Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » 2 - Nachtmerrie

Schrijfwedstrijden

17 maart 2011 - 16:52

1300

1

783



2 - Nachtmerrie

Donker. Ondoordringbaar duister, overal om haar heen. Het drukte op haar borstkas, vulde haar longen, maakte het onmogelijk om te ademen. Het oefende druk uit op haar maag en maakte haar misselijk. Ze kon haar hart voelen kloppen, steeds sneller en sneller, alsof het zich een baan uit haar lichaam probeerde te dreunen. Harder, sneller. Maar er was geen uitweg. Haar ademhaling merkte het ook, versnelde eveneens. Sneller, tot haar longen aanvoelden alsof ze uit elkaar klapten. Sneller, tot ze elke hap lucht inruilden voor een schel gepiep. Het onaangename geluid drong dapper door het duister heen, duwde het ondoordringbare niets opzij en deed de trommelvliezen van het achtjarige meisje trillen. Een koude rilling liep over haar rug, haar lichaam schokte. Toen pas voelde ze het ijskoude materiaal dat in haar polsen gedrukt werd door de plotselinge weerstand. Het meisje hield angstig haar adem in en bewoog voorzichtig haar polsen, voelde dat die inderdaad omgeven waren door een hard, koud materiaal dat niet in haar bed thuishoorde. Ze haalde schrapend adem en probeerde zich, opnieuw met ingehouden adem, los te wurmen. De ketens rammelden, het meisje meende dat het metaal was, maar van wegkomen was geen sprake. Langzaam begon ze weer te ademen, deed haar uiterste best geen piepende geluiden meer te produceren, maar slaagde niet geheel. Ze probeerde haar benen op te trekken, en merkte tot haar afgrijzen dat ook die vastgeketend waren.
Het meisje twijfelde enkele seconden, bang dat het donker haar ogen op zou slokken, toen opende ze hen. Niets. Geen kleuren, geen licht, niets. Duister, ondoordringbaar. Ook met geopende ogen.
Het is een droom, zei ze tegen zichzelf. Een boze droom, een nachtmerrie. Knijpen, herinnerde ze zich, dat moest helpen. Mama had gezegd dat ze moest knijpen, zo hard mogelijk, dat ze dan wakker zou worden van de pijn. Want in dromenland voelde je geen pijn.
Er was echter één probleem. Hoe ging ze zichzelf pijnigen als ze aan haar bed geketend lag? Ze groef in haar hersenen naar een andere manier om fysieke pijn te verkrijgen. Langzaam ging ze haar herinneringen af. De kater die zijn nagels in haar dijen zette; de tegels die haar knieën openreten; de deur die door een onvoorzichtige klasgenoot in haar gezicht dichtslagen werd; de voetbal die de buurjongen onbedoeld in haar buik trapte; de knal op haar achterhoofd wanneer haar stoel weer eens achteroverklapte en de knepen van haar broer, die haar huid openscheurden tot fijne druppeltjes bloed haar armen versierden. Niets van dat alles kon haar helpen, niet hier en niet nu. Nog dieper graven, dacht ze. Er moest iets zijn.
Gillen.
Ooit had ze zo hard gegild, dat ze moest huilen van de pijn in haar keel.
Dus gilde ze. Hard, scherp en doordringend. Het afgrijselijk geluid werd oneindig ver door de lucht gedragen, teruggekaatst door onzichtbare muren, bleef in de ruimte hangen - al was het bedoeld om een wereldreis te maken. Van dromenland naar de werkelijkheid, dat was nogal een afstand.
‘Shh,’ siste een zachte, lage stem. ‘Deze stilte is toch veel te mooi om zo bruut verstoord te worden?’
Het meisje hield abrupt stil. Ze had geen pijn, haar keel weigerde mee te werken.
Gehypnotiseerd door de zangerige woorden, die zowel gevaarlijk dichtbij als ondenkbaar ver weg klonken, verstijfde het hele lichaam van het meisje.
Het donker slokte alle besef van tijd en ruimte op, liet enkel angst en onzekerheid achter. Het meisje wilde gillen, enkel en alleen om de man te doen denken dat ze niet bang was, dat ze er niet over piekerde te gehoorzamen. Toch wilde ze niet dat hij wist waar ze was. Misschien bevond ze zich wel in een hele grote ruimte, dan zou haar geschreeuw haar locatie kunnen verraden. Zelfs op achtjarige leeftijd kon ze dat bedenken.
Toen bedacht ze zich dat het schreeuwen geen pijn gedaan had.
‘Dit is een droom,’ fluisterde ze.
‘Oh ja?’ vroeg de stem.
‘Ja,’ beaamde het meisje dapper.
‘Hoe weet je dat zo zeker?’
