Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Twilight » What time couldn't erase (pauze) » 1. Chapter 20: Happiness

What time couldn't erase (pauze)

3 april 2011 - 12:11

1027

6

653



1. Chapter 20: Happiness

Haaai, sorry dat het zolang duurde voor ik weer een nieuw hoofdstuk postte, maar ik had het heel erg druk met school ;$ Ik heb er daarom wel een extra lang hoofdstuk van gemaakt, dus hoop dat jullie dat leuk vinden! (: Nogmaals: meld me alsjeblieft als je iets tegenkomt wat niet klopt, want anders leer ik niks! ;p Xkus

Ik zat op een bankje in de tuin, en genoot met mijn ogen gesloten van het zonnetje toen opeens de zon verdween en ik mijn ogen opende.
Christopher stond tegenover me, recht in mijn zon.
Lachend gaf ik hem een speels duwtje opzij, maar ik kreeg geen beweging in hem.
'Je moet weer naar binnen, straks krijg je het koud,' merkte hij op, en een zucht ontsnapte mijn lippen.
'Moet ik echt?' Ik klonk als een klein kind, beteuterd en al.
Een klein, maar beslist lachje verscheen op Christophers gezicht. 'Ja, je moet echt. Ik ga je niet nog eens zolang alleen laten dat je stomme zelfmoordacties gaat ondernemen.' Ik zag zijn gezicht betrekken, en in de afgelopen maanden was me langzaam duidelijk geworden hoeveel pijn ik hem bezorgd had.
Dat maakte dat ik nu over stag ging.
'Goed dan,' mompelde ik, en sloeg mijn armen over elkaar.
Christopher tilde me op, en ik sloeg mijn armen om zijn nek. Ik vond het nog steeds niet fijn overal heengedragen te worden, want ik vond dat ik prima zelf kon lopen met een houten kruk, maar daar wilde Christopher niks van weten rond dit huis, en ik mocht niet naar buiten, dus was ik veroordeeld tot rondgedragen worden.
'Waar zal ik je heenbrengen?' vroeg Christopher, en ik dacht even na. Al zolang had ik elke kamer bekeken, maar er was één kamer waar ik nooit meer heen geweest was. De balzaal.
Mijn vinger wees aarzelend en trillend in de richting van de deuren en Christopher nam de uitdrukking op mijn gezicht met bezorgde blik op.
'Weet je het zeker?' vroeg hij zacht.
Ik knikte resoluut, hoewel ik aan hem zag dat ik toch al te lang geaarzeld had.
'Breng me er maar gewoon heen,' mompelde ik.
Ik voelde een vreemde steek toen ik de drempel over gedragen werd, de balzaal in, en sloot mijn ogen.
Pas toen we midden in de zaal stonden, en ik zelfs met mijn ogen dicht de bekende lichtinval herkende, opende ik langzaam mijn ogen.
De zaal zien deed me meer dat ik gehoopt had, en ik gebaarde Christopher me langzaam op de grond te laten zakken.
'Kan je misschien weer weggaan?' vroeg ik een beetje beschaamd. Maar hij knikte met een bemoedigend glimlachje en sloot de deuren achter zich toen hij de zaal verliet.
Ik kroop mezelf naar de spiegels toe en hees me aan de barre omhoog.
Op één been, met mijn handen stevig om de stang geklemd en mijn gezicht vlakbij de spiegel bekeek ik mezelf in het spiegelbeeld, en de rest van de zaal.
Het voelde goed om weer even te staan, hoewel het wankel en onzeker was.
Zachtjes neuriede ik het deuntje van het Zwanenmeer, tot een verdwaalde traan zich een weg naar buiten vond. Toen ik hem kordaat van mijn wang wilde vegen, viel ik om, en bleef op de grond zitten.
Maar ik hees me resoluut weer aan de stang omhoog, en bleef weer even staan. Aarzelend probeerde ik gewicht te zetten op mijn linkerbeen, maar merkte dat ik er gelijk doorheen zakte.
Toch gaf ik niet op, en bleef het keer op keer herhalen en proberen.
Dit was iets wat ik de daarop volgende maanden nog vaak zou doen, en herhalen als ik in mijn eentje in deze ruimte was.

