Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » What's happend with Bill? (2-shot) » What's happend with Bill (vervolg)

What's happend with Bill? (2-shot)

14 jan 2009 - 10:15

4785

1

170



What's happend with Bill (vervolg)

Bill’s pov:
Het is nu al een tijdje geleden dat ik vampier ben geworden. De meeste dingen heb ik wel onder controle.
Gustav en Georg weten er nog steeds niets vanaf, maar ik denk dat het beter is als ze het wel weten. Ze zullen waarschijnlijk wel even schrikken, maar ik doe geen vlieg kwaad. Nouja, vliegen wel, want die zijn gewoon irritant, maar je weet wat ik bedoel.
Ik ga naar Tom’s kamer, waarschijnlijk is hij daar. En inderdaad daar is hij. ‘Tom?’ Vraag ik. ‘Ja, wat is er?’ Zegt hij. ‘Nou, ik zat eens te denken -’ ‘Ojee, Bill die denkt. Dat kan nooit goed zijn.’ Plaagt hij. Ik zucht. ‘Laat me nou uitpraten.’ Zeg ik. ‘Ja, ja…vertel. Je zat te denken, en toen?’ Zegt hij. ‘Nou, ik dacht dat het misschien wel beter is als Georg en Gustav het ook weten. Je weet wel. Waarschijnlijk gaan ze toch wel iets vermoeden, dus het is misschien beter als we het gewoon zeggen.’ Zeg ik. ‘Oké, als je er zelf achter staat vind ik het goed. En wanneer wilde je het ze dan gaan vertellen?’ Vraagt hij. ‘Maakt niet uit. Zo snel mogelijk. Vanavond?’ Vragend kijk ik hem aan. ‘Oké. Bel jij Gustav, dan bel ik Georg.’ Zegt Tom. ‘Oké.’ Zeg ik, en verdwijn zijn kamer weer uit.
Niet veel later wacht ik totdat Gustav zijn telefoon opneemt. ‘Hoi met Gustav.’ Klinkt het een beetje slaperig. Oeps, even vergeten dat de meeste mensen ’s nachts slapen.
‘Hoi, Bill hier. Heb je misschien zin om vanavond langs te komen? Ik moet jou en Georg namelijk iets vertellen.’ Zeg ik.
‘Eh… Oké, hoe laat?’ Vraagt hij.
‘Maakt niet uit. Zo snel mogelijk?’ Stel ik voor.
‘Is goed. En moet ik Georg nog bellen of doe jij dat zo?’ Vraagt hij.
‘Dat doet Tom nu. Dus dat is al geregeld.’
‘Oké, dan kom ik er zo aan.’
‘Oké, doei.’
‘Bye.’
We hangen op.
Nu is er nog één vraag; Hoe moet ik ze dit gaan vertellen?
Daar kom ik vast wel uit, en anders kan Tom me altijd nog helpen. Die weet ook hoe het allemaal is gegaan.
Tom komt mijn kamer binnen en ploft naast me neer op het bed. ‘Georg komt er ook zo aan.’ Zegt hij. ‘Mooi zo.’ Zeg ik terwijl ik voor me uitstaar.
Na een half uurtje staan Gustav en Georg op de stoep. ‘Hee jongens.’ Zeg ik blij. ‘Hoooooi.’ Zegt Georg gapend. ‘Sorry, ik was al in slaap gevallen, kon je niet een wat vroeger tijdstip uitkiezen?’ Vraagt hij. ‘Je hebt toch zelf gezegd dat je het goed vond om deze tijd?’ Zeg ik. ‘Shit, dat is waar ook.’ Zegt hij, terwijl hij in zijn ogen wrijft. We laten Gustav en Georg binnen. We praten even over wat we de laatste tijd hebben meegemaakt.
‘Maar waar wilde je het over hebben Bill? Want je zei dat je ons iets wilde vertellen.’ Zegt Gustav. Nu kan ik er niet meer onderuit. Even slik ik en dan begin ik met mijn verhaal. ‘Nou, eigenlijk wil ik het hebben over de reden waarom we hier zo laat zitten.’ Ik kijk Tom aan en hij knikt als teken dat ik door moet gaan. Ik vertel ze het hele verhaal, van het begin, tot het einde.
