“Laat haar liggen, Joe. Ik probeer haar bij bewustzijn te brengen.”
“Kijk dan, man! Ze bloedt. Ze is wel gewond.”
Joe raakt een beetje in paniek en wil haar hoofd opbeuren. Weer houdt Murdock hem tegen.
“Nog niet, Joe! zegt hij gebiedend. “Misschien heeft ze nekletsel.”
Murdock zoekt in de binnenzak van zijn jack en haalt een flesje tevoorschijn.

Terwijl Nick kreunend en steunend opkrabbelt stuit hij op drie paar voeten. Zijn ogen volgen de benen omhoog. Perplex staart hij zijn plaaggeesten aan. Het duurt even voor zijn schrikreflexen werken en hij probeert te vluchten. Met zijn niet bezeerde hand zoekt Nick houvast bij een boom. Hij wil omdraaien, maar door zijn val is hij te dizzy om te lopen. In plaats daarvan gaat hij over tot de aanval en probeert uit te halen naar B.A. die het dichtste bij hem staat. Deze is hem echter voor en geeft hem zo’n een oplawaai, dat Nick om zijn as tolt en tegen de boom smakt waar hij zojuist is uitgevallen. Als een slappe pop zakt hij langs de stam naar beneden en valt dan om.
“Prachtig toch, als een plan werkt!” grijnst Hannibal.
“Kijk, kolonel, ze hebben hun eigen verpakkingsmateriaal meegebracht,” grapt Face terwijl hij de jutezakken en touwen ontdekt.”
“Neem ze maar mee naar de Van dan loop ik naar Murdock en Catalina. Die zullen graag weten dat het gevaar geweken is.”
Hannibal helpt met het vastbinden van Nick en Bud en zoekt naar de restanten van het vernielde wapen. Dat wat hij terugvindt, stopt hij in één van de jutezakken en geeft die aan B.A..
Face sleept Bud aan een touw om zijn voeten mee, B.A. legt Nick over zijn schouder. Daar komt hij bij van de muilpeer en ontmoeting met de boom. Als het tot hem doordringt dat zijn plan in duigen (of om in termen van het heidegebied te spreken: het zand) is gevallen, begint hij tegen Bud te schelden die door het verslepen ontwaakt maar in alle talen zwijgt. Dan krijgen de leden van het A-team hun portie. Hannibal loopt naar hem toe, pakt zijn zwarte bos haren vast en blaast een pluim sigarenrook in zijn gezicht.
“Voor iemand die op heterdaad betrapt werd en zich vastgebonden in de handen van zijn tegenstanders bevindt, heb jij een grote mond, vriend!”
Ondanks het feit dat Nick ondersteboven hangt, is zijn dodelijke blik goed te herkennen. Nu ze allemaal naar hem kijken, zelfs van zijn maat krijgt hij vernietigende blikken toegeworpen, valt hij stil.
“Weet je, Nick, grootse plannen lukken alleen als je een goed doel, een goed plan en een goed team hebt,” legt Hannibal hem quasi begripvol uit. “Jouw plan was gedoemd te falen, want je had geen van drie!”
Nick wordt woest als Hannibal hem nog een pluim rook toe blaast en vervolgens wegloopt. Hij maakt wilde bewegingen met zijn, in jutezakken gehulde, lichaam en begint weer te schelden en vloeken. Hannibal, die het wel heeft gehad met de branieschopper, keert om en verkoopt de man een dreun. De stilte keert weder.
“Kom, jongens, we gaan. Enne… wil je Murdock laten weten dat we eraan komen?”
Hannibal beeldt daarbij uit hoe ze dat moeten doen: met stok en morsetaal. B.A. draait zich verontwaardigd om.
“Je denkt toch niet dat ik zelf op mijn Van ga staan trommelen?!”
“Nee, maar ik wou het je toch even vragen,” antwoordt Hannibal droog en steekt zijn sigaar terug in zijn mond.
B.A. schudt zijn hoofd en wenkt Face mee te gaan naar de Van. Hannibal stapt over een paar grote, dode takken heen en loopt de heide op, terwijl hij de mensen in de vallei met een uilenkreet laat weten dat alles oké is.

“Hou haar goed vast als ik het flesje onder haar neus houd.”
Murdock doet voor hoe Joe Catalina’s hoofd moet fixeren en draait de dop los. Haar neus reageert meteen. In een reflex trekt ze een vies gezicht, maar haar ogen blijven dicht. Als Murdock het wil herhalen, hoort hij de roep van een uil en zijn naam. Hij staat op, antwoordt luid en knielt weer. Als hij opnieuw het flesje opent, niest ze spontaan om de vervelende geur te verdrijven.
Het volgende moment verschijnt Hannibal. Hij ziet Catalina liggen en sprint naar hen toe. Murdock legt uit wat er is gebeurd en gaat opzij, zodat de kolonel haar kan nakijken. De derde keer wordt het flesje wat langer onder haar neus gehouden. Nu beginnen haar ogen te knipperen.
“Goed zo, Catalina!”
“Wordt alsjeblieft wakker, meisje.”
Als er één man begint te praten tegen de bewusteloze vrouw volgen ze allemaal. Het is een ware kakofonie, die drie stemmen door elkaar, maar… het werkt! Catalina trekt haar gezicht samen.
“Sssst! Ze komt bij,” maant Hannibal de anderen tot stilte.
Langzaam opent Catalina haar ogen, maar het felle zonlicht doet haar hen snel weer sluiten. Hannibal trekt zijn jas uit en houdt die zo dat er een schaduw over haar hoofd valt.
“Catalina, luister goed. Ik ben Hannibal. Voor je gaat bewegen, wil ik van je weten of je je lichaam voelt. Voel je dat iemand je hoofd vasthoudt?”
“Hmm”
“Is dat een ja?”
Catalina’s mond is droog en met haar tong maakt ze haar lippen vochtig.
“Ja,” klinkt het dan zacht.
Hannibal legt een hand op haar knie.
“Voel je je benen?”
“Ja.”
“Kun je je tenen bewegen?”
Ieders ogen gaan naar haar voeten toe. Catalina laat haar voeten heen en weer wiebelen.
“Mooi, geen rugletsel. Heb je ergens pijn?”
“Ja, m’n hoofd.”
Hannibal gebaart naar Joe dat hij haar hoofd kan loslaten. Hij wil haar wond bekijken. Joe gaat onmiddellijk verzitten. Er drupt een traan uit haar ogen.
“Catalina, ik ben bij je,” fluistert Joe terwijl hij over haar hoofd streelt. “Draai maar op je zij.”
Hij pakt haar schouder vast en helpt haar te blijven liggen.
”Prima, zo kan Hannibal er goed bij.”
Er komt een flinke hoofdwond tevoorschijn die flink gebloed heeft.
In de verte wordt geclaxonneerd. Face en B.A. stappen naast de dubbeldekker uit de Van en kijken de vallei in. Hannibal staat op en roept dat ze een gewonde hebben. B.A. grist de E.H.B.O.-koffer uit de achterbak en rent naar beneden. Face blijft achter bij Nick en Bud.
Als Hannibal een noodverband heeft aangebracht en haar overeind helpt, grijpt ze haar hoofd vast.
“Mijn hoofd draait als een bromtol. Ik geloof niet dat ik zo kan ik niet lopen. Ik voel niet eens of ik wel recht zit,” kreunt ze.
Joe is blij dat hij eindelijk iets voor haar kan doen.
“Dat hoeft ook niet. Ik neem je wel mee.”
Voorzichtig tilt hij haar op en draagt haar de vallei uit.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.