Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » How Much Can This Boy Take? [BillKaulitz] » Hoofdstuk 7

How Much Can This Boy Take? [BillKaulitz]

15 april 2011 - 1:08

1053

0

200



Hoofdstuk 7

We stapten hand in hand verder,tot we op onbekend gebied kwamen. Sommige mensen keken ons raar aan,maar mijn bebloedde T-shirt zou daar wel eens de reden van kunnen zijn. Het kan me niet schelen wat ze denken,zolang ik maar weet dat de hel nu voorbij is. Ons leven kan eindelijk beginnen. Je zal wel zien,nu zal het ons beter gaan en ik zal er persoonlijk mijn levenstaak van maken om ervoor te zorgen dat Thomas een goede toekomst heeft. hij heeft al teveel erge dingen moeten aanzien,misschien praat hij daarom niet meer. Ik keek hem aan en hij keek met pretoogjes terug. We namen onze tijd en stapten traag. We zijn weg van thuis,dat is alles wat nu telt. Het enige waar ik me zorgen over maak is Thomas zijn knorrende buik. Hij heeft honger en ik kan hem niets te eten aanbieden. Ik heb er niet aan gedacht om geld me te nemen toen we weg liepen. Ik heb er ook niet aan gedacht of eten of drinken of kleding mee te nemen. Ik zal er iets op moeten verzinnen. Stelen lijkt me de enige oplossing,al is het alles behalve iets dat ik graag doe. Ik ben altijd een eerlijke jongen geweest.
"Blijf jij hier even zitten,Thomas? Ik ga wat te eten halen." zei ik lief.
Hij knikte gehoorzaam en ging op de stoep zitten. Ik ging een paar meter verder een winkel binnen. Ik hoorde een bel toen ik binnen kwam,maar gelukkig is het geen bedieningszaak. Ze zouden zich nogal verwonderen als ze mij zijn. Een mager mannetje met bloed op zich. Ik zag een zak brood liggen en pakte het vast. Ik rende snel de winkel uit,maar hoorde geen alarm afgaan. Ik liep snel naar Thomas,die nog steeds geduldig op me aan het wachten was.
"Kijk,hier is wat te eten,sorry,ik had geen geld genoeg voor beleg."
Ik ga hem niet zeggen dat ik het steel,ik wil dat hij puur blijft. Vrolijk nam hij een boterham uit de zak,terwijl ik zijn voorbeeld volgde en genoot van een droog stuk brood. Het is niet echt lekker,maar voedzaam. Een paar meisjes die voorbij kwamen,keken ons raar aan. Logisch,hoe wij hier dom op een stoep zitten te zitten. Ik zag ze fluisteren en lachen. Ik was kwaad,maar durfde mijn mond niet open te doen. Ze kennen onze situatie niet,dus hebben ze niet het recht om over ons te oordelen.
Zo deden we een paar dagen door. We wandelend rustig verder naar een onbekende bestemming en aten allebei twee boterhammen per dag. Het was vredig en mijn wonden begonnen te genezen. Ik zag Thomas open bloeien en ook ik merkte dat ik vrolijker werd. Het enige probleem is de nacht. Ik heb al twee dagen aan een stuk niet kunnen slapen door de angst. Ik weet dat het belachelijk klinkt,maar ik ben zo bang van het donker,dat ik in mijn hand bijt. Ik bijt tot ik ga bloeden. Ik huil de ogen uit mijn hoofd en bibber bijna uit mijn vel. Ik ben elke nacht zo bang dat ik dicht tegen Thomas aan ga liggen. Ook al moet ik hem beschermen,stiekem beschermd hij me ook op 1 of andere manier. Nu heb ik echter nog een probleem. Het brood is op en ik ben gedwongen om nog eens te stelen. We hebben iets meer nodig dan twee boterhammen per dag,want Thomas is al magerder geworden. Ik ben er ook nie dikker op geworden. Als we het straatleven willen volhouden,dan hebben we iets nodig met meer vetten en suikers. Drinken is nooit een probleem,omdat ik ooit op tv gezien heb dat ochtend dauw ook drinkbaar is,al is het niet veel.
"Thomas,blijf jij hier? Ik ga even iets te eten halen." zei ik lief.
Hij knikte weer vrolijk en ging op een bankje zitten. Ik ging de winkel binnen en keek naar iets voedzaam. Al snel vond ik een suikerige taartje. Precies wat we nodig hebben! Ik nam het snel mee en rende weer de winkel uit. Ook deze keer had ik weer geluk dat er geen alarm afging. Ik ging weer naar Thomas en we deelde het taartje in twee. Gulzig at hij het op en likte zijn vingers af. Hij glimlachte en keek naar me. Maar zijn blik gleed naar mijn deel van het taartje en ik kon zijn buik horen grommen.
"Heb je nog honger?"
Hij knikte. Ik zuchtte zachtjes en gaf mijn deel ook aan hem. Hij werkte het snel binnen en knuffelde me dan. Gelukkig beseft hij niet dat ik daardoor geen eten heb. Het maakt me niet uit,zolang hij maar voldaan is. Ik kan er wel tegen.
"Hey,jij!" zei een vreemde stem.
Ik keek geschrokken om me heen en zag drie jongens voor ons staan.
"Wat?" vroeg ik.
"Wat doe je hier,dit is ons gebied! Geef je geld!" zeiden ze dreigend.
"Wat gebied? Ik heb geen geld!"
"Geef je geld!"
"Ik heb geen geld!" zei ik kwaad.
Er volgde een trap in mijn buik,waardoor ik achteruit ging. Ik trok Thomas beschermend achter me en probeerde me stoer te houden. Ik zal Thomas beschermen,kostte het wat het kost!
"Geef gewoon je geld,dat is gemakkelijk voor ons allemaal. Je wil toch niet pijn hebben,niet?"
Ik slikte nerveus.
"Kom op met je geld,jongen. Dan laten we je gerust." zeiden ze streng.
Ze kwamen dreigen op me af en ik deed een stapje achteruit. Thomas kneep bang in mijn hand. Ze kwamen dichterbij en gaven me een harde duw. Ik struikelde over een steen en viel op de grond. Ze kwamen angstaanjagend op me af en stampten in mijn buik. Ik kermde luid.
"Loop,Thomas. Loop weg!" kermde ik bang.
Hij verliet echter zijn plek niet. Hij keek me droevig aan. Hij liep op 1 van de jongens af en klopte met zijn vuistjes tegen hun buik,hij was te klein om echt schade aan te richten. De zware jongen keek hem vragend aan en duwde hem dan hardhandig weg. Mijn woede nam toe,maar nog voor ik iets kon doen,werd de aandacht weer op mij gericht en werd ik blauw geslagen. Thomas stond er zielig bij te kijken,ik wou dat ik hem dit gespaard gebleven kon houden.
"Mammie.." jammer hij.
Het was de eerste keer in lange tijd dat ik hem iets heb horen zeggen. En hij vraagt voor zijn moeder. Het breekt me het hart. Misschien was dit alles toch geen goed idee. Ik kan hem geen goede toekomst geven. Ik ben zelf nog een kind.
"Mammie.." huilde hij zachtjes..


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.