Ze kijken ons met open mond aan. ‘Dus, laten we dit even heel kort samenvatten. Jij bent door zo’n vleermuis gebeten, en nu ben je vampier?’ Vraagt Georg. Ik knik voorzichtig. ‘Aaai.. En daarom zitten wij hier ’s nachts. En dat was dus vanaf vier jaar geleden.’ Zegt Gustav. Weer knik ik.
‘Maar waarom heb je het ons niet eerder verteld?’ Vraagt Gustav. ‘Ik dacht dat… nou… ik weet het eigenlijk niet. Ik was bang om mijn beste vrienden kwijt te raken.’ Zeg ik. Het liefste zou ik nu stilletjes in een hoekje kruipen. Natuurlijk kon ik ze alles vertellen, het zijn mijn vrienden.
‘Je weet toch dat je alles bij ons kwijt kan, net zoals bij Tom. Ik bedoel, jullie band is dan misschien wel sterker, maar toch.’ Zegt Georg. Ik haal mijn schouders op. ‘Je hebt gelijk. Sorry dat ik het jullie niet gelijk heb verteld. Maar ik was gewoon bang voor jullie reactie. En dat had ik bij Tom ook, alleen begon hij er zelf over dus toen moest ik het wel vertellen.’ Zeg ik. De hele tijd heb ik naar beneden gekeken, maar eindelijk kijk ik Gustav en Georg weer aan. Ik zie dat ze even tijd nodig hebben om na te denken over wat ze gaan zeggen.
Ik zak weer in elkaar. ‘Jullie snappen het denk ik niet. Ik begrijp het best als je me niet vertrouwd. Ik bedoel… Wie wil me nou vertrouwen?’ Zeg ik met tranen in mijn ogen en ik ga naar boven. Naar mijn kamer. Daar kan ik even helemaal alleen zijn en weer tot rust komen.
Beneden hoor ik ze nog even praten. Dan hoor ik voetstappen op de trap. Alle drie komen ze mijn kamer in. Tom gaat op de grond zitten en gebaart dat ik naast hem moet komen zitten. Dat doe ik ook. Troostend wrijft hij over mijn rug en knuffelt me. Hij snapt in ieder geval hoe ik me voel. Gustav en Georg staan nog in de deuropening. Dat maakt me eigenlijk niet zo veel uit, ik laat mijn tranen de vrije loop en laat me troosten door Tom.
‘Bill, sorry als we raar reageerden. Maar ik wist ook niet zo goed wat ik moest zeggen.’ Zegt Gustav. Hij komt naast ons op zijn hurken zitten en kijkt me aan. ‘Maakt niet uit.’ Zeg ik met een trillerige stem. Georg volgt Gustav’s voorbeeld. ‘Natuurlijk vertrouwen we je. Tom heeft het toch ook de hele tijd met je uitgehouden.’ Zegt hij lachend. Tom prikt in zijn zij. Ik moet er om lachen. Even zie ik weer schrik in Gustav zijn ogen, maar al snel is het verdwenen.
Die dag blijven Gustav en Georg bij ons slapen. Hoewel dat wel raar voor hen is, want normaal slapen ze ’s nachts.
We hebben de matrassen naar beneden gesleept en in de woonkamer neergelegd. Ik heb ze allebei beloofd om niets te doen. Maar om hun te overtuigen moest dat een paar keer. Uiteindelijk is het me toch gelukt en liggen we allemaal naast elkaar. Tom ligt in het hoekje, daarnaast lig ik, dan Gustav en dan Georg.

Gustav’s pov:
Ik ben best geschrokken over wat Bill ons die avond heeft verteld. Maar hij was tenminste eerlijk, en dat vind ik belangrijk. We hebben de matrassen beneden in de huiskamer gelegd en nu liggen we allemaal naast elkaar. Bill heeft Georg en mij een paar keer moeten beloven dat hij niets zou uitvreten. Het idee vind ik best griezelig. Maar hij is onze vriend, en zal ons dus niets kwaad doen. Ik ben, net zoals Georg trouwens, heel erg moe, en val al snel in slaap.
