Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Stand Alones [Non-FF] » Morgen is het een jaar geleden.

Stand Alones [Non-FF]

15 maart 2011 - 17:42

981

1

192



Morgen is het een jaar geleden.

Lieve Maarten,

Morgen is het een jaar geleden dat jij hebt besloten deze wereld te verlaten. De dag waarop mijn hart in duizenden stukjes brak. Beloofd had je het me, beloofd om nooit voor die laffe uitvlucht te kiezen, hoe slecht het ook gaan zou. Beloftes zijn er om gebroken te worden… Tenminste, dat denk ik sinds de zwartste dag uit mijn leven. Nooit zal ik vergeten hoe de tranen over mijn wangen stroomden na het telefoontje van je moeder, nooit zullen de beelden van jou begrafenis mijn netvlies verlaten. Nooit zal ik jou vergeten, nooit zal ik ons vergeten. Het heeft me gebroken, van binnen kapotgemaakt. Het verliezen van iemand waar je om geeft, ik wou dat het niet nodig was, dat het niet bestond. De pijn en het verdriet die nooit helemaal weg zullen gaan. Mensen die niet weten hoe het voelt, denken dat je na een maand wel weer verder kunt gaan en alles achter je laten kunt. Het tegendeel is de waarheid. Elke dag denk ik aan je, elke dag mis ik je een beetje meer. Ik herinner me de dag dat je bent verdwenen nog goed, misschien wel te goed.
Het was tweeëntwintig maart tweeduizendacht, een regenachtige dag. Zou het weer geweten hebben dat een speciaal iemand die dag zou sterven? De hele dag had ik een raar gevoel dat mijn hele lichaam in zijn greep had. Zou mijn lichaam geweten hebben dat er iets ergs met je gebeuren ging? De SMS-berichten die ik naar het nummer van je mobiele telefoon stuurde, beantwoordde je niet. Toen had ik al moeten weten dat het goed fout was, maar ik wou me geen zorgen maken. Had ik dat maar wel gedaan, misschien was je er nu dan nog wel… Op een gegeven moment besloot ik toch naar je toe te gaan, maar net toen trilde mijn mobiel. Het schermpje liet de woorden die vertelden dat ik door jou gebeld werd, zien. Niet wetend welk vreselijk nieuws ik te horen zou krijgen, nam ik de telefoon op. Jij bleek niet degene te zijn die me belde, maar jouw moeder. Huilend en stotterend vertelde ze dat je een eind aan je leven gemaakt had. Mijn wereld stortte in. Mijn hart leek het ritme waarin het hoorde te kloppen even te vergeten en mijn adem stokte. De vraag waarom brandde om mijn lippen, maar ik realiseerde me algauw dat zij het ook niet wist. Je praatte nooit over je gevoelens… Niet met mij, niet met je ouders, met niemand. Je was echt een gesloten boek. Het gewicht van mijn mobiele telefoon werd teveel voor mijn hand en het toestel viel op de grond. Enkele tranen ontsnapten uit mijn ooghoeken en werden al snel door meerderen gevolgd. Steeds sneller stroomden ze achter elkaar. Ik zakte langs de muur op de grond en heb misschien wel uren achtereen gehuild. Nooit had ik gedacht dat dit gebeuren zou. Je zei dat je gelukkig was, dat het je niets kon schelen wat de mensen van onze relatie vonden, dat het je niks kon schelen wat de mensen over je dachten en zeiden. Wat je ook zei, je hebt het toch opgegeven. Ik heb me maandenlang schuldig gevoeld, tot een brief voor mij bestemd op de deurmat lag. Het handschrift herkende ik meteen. Het was jouw handschrift. Trillend en met tranen in mijn ogen maakte ik de envelop open. Een beschreven papier haalde ik eruit. Mijn ogen gleden over de regels. Je had genoeg van het ontkennen van je geaardheid voor je vrienden, familie en kennissen. Genoeg van het liegen en steeds weer smoesjes bedenken. Tenminste, dat zeiden de lettertjes die je op het papier gezet had. Nooit moest ik denken dat het mijn schuld zou zijn. ‘Ik heb er zelf voor gekozen en ik heb het zelf gedaan.’
Toch voel ik me nog steeds schuldig. Ik had je tegen kunnen houden, maar omdat ik niet ongerust en afhankelijk wou lijken, ben ik thuis gebleven en heb jou dit laten doen.
De dag die bijna nog erger was dan tweeëntwintig maart, volgde. Zevenentwintig maart, vijf dagen na je dood, je begrafenis. Eerst weigerde ik te gaan, maar mijn ouders en zus hebben me uiteindelijk toch overgehaald wel te gaan. Ik ben ze er dankbaar voor, nu wel. Als ik niet gegaan zou zijn, zou ik mezelf het nooit kunnen vergeven. Na de dienst is mijn zus nog even naar jou ouders gegaan en heeft verteld over ons. Ze reageerden geschrokken, maar zeiden tegen haar dat ze het niet erg gevonden hadden. Toen ik dat hoorde, was ik ergens van binnen alsnog opgelucht. Nu wisten ze toch een van de voornamelijkste redenen dat jij je levenslust verloren bent en waarom je weggegaan bent.
Morgen is het een jaar geleden. De eerste twee maanden na je dood wou ik niks en zat ik na school alleen thuis. Het slechte pad werd interessanter en ben ik gaan volgen. Mensen van vroeger herkenden me niet meer. Ik begon te roken en te drinken om me beter te voelen en alles te vergeten. Drugs waren ook goed. Het maakte me niets meer uit, het kon me niets meer schelen. In die periode wou ik het liefst ook sterven. Zelfmoordpogingen staan nu ook op mijn naam. Ze lukten niet. Vrienden hebben me geholpen te stoppen met drinken. Roken doe ik nog steeds. Het ging langzaam steeds beter met me. Het geluk kwam terug en de leegte in mijn hart werd ietwat opgevuld door de mensen die me hielpen. Toch zal er altijd een plaats leeg zijn, het plaatsje dat jij bezat. Niemand zal jou kunnen vervangen.
Lieve Maarten, ik weet dat je dit nooit leest. Toch schrijf ik dit en leg ik deze brief morgen bij je graf. Je weet maar nooit… Natuurlijk hoop ik wel dat je dit lezen zult, op welke manier dan ook.

Ik houd heel veel van je, of je nou leeft of niet.
Michiel


Reacties:


xjeszell
xjeszell zei op 15 maart 2011 - 17:54:
DIE KEN IK<3
enen. I love it.<3