De lente van 1939 deed haar intrede, toen ik mijn ogen opende en mijn slaapkamer rondkeek. Over een paar maanden zou ik alweer 19 zijn... De tijd leek voor mij te vliegen, hoewel hij soms tergend langzaam voorbij kroop. Zeker als je hoopte op iets wat nooit zou gebeuren.
Ik rolde me op mijn zij, en schoot toen overeind.
Er was iets.
Ik sloeg het dekbed van me af en keek naar mijn benen. Aarzelend legde ik mijn hand op mijn linkerbeen.
Het voelde als een rozenblaadje.
Het was alsof er heel zachtjes met een veer overheen gestreken werd.
Maar wat voor mij belangrijk was: ik voelde í­éts.
Ik voelde iets!
Het drong nog niet helemaal tot me door, maar toen het eindelijk tot me door gedrongen was, sloeg ik mijn rechterbeen over de rand van mijn bed en hees mijn linkerbeen erachteraan. Voorzichtig probeerde ik op mijn benen te gaan staan. Maar tot mijn grote teleurstelling zakte ik er weer doorheen.
De doffe klap die mijn lichaam op de vloer maakte, werd opgemerkt door Joanna en niet veel later vloog de deur open.
'Julia?' hoorde ik haar vragen.
'Hier,' zuchtte ik, en ze liep snel naar me toe, om me weer op mijn bed te hijsen.
'Ben je uit je bed gevallen?' vroeg ze hoofdschuddend met een lachje terwijl ze de gordijnen opende.
'Ongeveer,' gaf ik toe, maar ik wees op mijn linkerbeen, en een brede lach sierde mijn gezicht.
'Ik voel weer wat.'
Joanna's vrolijke gezicht, was onbetaalbaar.

Opnieuw kropen weken voorbij, maar het gevoel in mijn been kwam steeds meer terug. En ik merkte elke dag verandering.
Niet alleen de staat van mijn been werd beter, maar ook ik voelde me in totaal beter. Het was alsof dat deel van mij nu pas ontwaakte uit het beangstigende coma waar ik ook nog een tijd in gelegen had.
Het was een regenachtige ochtend toen ik me met één houten kruk, en twee voorzichtige benen door het huis begaf.
Ik kon weer voorzichtigaan steunen op mijn been, hoewel ik er nog lang niet op zou kunnen lopen.
Steeds vaker wilde ik dat mensen vroegen of ik iets voor ze kon halen, waar vandaan dan ook, zodat ik zoveel mogelijk zou lopen, en nu had mevrouw Smith gevraagd of ik even de envelop kon halen die op haar bureau lag, en dat maakte dat ik me nu door de gang bewoog.
Ik liep naar een deur halverwege de gang en opende hem. De kamer van mevrouw Smith was een grote, en lichte kamer, die veel bewerkt was met donker hout, wat me deed vermoeden dat het eerst de kamer van meneer Smith geweest was.
Ik vond de envelop al snel, en werkte me weer een weg naar de woonkamer, waar ze op me wachtte.
Maar toen ik door de gang liep, viel er net een brief op de mat, en ik liep er, nieuwsgierig als ik was, heen en raapte hem op.
'Julia Williams,' las ik verbaasd.
Ik opende de envelop met één hand en vouwde het vel papier uit wat erin zat.
Mijn ogen werden groot en mijn mond zakte open.
Dit kon niet waar zijn.


Reacties:

1 2

JeRiNo
JeRiNo zei op 30 maart 2011 - 8:37:
.... Gaat ze hier stoppen.

Niet aardig!!! Ik wil meeeeer

Maar hij is wel moooi

Snel verder jij!
xxxxx


Reactiongirl
Reactiongirl zei op 28 maart 2011 - 16:31:
NEEEEEEEE!! CAROLINEEE, JIJ MAG NU NIET STOPPEN, OMG, JIJ GEMENERIK!!!

Okee,, ik ga nu ff stopppen met spastisch doen . Je sschrijft echt goed, ga je snel weer verder?? Antwoord maar geen nee, want anders kom ik je halen
xxx


Hermelien
Hermelien zei op 27 maart 2011 - 21:48:
Omgggg !!!
Ze kan weer lopen !
* kust de grond *
Oww jezus wat ben ik blij
Trouwens je mocht nu helemaaaaal niet stoppen !
Hééél snel verder jij want ik kan totaal niet meer wachten
xxxx


justAgirl
justAgirl zei op 27 maart 2011 - 21:33:
JE MAG NU NIET STOPPEN
DAT IS GEMEEEEEEN
en nu ga jij als de wiedeweerga verder! ;D
Het is echt zo fantastisch, je schrijft zooo geweldig lieverd ;D
Xliefs<33


realMe
realMe zei op 27 maart 2011 - 21:23:
wat , wat staat erin.... ik ben zo benieuwd.......

en ze kan weer lopen *doet vreugde dansje*

snel nog een, dit is echt prachtig....