Als ik ’s avonds weer wakker word schrik ik even. Bill heeft zich naar me toe gedraaid en ligt met zijn mond half open. Best eng als je net wakker word. En dan bedoel ik niet zozeer Bill die naast me ligt, maar die hoektanden van hem zien er nogal scherp uit. Brrr…
‘Ga nou geen rare dingen in je hoofd halen Gustav. Hij heeft beloofd niets te doen, dus hij zal ook niets doen.’ Zeg ik in mezelf. Bill mompelt wat in zijn slaap en draait zich naar Tom. Even vraag ik me af of hij zich niet kapot zou schrikken als hij wakker word, maar dat zal vast niet. Ik draai me om en probeer te slapen, maar dat lukt niet. Georg daar in tegen heeft daar helemaal geen last van, die snurkt echt overal doorheen. Ik besluit om even een glaasje water in te schenken, nu ben ik toch al wakker. In de keuken vul ik een glas en ga op een stoel zitten. Dan hoor ik voetstappen. Zou ik iemand hebben wakker gemaakt?
Al snel zie ik dat Bill binnen komt. Hij wrijft in zijn ogen en gaapt even. ‘Hoi Guus. Lekker geslapen?’ Vraagt hij. ‘Ja hoor.’ Zeg ik en drink het water op. ‘Je schrok hè?’ Vraagt Bill. Verbaast kijk ik op. ‘Wat bedoel je?’ Vraag ik. ‘Dat weet je best. Toen je wakker werd schrok je.’ Zegt Bill. Hoe kon hij dat nou weer weten? Oja… vergeten, dat kan hij nou eenmaal… pff.. lekker handig. ‘Oh…Ja, ik schrok wel ja. Maar het maakt niet uit. Ik denk dat het erger was als ik wakker was geworden met mijn hoofd richting Georg.’ Zeg ik lachend. ‘Dat hoorde ik.’ Horen we gedempt uit de kamer komen. Bill moet lachen. ‘Nouja, sorry dat ik je liet schrikken. Daar kan ik ook weinig aan doen als ik lig te pitten.’ Zegt hij. ‘Geeft niet… Je bent altijd al eng.’ Plaag ik. ‘Grappig hoor. Maar ik ga me even omkleden.’ Zegt hij en gaat naar boven.
Ik merk wel dat ik me iets onzekerder voel nu ik dit van Bill weet. Maar dat trekt later denk ik wel weer bij.
Tom komt ook de keuken in gelopen. ‘Is het gezellig hier?’ Vraagt hij. ‘Echt wel. Jammer dat je net de gezelligheid hebt gemist.’ Zeg ik. Hij glimlacht. ‘Ik ga me omkleden.’ Zegt Tom. ‘Dat gaat niet, want Bill is zich al aan het omkleden.’ Zeg ik snel. ‘Ook goed, dan ga ik me straks wel omkleden. Maar eer dat hij de badkamer uit is, is het alweer kerst.’ Zegt Tom. Bill komt net naar beneden gelopen. ‘En jij denkt zeker dat ik doof ben.’ Zegt hij. ‘Niks gebeurt, ik ga me omkleden.’ Zegt Tom, en gaat naar boven.

Bill’s pov:
Even is er een stilte tussen Gustav en mij. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen, maar dit is echt vervelend. Ik ga maar alvast de tafel dekken voor het ontbijt. Dit zal wel een beetje raar zijn voor Gustav en Georg, om te ontbijten in de avond. Maar als je het vaak genoeg doet, dan went het vanzelf.
Als iedereen omgekleed is gaan we eten. Gustav eet bijna niets. ‘Wat is er Gustav?’ Vraag ik. ‘Niets.’ Zegt hij een beetje afwezig. Ik weet zeker dat er wel wat met hem aan de hand is, maar als hij het niet wil zeggen dan zal ik er ook niet over beginnen. En eigenlijk had ik het al aan zien komen. Na het eten gaan Gustav en Georg weer naar huis. Tom en ik zitten naast elkaar op de bank. Even verzink ik weer in diepe gedachten, wat is er mis met Gustav? Hij doet ineens zo anders tegen me terwijl hij weet dat ik gewoon nog de oude Bill ben.