‘Het deed geen pijn.’
‘Hmm,’ was het enige antwoord dat de mannelijke stem produceerde. Het viel niet te peilen, zeker niet voor een kind dat überhaupt niet wist wat zorgen waren. Het was angstaanjagend om te praten met een onbekende, een onzichtbare, iemand die over kennis van de situatie beschikte, iemand met de touwtjes in handen. Haar touwtjes.
‘Het deed geen pijn,’ herhaalde het meisje dapper, al was het om zichzelf te overtuigen. ‘Als je droomt voel je niets, want dan is het niet echt.’
‘Wat voelde je niet?’
Terwijl de man sprak, voelde het meisje zijn adem langs haar wang strijken. Het was dichtbij, gevaarlijk dichtbij. Te, veel te.
Nog wijder sperde het meisje haar ogen open, maar ze zag nog steeds helemaal niets. Tranen van wanhoop welden op, alsof het zoute traanwater haar zou helpen zicht te creëren. Ze wilde niet huilen. Niet voor zichzelf, ze wilde er niet aan toegeven. Het was maar een droom.
Toch maakte het niet uit. Niemand zou de tranen kunnen zien in het ondoordringbare donker.
Ze voelde iets. Bij haar benen. Licht, zo vlinderzacht dat ze het niet kon identificeren.
‘Voelde je dat?’ vroeg de stem.
Ze gaf geen antwoord.
Het gevoel in haar benen werd heviger. Het is een droom.
‘En nu?’ Harder, heviger, pijnlijker. Een gevoel, een pijn die ze niet kon plaatsen. Ze had het nooit eerder gevoeld, ze had geen idee wat het was. Maar het was vreselijk, dat wist ze wel.
‘Zeg het maar als ik je pijn doe,’ zei de stem, waar een lichte onderklank van leedvermaak doorheen klonk.
Straks zou ze wakker worden, zou er weer daglicht haar ogen binnenstromen, zou haar moeder haar troosten omdat ze een nachtmerrie had gehad. Nog even volhouden.
Tranen begonnen over haar wangen te lopen, haar ademhaling joeg haar borstkas onritmisch op en neer. De pijn begon ondraaglijk te worden.
‘Zo, jij bent een dappere kleine meid,’ sprak de stem. ‘Het geeft niet, hoor. Ik zal je wel laten zien dat je niet droomt, dat je niet eens slaapt. Geef me heel eventjes…’
Nu pas viel het op dat de stem geen moeite deed het meisje te onderdrukken, angst aan te jagen, onder controle te houden. Dat was er juist zo angstaanjagend aan.
Scherpe, snijdende pijn in haar linkerkuit. Steeds werd het heviger. Elke keer als ze dacht dat het niet erger kon, bewees de snijdende pijn haar ongelijk. Steeds opnieuw. Steken, hevig. Plotseling.
‘Au!’ riep het meisje ongecontroleerd.
‘Dus toch,’ grinnikte de stem. ‘Goed, nu we het daarover eens zijn, kan ik een serieus gesprek met je aanknopen. En eindigen, eigenlijk. Ik heb namelijk niet zoveel te vertellen. Wat ik wil doen is jou de kans geven nog iets tegen je papa en mama te zeggen. Ze luisteren naar je, nu is je kans. Ze zouden het erg op prijs stellen.’
Even bleef het stil.
En toen: ‘Het is een droom.’ De woorden werden onmiddellijk opgevolgd door ijzingwekkend gegil, afkomstig van dezelfde stembanden. De ondragelijke pijn in haar onderlichaam spreidde zich uit over de rest van haar lichaam, en nog altijd nam het in hevigheid toe. Het was alsof het haar zenuwcellen uit elkaar trok, alsof het ze allemaal onder zo’n sterke spanning zette dat ze dreigden uit elkaar te knappen. Bijna, net niet. Anders zou het niet leuk zijn, zou ze niet lijden.
Of de pijn zich natuurlijk verspreidde of hulp kreeg wist het meisje niet. Alleen dat ze er steeds meer van voelde, dat het zich steeds verder uitbreidde, en dat ze tegelijkertijd steeds minder voelde. Een rare combinatie die in een andere situatie grappig geweest zou zijn. Hoe heviger de pijn werd, hoe gevoellozer het meisje.
Het is een droom, wist ze zichzelf nog te vertellen. Nu ben ik wakker aan het worden.
Maar er kwam geen licht, er was geen mama om haar te omhelzen. Ze zou niet wakker worden, ze zou geen daglicht meer zien.
Wel ontsnapte ze aan de pijn.
Aan haar lichaam.
Het was geen droom.


Reacties:


xjeszell
xjeszell zei op 12 aug 2012 - 3:14:
Dit heb ik wel gelezen. Toen hadden we het er nog over, op.msn.
Maar ik moest nog reageren.
ik had kippenvel toen ik dig las. Deels omdaf 't koud is maar. Ook hierdoor.
En - je einde is echt goed.
-gaat andere dingen lezen-
<3