Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Bad boys for life. » Hoofdstuk 59

Bad boys for life.

3 maart 2011 - 18:46

791

0

245



Hoofdstuk 59

Tom neemt nog een hap van zijn pizza. Hij kijkt zwijgend naar Bill die op zijn knieën de kantoormedewerkers pizza voert. 'Wat een zooitje, man, wat focking erg. Als ik dat geweten had, dan had ik m'n harses wel gehouden. Ik was alleen zo kwaad op je omdat jij verraden had dat ik 'm zou smeren. Ik wou je gewoon terugpakken. Ik heb de hele klerebende opgestookt voor ik wegging. Heb gezegd dat die gasten moesten getuigen dat jij had gezegd dat het wel gebeurd was, heb Miriam het hele verhaal verteld, heb zelf een getuigenverklaring afgelegd. Wat een zooitje. Jouw leven naar de kloten, mijn leven naar de kloten. Echt een grote focking bende, die leven van ons,' zegt hij, terwijl hij langzaam kauwend voor zich uit kijkt, 'je kunt zeker wel zeggen dat we bad boys for life zijn. Voor mij was 't ook niet fijn, hoor. Ik werd overgeplaatst met een dossier op m'n rug zo dik als een encyclopedie. Waarschijnlijk stond er met grote letters opgeschreven: ''GEEN RUIMTE GEVEN'', want de eerste maanden mocht ik niks. Het was sowieso ruk, want het was een inrichting alleen voor jongens. Zat ik weer met allemaal van die stoere ventjes opgescheept. In Oosterdel had ik status, weet je wel, dan hoef je op een gegeven ogenblik niet zo veel meer te knokken, maar dat was erg, man. Een volledig verrotte inrichting. Zo corrupt als de pest en een enorm geweld tegen de jongeren. In Oosterdel waren ze wel streng, maar probeerden ze in ieder geval je met een beetje respect te benaderen. Hier niet. Ze sloegen alles en iedereen tegen de vlakte. Beleid was daar dat je rechts moest lopen in de gang. Mond dicht en vlak langs de muur. Liep je links op praatte je te veel, kreeg je klappen of kon de de afzondering in. Werd er alarm gemaakt, dan kwamen er geen groepsleider, maar een of ander bijstandsteam. Als je dan niet zorgde dat je op de grond zat, dan sloegen ze je tegen de grond. Zonder probleem. Echt heel gewelddadig. Ik heb daar echt moeten slikken, totdat ik eindelijk op verlof mocht. Je weet wel, wat ik straks zei, toen ontmoette ik Abdullah, toen werd het beter voor mij.'

Tom staat op en loopt een rondje door het kantoor. Hij schenkt cola voor zichzelf in een koffiekopje. 'Fuck, we zijn bekertjes vergeten te vragen. O wacht, we hebben natuurlijk bekers van die watercooler.' Hij pakt de bekers en schenkt ze vol met cola. Ondertussen praat hij verder. 'Maar ik zat dus elke avond met Saidah rond dat vuur. En elke avond zat ze op me in te praten dat ik terug moest gaan. En ik wilde ook terug. Ik wilde hier m'n punt maken, maar hoe kom je vanuit de bergen terug in Kabul? Dat is echt levensgevaarlijk. Bovendien had ik geen papieren meer. Toen ik uit de taxi sprong om naar Abdullah te rennen is mijn tas in de taxi blijven liggen. Die is als een gek weggescheurd. Groot gelijk trouwens, het was daar levensgevaarlijk, maar daardoor was ik echt alles kwijt. Zelfs de kleren die ik aanhad, had ik van de verzetsstrijders gekregen. Ik had niks. Dus toen ik tegen Nabil zei dat ik terug naar Kabul wilde gaan, keek hij me lang aan. Van mij keek hij naar de bergen die tussen ons en Kabul lagen en toen weer terug naar mij. Hij zuchtte en spuwde een fluim in de droge rivierbedding. ''How... You, how?'' zei hij en keek weer naar de bergen. De verzetsstrijders konden me maar een deel brengen. De laatste weken was de strijd enorm opgelaaid en het was levensgevaarlijk voor hen om zich buiten de bergen te begeven. De Amerikanen schoten op iedere hoofddoek, op iedere tulband die binnen schotsafstand kwam. Ik had gevraagd of ze me tot de voet van het gebergte konden brengen en dat hebben ze gedaan. Ik kreeg de video en een muilezel mee als afscheidscadeau, een zak water en een zak eten. En daar ging ik dan, de bergen uit. Op een muilezel. Tom de moslim uit Amsterdam West. Op een ezel in Afghanistan Oost. Het is te waanzinnig voor woorden als je er stil bij staat. Voor ik goed en wel beneden was, heb ik die ezel al ontslagen. Het was veel te link. Door dat beest was ik een soort zittende schietschijf. Bovendien was dat kreng ontzettend eigenwijs. Soms bleef-ie gewoon een halfuur bij een grasspriet staan. Snuffelen, snuiven, grazen; het schoot niet op. Ik heb hem een klap op z'n reet gegeven en de vrijheid in gestuurd. Ik hoop maar dat hij niet op een mijn is getrapt. Toen ik eenmaal op de grote weg kwam, werd het pas echt link.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.