Ik zit zo erg in gedachten dat ik niet door heb dat Tom tegen me zit te praten. ‘Hallo? Luister je wel? Aarde aan Bill!’ Zegt hij. ‘Huh, wat?’ Vraag ik. ‘Ach laat maar. Je was weer aan het nadenken.’ Zegt hij. Ik kijk naar de grond. ‘Bill wat is er?’ Vraagt hij. ‘Niets.’ Zeg ik, maar het klinkt niet erg geloofwaardig. ‘Jawel, er is wel iets, dat zie ik toch aan die ogen van je.’ Zegt hij. Tom heeft gelijk. We zijn erachter gekomen dat als ik bloot sta aan veel emotie krijg ik die rode ogen. ‘Ik weet het niet. Gustav doet zo anders tegen me. Ook al weet hij dat ik nog gewoon de oude ben. Misschien hadden we het beter niet kunnen vertellen.’ Zeg ik met een waterig stemmetje. ‘Je zit ernaast, Bill. Het was juist beter om het te vertellen. Nu snappen ze wat er aan de hand is. En waarom jij je zo gedraagt. Het is alleen even wennen voor ze, en het is duidelijk dat Gustav het er wat moeilijker mee heeft dan Georg.’ Zegt Tom. Het enige wat ik nu kan doen is hem gelijk geven. ‘Maar hij kon het toch gewoon zeggen?’ Vraag ik. ‘Ja, daar ben ik het mee eens. Maar Gustav denkt er duidelijk anders over.’ Zegt Tom. Dan gaat mijn mobiel af.
‘Met Bill.’ Zeg ik.
‘Hoi Bill, met Gustav. Sorry dat ik daarnet niets zei. Ik begrijp dat het niet aardig was.’
Ik weet even niets te zeggen, maar hij ziet in ieder geval in dat ik me ook niet lekker op mijn gemak voel als hij zo doet.
‘Ben je er nog?’ Vraagt hij.
‘Ja.’
‘Oké, maar zullen we dan wat afspreken om te doen?’
‘Wat wilde je dan doen?’ Vraag ik.
‘Tja, dat is wel een goede vraag. Op het uur dat jullie wakker zijn is de bios dicht hè?’ Vraagt hij. ‘Jup.’ ‘Oh, en…Het zwembad?’ Stelt hij voor. ‘Ook dicht.’
‘Dat schiet lekker op. Maar we verzinnen wel wat.’ Zegt hij.
‘Ik vind het al heel wat dat je nog even hebt gebeld.’ Zeg ik.
‘Oké, weet je wat, ik ga even bedenken wat we kunnen doen. Dan…Ga jij lekker verder met weet ik veel wat.’ Zegt hij lachend.
‘Is goed.’
‘Dan ga ik nu ophangen en met Georg overleggen. Doei.’
‘Doei.’ Zeg ik. Ik druk mijn telefoon uit. Tom heeft mijn deel van het gesprek meegeluisterd. ‘En?’ Vraagt hij. ‘Gustav heeft zijn excuses aangeboden.’ Zeg ik. ‘Zo komt het toch nog goed.’ Zegt Tom. Ik knik. De rode kleur van mijn ogen zal vast wel weer weg zijn. ‘En hij wilde ook nog iets met zijn allen gaan doen. Alleen het is een beetje moeilijk om te verzinnen wat, want alles is natuurlijk gesloten.’ Tom lacht. ‘Dat is waar. Maar misschien kunnen we een dvd’tje kijken ofzo.’ Stelt hij voor. ‘Slim, ik zal hem wel even bellen om te vragen wat hij ervan vindt.

Tom’s pov:
Arme Bill. Hij heeft het er wel moeilijk mee. Gelukkig vatte Georg het goed op. Gustav is alleen wat geschrokken, maar dat gaat ook wel goed komen. Bill is nu aan het bellen met Gustav. Als het maar geen horrorfilm wordt met vampiers, daar zitten we momenteel niet op te wachten. Ondertussen zit ik weer op mijn kamer, maar niet voor lang.‘Tom!’ Roept Bill naar boven. ‘Ja? Wat is er?’ Vraag ik. ‘Is hier ergens een videotheek in de buurt die ’s nachts open is?’ Vraagt hij. ‘Ja, ik geloof van wel.’ ‘Is het goed als wij vanavond dan een dvd gaan uitzoeken?’ Vraagt hij. ‘Ja hoor, is goed.’ Roep ik. Ik hoor Bill weer verder praten aan de telefoon.
