Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Harry Potter en de Terugkerende Strijders. » De Onlogische Logica.

Harry Potter en de Terugkerende Strijders.

15 jan 2011 - 19:43

1237

1

362



De Onlogische Logica.

In dit Hoofdstuk krijgt Harry te maken met een wonder, en leert hij een nieuw personage kennen.

Het was een warme Zomerdag en Harry werd al vroeg gewekt door een dun straaltje zonlicht op zijn gezicht.
Hij kwam overeind en zag uit zijn ooghoeken dat zijn beste vriend Ron Wemel nog volop lach te slapen.
"Daar komt wel verandering in" mompelde Harry zachtjes in zichzelf.
Hij stond op en sloop stilletjes de kamer uit naar de Overloop van het Nest.
Hij liep de trap af naar de tweede verdieping en keek voordat hij de wc inging naar links naar de deur van Ginny's slaapkamer.
Hij draaide de klink om en stapte de kleine wc binnen.
Hij liep naar de wasbak met bijpassende spiegel en keek erin terwijl hij de kraan opendraaide en zn hand nat maakte.
Alles was nog hetzelfde, het wilde zwarte haar dat alle kanten opstond, zijn heldergroene ogen, zijn litteken die door iedereen als legendarisch word aangeschouwt en dan het litteken op zijn wang die hij net nieuw had.
Gisteravond was Harry bij de Duffelingen in huis aangevallen door 3 Zwadderichstudenten en werd hij gered door Arthur Wemel en Romeo Wolkenveldt.
Hij waste zijn gezicht en dacht terug hoe Romeo een pas 13-jarige Zwadderaar moest doden om zijn leven, Harry's leven, te redden...
Hij had Romeo altijd als een geweldige tovenaar voor zich gezien maar had nooit bij hem gedacht dat hij in staat was een 12-jarige te doden.
Nou was het niet duidelijk en was het nodig maar dan nog...Het zat hem niet lekker.
Toen ging de deur open en stapte George Wemel binnen, nog altijd met één oor.
"Probeer je je hoofd te veranderen Harry? Ik kan je wel helpen." Grapte George.
George was de middelste van de Familie Wemel samen met zijn tweeling broer Fred, die was omgekomen in de oorlog tegen Voldemort.
Een glimlach verscheen op Harry's gezicht.
"Zeg George, zit jij er niet mee?" vroeg Harry.
-"wat bedoel je Harry, het is pas ochtend, zelfs moeder is duidelijker en dat wil héél wat zeggen."
"Nou, nog geen 3 maanden geleden ben je je tweeling verloren..."
De glimlach bij George verdween.
Harry dacht dat hij beter zijn mond even kon houden en zag toen uiteindelijk George de kamer uitlopen, met gehange hoofd.

Harry besloot nog even naar bed te gaan, of in iedergeval naar Ron's zolderkamertje om zich aan te kleden, hij wist het nog niet.
Toen hij dan uiteindelijk boven kwam klom Harry diep in gedachte verzonken terug in bed en legde zijn hoofd op het kussen.
"Waarom zei ik dat ook!" Zei Harry boos, meer in zichzelf en hij stompte in zijn kussen.
Nog geen paar minuten later hoorde Harry haastige voetstappen op de trap en werd de deur met een klap opengegooid.
Ron viel van schrik uit bed maar Harry greep instinctief naar zijn Toverstok op het kastje en richt hem op de persoon in de deur.
Een klein en mollig vrouwtje met rood haar met een gelukkige glimlach maar toch met tranen in haar ogen stond in de deuropening.
Het was Ron's moeder, Mevrouw Wemel.
Ron klom boos weer zijn bed op en vloekte nog naar zijn moeder maar dat deed haar niks.
"Kom snel jongens, ik heb een verrassing voor jullie" Zei ze met de grootste glimlach van de hele ochtend en ze draaide zich vrolijk neuriend om.
"Dat was vreemd.." Merkte Ron terecht op.
"-Ja dat wel maar laten we maar gaan."
"Het zal wel iets zijn als een nieuwe gootsteen die wij moeten installeren ofzoiets..."
Harry moest lachen om Ron's grap maar Ron snurkte alweer en dus klom Harry alleen zijn bed uit en ging de trap af.