Niet veel later staan we in de videotheek. We hebben een spannende actiefilm uitgezocht. Als we de videotheek uitlopen zien we een oude klasgenoot van ons staan; Jefferey. Hij heeft ons heel lang gepest, en we waren blij dat we klaar waren met school, en dus van hem af waren. Als hij nu een opmerking maakt kan Bill dat echt even niet hebben. ‘Heey Bill! Emo geworden ofzo?’ Roept hij. Oh shit, te laat. We hebben allebei niets tegen emo’s, dat moet je niet verkeert opvatten. Maar op de manier hoe Jefferey het zegt, daar kunnen we allebei niet tegen. Bill balt zijn vuisten. Ik zie zijn ogen rood opgloeien. Dit gaat fout…
‘Bill, rustig.’ Probeer ik nog. ‘Hij is het niet waard.’
Maar Bill is over de rooie. Boos stapt hij op Jefferey af, en pakt hem bij zijn kraag. ‘Maak nog een keer zo’n opmerking, en je kunt naar het ziekenhuis.’ Sist hij. ‘En hoe wil je dat doen? Ga je je andere homo vriendjes erbij halen?’ Zegt Jefferey spottend. Nu liep de druppel over.
Bill deelt een harde klap uit en geeft hem een knietje. Maar Jefferey weet van geen ophouden, hij geniet ervan om Bill boos te zien en maakt de ene na de andere opmerking.
Uiteindelijk raakt Bill hem echt hard op zijn slaap en rent weg. Jefferey duizelt een beetje, en moet zich aan een boom staande houden.
Ik volg Bill, maar hij is echt snel. Maar ik vind hem toch. Onder een grote boom zit hij zacht te snikken, met zijn gezicht in zijn handen. Ik ga naast hem zitten en troost hem. ‘Tom, het was bijna gebeurt.’ Snikt hij. Ik wieg hem zacht heen en weer. ‘Wat was er bijna gebeurt?’ Vraag ik zacht. ‘Ik had… Ik had bijna gebeten Tom. Bijna.’ Snikt hij. ‘Ik wil dat niet. Zelfs bij Jefferey wil dat niet.’ Zegt hij zacht. Ik aai door zijn haren heen. ‘Maakt niet uit Bill, je hebt het niet gedaan. En dat vind ik goed.’ Zeg ik. Hij knikt. Als Bill rustig is gaan we weer naar huis.
De volgende avond komen Georg en Gustav weer langs. Bill zit nog even op zijn kamer. Hij heeft gezegd dat ik ze mag vertellen wat er gisteren gebeurt is als ik dat wil, maar hij wil het er liever niet over hebben.
‘Hoi Tom.’ Zegt Georg als ze binnenkomen. Ik glimlach flauwtjes. ‘Hoi.’ Zeg ik. We gaan de woonkamer in. ‘Waar is Bill?’ Vraagt Gustav. ‘Nou, die is een beetje geschrokken gisteren.’ Zeg ik twijfelend. ‘Hoezo? Wat is er gebeurt? Jullie gingen toch alleen die dvd halen?’ Zegt Gustav. ‘Ja, dat klopt. Maar toen we de videotheek uitliepen kwamen we Jefferey tegen. En die maakte allemaal opmerkingen tegen Bill, waar hij niet tegen kan. Dus toen ging Bill helemaal uit zijn dak en Jefferey genoot er gewoon van. Bill heeft toen een paar flinke klappen uitgedeeld, en toen is hij snel weggelopen. Toen ik hem vond vertelde hij me dat hij de drang had om hem te bijten. Hij was echt ziedend. Maar hij is heel erg geschrokken van wat er gebeurt is, en hij wil het er liever niet over hebben.’ Zeg ik. ‘Hij wil zich er echt niet aan over geven hè.’ Zegt Gustav. ‘Hoe bedoel je precies?’ Vraag ik. ‘Nou, hij wil zich er niet bij neerleggen dat het nou eenmaal zo is dat hij is hoe hij nu is.’ Zegt Gustav. ‘Dat is inderdaad wel zo.’ Zeg ik. Gustav had helemaal gelijk. Bill is er echt kapot van dat wanneer mensen het zouden weten van hem, ze hem dan raar aankijken. ‘Maar wanneer zou hij zich er dan wel aan toegeven?’ Vraag ik. ‘Geen idee. Misschien als hij weet dat hij niet de enige is, die zo is.’ Zegt Gustav. Ik knik. ‘Ik ga even kijken hoe het met Bill is.’ Zeg ik en ik ga naar boven. Als ik zijn kamer binnenkom zie ik hem niet. Zijn raam staat wel open. Ik ga ervoor zitten. ‘Oh, Bill, kon ik je nou maar helpen.’ Zeg ik zacht. ‘Dat doe je ook. Heel goed zelfs.’ Hoor ik zijn stem achter me zeggen. Ik kijk om en daar staat hij. ‘Je laat me schrikken joh, ik zag je daarnet niet.’ Zeg ik. ‘Dat was ook de bedoeling dat je me niet zag.’ Zegt Bill. ‘Wil je de film nog komen kijken?’ Vraag ik. Hij knikt.
Met zijn allen zitten we geboeid naar de film te kijken. Ik vind dat we een goede dvd hebben uitgekozen. Na de film gaan Gustav en Georg weer weg. Ze brengen gelijk de dvd terug naar de videotheek.
Ik blijf alleen achter met Bill. Het is een gespannen stilte tussen ons.
‘Bill, voel je je wel goed?’ Vraag ik voor de zekerheid. Hij schudt nee. ‘Wil je praten?’ Vraag ik. Weer een nee. Ik knuffel hem. Ik wil hem troosten, ik heb echt zo veel medelijden met die jongen. Maar wat kan ik er tegen doen?
Na een paar minuutjes ligt Bill met zijn hoofd op mijn schoot en slaapt hij. Ik strijk met mijn vingers door zijn haar. Af en toe veeg ik wat plukken voor zijn gezicht weg naar achteren. Dan valt mijn oog op de kleine wondjes in zijn nek. Die zullen vast voor dit hele gebeuren gezorgd hebben. Ik ben te moe om erover na te denken, en val ook in slaap.
De volgende avond word ik laat wakker. Bill wordt na een tijdje ook wakker. ‘Hoi.’ Zeg ik tegen het slaperige hoofd van mijn broertje. Hij zet een nep lachje op.
‘Bill, ik heb eens nagedacht.’ Begin ik. ‘Misschien is het voor jou beter, als je … nou, als je zegmaar niet de enige bent.’ Zeg ik een beetje onhandig. ‘Bedoel je dat ik…’Begint Bill. Ik knik. ‘Geloof me Tom, dat wil je niet.’ Zegt hij. ‘Bill, ik stel het zelf voor. Ik wil je helpen.’ Zeg ik vastbesloten. ‘Maar je helpt me al. Je spreekt moed in, troost me.’ Begint hij. ‘Begrijp me niet verkeerd, maar ik wil het. Zowel voor jou, als voor mij.’ Zeg ik.
Even blijft hij me aankijken. Het lijkt net alsof hij door me heen kijkt. ‘Je weet het echt 100% zeker? Vraagt hij. Ik knik.

Bill’s pov:
Ongelofelijk dat hij dat voor me over heeft. Hij wil net zoals ik worden. Zo denkt hij me te kunnen helpen. En misschien is dat ook wel zo.
Voorzichtig buigt hij zich naar me toe. Hij wil dat ik het nu meteen doe?! Hij weet het echt zeker.
Ik pak zijn handen vast en buig me naar hem toe.
Dan zijn we dichtbij genoeg. Weer voel ik de drang, maar deze keer voelt het anders. Deze keer sta ik er ook achter. En deze keer krijgt die innerlijke drang voldoening.
Ik bijt. Ik zet mijn tanden in zijn nek. Langzaam voel ik het bloed mijn mond binnenstromen. Er vallen kleine druppeltjes naar beneden op onze handen. Ik moet toegeven; het is heerlijk, ik geniet ervan. Maar het is wel een raar idee dat ik het bij mijn eigen broer doe.
Ik ga recht op zitten en kijk Tom in zijn ogen. ‘Goed gedaan Bill.’ Fluistert hij. ‘Goed gedaan.’
Ik krijg een glimlachje op mijn gezicht. Even omhelzen we elkaar weer. Als ik weer rechtop zit zie ik dat het al aan het werken is. ‘Tom?’ Vraag ik. Hij kijkt me aan. ‘Hoe voel je je?’ Vraag ik voor de zekerheid. ‘Anders. Maar wel goed.’ Zegt hij. Ik wacht even. ‘Tom, jij mag ook.’ Zeg ik. Even weet hij niet wat hij moet zeggen. Ik begin dan maar. Ik maak met mijn tanden een snee in mijn pols. ‘Doe maar, het is toch zo weer genezen.’ Zeg ik, en houd mijn pols voor hem. Hij is een beetje zenuwachtig omdat ik hem nu zo overval. Toch zet hij zijn mond tegen de wonden en begint te drinken. Ik zie dat hij ervan geniet.