Toen Harry aangekleed en wel de trap afliep en bijna bij de Woonkamer kwam hoorde hij een vrolijke lach en hoorde hij 2 bijna Identieke stemmen met elkaar praten.
Toen Harry dan de keukendeur opendeed en de vrolijk ingerichte woonkamer met keuken binnenstapte zach hij wie er zo blij lachte.
Het was niet alleen George zoals hij dacht, maar ook zijn pas overleden Tweelingbroer stond naast hem.
Harry's mond zakte open.
Iemand legde een warme hand op zijn schouder om Harry af te leiden van het onwaarschijnlijke verhaal dat hij zojuist voor zich zag.
Hij keek over zijn schouder om te kijken wie hem hielp en keek in een vrolijk gezicht met fonkelende ogen achter een halfrond brilletje.
De man was al minstend 100 en had een baard die hij zo in zijn broek had kunnen stoppen.
"P...P...pr....Pro...Profes...Sessor P...P...Per...Perkamentus?!" Wist Harry met moeite eruit te krijgen.
Een glimlach verscheen rond het eeuwenoude gezicht
"-Moet ik je nu stotterend nadoen Harry? Nee toch zeker? Ik denk dat mijn tong dan afbreekt, die is inmiddels al zo'n beetje 1800 jaar oud, die kan dat ook niet meer aan"
"Maar hoe...Hoe kunt u....?"
"Nou Harry, Er kwamen eens Engeltjes langs vliegen en die schoten met Gifpijlen op ons en zo kwamen we tot leven. ze noemen Cup-A-Soupido's." grapte Fred.
Harry wilde net tegen Fred gaan schreeuwen dat hij er niet om kon lachen toen er een gebonk opklonk.
Uit de groep mensen in de Keuken die Harry eerst niet zag stapte een man, met een wandelstok en een houten been.
Zijn gezicht zat onder de littekens en hij leek wel uit hout gemaakt door iemand die totaal niet weet hoe een gezicht eruit hoort te zien.
Met zijn gewone bruine oog keek hij Harry aan en met zijn ander groot, blauw oog keek hij heel het Nest rond, en afentoe verdween het oog gewoon in het niets!
De enige echte Alastor "Dwaaloog" Dolleman hinkte tussen de mensen vandaan naar Harry toe, hem doordringend aankijk.
Nu Harry hem zo van dichterbij keek zag hij nog meer littekens dan hij voor mogelijk hield.
Met een hoop gegrom zei professor Dolleman, zoals Harry hem nog steeds overbodig noemde, dat hij er gisteravond graag bij was geweest toen Harry werd aangevallen.
"Die houd je tegoed Dwaaloog" zei een man uit het publiek en toen hij beter keek herkende hij het vroegtijdig oude gelaat van zijn ex-docent Verweer Tegen de Zwarte Kunsten; Remus Lupos.
Met grijze strepen tussen zijn bruine haar en met de dag meer wallen onder zijn ogen en met een versteld gewaad was hij toch nog een van de mensen die het meest vertrouwde.
Toen hij beter keek zag hij meer mensen die hij herkende; De ouders van Marcel, Zijn peetvader Sirius Zwarts, Nymphadora Tops met haar vrolijke gezicht en kauwgomroze haar, de altijd knappe Carlo Kannewasser, een nog jonge vrouw die Harry enkel herkende van een foto en die Arianna Perkamentus moest zijn en zo nog enkele andere.
Harry keek niet verder toen hij een man zag staan met een bril en hetzelfde haar als Harry, vrolijk lachend naast een vrouw met sluik, rood haar met groene ogen, Harry's ogen...
Het waren Harry's ouders, de ouders die hij nooit gehad heeft, die op Harry's eerste levensjaar werden vermoord door Voldemort...Voldemort die net zoals hem zoveel families verscheurde en wie uiteindelijk door hem werd uitgeschakeld.
Hij wilde zijn ouders knuffelen, ze aanraken, maar hij kon geen pas verzetten.
Gelukkig gaf professor Perkamentus hem een zetje en Harry holde uiteindelijk naar zijn ouders zo de arme van zijn huilende moeder in.
Ondertussen legde Lupos uit dat er een nieuwe tovenaar is opgestaan en die met een bepaalde Bezwering dode tot leven kon wekken en dat hij inmiddels de grootste tovenaar ter wereld was geworden op een leeftijd van 18 jaar.
Ook werd hem verteld terwijl hij nog steeds met zijn ouders knuffelde dat er een Dooddoener is opgestaan en die de Steen van Wederkeer vond en alles Dooddoeners weer tot leven wekte.
De oorlog was wederom begonnen met nog geen maand rust.
Maar ditmaal, ditmaal was Harry niet alleen, ditmaal had Harry zijn ouders, zijn ouders die hij voor het eerst zag, echt zag, ze kon vasthouden en ermee kon praten.


Reacties:


irish98
irish98 zei op 20 feb 2011 - 8:18:
Woooo. Moooi. it Dwaaalie
cup-A-soupido's
Wel ontroerend allemaal