Na een tijdje is hij klaar. ‘En?’ Vraag ik. Hij krijgt een grijns over zijn gezicht. ‘Beter dan zo’n one-night stand.’ Zegt hij lachend.
We hebben ons er allebei aan overgegeven. Maar we doen geen andere mensen of dieren kwaad. We doen het enkel bij elkaar.
De volgende avond gaan we naar Gustav toe. We weten zeker dat Georg daar ook is. En nee, we gaan niet door de voordeur. We vliegen er naartoe en gaan op het dak zitten.
Gustav’s kamer is namelijk helemaal bovenaan.
Ik klop op het raam en hij doet open. ‘Hoi Guus, mogen we binnenkomen.’ Vraag ik. ‘Kom maar binnen.’ Zegt hij. We klimmen naar binnen, en op dat moment komt Georg de kamer binnen gelopen. ‘Zo kun je dus ook binnenvallen. Kun je mij dat ook leren?’ Vraagt hij lachend. Tom gaat voor zijn neus staan. ‘Dat hoef je niet te leren. Ik kan het zo voor je regelen.’ Zegt Tom geheimzinnig. ‘Ach, laat die jongen.’ Zeg ik lachend. ‘Maar als hij nou wilt?’ Zegt Tom alsof hij betrapt is. Bij Gustav en Georg begint er nu wat te dagen. ‘Bill? Jij hebt het bij Tom gedaan? Maar dat zou je toch nooit doen?’ Zegt Gustav met een piepstemmetje. ‘Begrijp het niet verkeert, maar ik wilde het zelf. En het is heerlijk.’ Zegt Tom. Ik kijk hem boos aan. ‘Tom! Zo maak je ze bang! Ze zijn net van de schrik bekomen, ga jij zo vaag lopen doen.’ Zeg ik. Er begint een kleine discussie tussen ons maar Georg onderbreekt ons. ‘Jullie zijn in ieder geval jezelf nog.’ Zegt hij. ‘Dat zijn we altijd al geweest.’ Roep ik. ‘Kalm aan jongens.’ Zegt Gustav. Hij weet ook niet zo goed wat hij moet doen.
‘Oké, laten we eens rustig opnieuw beginnen. Als ik het goed begrijp, is Tom nu gebeten door jou.’ Zegt Gustav tegen me. Ik knik. ‘Maar hij wilde het zelf.’ Ik knik weer. ‘Hebben jullie de rollen ook al omgedraaid?’ Vraagt hij. Allebei knikken we ja. ‘En, het beviel jullie wel.’ Tom en ik kijken elkaar aan en krijgen een glimlach op onze gezichten. ‘Ja dus. En nu denken jullie dat wij ook de klos willen zijn.’ Zegt hij een beetje paniekerig. Deze keer schud ik nee. ‘Dan ben ik het kwijt. Zegt Gustav. ‘We wilden gewoon langs gaan.’ Zeg ik. ‘Oké, dan loop ik jullie dus gewoon vals te beschuldigen. Sorry, sorry, sorry.’ Zegt hij zacht. ‘Maakt niet uit, we zijn toch nog vrienden?’ Zeg ik terwijl ik mijn arm om zijn schouder sla. ‘Ja, natuurlijk.’ Zegt hij. Ik wil best geloven dat hij dat vindt. Maar de angst loopt door zijn hele lichaam. Ik stel maar voor om weer naar huis te gaan. Tom vindt het goed.
Binnen mum van tijd zijn we weer thuis. Zuchtend zak ik op de bank. ‘Wat is er broertje?’ Vraagt Tom. Ik kijk hem even aan. Hij weet het best. ‘Het is nog steeds zo dat Gustav zich niet op zijn gemak voelt.’ Zeg ik. ‘Maak je niet druk, hij draait wel bij.’ Zegt Tom. Ik hoop maar dat hij bijdraait.
We zetten een film op. Het wordt expres geen film met veel bloed, anders zitten we ons de hele tijd erop te verlekkeren.
De film is laat afgelopen, en ik ga naar bed. Tom probeert nog om me even te laten blijven, maar dat doet hij op zijn eigen onsubtiele manier. ‘Ah, blijf nou. Heel eventjes maar. Een klein beetje. Please Bill.’ Zeurt hij. Ik weet wat hij wil, maar daar heb ik geen zin in. ‘Ik ben geen one-night stand. Ga nou maar slapen, het wordt zo licht.’ Zeg ik lachend.
Misschien dat het morgen komt.
De volgende ochtend word ik laat wakker. Tom is beneden aan het rommelen. Ik ga me omkleden.
Niet veel later plof ik weer op mijn bed om tv te kijken.
Als Tom dat hoort komt hij gelijk naar boven. En ja hoor, ik had gelijk. Hij komt naast me zitten. Hij maakt het moeilijk voor me. Even kijk ik opzij en kijk recht in de ogen van Tom. Die blik van hem heeft verraden dat hij wel wilt. We gaan rechtop zitten. ‘Jij hebt trek zeker?’ Zeg ik lachend. ‘Jaahaa… Niet zo er omheen draaien. Kom op.’ Zegt hij. ‘Ik dacht dat je het nooit zou zeggen.’ We maken een snee in elkaars polsen en drinken. Weer geniet ik ervan. En Tom zo te voelen ook. Maar man, wat was dit lekker.
Dan gaat mijn telefoon. ‘Even geduld Tommie. We gaan zo verder.’ Zeg ik. Dan neem ik mijn mobiel op. ‘Hoi.’ Zeg ik. ‘Hey, met Georg. Storen we jullie?’ Vraagt hij. ‘Eigenlijk wel ja, maar dan moet Tom maar even wachten.’ Zeg ik lachend. Even is het stil aan de andere kant. Hij had het duidelijk niet zien aankomen. ‘Maar waar ik eigenlijk voor belde, kunnen we zo langs komen?’ ‘Natuurlijk kan dat.’ Ik zie dat Tom ongeduldig wordt. ‘Oké, wel elkaar een beetje heel houden hè.’ ‘Ja ja, maar als ik nog langer blijf telefoneren dan laat Tom niets meer van me over.’ Zeg ik. ‘Oké. Veel plezier dan. We komen zo. Doei.’ ‘Doei.’ Zeg ik en hang op.
‘Je laat me wel wachten.’ Zegt Tom. ‘Ach, houd je mond waar waren we ook alweer gebleven.’ Zeg ik en we gaan weer verder.
Een uurtje later staan Gustav en Georg voor de deur. ‘Was het lekker jongens.’ Vraagt Georg lachend. ‘Zeker wel.’ Zegt Tom. Gustav is ook wat rustiger. Dat vind ik wel prettig.
Wanneer ze allebei binnen zijn gaat Tom uitgebreid gapen. Ik geef hem een por. ‘Tom, mond dicht jij.’ Fluister ik in zijn oor. ‘Kan ik er wat aan doen dat jij zo slaapverwekkend bent.’ Zegt hij lachend. Ik prik hem in zijn zij. Ja, het is zeker, we gaan gewoon nog met elkaar om zoals vroeger. We doen een spel op de playstation. Het is een vechtspelletje waar Tom en Georg helemaal weg van zijn. Ze spelen het tegen elkaar. Tom heeft zijn tong een beetje uit zijn mond. ‘Tom! Doe die tong naar binnen!’ Roep ik tegen hem. Daardoor schiet Georg in de lach, en heeft Tom de kans om het spel te winnen. ‘Dat deed je expres!’ Zegt Georg beledigd. ‘Goed hè.’ Lacht Tom.
Ik ben echt opgelucht dat Gustav niet meer bang is voor ons. Ik bedoel, we doen toch niets? Ik kan er ook weinig aan doen dat sommige mensen van die rare dingen verzinnen. Maar als we op straat ’s nachts iemand tegen komen worden we af en toe wel raar aangekeken. Tom en ik worden niet ouder, maar we blijven wel eeuwig leven. Dat vind ik wel raar. Georg en Gustav worden wel ouder, want zij willen geen vampier worden. Ik vind het best, het is hun keuze en niet de mijne. En ik denk dat wanneer ik in hun schoenen had gestaan, ik het ook niet had gedaan.


Reacties:


cocoloco
cocoloco zei op 2 aug 2009 - 5:58:
echt zo'n verhaal waar je je helemaal mee kan in leven! echt goed geschreven! alsof je precies weet hoe het is om een vampier te zijn!